k". 189-4
Zondag 11 en Maandag 12
Maart.
N°. 8486.
Eerste Blad
Achteny©
r tgste
J" aargang.
Vefsch nt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
UITGEVER: J. O U
BVUEADi BOTERSTBA.IT, B 27.
Binneiilandsche Berichten.
Abonnementsprijs, per kwartaal
Franco per post, door liet geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
f 1.85.
2.50.
- 0.10.
ADVERTErTlEPRUsvan 110 gewone regels met
inbegrip van eene Couiantf J.lp.
Iedere gewone regel meer. - 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
I goaazcasaösoï»
Schiedam, 10 Maart 1894.
De drie op het kiesrecht betrekking heb
bende onderwerpen zijn gisteren na de aan
neming van het amendement-De Meijier door
de regeering ingetrokken. Reeds hebben ver
schillende bladen den indruk, dien het ge
beurde gemaakt beeft, weergegeven.
Yoor onze lezers meenen we ia de eerste
plaats het bewuste amendement-De Meijier
in zijn geheel te moeten geven. In artikel 3
van het bewuste wetsontwerp wordt gespro
ken van een kenteeken van geschiktheid en
maatschappelijken welstand, dat recht zou ge
ven tot het verkrijgen van de kiesbevoegdheid.
De heer De Meijier had nu voorgesteld,
dat dit kenteeken aanwezig zou worden ge
acht bij hem, die
gedurende de laatstverloopen of aan zijne
laatste verhuizing voorafgegane 12 maan
den, kiachtens persoonlijk of ztiltelijk recht
ter bewoning in afzonderlijk gebruik heeft
gehad eene zelfde woning, bestaande
voor zoover betreft hoofden van huis
gezinnen, uit ten minste twee afgesloten
vertrekken, of wel uil éen zoodanig ver
trek en eene keuken of een achterhuis
geheel of ten deele voor huishoudelijk ge
bruik bestemd
voor zoover betreft afzondrilijk levende
of bij anderen inwonende personen, uit
ten minste éen afgesloten vertrek met
haardstede
wordende schepen van ten minste 25
ton inhoud ten opzichte van den schipper,
als woningen aan bovenvermeido veieisch-
ten voldoende aangemerktterwijl ver
wisseling van woning in een en hetzelfde
gebouw, of wel tengevolge van eigendoms
overgang, het geheel of ten deele te niet
gaan van een gebouwd eigendom, of ver
plaatsing wegens ambt of bediening niet
als verhuizing wordt beschouwd.
Dit amendement was volgens den heer
De Meijier van vriendschappelijken aard tegen
over de regeering. Zelfs had deze verklaard
het aanstonds te zullen intrekken, als de
regeering ronduit verklaarde, dat zij het prin
cipieel niet zou kunnen aannemen. Dit nu
heeft de regeering niet gedaan. De minister
van binnenlandsche zaken had verklaard,
nadat de heer De Meijier reeds eenmaal een
wijziging had aangebracht, dat wilde deze het
amendement eenigermate aannemelijk'maken
voor de regeering, hij althans moest begin
nen den band met de personeele belasting
daaruit los te maken. Daaraan heeft de voor
steller gehoor gegevenvan dien band is in
het amendement in zijn derden of laatsten
vorm niets meer te bemerken. De minister
heeft er toen van gezegd, dat zooals het amen
dement toen was geredigeerd, hij de Kamer
de aanneming er van niet kon aanraden. De
voorsteller zelf heeft daaruit niet opgemaakt,
dat de regeering van de al-of niet-aanneming
de handhaving der wetsontwerpen afhankelijk
maakte; trouwens, dat is met meerderen het
geval geweest.
De W. H. Cowant zegt dan ook. dat liet
besluit der regeering haar heeft verrastniet
alleen verrast echter: het blad betreurt het
diep, dat het groote werk der kiesrechther
vorming, dat goede kans scheen te hebben
eindelijk te zullen slagen door gemeen over
leg van regeering en Kamer, thans schip
breuk heeft geleden.
Het Nieuws van den Dag meent, dat deze
tijding met gemengde gewaarwordingen in
den lande zal vernomen zijn.
Met meer dan gewone geestdrift is voor
's ministers voorstellen geijverd door ernstige
mannen niet minder ernstige mannen heb
ben die voorstellen voor het heil des lands
bedenkelijk geacht.
Wij voor ons betreuren ten zeerste, dat een
vergelijk tusschen regeering en Kamer onmo
gelijk is gebleken. Zooveel arbeid, zooveel sa-
menspreking, zooveel studie, zooveel inspanning
ligt daar nu zonder resultaat. En een resul
taat ware zoo wenschelijk geweest. Moge er
overdrijving heerschen in de wijze, waarop
uitbreiding van het kiesrecht als algemeene
volkswensch en volksbehoefte wordt voorge
steld, dat het kiesrecht dient te worden uit
gebreid, zal wel door slechts een kleine
mindetheid worden ontkend. En hoe schoon
ware het geweest, als de samenwerking tus-
schen minister en afgevaardigden die uit
breiding tot stand had kunnen brengen 1
Het heeft niet zoo mogen zijn. Beginsel
heeft gebotst tegen beginsel, en met span
ning vragen wewat nu Zal de regeering
een beroep doen op de natie, of zal het voor
stellen van een nieuw kieswet-ontwerp
worden toevertrouwd aan andere handen
Het Handelsblad gewaagt insgelijks van
teleurstelling, en merkt o, a. opsin het
zittingverslag kan men lezen, dat luide en
aanhoudende bravo's op die verklaring volgden.
Van wie deze bravo's afkomstig waren,
staat er niet bij. Natuurlijk van de stelsel
matige tegenstanders van elke kiesrechtuit
breiding en tevens van de ooi standers
van een kiesrecht, dat van het algemeen
stemrecht bijna niet is te onderscheiden.
Van de uiterste partijen dus, die zeker
niet de meerderheid vormen. De meeste leden
der Kamer zullen volstrekt geen reden hebben
gevonden tot juichen, nu weder een gewich
tige hervorming is mislukt en groote ver
warring en stilstand in het staatsbestuur te
duchten zijn.
De invoering der bedrijfsbelasting staat
voor de deur. Daarnaast had men gehoopt
dat tegelijkertijd op den ln Mei de verlich
ting zou woiden ingevoerd, welke de re
geering heeft voorgesteld, in het belang der
middenklasse bij de personeele belasting in
te voeren. De intrekking der kieswet dreigt
nu deze verbetering op de lange baan te
schuiven.
Wat de gevolgen zullen ziju Ontbinding
der Kamer liet Handelsblad meent, dat deze
minder gemotiveerd zou zijn, nu om een
betrekkelijk ondergeschikt grensverschil de
geheele maatregel voorloopig verijdeld is.
Zou om deze reden een beroep op de natie
gewettigd zijn? Heeft de regeering wijs ge
handeld, in dien stand vau zaken een crisis
uit te lokken en haar arbeid op zoo menig
ander gebied onafgewerkt te laten?
Ten slotte acht het Handelsblad het op
treden met uitgesloten van een ander of ge
wijzigd ministerie, dat op dien grondslag een
kiesrechthervorming nog dit jaar tracht tot
stand te brengen.
Evenals nu beoogd werd, zouden dan in
September 1895 bij de gewone periodieke
aftreding de nieuwe Kamerleden, gekozen
ve'trens een zeer uitgebreid kiesrecht, zitting
kunnen nemen.
Gansch anders oordeelt het Vaderland.
We lezen in dat blad Wie van de regeering
iets andeis dan intrekking verwachtten, gaven
daarmede blijk van naïef optimisme of van
groot wantrouwen in het karakter der regee
ring. Mannen van beginseltrouvv en conse
quentie, die tallooze malen verklaard'hebben
doordrongen te zijn van de noodzakelijkheid
eener kiesrechtuitbreiding, zoover de grond
wet toelaat, van de noodzakelijkheid om den
werkmansstand tot de stembus toe te laten
en met willekeurige scheidingen te breken,
konden zich niet neerleggen bij een zoo kieupel
stelsel, waai van men niets anders wist, dan
dat het zeer zeker willekeurige onderschei
dingen in het leven zou roepen en zeer zeker
den gezeten werkman voor een gioot deel
zou buitensluiten. Het is waar, het woord
«onaannemelijk" had niet geklonken, maar
voor den goeden verstaander spiak het in
zachteren vorm gegoten advies duidelijk ge
noeg. En het luide bravo, dat na de intrek
king weerklonk, was welsprekend.
«Een bemoedigend verschijnsel is het, dat
het kleine clubje liberalen, waarop de heer
Van Houten zoo minachteud heeft neergezien,
nu dan toch duidelijk gebleken is te omvatten
de meerderheid der liberale partij 30 van
de 52, en dat de anderen hun steun moeten
zoeken bij de conservatieve elementen der
rechterzijde. Bepaaldelijk bij de katholieken,
want wat de anti-revolutionnairen betreft, is
weer opuieuw gebleken, dat op hen geen
peil te trekken is.
Voor het oogenblik is de politieke toekomst
duister, duister ook de toekomst der liberale
partij. Maar de 30, die aan den minister
Tak getrouw zijn gebleven, kunnen althans
deze zelfvoldoening smaken, dat zij gehan
deld hebben naar het woord van Buys:
»Eischt gij waarheid van de Kamer, bouwt
haar dan niet op een leugen" .,w-.,ygA.
leugen zou het zijn ge\veesty>rf?ffiqr) j?
uitgaande van het beginsel, dat de kiesbe
voegdheid toekomt aan allen, die in het onder
houd van zich en de hunnen vooizien, met
éen pennestreek tien-, zoo niet honderd
duizenden had uitgesloten, alleen omdat zij
zich en de hunnen binnen vier muren hebben
te onderhouden.
SCHIEDAM, 10 Maart 181)4.
Naar wij vernemen, heeft zich eene com
missie gevormd, bestaande uit gecommitteer
den van de commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs, de leeraren, de oud-
leerlingen en leerlingen, om het 25-jarig be
staan onzer hoogere burgerschool in Mei a.s.
feestelijk te herdenken. Wij vei heugen ons
over dit besluit te eerder, daar reeds ver
luidde, dat men den dag zonder herdenking
zou laten voorbijgaan, omdat zoo heette
het de toestanden in Schiedam niet van dien
aard zijn, om feest te vieren. Erkennende
dat voor groote feesten de tijdsomstandig
heden niet zeer gunstig zijn, zou het toch
al een heel treurigen indruk naar buiten heb
ben gemaakt, nu andere plaatsen dat zilveren
jubilé van liet middelbaar onderwijs in
haar midden vvèl feestelijk herdenken, wan
neer onze stad dien dag zonder iets zou laten
voorbijgaan. Zóo slecht is het met Schiedam
toch nog niet gesteld, dat het geen bescheiden
feestje meer zou kunnen tot stand brengen
ter herdenking van het feit, dat haie hoogere
burgerschool, eene inrichting die zoo velen
in onze gemeente ten zegen is geweest, een
kwart eeuw bestaat. Wij twijfelen er dan ook
geen oogenblik aan, dat op de dezer dagen
aan te bieden lijst voor geldelijke bijdragen,
ter voorziening der noodzakelijkste kosten,
flink zal worden geteekend, en dan tevens
zal blijken, dat de feestviering algemeene
instemming vindt bij allen, die in eene of
andere verhouding tot de hoogere borger-
school gestaan hebben of nog staan.
Voor ons ligt de eerste aflevering van de
prachtuitgave van «Familie en Kennissen",
de kostelijke nalatenschap van onzen onver-
getelijken Haver Schmidt, 't Is een uitgave, die
den uitgever, den heer H. A. M. Roelants,
alle eer aandoet. De druk is flink, de illustra-
tiën van Iloynck van Papeodrecht zeer
gelukkig. Zal het werk in dezen vorm onge
twijfeld door het gansche land zijn weg vin
den, zal het in menig huis in den vreemde,
waar een Nedeilandsch hart de Nederlandsche
letteren iu eeie houdt, worden aangetroffen,
hier ter stede zal het, dunkt ons, bij velen
een eereplaats innemen, als dagelijksch aan
denken aau den beminnelijken man, die in
de harten zal blijven voortleven van allen,