Binnenlandse he Berichten. drassy, uitdrukkende dat deze wet de gods dienstige plichten onaangeroerd laat. Tegen dit voorstel had de regeering verklaard geen Bezwaar te hebben. De wet is met *114 tegen 79 stemmen aangenomen. De onderhandelingen tusschen vertegen woordigers van de Duitsche en Oostenrijk se!] e regeering te Praag zijn geëindigd met het bevredigend resultaat, dat de telephoon- verbinding Berlijn—Weenen tot stand zal komen. Men hoopt nog dit jaar de wet ken te kunnen voltooien. In eene vergadering van 300 graanhande laars te Buda-Pest is besloten dit jaar geen deel te nemen aan de internationale graan markt te Weenen en de hoop uitgesproken, dat alle Hongaarsche huizen, die deel uitmaken van het comité tot regeling dier markt, ont slag zullen nemen. Een comité van 100 leden is belast met het maken van propaganda tegen de Weener graanmarkt. ZfflISEïLAO. In den Nationalen Raad wordt een vrij heftig debat gevoerd over een volksvoorstel, van 70,000 handteekeningen voorzien, volgens hetwelk een deel der douane-ontvangsten jaarlijks over de kantons zou worden verdeeld. De Bondsraad eu de commissie uit den Nationalen P.aad hebben zich sterk tegen dit voorstel gekant, daar er h. i. een groote verwarring in het beheer der geldmiddelen het gevolg van zou zijn. Daarentegen wordt door verscheidene raadsleden betoogd dat men nu het eenige middel kan aanvatten om met de groote geldmiddelen die aau de confede ratie ten dienste staan, de arme kantons te hulp te komen. ITALIË. Op verscheidene plaatsen van Sicilië zijn •weder plakkaten aangeplakt, waarin Crispi met den dood bedreigd, en gezegd wordt dat het beter is te sterven door een kogel, dan van honger. De uitslag der gemeenteraadsverkiezingen te Milaan, waar de radicalen en republikeinen de meerderheid verwierven, heeft een zeer slechten indruk gemaakt: vooral daar bet hier de oude hoofdstad van Lombar^ije geldt. Sl'ANJE. De Kamer van afgevaardigden heeft giste ren de schikking tusschen de schatkist en de Spaansche bank aangenomen zooals die door de ministers was voorgesteld. Heden zal die schikking bij den Senaat in behandeling komen. EGYPTE. De khedive is gisteren op reis gegaan naar Konstantinopel, alwaar hij Maandag door den sultan in audiëntie zal worden ontvangen. Volgens berichten uit Kairo benoemde de khedive Nebur Pacha tot regent tijdens zijne afwezigheid. AMERIKA. Door den heer Alington is bij den Senaat der Vereenigde Staten een voorstel inge diend om de regeering uit te noodigen, onderhandelingen te openen met Groot-Brit- tannië tot het sluiten van een tractaat, be palende dat gedurende de eerstvolgende 25 jaren alle geschillen tusschen beide landen, welke niet langs diplomatieken weg kunnen •worden opgelost, aan een scheidsgerecht zul len worden onderworpen. Bij de voortzetting van het tarief-debat werd besloten dat zout en timmerhout vrij van invoerrechten zullen zijn, maar suiker niet. De werkstakers in de kolenmijnen van Ohio besloten het werk te hervatten. De werkstaking in het kolendistrict Clearfield duurt daarentegen gedeeltelijk voort. De drei gende houding der werkstakers aldaar nood zaakte tot het zenden van eenige regimenten. AFRIKA. Uit Pretoria wordt van gisteren gemeld In een onderhoud met den agent van Reu ter heeft president Kruger verklaard dat, met het oog op de vijandelijkheden in het noorden, de wet op den dienstplicht moet worden ge handhaafd. Die wet is geenszins in tegen spraak met eenïg verdrag en werd voor de ontvangst van voorstellen der Kaapsche regee ring ingevoerd. Elke inmenging der Britsche regeering zou de belangen der Britsche on derdanen in de republiek dan ook slechts ernstig kunnen schaden. Sir Henry Loch begeeft zich hedenavond naar Petroria om met president Kruger het Swaziland-vraagstuk te bespreken. In het gevecht met het Kafferhoofd Mala- boch werden zes lieden uit Pretoria gewond en verscheidene goedgezinde Kaffers gedood. De Volksraad te Pretoria heeft aan de regeeriog opgedragen, een reglement op te maken, volgens hetwelk sinwonendendiegeene burgers zijn", vrijstelling van persoonlijken militairen dienst kunnen verkrijgen, tegen eene kleine jaarlijksche betaling. Naar de Standard uit Johannesburg ver neemt zijn de geronselde vreemdelingen ge vankelijk naar het oorlogsterrein overgebracht. Donderdag hadden te Pretoria talrijke deroon- stratiën plaats en een protest-optocht, waarbij iemand met eene Engelsche vlag vooi opreed. Ook te Pretoria zal heden eene protest- vergadering plaats hebben. Te Tanger zijn berichten uit Fez van den 17n dezer ontvangen, volgens welke Muley Omar, oudste broeder van Abdul Aziz, dezen als sultan heeft erkend, en handhaaft hij de orde te Fez. De Europeesche wijk wordt door de troepen beschermd, de winkels zijn gesloten. Een stam der Aupuossi's, die de stad Sefrou wilde plunderen, werd met ach terlating van vele dooden teruggeslagen. Uit Fez zijn versterkingen vertrokken. De wegen worden door roovers onveilig gemaakt, zoodat de handel stilstaat. De Berlijnsche correspondent van de Timet verneemt, dat nu ook de Duitsche regeering den nieuwen sultan zal erkennen, en dat dit voorbeeld door Oostenrijk en Italië gevolgd zal worden. SCHIEDAM, 23 Juni 1894. Wij lezen in de Nedcrlandsche Sakiers- Courant van '18 dezer het volgende: Mijnheer de Redacteur! In het bijblad van de Nederlundsche Bakkers- Courant van i 1 dezer komt een artikel voor «Zetmeel in gist" betredende eene vervolging ingesteld tegen een zekeren mr. Davies van Clydoch Vale, nabij Pontypridd, wegens het ver- koopen van gist met 20 pCt. zetmeel vermengd. In dat proces wordt de naam onzer firma genoemd. Wij voor ons vinden er niets tegen, dat dergelijke artikelen uit buitenlandsche bladen door de Nederlandsche pars worden overge nomen doch mogen dan ook verwachten dat de redacties, welke die bladen lezen, alle desbetreffende stukken in hare kolommen opnemen. Het stuk door uwe redactie aangehaald komt voor in het weekblad tegen vervalsching Food and Sanitation van 31 Maart 1894, terwijl het ingezonden stuk van mr. Squire eerst voorkomt in Food and Sanitation van 19 Mei, in de British baker and Confectioner in het nummer van Juni en ook in het Meinummer van The Practical Confectioner and Baker. Waarom is nu ook ons ingezonden stuk, dat reeds werd geplaatst in Food and Sanitation van 7 April 1894 bladzijde 112. met het daaronder- staande antwoord van de redactie niet in uw blad opgenomen De vervahchte gist was niet van onze firma en kon dat dan ook onmogelijk zijn le omdat wij alleen zuivere gist leveren 2e. omdat wij mr. Davies in het geheel met kennen 3e. omdat door ons naar dat ge ieelte van Engeland, waar die gist wordt verkocht, volstrekt geen gist wordt verzonden; 4e. omdat het merk Hong-koereen is, dat ons niet toebehoort. Hoe wij over de vervalsching van gist denken, kunt UEd. vinden in the British Baker and Confectioner van Mei, bladzijde 759. Al onze gist wordt dan ook zuiver en onver- valscht zoowel naar Engeland en België als naar onze afnemers in Nederland verzonden. Met de plaatsing van dit schrijven zoo ook met de opname van onze ingezonden stukken zult UEd. ten zeerste verplichten, Hoogachtend, UEd. Dw. Dienaren, JANSEN Co. Schiedam, 12 Juni 1894. Aan den Redacteur van Food and Sanitation. Schiedam, 3 April 1894. Mijnheer. In Food and Sanitation van 31 Maart vinden wij een artikel getiteld «another Yeast-Prosecu tion". In den loop van het verhoor vraagt mr. Philips aan inr. Jago: «Kent gij Jansen Co. Hiervan leiden wij de onderstelling af, dat de gist, die door mr. John Davies van Clydoch Vale werd vei kocht en waarvoor hij werd gedagvaard, aan hem was geleverd door eene firma Jansen Co. Tenminste kunnen wij geen andere reden vinden waarom een dergelijke vraag werd gedaan. Aangezien wij groote gistfabrikantan zijn en menige honderden ton gist naar Engeland ver zanden, alle gewaarborgde zuivere gist, gepakt en gepersd in denzelfden zuiveren staat, zooals ze uit onze branderijen komt, zult u geredelijk begrijpen, dat het gebruiken van onzen naam in bovengemeld ptoces ons veel belang inboezemt en dat het voor ons van groot gewicht is, te weten wat de naam van onze firma met deze zaak te maken had, daar het een blaam op ons werpt, welke wij niet verdienen en die natuurlijk nadeelig werkt op onze zaak. Indien er eene andere firma bestaat in Engeland van denzelfden naam, dan had, toen de vraag werd gesteld, zoowel de naam der woonplaats- als de naam zelf moeten worden genoemd, opdat er geen twijfel mocht bestaan omtrent de plaats, waar de gist was vervaardigd, of liever vervalscht. Wij verzoeken UEd. daarom te onderzoeken, welke firma van welke plaats wordt bedoeld, opdat UEd. in staat moge zijn, den slechten indruk weg te nemen, welke veroorzaakt kan zijn door het bekendmaken van deze zaak in uw blad, IJ zult hiermede zeer verplichten (was get.) Jansen Sc Co. Antwoord van de redactie van Food and Sanitation. Voor zoover wij kunnen oordeelen over het ons verstrekte verslag, noemde mr. Phillips de heeren Jansen als vervaardigers van zuivere gist, om daarmede aan te toonen de volstrekte ongerijmdheid van mr. Jago's getuigenis, daar mr. Jago had aangevoerd, dat in werkelijkheid iets als zuivere gist niet bestond, waarop mr, Phillips klaarblijkelijk wilde aantoonen, dat de heeren Jansen Co. evenals alle leden der «Vereeniging van Gisthandelaien" volstrekt zuivere gist leveren. De stukken betreflende de ontbinding der Tweede Kamer zijn zonder reserve aan de Eerste Kamer toegezonden. Het zijn de vol gende 4o. een rapport van den ministerraad, met uitzondering van den heer Van Tienhoven, dd. 11 Maart 1894, voorstellende aan de Koningin de ontbinding der Tweede Kamer: 2o. het afwijkend advies van minister Van Tienhoven, dd. 13 Maart, tevens inhoudende ontslagaanvrage3o. een rapport van minister Tak aan H. M. op haar verzoek ingediend, bevattende mededeelingen door hem aan II. M, gedaan op de conferentie op 13 Maart, dd. 14 Maart, met een tweetal bijlagen: a. af schrift van een schrijven van Tak van Poort vliet aan Van Tienhoven, inhoudende de voor waarden van zijn optreden als minister van binnenlandsche zaken, een antwoord der 7 ministers, deze voorwaarden aanvaardende; 4o. het besluit van H. M. tot inwilliging der ontbinding dd. 16 Maart5o. het advies van den ministerraad omtrent het ontslag van minister Van Tienhoven, dd. 17 Maart; 6o, voordracht tot ontbinding, dd. 19 Maart. In het derde stuk leest men, nadat de mi nister Tak van Poortvliet aan de Koningin- Regentes de redenen heeft uiteengezet, waar om intrekking van het ontwerp-kiesrecht noodig was volgens hem en zijn ambtge- nooten, uitgezonderd minister Van Tienhoven, het volgende «Uwe Majesteit deelde mij vervolgens mede, dat de heer Van Tienhoven bij de vorming van het Kabinet aan Uwe Majesteit de mcening had ontwikkeld, dat de Tweede Kamer der Staten- Generaal zoude behooren te worden ontbonden na eventueele verwerping der kieswet, terwijl de heer Van Tienhoven meende dat thans de kieswet niet verworpen was en ontbinding der Tweede Kamer daarom niet behoorde te volgen. Ik nam toen de vrijheid Uwe Majesteit op de omstandigheid te wijzen, dat het regeeringsont- deel van iemand gevraagddie haar in 'tgeheel niet kent? Laten wij niets gelooven van alles wat mevrouw Darvill heeft gezegd zij is immers krankzinnig?" «Maar dan ben ik geen stap vooruitgekomen." «Ja, mijn waarde Fiiz, wat moet ik dan zeggen Hij had gelijk in de gegeven omstandigheden kon hij mij geen antwoord geven. Ik moest meer weten alvorens een oordeel te kunnen vellen. «Wat zoudt ge dan meenen, dat mij nu verder te doen staat?" «Niemand schijnt iets te weten dan mevrouw Darvill. Dus tot haar zullen wij ons steeds moeten wenden. Wilt gij dat ik de zaak in handen neem Ik zou dan een maliënkolder onder mijne kleedoren kunnen aantrekken gij weet ik heb er een in mijn atelier. Of wilt gij liever zelf nogmaals gaan, dan kan ik u dien leenen." Ik bedankte voor dit laatste aanbod en na er nog wat over te hebben beraadslaagd, besloot ik zelf te gaan, maar eerst een briefje aan mevrouw Darvill te schrijven. Het luidde «Geachte Mevrouw. Mag ik u mijn leed wezen betuigen, indien het bezoek, dat ik de eer had u eergisteren te brengen, u in eenig opzicht onaangenaam is geweest. Ik kan u de verzekering geven, dat dit geheel zonder opzet geschiedde en voortkwam uit mijn onwetend heid ten opzichte van sommige omstandigheden, die u bekend schijnen te zijn. Mijn bezoek heeft u daardoor misschien den indruk gegeven, dat ik u vijandig gezind was. Dit is evenwel geenszins het geval en ik geloof zelfs, dat onze wederzijdsche belangen dezelfde zijn. Uit hetgeen gij mij zeidet heb ik begrepen, dat gij het slachtoffer van een schelm zijt geweest, en ik heb reden om te geiooven. dat diezelfde man ook mijn vijand is. Dus zal ik gaarne behulpzaam wezen hem te zoeken en te straffen, indien gij mij wilt veroorloven met u samen te werken. Alleen zijn wij beiden mach teloos, to zamen zullen wij misschien slagen. Ik vertrouw, dat gij dit met mij eens zijt, en mij nogmaals zult willen te woord staan. Hoogachtend, uw dienstwillige dienaar, Fitzaian Lindley." «Ik ben zeer verheugd, mijnheer Lindley, dat gij gekomen zijt." «Gij zijt wel goed, mevrouw, mij te willen ontvangen. Toen ik hier laatst was, waren wij eenigszins op gespannen voetmaar dit kwam, geloof ik, doordien ik zoo weinig wist van de omstandigheden waarin ik zelf gemengd ben. Natuurlijk moest dit uw achterdocht opwekken. Maar u kunt verzekerd zijn, dat ik geheel als vriend kom en hoop u als zoodanig van dienst te kunnen zijn." Zij luisterde aandachtig naar mijne woorden en zag mij nu en dan onderzoekend aan. «Ik geloof, dat ik u vertrouwen kan, mijnheer Lindleyantwoordde zij op droevigen toon «maar ik heb geen enkelen vriend en ben gewoon een ieder te wantrouwen." «Over éen zaak zijn wij het in elk geval eens, mevrouwwij beiden houden den man? van wiens portret sprake is, voor een doortrapten schelm." «Hij is een verwenschte schurk 1" riep zij heftig, «Juist, maar wij verschillen in zooverre, dat ik geen enkel bewijs bezit van zijne slechtheid niets om op te kunnen doorgaan, terwijl dit met u, meen ik, wel degelijk het geval is. De vraag is dus, of gij bewijzen hebt Zoo ja, dan kan er iets worden gedaan." «Ik zag, dat ik de rechte snaar had aange roerd ais zij zich maar niet liet meesleepen door al te groote zenuwachtige opgewondenheid. «Bewijzen!" riep zij heftig. «Welk beter bewijs kunt gij wenschen dan het levend slachtoffer zijner wreedheid voor u te zien «Natuurlijk kan er geen beter bewijs worden gevonden," antwoordde ik op kalmeerenden toon. «Ik weet echter nog niet, wat hij u gedaan heeftgij hebt mij niets daarvan gezegd." {Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 6