EEN LANGE STRIJD.
A". 1894.
Zondag 8 en Maandag 9 Juli.
N°. 8569.
Tweede Blad
Feuilleton.
.A. oh t n v© r t i g- s t Jaarga n'g.
Buitenhui dsclie Berichten.
Verschijnt dage! ks, uitgezonderd Dinsdag,
UIT G E VERr J. ODÉ.
GOÜIIIT.
Abonnementsprijs, per kwartaa!
franco per pose, door het geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
f 1.85.
2.50.
- 0.10.
B V KB AC: BOTEttlIHAAT, El 2 7.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courant. 1.10,
Iedere gewone regel meer. - 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
F R A N K R IJ K.
De president der republiek heeft ter ge
legenheid zijner verkiezing en ter gelegenheid
van den nationalen feestdag op 14 Juli een
besluit geteekend, waarbij 374 personen, die
veroordeeld waren wegens vergrijpen bij werk
stakingen, geheel of gedeeltelijk ontheffing
van straf krijgen. Onder hen is er geen enkele,
die veroordeeld is wegens ophitsing tot plun
dering en moord door middel der drukpers.
Mevr. Carnot heeft Woensdag met hare
loons het graf van haren echtgenoot in het
Pantheon bezocht.
Donderdag was het gebouw voor het publiek
opengesteld. De toeloop was niet bijzonder
groot.
In eenige buitengemeenten van Parijs:
Saint-Ouen, Saint-Denis en Levallois-Perret,
zjjn Woensdag en den daaropvolgenden nacht
weer verscheidene anarchisten gevangen
genomen.
Te Parijs is de anarchist Desforges in ver
zekerde bewaring gebracht. Dit is eene ge
wichtige vangst. Hij was het die de bommen,
welke Emily Henry na zijn aanslag nog ge
had heeft, weggeborgen heeft. De politie deed
toen huiszoeking in zijne woning, maar te
vergeefs. Desforges kou, gelijk hij gedaan
heeft, veilig aan de politie zeggen »Ge zult
hier niets vinden. Als mijne kameraden mij
niet zien terugkomen, zullen zij de bommen,
welke ik vervaardigd heb, wegbrengen naar
eene plaats, waar ze goed bewaard zijn."
Meer dan ooit wordt thans te Parijs een
waakzaam oog gehouden op de anarchisten.
Al hunne adressen zijn nagegaan en van de
verandering van woonplaats is goede nota
genomen.
Te Lyon waren, naar men weet, naar aan
leiding van de troebelen gevolgd op den moord
van president Carnot, 1500 personen in hech
tenis genomen. Van de 70 die nu den eersten
dag terechtstonden zijn er 60 veroordeeld tot
gevangenisstraffen van twee weken tot zes
maanden. Enkele personen zijn uit opgewon
denheid tot handtastelijkheden tegen de
Italianen verleid; maar de overigen zijn
dieven van beroep, die in het troebele water
wilden visschen.
Op verzoek der Fransche autoriteiten is in
Caserio's woning te Visconti bij Milaan huis
zoeking gedaan. Er werd echter niets belang
rijks gevonden. Caserio's moeder stelde wee-
nende aan de ambtenaren het portret en den
laatsten brief van haar zoon ter hand, waarin
deze om geld vroeg; zij wenschte van de
ambtenaren te weten, welke straf tegen haar
zoon zou uitgespioken worden.
Volgens le Qaulois heeft men te Parijs
papieren ontdekt, waaruit bleek, dat daar,
kort vóór het vertrek van president Carnot
naar Lyon, een anarchistisch komplot gesmeed
werd, met het doel mevrouw Carnot gevan
gen te nemen en als gijzelaar te houden, om
den president op die wijze te dwingen, niet
de volle gestrengheid der wet op de anar
chisten toe te passen.
Er is een voorloopig comité uit de ver-
eeniging van Fransche vrouwen gevormd, dat
een som gelds wil bijeenbrengen, om die
aan mevr. Carnot aan te bieden voor het
stichten van eene of andere liefdadige instel
ling, als hulde aan de nagedachtenis van
haren echtgenoot.
Een nieuw oorlogsschip, dat den 12den Juli
van stapel zal loopen en Lazare Carnot hee-
ten zou, zal nu enkel Carnot genoemd wor
den, zoowel naar den vermoorden president
als naar diens beroemden grootvader.
DUIïSCIfLAND.
Volgens de Hannov. Courier zou het in den
Bondsraad nu toch nog vóór het zomerreces
tot eene beslissing komen omtrent de zooge
naamde jezuietenwet. Het blad meldt name
lijk, dat de rechtskundige commissie van den
Bondsraad haar onderzoek van het ontwerp
tot afschaffing dier wet heeft ten einde ge
bracht en het waaschijnlijk Zaterdag door
den Bondsraad in behandeling zal worden
genomen. Volgens de Ramb. Corresp. is het
vermoeden dat de houding van Pruisen ten
opzichte van het outwerp twijfelachtig zou
zijn, ten eenenmale ongegrond en was het
alleen twijfelachtig of het zou gelukken een
eenstemmig besluit te verkrijgen. De Oer-
mania vindt deze phrase van de JRamb. Cor
resp. alleszins verstaanbaar en verklaart, in
alle kalmte de ophanden zijnde beslissing af
te wachten.
De vrylating van den ceremoniemeester Von
Kotze geeft aanleiding tot de tegenstrijdigste
uitleggingen. Volgens eene lezing zouden zich
zoovele redenen voor 's mans onschuld heb
ben voorgedaan, dat de keizer telegraphiscli
bevolen heeft hem uit de hechtenis te ontslaan
en de minister van het koninklijk huis Von
Wedell hem persoonlijk aan de poort der ge
vangenis opwachtte. Men zou thans den wer
kelijk schuldige op het spoor zijn, die eene
zeer hooge positie zou bekleeden. Volgens
eene andere lezing zou weliswaar niet genoeg
bewijsmateriaal tegen Von Kotze kunnen zijn
bijgebracht, maar zou de verdenking zijner
medeplichtigheid nog niet zijn opgegeven en
de onderzoeking voortgezet worden tegen eenen
onbekende. Volgens eene derde lezing zou Von
Kutze slechts ontslagen zijn, omdat het onder
zoek was afgeloopen, zoodat de bezorgdheid
voor verduistering van bewijsstukken, om
welke zijne inhechtenisneming uitsluitend zou
hebben plaats gehad, nu niet meer bestond. De
uitslag van het onderzoek en het vonnis van
den krijgsraad zou de sanctie des keizers nog
behoeven en slechts dan openbaargemaakt
worden, indien de beklaagde Von Kotze dat
zelf wenschte. Deze laatste lezing schijnt de
minst geloofwaardige. In elk geval is het
zeker, dat het geheimzinnig schandaal weder
zeer levendig besproken wordt.
ENGELAND.
In het Hoogerhuis werd gisteren het wets
ontwerp tot vestiging van rechtbanken van
inlanders in de koloniën bij derde lezing aan
genomen.
Lord Salisbury diende bij het Hoogerhuis
het wetsontwerp in betreffende de landver
huizing naar het Vereenigd Koninkrijk. Het
stelt de regeering n staat de ontscheping te
verhinderen van immigranten, die idioot of
krankzinnig zijn, of van wie vermoed kan
worden, dat zij den staat tot last zullen zijn
ook van hen, die aan eene gevaarlijke of be
smettelijke ziekte lijden. In de tweede plaats
verleent het ontwerp aan den minister van
binnenlandsche zaken de macht, iederen
vreemdeling het land uit te zetten, dien hy
gevaarlijk kan achten voor de openbare orde
of die het begaan van misdaden hier en elders
zou kunnen bevorderen. Weigering om het
land te verlaten zal door gevangenzetting
gevolgd worden. Lord Rosebery beloofde het
ontwerp aan een nauwkeurig onderzoek te
zullen onderwerpen.
John Morley, minister voor Ierland, wordt
genoemd als vermoedelijk opvolger van sir
William Harcourt, minister van financiën, de
minister van binnenl. zaken Asquith als
leider der liberale partij in het Lagerhuis.
Uit eene mededeeling in het Lagerhuis
35.
«Ik ben zoo vrij, mijnheer Vulpian, even bij
u aan te komenzeide ik zoo onnoozel
mogelijk, «om u te vragen, of gij zoo vriendelijk
wilt zijn mij het adres van den heer Darvill
•op te geven?"
Zijn kleine oogen weiden nog kleiner en hij
zag mij wantrouwend aan.
«Zijt gij een vriend van den heer Darvill
»Dat juist niet, want ik ken hem niet per
soonlijk, maar ik wensch hem over zaken te
schrijven."
«Kan dat niet door mijn bemiddeling geschie
den? Ik ben zijn zaakwaarnemer."
•Gij zijt wel vriendelijk, maar aangenamer
zou het mij zijn mij zeiven met hem in
•verbinding te stellen."
«Het spijt mij, mijnheer hij zag op mijn
kaartje, dat hij in de hand hield, »mijnheer
Lindley, dat ik u voor het oogenblik het adres
van den heer Darvill niet kan geven, daar hij
steeds reizende ismaar gaarne zal ik hem,
zoodia ik hem zie, uw brief overhandigen."
Ik bemerkte wel, dat ik met hem niet verder
zou komen. Darvill hield zich schuil, dit was
duidelijk. Daar ik echter begreep, dat alles wat
ik Vulpian mededeelde Darvill zou ter oore
komen, zoo kon het, meende ik, in elk geval
geen kwaad diens bezorgdheid omtrent het
fortuin op te wekken, dan zou dit hem misschien
doen besluiten zich niet langer schuil te houden.
«De zaak is," zeide ik daarom, «dat ik toe
vallig iets weet, wat vour den heer Darvill
van groot belang is."
«Waarlijk Ik begrijp niet wat dat kan zijn."
«Tot nog toe is de heer Darvill, zoover ik
weet, in het bezit van het fortuin der overleden
mevrouw Bothwell."
Ik hield op, maar kreeg geen antwoord.
Vulpian zat met een vouwbeen te spelen en
vestigde daar onafgebroken zijn oogen op, alleen
van tijd tot tijd zag hij mij tersluiks aan.
«Vroeger behoorde dit fortuin aan eene miss
Stuart," vervolgde ik.
Vulpian bleef steeds zwijgen.
«Na haar overlijden, zou het op juffrouw
Fraser overgaan. Nu wordt het er algemeen voor
gehouden, dat miss Stuart dood is, maar er
zijn redenen om te gelooven dat dit niet het
geval is."
«Is dit nu alles vroeg de heer Vulpian
lachend.
«Het is, dunkt mij, nogal van belang."
«Gij hebt mij alleen getoond, mijnheer Lindley,
bekend te zijn met den inhoud van mevrouw
Bothwell's testament. Dit is zeer natuurlijk,
daar iedereen de kopie er van voor éen shilling
kan inzien. Maar wat miss Stuart aangaat, zijt
gij geheel verkeerd ingelicht, want zeker is zij
dood."
«Ik kan u de bewijzen geven, dat zij nog in
leven is."
«Natuurlijk vergist gij u in de persoon. Wij
hebben de bewijzen van haar overlijden in
handen."
«Ik weet er alles vanmijnheer Vulpian,
want ik bevond mij in dien tijd juist te Grenz-
stadt en was getuige bij haar herrijzing uit een
toestand van schijndood."
«Hoelang is dat geleden?" vroeg hij onge-
looviger dan ooit.
«Ongeveer elf maanden."
«En in al dien tijd zou zij haar rechten op
't fortuin, dat haar toekomt, niet hebben doen
gelden Gij zult moeten toegeven, mijnheer
Lindley, dat dit niet zeer waarschijnlijk klinkt."
«Daarvoor bestonden bijzondere redenen."
Ik zeide hem niet welke deze bijzondere
redenen waren. Er bestond niet veel kans, dat
hij eenig geloof zou slaan aan het verlias van
Eiheleens geheugen.
Plotseling zag hij mij strak aan.
«Gij zijt waarschijnlijk niet een doel hier
gekomen, mijnheer Lindley. Wenscht gij mis
schien uw mededeeling te verkoopen, dan kan
ik u zeggen dat die niets waard is."