n
1894.
Zondag 13 en Maandag 14 Mei.
N°. 8529.
Eerste Blad.
-A. elitenveertig-ste Jaargan.^
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
Binnenlandsche Berichten»
UITGEVER: J. ODÉ.
STA*
Abonnementsprijs, per kwartaal
franco per post, door liet geheele Rijk
ifionderlijke
f 1.85.
- 2.50.
- 0.10.
B U KIS AC: BOTESSf RiAT, G 37.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courantf 1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Dit nummer bestaat uit drie
bladen.
Schiedam, 12 Mei 4894.
Het belangrijkste feit dezer week is voor
den Nederlander zeker het optreden van het
nieuwe Kabinet. Met zekere koortsachtige
haast is de pers aanstonds aan het werk
getogen, om te laken, te prijzen, te oor
deeten enmaar dit is nogal meegeval
len te veroordeelen. Een der merkwaar
digste beschouwingen is wel die van de Nieuwe
Groninger Courant, tls natuurlijk, dat in
deze beschouwing de heer Van Houten, de
Groninger van geboorte, en jarenlang de
afgevaardigde van het district Grouingen, op
den voorgrond treedt.
sWij hebben", zegt dit blad, »wij hebben
het nieuwe ministerie. Onze lezers kennen
de namen der nieuwe ministers uit ons num
mer van gisteren. Geen dier namen is onbe
kend. Wij hebben het ministerie-Roëll ofzoo
men wil het ministerie-Roöll—Van Houten.
Want men zal toegeven, dat juist het optre
den van den heer Van Houten eene eigenaar
dige beteekenis geeft aan het nieuwe Kabinet.
De man, dien de Groninger kiezers lieten
vallen men kan nauwelijks nalaten het
oude woord te citeeren van ïden steen, dien
de bouwlieden verworpen hebben" de heer
Van Houten is minister en minister van bin-
landsche zaken. Het was te denken, dat, nu
zyne kiezers zich van hem afwendden, toch
ïijue kracht en zijne eminente gaven niet
voor het land zouden verloren gaan. En als
wij zeggen, dat ons deze benoeming slechts
middelmatig verrast, zal men ons misschien
eerder gelooven dan als wij er bijvoegen,
dat zij ons in zeker opzicht leed doet.
Toch is dat het geval. De heer Van Hou
ten van de Staatkundige Brieven was de
eerste journalist van het land. Hij schreef
uitstekend en hij gaf anderen stof tot schrijven.
Zoo is voor de pers zijne benoeming tot de
hooge betrekking, die hij gaat bekleeden, een
verlies. Maar zoo bij het ambt aanvaardt
met al de verantwoordelijkheid daaraan in
de gegeven omstandigheden verbonden, wij
zijn overtuigd, dat hij het niet doet zonder
zich rekenschap te hebben gegeven van de
zwaarte zijner taak en wij stellen groot
vertrouwen in zijne bekwaamheid en ook in
zijn beleid. Met dat laatste zullen niet instem
men, vie in den heer Van Houten den criti
cus huldigden of bestreden, wie in hem de
verpersoonlijkte negatie zagen, den Geist der
stets verneint op het Binnenhof. Maar behalve
dat de minister andere verplichtingen heeft
dan de afgevaardigde, die toch ten slotte tot
controleeren is geroepen, is ook gelijk men
weel de heer Van Houten een der weinige
Kamerleden geweest, die een vruchtbaar
gebruik van het recht van initiatief heeft
gemaakt. Zijn naam is verbonden aan een wet,
die eene wel-is-waar bescheiden, maar toch
een eerste poging was op het gebied der soci
ale wetgeving, eene poging, ilie nog in den
tijd, waarin de wet ontstond, tamelijk stout
moedig werd gevonden. De tijden zijn veran
derd en het is waar, dat men veel meer piaat
dan vroeger over sociale wetgeving, zonder
daarom veel meer te doen. En misschien zal men
zich wel gelieven te herinneren, dat de heer
Van Houten, toen zijn ontwei pin behandeling
was, wel degelijk het gemeen overleg heeftge-
eerbiedigd. Voor 't overige pn wat de kieswet
betreft: men weet, wie het amendement-Van
der Kaay hebben geteekend en door wie het
krachtig is verdedigd. Wij weten niet hoe
de nieuwe kieswet, die dit ministerie aan de
Kamer zai voorleggen, na het noodzakelijk
respijt, dat de ministers behoeven voor de
formuleering van een ontwerp, er zal uitzien
er zal intusschen werk genoeg te doen
zijn, indien de Kamer wil. Maar wij zijn over
tuigd, dat van den nieuwen minister van
binnenlandsche zaken de regeling te wach
ten is, die den werkman, voorziende in eigen
onderhoud, het stembiljet geeft.
Bestond niet de treurige verdeeldheid,
waai in het avontuur der Kamerontbinding
ons heeft gebracht, hoe vele reden zou de
liberale partij hebben om te juichen over den
tegenwoordigen parlementairen toestand
Eene liberale meerderheid, zou men zeggen,
grooter dan wij reeds jaren hebben gehad en
een ministerie van bekwame mannen, altijd
tot de besten van hunne partij gerekend.
Wat zou men niet mogen voorspellen onder
de gunstige voorteekens van zulk eene Nati-
viteit als die van het kabinet-Roëll
Maar wij moeten den toestand aanvaarden
zooals hij is. En de toestand is, dat de partij van
mr. Tak zich stelt tegenover de andere liberalen,
die men conservatieven noemt, dat in het blad
de Nederlanderorgaan van de heeren Bor-
gesius, Veegens, Kerdijk, allerminst van
verzoeningsgezindheid blijk wordt gegeven,
dat een inzender, die in dit blad aan het
woord is, voorstelt de break te bestendigen
en eene secessie naar Duilsch voorbeeld te
beginnen taan de eene zijde de liberalen, wien
men dan toch het recht op dien titel niet
wil ontnemen, aan de andere zijde de radi
calen neen, jnaar, want den naam «radi
caal" schijnt men nog niet aan te willen, de
«vrijzinnigen". Waarschijnlijk moet men deze
uitvallen niet hooger taxeeren dan ze zijn
uitingen van spijt en wrevel. De vei kiezings-
strijd ligt nog zoo versch in 'tgeheugen.
Maar de tijd doet zijn werk van verzoening
en wij gelooven, dat het nieuwe kabinet het
zijne zal doen, om tot deze verzoening mede
te werken, tot heil van de algemeene zaak.
In Engeland heeft het meest de aandacht
getrokken de veroordeeling van twee anar
chisten tot zeer langdurige gevangenisstraf.
Hierbij dient wel overwogen te worden, dat de
twee vreemdelingen Italianen zijn ze nog
geen strafwaardig feit hadden gepleegd, maar
alles nog maar bij liet plan was gebleven.
Over het algemeen is men met deze recht
spraak in Engeland zeer tevreden. In dit
vrije land, waar zoovelen zijn en nog worden
toegelaten, die elders niet zouden worden
geduld, is men sterk tegen socialisme en
anarchisme, niet alleen onder de hoogere,
maar ook onder de lagere klassen.
Dit bleek op den ln Mei, toen er te Londen,
in het bekende Hydepai k, een gioote meeting
werd gehouden. De politie had bij deze ge
legenheid een eigenaardige rol te vervullen.
Heeft ze elders bij zoodanige gelegenheid
dikwijls moeite met de betpogers, te Londen
viel haar de taak ten deel, dezen tegen de
volksmenigte te beschermen, wier gebalde
vuisten niet veel goeds voorspelden. Want het
volk was boos geworden, toen de betoogers
de politie begon te beschimpen, en van zoo
iets houdt de Engelschman niet. Hij houdt
zijn politie in eere, een toestand, dien andere
landen Engeland wel mogen benijden. De
Fransche bladen hebben op dien toestand bij
gelegenheid van het anarchisten-proces met na
druk gewezendoch konden slechts betreuren,
dat het in Frankrijk geheel anders is. De
politie wordt er veelal met wantrouwen aan
gezien. en ondervindt niet zelden meer tegen
werking dan hulp bij het publiek. Nu, dat
is voor Nederland ook niet tevergeefs ge
schreven. Verder wijzen de groole Fransche
bladen op nog een ander verschil in de
Fransche en Engelsche toestanden. In Frank
rijk neemt de kleine pers vooral verbazend
veel nota van hetgeen door anarchisten zoo
al wordt geschetterd. De dikke woorden, door
de sprekers gebezigd, worden door die pers
gereproduceerd de namen dier heeren gaan
van mond tot mond; daardoor worden ze op
een soort van voetstuk geplaatst en beginnen
al heftiger dóór te slaau. Anders is dit in
Engelaud; men neemt van de meetings, door
bedoelde personen gehouden, weinig of geen
nota, men noemt geen namen van sprekers;
't gevolg is geweest, dat de bijeenkomsten
steeds schaarscher worden bezocht en gaande
weg afnemen.
de plaats mijner ballingschap weten liet hg
ervaring. De vastberadenheid, met welke gg
uwe staatkundige overtuiging verkondigt, is
het beste antwoord aan hen, die durven be
weren dat de monarchale geest in Frankrijk
dood is. De jeugd hecht zich niet aan hetgeen
dood is, want zij vertegenwoordigt het leven
en de toekomst. Het is de toekomst die gij
voorbereidt, en bij den veldtocht, dien gij
ondernomen hebt, weet gij aan het welover
wogen inzicht omtrent de nieuwe behoeften
der maatschappij den ijver en de voortvarend
heid te voegen, die het voorrecht ziju van
uwen leeftijd.
Vervolgens geeft de pretendent zijne goed
keuring te kennen over liet besluit der
jongelingschap om deel te nemen aan de
feesten, die in aantocht zijn ter viering van
de eerste handeling betreffende de heiligver
klaring van Jeanne d'Arc. De plaats der
koningsgezinde jongelingschap is aangewezen
bij die feesten.
Zou de graaf van Parijs misschien een
open oog hebben voor de vereering, die in
Frankrijk herleeft voor den eersten Napoleon
en zijn glorierijke daden
't Zou wel kunnen zijn; maar voor het
oogenblik staan zijn kansen even slecht, afe
voor de thans levende vertegenwoordigers
van het geslacht Bonaparte, die totaal verge
ten worden bij de verschillende huldeblijken,
den stichter der Napoleontische dynastie
gebracht.
Offlcleele Berichten.
Bij kon. besluit is tot voorzitter van 3e
Eerste Kamer der Stateu-Genei-aal, gedurende
de buitengewone zitting der Staten-Generaal,
die zal aanvangen op Woensdag 16 Mei a.s«,
benoemd mr. A. van Naamen van Eemnes,
lid van die Kamer.
De graaf van Parijs, pretendent naar den
Franschen koningstroon, heelt weer eens
teekenen van leven gegeven. De royalistische
jongelingsvereeniging had hem een adres ge
zonden, waarop hij volgenderwijze heeft ge
antwoordGij kunt verzekerd zijn dat ik met
de grootste oplettendheid uwe werkzaamheden
en pogingen naga. Mijne raadgevingen en
mijne leiding zullen u nooit ontbreken. Zy
die reeds eene bedevaart gedaan hebben naar
SCHIEDAM, 12 Mei 18!>4.
De vraag is ons gedaan, waarom we, buiten
ons vei slag van het verhandelde in den ge
meenteraad van Dinsdag j.L, niets gaven ia
zake het ontslag van den gemeente-ontvanger.
Ons antwoord hierop iswe meenden, dat
hetgeen Dinsdag j.l. is verhandeld, klare wijn
mag genoemd worden. Wil meu echter oss
oordeel weten, welnu, wy meenen dat het
tijd werd, dat de burgerij werd ingelicht om
trent de wyze, waarop met de financiën der
gemeente is gehandeld. Zoo er al geen licht
is opgegaan over het gebeurde, in ieder geval
is ten minste de publieke opinie eenigszins be
vredigd, ook met de wetenschap dat voortaan,
door scherpe contróle, feiten als de voorge
vallene tot de onmogelijkheden zullen be-
hooren.
De uiterst zwakke, om geen krasser woord
te gebruiken, de uiterste zwakke verdediging
van den ontvangersik werd dikwijls van