A0. 1894. Zondag 29 en Maandag 30 April. N°. 8520. Eerste Blad Achtenveertigste Jaargang. Versch nt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, Binnenlandse he Berichten» UITGE VER: Al. ODÉ. Abonnementsprijs, per kwartaal Srmco per post, door het geheele Rijk Afionderlijke nommers t 1.S5. - 2.50. - 0.10. RUKSAII: HOTKIUTBAAT, E 2 7, Advertentieprhsvan 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant. 1.10. Iedere gewone regel meer. - 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. DU niUnmcr bestaat uit drie bladen. Schiedam, 28 April 1894. De president van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika blijkt meer en ineer een man van wilskracht, een man van de daad te zijn. Zooals bekend is, heeft hij reeds bij ijjri optreden zijn voornemen te kennen ge geven, de hervorming van de beschermende wetten voor te stellen. Het congres der Ver eenigde Staten gaat er thans zich mede bezig houden, en bij deze gelegenheid heeft de president, echt Amerikaanse!», zijn partij op nadrukkelijke wijze aan haar verplichtingen herinnerd. Zoo schreef hij aan den voorzitter van de nationale vereeniging van democra tische clubs het volgende: »De vereeniging en ieder ander democratisch lichaam moet onophoudelijk en ernstig ijveren om de partij te redden van de vernedering en schande, die zij op zich zou laden, indien zij de ver plichtingen niet nakwam, die haar aan het bewind brachten. Allen, die deze verplichting hebben, moeten nadrukkelijk herinnerd wor den, dat, zooals wjj onzen weg naar de over winning gebaand hebben onder de vlag van •tarieihervorming, wij aan dat beginsel moeten vasth .men, wil het volk het vertrouwen in de partij behouden. Het partijverband eischt, dat persoonlijke belangen en wenschen wor den achtergesteld en de naijver en twisten worden terzij geschoven waar de beginselen, de eenheid, het bestaan der partij op het spel staan''. Goed gezegd, en overal der behartiging waardig. Ook op andere punten toont de president zich een onverschrokken man. Daar is thans uit de westelijke Staten een hoop werkloozen op weg naar Washington, om er, ja, 't is moeilijk te zeggen, om er wat te doenDe politie schat het aantal deelnemers op slechts 6500, een cijfer, dat elders zeker verontrus tend zou zijn genoemd. Politie begeleidt menigmaal de korpsen, vooral uit de oostelijke Staten, waar de bevolking de deelnemers tolstrekt niet vriendelijk behandelt. In de Westelijke Staten daarentegen werden zij op bun tocht doorgaans goed onthaald, hetgeen waarschijnlijk zijn oorzaak hierin vond, dat men hen zoo spoedig mogelijk weer kwijt wenschte te raken. Van welke soort de deel nemers zijn, blijkt uit het feit, dat ze overal weigeren te werken, zelfs als men uit behoefte uan arbeidskrachten hooge loonen aanbood. Men heeft den president den raad gegeven een proclamatie tegen de betoogers uit te vaardigen, doch hij heeft dit kortaf geweigerd, pindal hij de beteekenis van de zaak en de personen niet wilde verhoogen. Zij zullen ■eenvoudig als landloopers bejegend' worden; dit is door de regeering bekendgemaakt, met de bijvoeging, dat de vagebondenwet ge streng zal worden toegepast. Van Amerika uaar AfrikaWe lezen, dat de heer Van Kerkwijk naar Brussel is vertrokken, om koning Leopold van advies te dienen, in zake den aanleg van spoorwegen in den Ivongostaat. Niemand zal den vorst de eer onthouden, dat hij alles in iiet werk heeft gesteld om door het zoeken van nieuwe banen de welvaart van zijn volk te verhoogenmaar koloniën beheeren en tot welvaart te bren gen, hoeveel teleurstellingen heeft dit streven al niet opgeleverd. En hoe menigmaal mist men den noodigen tact om met de oribe- schaafden om te gaan, en het peil hunner ontwikkeling te verhoogen. Het Vaderland bevat een merkwaardig artikel van iemand, die den Kongostaat heeft bezocht, en geeft o. a. de volgende schets van den toestand aldaar Tijdens mijn verblijf te Stanleyfalls, de voornaamste nederzetting der Arabieren aan den Kongo, waar Rachid, de neef van den bekenden Tippoo Tip, zijn residentie had, was ik in de gelegenheid daar de slavernij waar te nemen. De Arabieren weten door hun aan geboren slimheid geheele dorpen en neger stammen aan zich te verbinden. Deze negers behouden hun persoonlijke vrijheid, doch zijn trouwe vazallen. Bovendien hebben de Ara bieren nog slaven, waarin zij handel dry ven, of die hen moeten dienen. Behalve de slaven der Wazenanegeis, waaruit voor een gedeelte het Arabische leger bestaat, hebben de slaven bij de Arabieren een beklagenswaardig lot. Hoe dikwijls zag ik die stroopkaravanen uit het binnenland te Stanleyfalls aankomen, talrijke mannen, vrouwen en kinderen mede voerend, die, hetzij geketend, hetzij lasten dragende, onder een sterk gewapend geleide naar het opperhoofd werdeu gebracht. Daar werd de waar gesorteerdde besten en sterk- sten werden uitgezocht om op de plantages en rijstvelden der Arabieren te werken, terwijl de zwakken aan de blanken (Belgen) werden verkocht. De zieken en uitgeputten liet men meestal aan hun lot over, liefst in de nabijheid der rivier, opdat, bij overlijden, dat bijna altyd het droevig gevolg der onmenschelijke behan deling is, inen het lijk gemakkelijk in het water kan werpen. Zoo iets gebeurde dagelijks De vrouwen worden in de harems gevoerd, waar zij de slavinnen der Arabische vrouwen zijii, lerwjjl men de mannelijke kinderen ook zelf behoudt, om er soldaten van te vormen, die later mee op roof worden uitgezonden. Dagelijks voor de bazza van het opperhoofd wordt de slavenmarkt gehouden en worden de ongelukkigen bij opbod verkocht. Dit geschiedt dadelijk nadat liet morgeneten is genuttigd en alle Arabische chefs zich bij het opperhoofd bevinden. Ik woonde dikwijls zulk een markt bij, omdat juist op dat uur Rachid het best te spreken was. Terwijl wij praatten, voerde de verkooper zijn levende waar voor de lazza en bood ze met schelle stem te koop aan. De slaat, die geveild werd, moest zijn krach tige leden toonen, den mond openen om zijn gaaf gebit te laten zien en naar de uitkomst van dat onderzoek werd er geboden, of de prijs verhoogd. Verschrikkelijke kastijdingen, bloedige verminkingen soms, doen de Arabie ren den ongelukkige ondergaan, die niet dade lijk aan 't verlangen zijns meesters voldoet, of, door honger gedreven, eenig eten heeft ont vreemd. Ik zou hierover langer kunnen uit weiden, doch in ëen woord de Arabieren behandelen hun slaven op de meest onmen schelijke wijze. Gaan we thans na, hoe de onafhankelijke Kongo-staat, die krachtens zijne stichting geroepen is, de slavernij tegen te werken, in dezen handelt. Dadelijk zij het dan gezegd, dat, onder de «rho^ie leuze van slaven vrij te koopsn, de staat de slave r n ij indirect en direct bevordert en dat de ne gers Boelematadi steenbreker, zoo noemen de inboorlingen den staat) als den grootsten slavenhandelaar beschouwen. 't Is waar, de staat houdt geen markten, doch slaven koopt hij en noemt ze dan Klére's, vrijgemaakten, Is er oorlog met een neger stam, dari worden de krijgsgevangenen mere's, en menige oorlogsschatting, die men een negenorst laat betalen, bestaat uit slaven, die zich gelukkig mogen rekenen, immers ze zijn nu mere's. Dat alles klinkt piachtig voor de buitenwereld: de slaven worden vrij gekocht. Dat is de theorie, en nu de practijk, zooals ik ze langs den geheelen Kongo heb waargenomen. De mere's moeten eerst zeven jaar den staat dienen. Na eerst als soldaat geoefend te zijn, worden ze naar de verschillende staats- posten, ver van hun eigen dorp gezonden, en wie dan nog leeft, is vrij. .la, heeft een vrij heid als iemand, die midden op den Oceaan buiten boord wordt gezet, met volkomen vrij heid oin te gaan en te doen wat hem goed dunkt. De vrije is ver van zijn dorp op weg daarheen zou hij in handen van vijandelijke stammen vallen. Koloniën aanleggen, waar de vrijgemaakte onder bescherming van den staat zich kan vestigen, land bewerken of een bedrijf leert uitoefenen, daarin is de edel moedige sbevrijder" achterwege gebleven, en den dankbaren vrije blijft weinig anders over, dan te blijven wat en waar hij is. Een Klére', die nog in dienst van den staat is, doch het leven en werken bij den blanken man van Boelematadi verafschuwt en ont vlucht, wordt, indien hij achterhaald en terug gebracht wordt, als voorbeeld doodgeschoten, wat tijdens mijn verblijf te Stanleyfalls nog met een weggeloopen libéró gebeurde. Yan de zijrivieren worden tal van zulke vrijgekochten aangevoerd, terwijl op tal van plaatsen nu en dan een Belgisch officier komt om eenige slaven op te koopen. Terwijl ik te Opoto was, sloeg daar op zekeren dag een officier uitsluitend met dat doel zijn tent op, betaalde 2 a 300 koperen staafjes mitakko's -- voor een man. Te Stanleyfalls ging het nog erger toe. Rachid ben Mohammed maakte daar goede zaken, zooveel slaven kon hij niet aanbieden, of de resident aldaar, ook eeri Belgisch officier, kocht ze op. Soms zelfs in voorkoop. Rachid ontving 25 tot 100 francs aan ruilgoederen voor iederen slaaf, dien hij nog leveren moest. Door strooptoch ten te houden, zorgde hij wel aan zijn schuld te kunnen voldoen. Was iemand anders dau de staat de schuld van deze slavenjacht? Een ander maal echter vielen troepen van den staat een slavenkaravaan aan en verlosten" de arme drommels, vol verontwaardiging over de Arabieren, die slavenhandel dreven; er werd niet vergeten liet aanwezige ivoor en passant mede te nemen. Was het wonder, dat Rachid, toen ik hem bezocht, mij toeriep sWat willen die Belgen toch Men viaagt mij om rijst ik lever het hun. Men vraagt mij om gom ik lever het hun. Men viaagt mij om ivoor ik lever het hun. Men viaagt mij om slaven en ik lever ze hun, maar ze zijn boos, dat ik slaven haal. Wat willen ze dan toch? Ik neem op verschillende toch ten ivoor dat noemen ze stelenzij nemen het van mij is dat dan geen stelen?" Tot zoover. Men huivert bij de schildering van de toestanden, zooals ze boven geschetst worden, en kan niets anders doen dan wen schen, dat de vorst, die werkelijk belangeloos heeft geijverd, ten koste zelfs van zijn eigen vermogen, den dag nog zal beleven, dat de menschelijkheid in zijn rijk aan den Kongo wordt betracht. SCHIEDAM, 28 April 181)4- Men meldt aan de N. li. Ct. uit Den Haag dat de heer Gleicliman, vooizitter dervooi- malige Tweede Kamer, vermoedelijk nog heden door de Koningin-Regentes zal worden geraadpleegd, en vermoedelijk morgen nog de vooi zitter der Eerste Kamer, de heer Van Naamen van Eemnes, en de vice-president van den Raad van State, jlir. Van Panhuys, zullen worden gehoord. Naar de Tijd verneemt, zal de heer mr. O. J. H. graaf van Limburg Stirum voor Schiedam opteeren Voor het district Kat wijk zal thans hoogstwaarschijnlijk de lieer jhr. mr. A. P. C. van Karnebeek, oud-lid der Kamer, candidaat worden gesteld. Den 6n Mei a.s. herdenkt E. M. Oosthoorn den dag, waarop zij voor 50 jaar als dienst bode bij den heer L. van Pinxteren alhier in dienst trad en sedert onafgebroken is werkzaam geweest.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 1