A°. 1894,
Zondag
12 en Maandag 13 Augustus
N°. 8594.
Eerste Blad
Achtenveert gst© Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
Biniieiilandsclie Berichten.
UITGEVER: J. ODÉ.
nacht na Zondag te 12 uur, behalve nood-
DDIIRA
Abovnementsphus, per kwartaal f 1.85.
franco per pose, door het geheele Rijk2.50.
ifzonJeihjke nominers0.10.
S3 F ME AI: 3 tt T 15 SI 8 T K A ,4 TT 7 O.
Advertentieprijs van 110 gewone regels inet
inbegrip van eene Courant. f 1.10.
Iedere gewone regel meer. - 0.10.
Drifmaal geplaatst wordt tegen tweemul berekend.
Schiedam, 11 Augustus 1894.
De maatschappij moet spreken, als de
maatschappij bedreigd wordt", aldus een
uitspraak tan de KolniscJte Zeitung, naar
aanleiding van een allerbelangrijkste aange
legenheid, te weten de inkrimping van het
algemeen stemrecht voor den Duitsehen
rijksdag. Toen voor eenige maanden de re
geling van het kiesrecht bij ons aan de orde
was, kon men van den kant der zeer voor-
zichtigen telkens de waarschuwing hooren:
sweest toch voorzichtig, weest toch voorzich
tig. Als eens een zoo uitgebreid kiesrecht,
als thans wordt voorgesteld, is aangenomen,
kan daarvan nimmer iets worden terugge
nomen. In Duitschtand blijkt men niet van
deze leer te zijn, en de Kulni$c7te Zeitung
is niet beschroomd de zaak zooveel mogelijk
nan te bevelen. Het blad is niet tevreden
met de lesultaten, die het algemeen kies
recht vcor het Duitsche rijk heeft geleverd.
Het 'peil van het debat is verlaagd, en om
van de sociaal-democraten te zwijgen, men
heeft daar figuren als de heeren Stücker en
jUihvardt als uitverkoren van het algemeen
stemrecht zien optreden, die door dit optreden
eenvoudig walging hebben opgewekt.
Neen, de inrichting deugt niet, zoo rede
neert mende rijksdag in zijn tegen
woordige samenstellingdie telkens van
minder allooi wordtzal te eeniger tijd
een ernstig gevaar voor de maatschappij
opleverenderhalve er moet een beweging
op touw wotden gezel, die door het land
weeiklank zal vinden, teneinde een ver
betering in den toestand te brengen. En
de Kölnische Zeitungdie dit alles volkomen
beaamt, heeft reeds eenige punten aange
voerd, enkele beginselen vooropgezet, die in
een wetsontwerp belichaamd zouden moeten
worden. Zoo vindt bet blad den leeftijd,
waarop men tegenwoordig kiezer wordt, te
laag en zou dien op dertig jaren willen heb
ben gebracht.
Vet der zou men, om voor een district als
afgevaardigde te kunnen optreden, eenigen
tijd in dat district moeten hebben gewoond.
In algemeene termen laat het blad verder
doorschemeren, dat het er zeer voor zou zijn,
indien van den kiezer tenminste eenige ken
nis en ontwikkeling werd gevorderd. Men
zou op deze wijze een soort van capaciteits
kiezers verkrijgen, en zelfs het Belgische
stelsel, dat aan een kiezer, naar gelang van
zijn capaciteit, zijn welstand, zijn leeftijd,
moer dan een stem toekent, zou het blad
meer toelachen dan de tegenwoordige rege
ling. Men zou dan zeer zeker dit winnen, dat
aan de verdienste haar kroon werd geschon
ken, en aan een onbehoorlijke gelijkheid,
zooals thans bestaat, zou een einde worden
gemaakt. Eindelijk en dit is ook geen kleine,
maar een radicale verandering, die het blad
voorstelt eindelijk meent liet, dat aan de
toelating der leden door het parlement zeil
een einde moet komen. Niet het parlement,
maar de rechtbanken moeten over de geldig
heid eener verkiezing beslissen. Alweder
dus een nieuwe kwestie aan de orde, die
naast al de redeneeringen over de toekenning
van uitgebreid of algemeen stemrecht een
eigenaardige plaats inneemt. Juist in deze
dagen is zij van belang. Terwijl hier en daar
in Duitschland maatregelen ter beteugeling
van anarchistische woelingen worden geno
men, te gelijk te hooren aanraden: ïkiirnp
het algemeen kies- en stemrecht in", dat
geeft stof tot denken.
In Fiankrijk heeft thans de anaichistenwet
haar beslag gekregen zal ze toegepast wor
den, is de vraag, die reeds meermalen is ge-
daan, en die vraag is wel eenigszins zonder
ling. Immers de regeering heeft in zeer korten
tijd de wet ingediend en doen behandelen;
waarom zou zij aarzelen, waar het op de toe
passing er van aankomt? Terwijl de bladen
zich kalm houden, en het redactie-personeel
van enkele roodgekleurde bladen zich bij
voorbaat in het buitenland gaat vestigen, om
tegen de regeeringsmaatregelen beveiligd te
zijn, wordt te Parijs het psoces tegen eenige
anarchisten gevoerd een dertigtal zou op de
bank der beschuldigden moeten plaats nemen,
doch vijf ontbreken er, daar zij zich buiten
Frankrijk in veiligheid hebben gebracht.
Onder de beschuldigden zijn zeer bekwame
liedeneen hunner, ambtenaar aan het mi
nisterie van oorlog, heeft men overtuigd, dat
hij in zijn lessenaar aan het ministerie ont
plofbare stoffen geborgen bad. Diens positie
is dus niet van de besteer zijn ook aan
klachten bij van diefstal, teneinde met den
buit voor de anarchistische partij piopaganda
te kunnen maken. "We merken op dat dit
proces niet wordt gevoerd naar aanleiding
van de nieuwe wet tegen anarchistische woe
lingen, maar naar die van December 1893,
uitgevaardigd na den aanslag in de kamer
van afgevaardigden gepleegd. Terwijl de uit
spraak in dit proces zich nog wel wat zal
laten wachten, is te Marseille de anarchist
Nat, die een moordaanslag pleegde op iemand
die hem niets gedaan had, tot twintig jaren
dwangarbeid veroordeeld.
Ook in het vrije Zvvitseiland, het toe
vluchtsoord van zooveel uilheemsche ballin
gen, is een wet tegen anarchistische woelin
gen en bedrijven in weiking gebracht. Daar
te lande zal men dan toch wel van de nood
zakelijkheid van buitengewone maatregelen
overtuigd moeten geweest zijn.
Uit liet Oosten zijn de tijdingen schaar,sch,
en die er komen, 't zij van Chineesche of van
Japansche, verdienen volgens lieden die op de
hoogte zijn, geen onvoorwaardelijk geloof.
Zooveel is zeker, dat de Japansche gezant bij
zijn vertrek uit China te Takoe door Chinee
sche soldaten op een schandelijke wijze is be-
leedigd, o. a. door hem met modder te wer
pen, enz. En hoewel de toon in China tegen
de Japanners van buitengewonen haat ge
tuigt, heeft toch de onderkoning van China
zijn leedwezen over het gebeurde betuigd en
besttai'fing der schuldigen beloofd. Dit is ten
minste een kleine huldiging van onze Wester-
sche begrippenmaar die in de schaduw
treedt, als zelfs de keizer \an China zich niet
ontziet de Japanneezen als de oorzaak van de
in zyn land heerschende pest aan te duiden.
Een Engelsch zee-officier, kapitein Lang,
die geruimen tijd bevelhebber der Chineesche
marine is geweest, heeft eenige bijzonder
heden medegedeeld over de sterkte der Chi
neesche zeemacht en zijne opinie gezegd over
den vermoedelijken afloop van den oorlog.
Ilij is van meening, dat de vloot eene verge
lijking met de Japansche best kan doorstaan
de bemanning is goed geoefend en er heerscht
goede tucht. De Chineesche schepen zijn zeer
goed, alleen zijn de kanonnen wat ouder-
wetsch. Wat de pantserschepen betreft, die
doen niet onder voor de Engelsche. Zij zijn
gewapend met Armstrong- eu Krupp-ka-
nonnen.
Vier jaar geleden was de Chineesche vloot
zeer sterk, eu zij moet nu in onovertioflen
conditie zijn. »Ik vrees echter," zeide kapitein
Lang, sdat de tucht verslapt is sinds de Euro-
peesche invloed is verminderd. Tegenvvooidig
is er geen hooggeplaatst Europeesch ambte
naar bij de vloot, ofschoon er nog twee En-
gelschen te Wei-hai-Wei zijn. Toen ik na een
eenigszins lange afwezigheid terugkeerde, vond
ik alles achteruitgegaan, en het is dus moge
lijk, dat dit de laatste jaren ook het geval
is geweest. Tijdens mija bevelhebberschap
was de conditie der Chineesche vloot van dien
aaid, dat ik mij best met die der Japanners
of met welke andere vloot ook had durven
meten.
nAlles hangt er van af, hoe de Chineezen
aangevoerd worden. Met een officier als
admiraal Ting, dien ik niet zou aarzelen
overal te volgen, zou de Chineeseha vloot een
prachtige zeemacht zijn. Als de mannen ver
trouwen hebben ,in hun aanvoel ders, staan
zij voor niets."
De conclusie van kapitein Lang luidde als
volgt
»Mijns inziens houdt China zijn zeemacht
terug, daar het geen onnoodig gevaar wil
Ioopen. Dit was het geval in den oorlog met
Frankrijk, en ik geloof, dat China zich nu
kalm zal houden tot het een beslissenden slag
kau slaan. Ik geloof niet dat de Chineesche
schepen zullen uitsloomen om de Japansche
oorlogsschepen op to zoekenwaarschijnlijk
zullen zij rustig blijven, totdat de kust van
China wordt bedreigd. Op den langen duur
lijdt het geen twijfel, dat Japan geheel ver
pletterd moet worden. Als China wil, kan het
een oorlog een eeuw lang aan den gang hou
den. Het is een land, dat zelf in al zijn
behoeften voorziet, en het maakt geen haast
om het beoogde doel te bereiken. De Chinee
zen baten de Japanners bitter, en ik geloof
graag, dat de oorlog naar het genoegen van
beide natiën is. Zooals ik ben ken, geloof ik
dat de beide mogendheden den oorlog tot het
uiterste zullen doorzetten, als men haar haren
gang laat gaan. Ik geloof niet, dat de Chinee
zen iu Japan zullen landen, maar het is zeer
wel mogelijk, dat zij de Loochoo-eilanden
nemen en de Japanners uit Korea verdrijven.
De Chineezen zullen stellig niet rusten, voor
dat zij het zoover gebracht hebben."
Ten slotte: Russische bladen beschuldigen
de Engelschen van vijandelijke gezindheid
tegen China en partijdige vooringenomenheid
met de Japanneezen: de oogen zyn dus aller
wegen geopend
Offlcicele Berichten.
Bij kon. besluit is aan mr. N. G. Pierson,
oud-minister van financiën, een pensioen ver
leend van f 3589.
Bij kon. besluit is de rang van majoor ver
leend aan den gepens. ritmeester der cavelerie
C. A. baron Bentinck, adjudant in buiten-
gewonen dienst van H. M. de Koningin.
SCHIEDAM, XI Augustus 1894.
Hedennamiddag ongeveer halfvijf is het
4-jarig zoontje van A. Koster alhier, dat op
een in de Bolerstraat rijdenden sleeperswagen
wilde springen, gevallen, waardoor zijn hoofd
in aanraking kwam met een der wielen, ten
gevolge waarvan het knaapje een belang
rijke hoofdwonde bekwam en ook aan de kin
werd gekwetst. Ur. De Bruijn verleende hem
geneeskundige hulp.
Het Nederlandsche leger zal bij de najaars
manoeuvres in Frankrijk vertegenwoordigd
worden door den luit.-kolonel van den gene-
ralen stat M. II. J. Plantenga, directeur der
hoogere krijgsschool.
De heer Pyttersen, lid der Tweede Kamer,
heeft in De Economist een ontwerpwet op
den arbeid van bakkers geplaatst, met de be
doeling, dat belanghebbenden hem op fouten
opmerkzaam maken en hem de uoodige aan
vulling zullen vei schaften, opdat later bij de
Tweede Kamer een dergelijk ontwerp kan
worden ingediend, zoo deugdelijk mogelijk.
De voorgestelde bepalingen betreffen den
arbeidsduur en schafttijden voor bakkersge
zellen van verschillenden leeftijd eu de Zon
dagsrust van Zaterdagavond zes uur tot den
O