A0. 1894. Zondag 28 en Maandag 29 Januari. N°. 8456 Tweede Blad Feuilleton. Voor de kunst geboren. Aehtenyeertigste Jaargang1. Verschijnt dagel ks, uitgezonderd Dinsdag, UITGEVER: J. ODÉ. BnHenlanflsche Berichten. Abc nëmentsprijs, per kwartaal f '.85. franco per post, door het geheele Rijk2,50. Afzonderlijke nommers- 0.10. BITIifCtr: Bttf BHITRAAT, E 3 7. Advertentieprijs: van 110 gewone regels niet inbegrip van eene Courant1.10. Iedere gewone regel meer. - 0.10, Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. ff II I T H' II L i N Gisteren na de aankomst van Bismarck te Berlijn en zijn ontvangst door den keizer hadden op het voorplein van het paleis aan houdend hartelijke en geestdriftvolle demon straties plaats. Uit duizenden kelen klonk het sHeil dir im Siegerkranz", de Wacht am Rliein" en het »Deutschland über Alles". De keizer, de keizerin en Bismarck vertoon den zich herhaaldelijk, dankende en groetende, voor de ramen. Te drie uur presenteerde de rijkskanselier zijn kaartje bij Bismarck en daarna alle staatssecretarissen. Van alle openbare gebou wen en van talrijke woningen wapperen vlaggen. Bismarck reed gisteravond te 7 u. 10 m. van het paleis weg. De tocht ging langs »Unter den Linden", waar vele huizen prach tig verlicht wat en. Even over lmlfac'ni ver trok de trein van het Lehrter station. In de wachtkamer waren verscheiden generaals aanwezig. De keizer begeleidde Bismarck naar den salonwagen, drukte prinses Bismarck de hand en kuste haar herhaaldelijk op beide wangen. Toen de prinses in het rijtuig gestegen was, richtte de keizer zich met een paar woorden tot Herbert von Bismarck, en onderhield zich toen weer met de prinses, die bloots hoofds uit het portier leunde. Het publiek juichtte den keizer en Bismarck levendig toe, tot het gejuich overging in het sDeutschland, Deutschland über Alles". Toen de trein zich in beweging zette, brak het gejuich weder uit. Vriendelijk lachend boog Bismarck ten dank. Met Bismarck waren in den salon wagen het stond er vol schoone bloemgeschenken zijne vrouw, zijne zonen Herbert en Wilhelm en Schweriiger, de lijfarts. De keizer verliet onder Hoch's het station. De Berlijnsche correspondent der N. 22. Ct. schrijft van gisteren: Bismarck en Caprivi hebben onder vier oogen een onderhoud gehad, dat drie kwartier duurde. Men gelooft, dat het bij deze ont moeting, welke op uitdrukkelijk verlangen van den keizer plaats had, tusschen de twee staatslieden tot eene openhartige verklaring is gekomen. Bij zijn vertrek werd Bismarck door den keizer naar het station begeleid. Op het per ron was het, trots de streng volgehouden maatregelen tot wering van het publiek, in eenen oogwenk vol menschen. Een ontelbaar aantal vereerders van Bismarck hadden na melijk een kaartje voor den sneltrein naar Wittenberg genomen, zoodat zij wel op het perron moesten toegelaten worden. Onder de tonen vau een vaderlandsch lied zette de trein zich in beweging. Driemaal had de keizer Bismarck omarmd. De grijze staatsman, die 's middags teekenen van zwakte en vermoeidheid had getoond, liep 's avonds in flinke houding naast den keizer. Het eenige bezoek, dat Bismarck hier gebracht heeft, gold keizerin Friedrich, bij wie hij een kwartier bleef. Het zooeven verschenen weekblad Zulcunft, van Harden, hetwelk den naam heeft van rechtstreeks onder ingeving van Bismarck te staan, zegt ongeveerMen moet niet geloove», dat Bismarck ooit met den glans van zijn naam eene politiek zou willen heipen dekken, die hij als mislukt beschouwt. De Rijksdag heeft gisteren de verlenging van het voorloopige handelstractaat tusschen Duitschland en Spanje tot 31 Maart goed gekeurd. Bij het voorstel om 67 millioen uit het rijksinvalidenfonds te nemen om hel kasgeld van het rijk aan te vullen, sprak Bradowsky daarvoor, omdat de regeering slechts moeilijk besluiten kon eene leening aan te gaan. Oiiolla, van de nationaal-liberale partij, ver klaarde zich tegen verzwakking van het invalidenfonds, zoolang niet vaststaat, dat het fonds de verplichtingen, waartoe het geroe pen is, kan nakomen. Wij hebben zeide hij heden een grooten historischen dag be leefd, die ons ook herinneren moet aan die genen, die goed en bloed voor het vaderland hebben opgeofferd. Fritzen, van het centrum, en Roon, van de conservatieve partij, deelden de bedenkin gen van den vooi afgaanden spreker. Na nog eenige discussie, waarbij Herbert Orioila be streed, werd de voordracht naar de begro tingscommissie verwezen. F It A N K R IJ K. Door den minister van buitenlandsche zaken zal binnen eenige dagen een Geel-Boek over de onderhandelingen met Spanje aan het Parlement worden overgelegd. De regeering zal een aantal wetsontwerpen bij de Kamer indienen. Dit zijn: de ontwer pei, door den minister Buideau reeds aange kondigd betreffende de wijziging der successie rechten en bepalingen op onrechtmatige overdracht van goederen. Voorts wetsontwer pen in het belang van den wijnbouw en den landbouw, daarna een ontwerp tot herziening van het burgerlijk wetboek en tot herziening der mijnwetgeving. Aan den Raad van State zal een ontwerp-regeling op de vereenigingen ter onderzoek worden toegezonden. De parlementaire commissie voor de marine heeft besloten aan de Kamer vol macht te vragen tot het houden eener en quête naar de dingen, die Clémenceau in de Justice omtrent het beheer, of liever liet wan beheer, der marine openbaargemaakt heeft. De commissie wil voorts haren eigen gang gaan en niets te maken hebben met de extra parlementaire commissie, die de regee ring omtrent de aangelegenheden der marine heeft benoemd, maar waarin ook tal van parlementsleden zitting hebben. Afgescheiden hiervan is er eerstdaags een debat te wachten over den toestand der marine. De heer Lockroy heeft er name lijk eene interpellatie over aangekondigd, en de Kamer heeft haar tegen aanstaanden Dins dag aan de orde gesteld. De anarchist Merhigeau te Parijs, in wiens bezit een bom en ontplofbare zelfstandigbeden gevonden werden, is onder de vigeerende be palingen veroordeeld tot 3 jaar gevangenis en 200 frs. boete. Het onderzoek der bestanddeelen van de bom, Zondag vóór de »Printemps" gevonden, heeft het waarschijnlijk gemaakt dat men hier niet te doen heeft met een anarchis- tischen aanslag, doch met eene wraakneming van ontslagen bediendeu van dat groote mode magazijn. Generaal Dodds meldt per telegraaf uit Dahomey, dat Gouthilé, zoon van Glegle, als opvolger van Behanzin erkend en met geestdrift ontvangen is. B L G I E. Bij de voortgezette behandeling der kieswet besliste de Kamer dat van de uiloefening van het kiesrecht vervallen verklaard worden do. de uit den dienst weggejaagde militairen 2o. de bnnkioetiers3o. zij die een vonnis wegens openbare dronkenschap te hunnen laste hebben. De minister van justitie heeft echter de indiening toegezegd van een wets ontwerp, waarbij de rehabilitatie wordt gere geld van personen, wien de uitoefening van het kiesrecht om een of andere reden ontzegd is De Independence verneemt uit goede bron, hoewel zij voor de juistheid dezer berichten nog niet geheel kan instaan, dat het gevecht bij Kasongo veel bloediger geweest is dan men eerst meende. Na zich bij Ribo-Riba vereenigd te hebben, trokken Dhanis en Ponthiernaar het Tanjanjika-meer op en ontmoetten weldra Roemaliza's krijgsmacht. De hulptroepen van Congo-Lutété vormden het centrum van het staatsleger zoodra echter het gevecht een (Slot.) Plotseling hield zij op. Bij het zien van Aubinet's wanhoop gevoelde zij zich niet langer in staat haar plan door te drijven. Hij lag met het hoofd op de armen voorover op de tafel, en zij zag hem voor de eerste maal in haar leven schieien. Haar droomon vervlogen in rook zij wist niet meer wat zij had gezegd, noch wat zij had gewenscht. Zij begreep maar éen ding Jacques schreide. Zij boog zich hem heen en drukte teeder zijn hoofd tegen haar borst. Fortuin en roem waren haar onverschillig, zij verlangde er niet meer naar. Ilun geheel ver leden, alles wat zij samen gehoopt, geleden, gevoeld hadden, hechtte hen onafscheidelijk aan elkander. En nu moest zij het wezen, die hem deed schieien 1 Hoe was zij daartoe gekomen 1 Bezat zij dan in 't geheel geen hart Neen neen, zij zou niet meer zingen, al bood men haar nnlSioenen! Maar hij moest niet schreien, dal kon zij niet aanzien. Zoo door haar getroost, kwam hij langzamer hand tot bedaren en bekende wat hem zoo bad aangegrepen. Hij had bij de openbaring van haar verlangen naar meer geld en een beter leven zoo duidelijk gevoeld, dat hij haar nooit gelukkig had gemaakt. Ja, alleen uit goedheid had zij gezwegen. Hij gevoelde zich diep ver nederd niet meer te kunnen verdienen, en de veertig duizend francs, die zijn vrouw letterlijk in den schoot werden geworpen, hadden zijn onmacht zoo duidelijk aan het licht gebracht, dat hij zijn tranen niet had kunnen weerhouden. Hij begreep nu wel, dat zoo'n armoedig leven haar moest tegenstaan. Het was niet meer dan natuurlijk dat zij partij wilde trekken van haar talent, waarmede zij roem en fortuin kon ver werven. Maar hem moest zij het met kwalijk netnen, dat hij onmogelijk de echtgenoot van een »ster" kon zijn. Behalve de misschien burgerlijke vooroordeelen, overgenomen van zijn ouders, en door hem geëerbiedigd, kwam al zijn mannelijke trots er tegen op, aan zijn vrouw een gemakkelijk en weelderig leven te danken te hebben. Aan haar twijfelde hij natuurlijk geen oogenblik hij wist dat zij zoowel op het theater als overal elders goed en deugdzaam zou blijven maar zij moest hem niet veroor- deelen tot een zoo zedelijke vei laging. Stond baar besluit vast, dan was een scheiding het eenige wat hem overbleef Haar zoon zou het zoo 'veel kunnen zien als zij wenschte. En met een vernieuwde uitbarsting van wanhoop, welke de arme Lucie een tranenvloed ontlokt», voegde hij er bij »Zie je, éen ding is zeker hield j» van mij zooals ik van jou, dan zou zoo iets nooit bij je zijn opgekomen". Getroffen door deze plotselinge ontboezeming van iemand, gewoonlijk zoo terughoudend als Aubinei, was de zwakke vrouw geheel owi- wonnen, neon, nog meer. zij was zelfs overtuig I. Zou zij hem ooit kunnen vei laten? N«en, zij had nu n»g meer lief dan den eetsten dag. Zij begreep zijn bezwaren zoo goed. Zij kwamen immers voort uit een edel, hooghailig gemoed. Al werd zij tot den bedelstaf gebiacht, dan zou zij nog gelukkig zijn havr Jarqties ie kunnen toebehooren. Hetgeen in haar omging vertelde zij hem met een bartel ijken kus.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 5