Mm, Binnenlandsche Berichten. Bet Hongaarsche Magnatenhuis heeft giste ren het ontwerp tot invoering van het ver plicht burgerlijk huwelijk met eene meerder heid van 21 stemmen verworpen. Het mini sterie zal niet aftreden, maar het ontwerp opnieuw bij do Kamer indienen. Wekerle zal de verheffing van nieuwe magnaten vragen, en indien de keizer wei gert, ontslag vragen. Het schijnt dat de omgeving des keizers het Hongaarsche I^abinet vijandig gezind is. Volgens de dagbladen zou graaf Kalnoky in dezen de eerste viool spelen, en zelfs moet er sprake van zijn dat de regeeringspartij in de Delegation hare afkeuring zal te kennen geven over de inmenging van den Oosten- rijkschen minister van buitenlandse zaken in de birmenlandsche aangelegenheden van Hongarije. Te Buda-Pest heeft gisteren voor de groote sociëteit een groote betooging plaats gehad ten gunste van het burgerlijk huwelijk. Te "Weenen heeft een groot aantal met selaars den arbeid hervat. S P A Hf J E. De kroon-pretendent Don Carlos moet nu aan den paus (die onlangs aan de Spaansche spelgrims den raad gaf zich bij de regee- rende monarchie aan te sluiten) een schrij ven hebben doen toekomen, houdende ver klaring dat hij van zijn rechten op de Spaansche kroon geen afstand kon doen, rechten even welgegrond als die, welke Z. H. zelf nog steeds op het wereldlijk gezag doet gelden. Dit schrijven moet niet zonder indruk ge bleven zijn, te meer daar Don Carlos inden kring van het Vaticaan vele vrienden telt. A M E R I K A, De commonwealers hebben een trein ver- meesten! van de Missouri Pacific Spmij bij Pueblo, in Colorado, waarmede zij in ooste lijke richting zijn gestoomd, achtervolgd door een anderen trein, waarin de politie had plaats genomen. Men verwachtte dat het tot een ernstig gevecht zou komen, omdat tot deze groep van commonwealers een aantal fïeden behooren die afgeschilderd worden als zeer gevaarlijke sujetten. Uit Caracas in Venezuela wordt aan de New-York Herald geseind dat in den nacht van 28 April de steden Merida, Laguniilas, Chfga&ra en San Juan benevens onderschei dene dorpen door eene aardbeving totaal verwoest zijn. SCHIEDAM, 11 Mei 1891. Naar men verneemt, hebben de afgeXredan ministers aan H. M. de Koningin-Regentes een afscheidsaudientie aangevraagd en daarop bericht ontvangen, dat li. M. verhinderd was hen te ontvangen. De minister van binnenlandsche zaken geeft reeds morgen, Zaterdag, audiëntie. Volgens de St.-Ct. zullen de ministers van justitie, binnenlandsche zaken, marine, finan ciën, oorlog, waterstaat en koloniën respec tievelijk audiëntie verleenen op: Dinsdag, Zaterdag, Vrijdag, Donderdag, Donderdag,' Zaterdag en Vrijdag, De minister van binnenlandsche zaken Overwegende, dat de heeren jhr. mr. J. Roël! en mr. W. van der Kaay, na hunne erkiezing tot lid van de nieuwe Tweede Kamer der Staten-Generaal, Ingevolge de 4de alinea van art. 96 der grondwet dat lid maatschap van rechtswege hebben verloren en dat derhalve, ter invulling van die open gevallen plaatsen, eene verkiezing van een lid dier Kamer moet plaats hebben in elk der hoofdkiesdistricten Utrecht en Alkmaar; 'relet op de artt. 101 en 110 der wet van 4 Juli 1850 Staatsblad no. 37)'<f Heeft goedgevonden te bepalen lo. dat in elk der gemelde hoofdkiesdis- tricten de verkiezing van een lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal zal plaats hebben op Dinsdag 5 Juni e.k. 2o. dat de herstemming, is die noodig, zal geschieden op Dinsdag 19 Juni daar aanvolgende. (St.-Ct.) De heer S. Wolfson, referendaris bij het departement van marine, is belast met de waarneming der betrekking van secretaris generaal, tot dusver vervuld door jhr. v. d. Wijck, benoemd tot minister van marine. De luitenant ter zee 1ste kl. jhr. Van dei- Staal, is voorloopig bestendigd als adjudant van den nieuwgekomen minister. De heer A. Katz, ingevolge koninklijke machtiging benoemd tot vice-consul te Phila delphia, ss in die hoedanigheid door de Ameri- kaansche regeering erkend. (St.-Ct.) Men heeft beweerd, dat dit ministerie zijn steun zou moeten zoeken in de Roomsch-ka- tholieken. Voor het oogenblik staat het vooruitzicht daarop niet gunstig. 1 Het Centrum zegt: sAls het eigenlijke hoofd der regeering treedt in dit ministerie een man op, die tot de meest volmaakte typen van het doctrinair en anti-clericaal liberalisme behoort, een man, die zich vooral naam maakte door zijn bestrijding van alle positief geloof en christelijke leerstellingen. Ook de Tijd spreekt in denzelfden geest en geeft vrij duidelijk te kennen, dat zij tegen Van Houten principieel partij zou kiezen, zoo de plannen der nieuwe ministers zich verder mochten uitstrekken dan tot hervorming van het kiesrecht. In eene beschouwing over het nieuwe mi nisterie doet het Hhl. o. a. de vraags Stelt »Het is aen opmerkelijk gelaat", zeide ik kunt gij het niet met andere dingen in verband brengen ïSoms verbeeld ik mij op het punt te zijn mij iets te herinneien, maar dan komt er een nevel voor mijn geest en alles is weer verdwenen." »Dat zal later wel weer in orde komen," zeide ik. smaak er u niet al te ongerust over." Dit gesprek bemoedigde mij niet weinig. Meer en meer kwam ik tot de gevolgtrekking, dat dit gelaat, in den droom gezien, een diepen indruk op Ethefeen had mueteri maken, om haar in staat te stellen hei /,m ueffeml weer te geven. Ik begteep dus, dat de/e man moest bestaan en waaisrbijnltjk een gtoote rol in haar verleden bad veiuild. Of' hij ntt de mart wa«, die de barones had be/ocht was een andete vraag waaiututi ent ik geen zekerheid had, maar ik hoopte weidia in staot te zijn die zekerheid te verkrijgen. Ondertusschen bevond ik mij alleen met Etheleen, en de betOevering, welke zij op rui) oefende, was grooter dan ooit. Het kon niet anders, of zij had sedeit lang getaden, hoezeer ik haar liefhad. Moest het haar dus niet vreemd toeschijnen, dat ik niet openlijk voor miin ge voelens uitkwam? ruoe«t zij eindelijk niet gaan gelooven, dat ik een spel met haar dreef? Dezè gedachte was om krankzinnig te worden voor iemand, die niets liever wensche dan tot een verklatirig te komen. Hoe ik mij nog wist in te houden weet ik zelf niet, maar het gelokte mij. Ik nam mij evenwel vast voor, met dokter Falck te spreken en hem te" zeggen, dat, tenzij hij mij meer afdoende redenen ,wist te geven dan tot dusverre het geval was, ik mij niet meer aan ztjn bevelen dacht te onderwerpen. Voor het oogenblik nam ik de gelegenheid waur om nog eenige vragen omtrent de schets te doen. Ik vroeg haar dus, of zij zich het gelaat nog voor den geest k.m halen. ïia," zeide /.ij, svooral wanneerik de schets zie." De teekening iag voor ons op de tafel, terwijl wij or over spraken. »Nu dan, gij weet, dat ik er een schilderij naar wemelt te maken, dus is het van belang, dit nieawe ministerie zich inderdaad hoofd- zakelijk ten doel de afdoening van de kieswet leeft het een weidscher program? Dit is vooral van gewicht omdat de heer Roëll als zijn collega voor de financiën tot veler verbazing, om niet te zeggen ergernis den heer Sprenger van Eyk heeft geko zen, Wat beteekent het optreden van dezen oud-minister van koloniën, als den opvolger van den heer Pierson - zoo kort nadat de 'Innige en meestal kleingeestige en vitterige bestrijding van dezer, hervormeronzer belas ingen schier de eenige stof had opgeleverd voor het weekblad, welks uitgaaf de heer nger van Eyk na de afdoening der be drijfsbelasting voor onfcepaalden tijd heeft gestaakt Zal er nu worden gereageerd tegen de ingevoerde belastinghervorming, waartoe de heer Van Houten zoo ijverig heeft mede gewerkt? Ts een krachtige uitvoering der pas vastgestelde belastingwetten te wachten van den man, die ze zoo spijtig heeft aangeval len De reden voor het optreden van dezen nieuwen minister van financiën komt ons hoogst raadselachtig voor." De Residentiebode maakt de opmerking, dat, terwijl de portefeuille van financiën op gedragen is aan den heer Sprenger van Eyk, de scherpste bestrijder van den heer Pierson, zijn collega van binnenlandsche zaken, de heer Van Houten, de sterkste steunpilaar was van Piersons financieele hervormingen. Van vertrouwbare zijde verneemt de Maas bode, dat de minister van oorlog een tegen stander is van het beginsel van persoonlij ken dienstplicht. Hetzelfde blad verneemt, dat ook den heer Heydenrijck een portefeuille in het nieuwe ministerie was aangeboden. Bij de terughaling van de biljetten der tediijfsbelasting, bestemd voor personen van wie men vermoeden kan dat zij bij de in vulling der hun uitgereikte biljetten de hulp van den beschrijver zouden kunnen nood. hebben, kan de voorlichting of hulp van den ontvanger of van zijn gemachtigde worden ingeroepen. Niemand is gehouden bij de terugzending of de teruggave der beschrijvingsbiijetten gebruik te maken van den bijgevoegden briefomslag. Deze voorlichting is niet noodig voor koop lieden, industrieelen, hoogere ambtenaren naamlooze vennootschappen enz. enz., van wie men verwachten kan, dat zij de hulp van den beschrijver niet zullen inroepen. Of t uit deferentie is voor den nieuwen titularis van binnenl. zaken, zegt het TT.v.d.D., weten we niet, maar een feit is 't, dat de groote en lang niet smaakvolle reclamebor den bovenop onze populaire trams eerstdaags verdwijnen zullen. dat ik zoo nauwkeurig mogelijk woid ingelicht. Kunt gü mij ook zeggen, hoe de kleur van hot haar is?" »Ja, zeer donker, bij zwart af, maar toch niet geheel." »En zeker gladgestrekenniet gekruld of golvend ija, geheel glad." Ik had het goed geraden. »En de oogen waatschijniijk ook zwart?" »0 neen, in 't geheel niet," riep zij. »Zij zijn van een grijze, ijskoude kleur, afschuwelijk 1 Het is of ik ze zie, koud en wreed." Zij zeide dit zoo beslist, dat, wat tenminste de oogen betrof, de schets juist moest zijn. Ik had ze mij bepaald zwart voorgesteld, maar het was duidelijk, dat ik mij hierin had vergist. »De wenkbrauwen donker?" »Ja." »Eri bakkebaarden noch knevel »Neen." »En de kleur rood or bleek sGeen kleur eerder zeer bleek." In Jen Haag bestaat eene vereeniring Middenstand", die hoofdzakelijk bestemd is om zEigen Hulp" te bestrijden. In verband met dat streven mengt zij zich ook in de ver kiezingen. Haar orgaan, Advertentieblad voor dm Middenstand, bevat dan ook een artikel dat zijne lezers moet opwekken om den can- didaat der vereeniging te steunen. Ziehier een fragment uit het bezielende woord, dat de redactie met dat doel schrijft: »Den bezadigden geest in deze spreeke ook nu eeder uit, de stemmingen op Vrijdag a de Vereeniging Middenstand blijven getrouw tan haren eerste optreden, ook zamengaande hare belangen als handelaren daarbij atten derende en moge voor die handelstand, welke ook nog bij meerderen zaken als de urgente kwestie, in de werkzaamheden der nu nieuw geformeerde regeering de waarborgen gevon- den Werden, handel en bedrijf, voor ieder die regten worden verzekerd dat het bestaan voor allen wordt blijvend gemaakt; en waar men ui tspreekt het regt ook voor den arbeider te willen geven, en het mede invloed schenken aan het besturen van het algeheel, de burger stand, de neringdoende, zij welke tot heden toe, veel moest bijdragen tot bestrijding der kosten van landsbeheer, zullen mogen onder vinden dat de strijd om het bestaan, met hun nog mogen worden verzwaard dan wil len wij ook gaarne bestemmen met de lof zangen". (druk. Ct.) Men meldt aan de Middelb. Crt., dat de ïZeeuwsche Stoomvaart-Maatschappij" voort aan zal heeten sHollandsche Stoomvaart- Maatschappij" en dat het stoomschip Minister Tak Zaterdag de laatste reis van Vlissingen naar Huil zal doen, terwijl de Profenor Btiys hoogstwaarschijnlijk Zondag nog te vlissingen zal binnenvallen, om dan, na los- sing, ledig naar Rotterdam te vertrekken. De filiaal der firma W. H. Muller Co, blijft voorloopig te Vlissingen gevestigd. Een matroos van het in de Rijnhaven te Rotterdam liggende vaartuig William Stores iel lit Jen mast op het dek en was onmid dellijk dood. Door de politie te 's-Gravenhage is eene dienstbode aangehouden die zich ten nadeele harer meesteres schuldig maakte aan diefstal en valschheid in geschrifte. Zij onderteekende n.l. valschelijk rekeningen, die zij moest vol doen. De aangehoudene, die bekend heeft en naar het huis van bewaring is overgebracht, eigende zich op die wijze een aardig sommetje toe. Door den heer A. J. Campbell, te Haarlem, is vergunning gevraagd het landgoed »De Boekhorst", gelegen in de gemeente Laren, te mogen inrichten tót een krankzinnigen gesticht voor vrouwelijke patiënten. ïMaar niet ongezond van tint?" «Neen, in 't geheel niet." Ik deed verscheidene andere vragen, maar Etheleen wist mij verder geen inlichtingen te geven. Ik meende intusschen genoeg te weten om het gelaat tamelijk gelijkend te kunnen weergeven. lEn hoe vindt gij de teekening van Theresa?" vroeg zij. «Prachtig; wilt gij zoo goed zijn haar dit te zeggen en haar uit mijn naam te bedanken?" Dit deed mij er aan denken, dat Theresa en de barones waarschijnlijk spoedig zouden thuis ■.omen ik nam dus afscheid van Etheleen en begaf mij naar mijn atelier. Ik toog terstond aan het werk en weldra had ik een leverisgroote schet^naar de teekening van Etheleen gemaakt, welke mij nogal voldeed. Het moeilijkste zou nu evenwel volgen, maar met moed werkte ik dagen lang voort zonder een enkele maal te trachten Etheleen te bezoeken. Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 2