Binnenlantlsclie Berichten, weest, en hij vroeg deswege vergiffenis aan de Kamer. Hij heeft den meest mogelijken eerbied voor de nationale vertegenwoordiging. Ik ben een oud-parlementair, het hij er op volgen, en ik heb steeds de parlementaire instellingen, zonder welke Italië niet kan be staan, eerbied toegedragen. (Toejuiching.) De heer Imbriani verklaarde dat het hem veel genoegen deed den minister aldus te hooren spreken. liet is nog niet uit met de polemiek, ont staan door hetgeen Calmette in de Figaro heeft medegedeeld omtrent het onderhoud, dat hij gehad heeft met den koning. De Riforma zegt nu, in antwoord op heigeen de Parijsehe bladen deswege geschreven hebben, dat er tusschen den koning en den eersten minister geen verschil van inzichten betref lende de buitenlandsche politiek kan bestaan. Den Fransehen, zegt het blad verder, staat het niet goed de talrijke bewijzen te verge ten die de lieer Crispi hun bij alle gelegen heden gegeven heeft omtrent zijne verzoe ningsgezinde denkbeelden, teneinde tot eene hartelijke verstandhouding tusschen de beide landen te geraken. Men zal wel begrijpen dat de heer Crispi, wiens betrekkingen tot de 'Riforma bekend zijn, niet vreemd gebleven is aan dit artikeltje. S E It Y I E. Bij een feestmaal, Dinsdagavond door den koning gegeven ter eere der nieuwe ministers en van de afgetreden ministers Simiteh, Mia- tovitch en Neschitch, bracht de koning een heildronk uit op het nieuwe Kabinet, dat naar hij hoopte het doel, dat het zich gesteld heeft, zal verwezenlijken, terwijl hij tevens zijn dank bracht aan de afgetreden ministers, die ge hoor hebben gegeven aan zijne roepstem op een zoo moeilijk oogenblik. De oud-premier Simiteh is weder tot gezant te Weenen benoemd. De gezant te Petersburg, Pasitch, is op zijn verzoek ontslagen. AMERIKA. Aan de Times wordt uit Montevideo van 17 dezer gemeld, dat admiraal De Mello met bet overschot van zijn eskader en 1200 man troepen, zich Dinsdag aan de Argentijnsche autoriteiten heeft overgegeven, op voorwaarde dat zij als politieke uitgewekenen zouden worden ontvangen. De overgave van admiraal De Mello aan de Argentijnsche overheid geschiedde, naar gemeld wordt, door gebrek aan ammunitie en kolen gedwongen. Inmiddels is er niets zekers helund omtrent het leger van den generaal der opstandelingen Saraiva, hetwelk naar Kio Grande do Sul opgerukt is. De president van Brazilië heeft aan de regeering van Uruguay aangeboden te zorgen voor de thuisreis der uitgeweken opstandelin gen en hun volledige amnestie toegezegd, behalve aan hunne aanvoerders. SCHIEDAM, 1» April 1891. Een gewichtige onthulling. Dag aan dag gaat de Nieuwe Rotterd. Crt. voort den armen heer Van Tienhoven te be klagen, die door zijn collega toch zoo schan delijk behandeld werd. Dag aan dag gaat de Nieuwe Rotterd. Crt. voort te beweren, dat de minister Tak van Poortvliet zij.ie collega's er heeft laten inloopen met de ontbinding, voor welke ontbinding volgens haar geen reden bestond. Dat wordt zelfs den kalmen minister van birmenlandsche zaken en zijnen vrienden in de Kamer te veel. De heer mr. Goeman Bor- gesius, die gisteravond in Overschie sprak, heeft er dan ook een einde aan gemaakt en eene hoogst gewichtige onthulling gedaan, die van de meest betrouwbare zijde afkomstig is. Toen de heer Van Tienhoven den heer Tak van Poortvliet bij de samenstelling van het ministerie vroeg, of hij minister van bin- nenlandsche zaken wilde worden, heeft deze de conditie gesteld, dat hij alleen dan dat ambt wilde aanvaarden, als zijne collega's hem eene kieswet lieten indienen, zooals die later werd voorgesteld. De heer Van Tienhoven kon zich daarmee vereenigen, maar daar de heer Tak geen man is om over den nacht ijs te gaan, ver zocht hij den heer Van Tienhoven eerst andere ministers te zoeken, die het in zake kiesrecht met hem eens warenhij zou dan een stuk opstellen, dat alle ministers zouden moeten onderteekenen, waarin allen verklaarden niet alleen dat zij zich met zoo'n kieswet ver- eenigden, maar ook dat, wanneer de Kamer er niet aan wilde, de gansche regeering Kamerontbinding zou vragen, en verder, dat voor geen andere zaak dan voor de kieswet da Kamer zou worden ontbonden. Dit stuk, door alle ministers onderteekend, is in het bezit van den heer Tak van Poortvliet, en het zal door hem aan de Kamer worden voor gelezen. Vóór de behandeling der wet in Februari j.l. is het gewijzigde ontwerp in den ministerraad door hem gebracht en met lis stemmen aangenomen. Maar toen het er op aan kwam zijn gegeven woord gestand te doen, heeft minister Van Tienhoven zijn woord gebroken en ontslag genomen. Wie heeft nu in dezen goed en wie slecht gehandeld Hoe nu te karakteriseeren de aanvullen van de Nieuwe Rotterdamsche Crt. De AT. ISt. Crt. en hare raadgeving. De N:R. Crt. is het eenige liberale blad in geheel Nederland, dat de regeering tegen werkt. En wat doet zij dat mooi en netjes! Lees het maar dag aan dag, hoe slecht de voorstanders handelen; minstens slaven zijn zij van dr. Kuyper. Zoo schrijft de N. R. Ct, op pagina twee van haar blad en op pagina één beveelt zij bij herstemming aanden heer Savornin Lobman benevens tal van katho lieken. Zelfs de groote vriend van dr. Kuyper en voorstander van de kieswet Van Alphen beveelt zij voor Lochem aan, alleen maar om den liberalen minister Lely tegen te werken Dat noemt men nu nog eens eerlijk en consequent handelen! «Niet tegen het verleenen van het kiesrecht aan den fatsoenlijken, ordelijken werkman is het verzet van de tegenstanders van Tak's kiesrecht-ontwerpen gericht, maar tegen het, in strijd met de grondwet, toekennen der kiesbevoegdheid aan het allegaartje dat Tak met zijne kieswet wil omvatten, en waarbij zelfs de bedelaars en landloopers niet zijn uitgesloten." Aldus de Nieuwe Schkdamsche Courant van 15 dezer tweede blad in een antwoord op de zeer juiste opmerking, dat er toch ook Roomschen zijn, die een kiesrecht in den geest onzer regeering met overtuiging verdedigen. De Nieuwe Schiedamsche zou aanspraak hebben op den dank van ons geheele volk, als ze eens aangaf, in hoofdtrekken slechts lo. hoe ze den fatsoenlijken, ordelijken werk man, wien de Katholieken thans ook het kiesrecht willen geven, zal weten te schiften van den onfatsoenlijken, onordelijken werk man 2o. hoe ze een soortgelijke schifting zal uit voeren ten aanzien van den onfatsoenlijken, onordelijken winkelier, koopman, ambtenaar, bankier enz. enz. Of acht ze voor deze niet- werklieden den eisch van fatsoenlijkheid en ordelijkheid wellicht onnoodig? Misschien wil ze dan in éen moeite haar beweren staven, dat bedelaars en landloopers in Tak's kieswet niet zijn uitgesloten, waar bij we haar herinneren, dat volgens art. 4 dier wet onder de 8 eischen, aan den kiezer gesteld, voorkomt dat hij «niet gedurende de drie laatstverloopen burgerlijke jaren onher roepelijk is veroordeeld wegens bedelarij, wegens landlooperij of tot plaatsing in eene rijkswerkinrichting". 'tDeed ons weldadig aan, te midden der vele wanklanken uit de politieke atmosfeer gisteravond de welluidende tonen van het orkest der «Symphonic-vereeniging" te ver nemen. Uit de bezetting bleek ons dat het getal beoefenaars der instrumentale muziek hier ter stede steeds toeneemt, hoewel wij daartegenover gewaardeerde krachten misten. Onder de leiding van den bekwamen Julius Egener werden ten geboore gebrachtSere nade op 19" van Scharwenka, «Andante" van Berghout, «Entr'acte Mignon" van Tho mas en ouverture «Rosamunde" van Schubert, welke over 't algemeen goed werden uitge voerd, vooral het pieuse «Andante" van Berghout, waarvoor den componist, in het orkest medewerkende, een luid applaus ten deel viel. Waarschijnlijk tengevolge van de hooge temperatuur in de zaal waren de In. strumenten af en toe ontstemd, zoodat eenigs maten onzuiver gespeeld werden. Voor ditmaal was de welwillende mede werking verkregen van mej. Amanda Eberle en den heer Eug. Stokvis. Het sympathieke sopraangeluid der zangeres deed haar toe juichingen inoogsten. Zeer goed werd in «Een liedje" van Mann en «Slapedoe" van Fa^el het na'ief-fluisterende weergegeven. De heer Stokvis, bij ons geen onbekende, bespeelde zijn snarentuig als altijd verdienste lijk; in de vijf door hem ten beste gegeven nummers wist hij zijn violoncel tonen te ont lokken, welke het publiek in verrukking brachten. Bij kon. besl. zijn buiten bezwaar van 's rijks schatkist benoemd tot gedelegeerden der Nedei'landsche regeering bij het Orienta- listen-congres, van 3 tot 12 September te Genève te houden, dr. C. P. Tiele en dr.J. P. N. Land, hoogleeraren aan de rijks-uni versiteit te Leiden. De heer "W. H, Gordon, ingevolge konink lijke machtiging benoemd tot vice-consul te East-London (Kaapkolonie) is in die hoe danigheid door de Britsche regeering erkend. De heer E. Ader, bij koninklijk besluit van 14 Novenber 4893 no. 48 benoemd tot consul te Bayonne, is in die hoedanigheid door de Fransche regeering erkend. De heer F. J. Haver Droeze is door de Turk- sche regeering erkend als consul te Djeddah. Door den minister van birmenlandsche zaken is eene gratificatie van f 50 toegekend aan C. D. den Hartog, schipper van de reddingboot te Vlieland. Blijkens een telegram van den gouverneur- generaal van Nederlandsch Indië van 18 dezer wordt de gouvernements-koffieoogst op Java voor dit jaar geraamd op 304,285 pikols. (St.-Ct.) De miliciens der lichting 1893, behoorende tot het blijvend gedeelte der vesting-artillerie, zullen op 15 Juni onbepaald verlof krijgen, Naar het Dagblad meldt, zullen binnen kort twee kolonels en een generaal der infan terie op pensioen worden gesteld. O. a. wordt als opvolger van een der hier bedoelde kolo nels genoemd de kolonel W, Rooseboom van den generalen staf, afkomstig van het wapen der genie. Alweder dus een toekomstig bevelhebber van eene divisie infanterie, die niet bij het hoofdwapen in alle rangen heeft gediend. Een uitmuntend middel inderdaad, om de ambitie levendig te houden 1 Maar het is waar «de infanterie werd zoo langzamerhand wel wat erg verwend. Het hoofdwapen heeft toch al zooveel voor vriend Uan beschouwen. Anderen zijn nok lief en good voor mij go weest, maar ik heb een gevoel, of ik hen niet zoo goed kan vertrouwen als --Hij zijt wel vriendelijk," zeide ik, niet weinig verrukt haar dit te hooien verklaren. «Was ik maar in de gelegenheid u lo toonen, hoezeer ik uw vriend ben »D.it kunt gij terstond doen," zeide zij glim lachend. sik verlang met u over iets te spreken, dat mij vreeselijk hindert." „Mijn oordeel is misschien niet veel waard, maar ik zal u mijn meening oprecht mededeeien. «Ik dank u zeer. Gij ziet hoevee! beter ik onder de behandeling van dokter Faick werd. Hij is bijzonder knap en een aangenaam en vriendelijk man. Ik kan niet dankbaar genoeg voor zijn zorg zijn." Ik kan niet zeggen, dat mij die lofrede op dokter Falck bijzonder beviel. «Gij weet," zeide ik, «dat hij een gezworen vrouwenhater is en alleen voor de wetenschap leeft T' sNeen, ik wist dit niet en zou het nooit hebben vermoed. Hij is dan wel goed geslaagd het zorgvuldig voor mij verbolgen te houden." Ik begon dit den dokter bepaald eenigszins kwalijk te nemen. Waarom deed hij zich bij Etheleen anders voor dan bij mij sHij is zoo goed voor mij," vervolgde Etheleen. sllij komt eiken morgen en meestal brengt hij mij, evenals gij, de fraaiste bloemen. Hij is ook bezig mij Duitsch te leeren en leent mij boeken. Ik bedoel Engelsche en Fransche boeken, want Duitsch versta ik nog niet genoeg." a II ij is bepaald goud waard," zeide ik op schamperen toon. «Maar gij wildet mij over iets spreken, meende ik, waarover gij mijn oordeel verlangdet." »Ja, daar ga ik nu mee beginnen, maar bet is een vreemdsoortige bekentenis, want het klinkt geheel ongeloofelijk." »Ik geloof, dat ik kan raden wat het is." «Neen, raden zoudt gij het nooit, maar iemand kan het u hebben verteld." Ik zweeg, daar ik liever wilde, dat zij mij haar geheim zou mededeeien. Zij liet mij niet lang in het onzekere. «Ondanks mijn beterschap en de terugkeerende krachten, ondanks mijn onverzwakte geestelijke vermogens is het mij niet mogelijk mij iets te herinneren van aiies wat vóór mijn ziekte plaats greep. Het is bijna niet te gelooven en het verwondert mij, dat gij mij niet uitlacht." «Yoor mij is dit in 't geheel niet ongeloofelijk, ik verwachtte het." «Hoe dat «In een geval gelijk het uwe is het verliezen van het geheugen geen zeldzaamheid." «Heeft de dokter u dit misschien verteld sJa," «Mij heeft hij het ook gezegd, en daarover was ik zeer verheugd, want ik maakte er mi,; erg ongerust over." »En nu niet meer?" «Neen, dank zij doktor Faick. Hij zeide mij, dat het rnij, hoe vreemd ook, geen reden tot ongerustheid behoefde te geven, want dat het geen bewijs van hersenzwakheid was. Alweer dokter Faick «Het verwondert mij," zeide ik, »dat gij, dokter Falcks oordeel bezittende, nog iets kunt geven om de meening van een gewoon sterveling als ik ben." Zij zag mij op eens verwonderd aan, als verrast door mijn woorden en den toon waarop ze waren gesproken. «Ik hecht juist bijzonder veel aan uw oordeel," zeide zij met de grootste zachtheid. «Ik verlang zoo, dat gij mijn toestand goed begrijpen zu't, want 't zou mij zoo bedroeven, indien gij mij verkeerd beoordeeidet." Dit was meer dan genoeg om mijn lichtge raaktheid tot bedaren te brengen en ik was geheel in verrukking haar zoo te hooren spreken. (Wordt vervolgd.) h D re re

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 2