1894. Zondag 9 en Maandag 10 September. N°. 8614. jEerste Blad. KENNISGEVING. A. cli tenveert i gst© Jaargang Tri j willige oefeningen WAPENHANDEL. t po, 2.50. - 0.10. Versch nt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, UIT G EVEn" '4 ODÉ. Biniienlaiidsclie Berichten, i n Ni, Abonnementsprijs, per kwartaal franco per pnsc, door het geheele Rijk Afionderlijke nomners IN DEN Alle jongelieden, die den leeftijd van 17 jaren hebben bereikt en den militieplichtigen leeftijd nog niet hebben overschreden, kunnen 51a de loting voor de nationale militie KOSTELOOS onderricht in den wapenhandel ontvangen. Zij, die aan dat onderricht wensehen deel te nemen, behooren zich zoo spoedig mogelijk en uiterlijk vóór 22 SEPTEMBER a. s. aan ie melden tep bureele van den majoor-com mandant der d d. schutterij alhier (St.-Joris- Doele) op werkdagen des namiddags tusschen 1 en 2 uur. Schiedam, den SstenSeptember 1894. De burgemeester VAN DIJK VAN MATENESSE. Schiedam, 8 September 1894. Met een goede tijding is het nieuws uit onze overzeesche gewesten deze week beslo ten. De kapitein Lindgreen, die met nog twee officieren benevens een zestigtal minderen in handen van den vijand op Lombok was, is door den radja vrijgelaten. Een gevoel van verluchting heeft plaats gemaakt voer de spanning, die eenige dagen, omtrent het lot dezer krijgslieden heerschende ■was. 't Blijkt thans dat kapitein Lindgreen zich, uit gebrek en om de gewonden, dia hij bij zich had, aan den vijand overgaf, doch onder beding dat hem Vrije aftocht zou wor den verleend. Eenige dagen heeft de radja dus wederrechtelijk deze militairen gevangenge houden. Toen hij ze daarna in vrijheid stelde, gaf hij kapitein Lindgreen een brief mede, waarin hij zijn laatste handeling als een daad van vriendschap voorstelde. Het telegram uit Indië vermeldt met een enkel woord, dat het epistel van den vriend onbeantwoord is ge bleven. Veeleer is aan te nemen, dat vrees hem tot loslating der gevangenen heeft bewo gen. Hoe dit zij, men behoeft zich overeen zestigtal dapperen niet ongerust meer te maken. Dat in deze week van spanning juist in de zesidentie het congres gehouden werd, dat tot doel heeft over de arbitrage, het scheids gerecht te handelen als een middel om aan het oorlog voeren een einde te maken, zie, dat is wel opmerkelijk. Te wapen! klonk het in Nederland, van verschillende zijden, van hooggeplaatsten en van minderen. »Te wapen!" en we lezen reeds van honderden, die zich vrijwillig aanmeldden, om het ge pleegde verraad in het Oosten te wi eken. En op hetzelfde oogenblik gordt zich de B IT [S R .4 I' BOTEti h T it .1 AT 7 O. Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant. f 1.10. Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. begaafde schrijfster van het bekende werk: «Legt af de wapenen" aan om haar schooue zaak met al de macht, die in haar is, te be pleiten Tiians behoort dit congres reeds weder tot de geschiedenis; gewichtige zaken zijn door parlementsleden van allerlei landaard bespro ken. Niet meer op de slagvelden moeten de groote vraagstukken worden beslist; door scheidsrechterlijke uitspraak moeten de ge schillen tusschen de natiën uit den weg wor den geruimd. Ziedaar het nieuwe beginsel, dat door dit congres wordt gepredikt, en te gelijk met die prediking, welsprekend, vurig, opgewonden nu en dan, worden op denzelfden bodem, op Oranjekleurig papier, de wervings- brljetten aangeplakt, die sten strijde" roepen, 'tls nu eenmaal niet anders; Nederland, hoe vredelievend ook gezind, kan op dit oogenblik niet anders, dan den oorlog zoo krachtig mogelijk voeren. Wil het zijn gezag in de koloniën handhaven, dan is een streng op treden noodzakelijk. Volkomen juist is het, wat we dezer dagen lazen: «Men mopt afzien van elk koloniaal bezit, indien men deze treurige voorvallen geheel wil vermijden, en wij kun nen er niet aan denken de Oost over te laten aan het wanbestuur van de inlandsche grooten of Lombok aan de Balineezen. Men kan declameeren over de vrijheidszucht en andere beminnelijke eigenschappen van Papoea's en Indianen. De veroveraars der zestiende eeuw hebben hunnen weg met een bloedig spoor geteekend. Maar zonder hen zou op dit oogen blik de roode man buffels jagen en zijn vijanden scalpeeren van den Atlantischen Oceaan tot de Stille Zuidzee. En wij kunnen niet inzien, dat de beschaving daardoor ge baat zou zijn. De «edele wilde" is een mooi en romanesk onderwerp, maar van nabij be schouwd valt hij af. Het buitenland erkent ons goed recht, en het gevoelt blijkbaar sympathie voor de be weging in ons land ontstaan. De oud-strijders van Indië bieden de regeering hun diensten aan; een student, de heer Den Beer Poortu- gael, richt een oproeping tot zijn studiemak kers om een korps te vormen naar Lombok. Het buitenland erkent in die manifestaties het Nederlandsche bloed. Op zulk een oogenblik herinnert men zich onze geschiedenis en herrijzen de mannen, die den naam van het kleine Nederland heb ben grootgemaakt. Wat in de buitenlandsche bladen thans wordt geschreven is de weerklank van het woord, na de laatste overwinning ter zee door ons behaald, naar men zegt, geuit«De Trompen en De Ruyters leven nog!" De viering van een groote overwinning bij Sedan, vier en twintig jaar geleden door de Duitschers op de Franschen behaald, heeft dit jaar zonder veel vertoon plaats gehad. Il plaats daarvan heeft keizer Wilhelm aan vele zijner onderdanen een verrassing bereid, die een wezenlijke pii was om te slikken, en nie:, eens een vergulde pil. Men herinnert zieldat de hooge adel des lands, wier leden voor liet grootste deel groote grondbezitters zijn, zicli maar volstrekt niet kunnen veree nigen met den landbouwpolitiek der regee ring, die hun belangen niet genoeg behartigt. komt de keizer iu de provincie Oost- PruLenliy is er tegenwoordig bij de onthul ling van een gedenkteeken, opgericht ter eer,3 van keizer Wilhelm I, en stelt zich zeil aan zijn hoorders voor als vredevorst, als de monarch, die door werken des vredig wil bevestigen en versterken, wat zijn voorouders door bloed hebben moeten veroveren. Maar dan, aan een feestmaal barst de bom tegen de adel lijke oppositie los. In de laatste vier jaren, zeide de keizer, hebben zware zorgen den landbouwer gedrukt, en het wil mij voorkomen, alsof er on der den invloed hiervan twijfel gerezen is aan mijn beloften, voor vier jaren op dezelfde plaats argd. twijfel of deze beloften wel nage komen konden worden; ja met emstige be kommering des harten heb ik zelfs moeten opmeiken, dat men iu de in mijn nabijheid staande kringen van den adel mijn beste opvattingen miskend heeft, ja voor een deel bestreden. Men heeft mij zelfs liet woord oppositie dom hooren. Mijne heeren»Eene oppositie van Russische addellijken tegen hun nen kouing is een onding. Zij heeft alleen dan reden van bestaan, als zij weet dat haar koning aan haar hoofd staat". En verder zeide de keizer: «Wat u drukt, dat drukt ook mij. Want ik ben de grootste grondeigenaar in onzen staat, en ik weet zeer goed dat wij moeilijke tijden beieven. Dagelijks is het mijn streven en mijn peinzen u te helpen. Maar gij moet mij daarbij steunen. Niet door luid geklaag of rumoerniet door mid del van de door u met recht zoo vaak be streden oppositie-partijen van beroepneen, door in vol vertrouwen u te wenden tot uw souverein. Mijn deur staat dagelijks open voor een ieder mijner onderdanen, en gewil lig leen ik hem het oor. Daar ligge voort aan uw weg en als uitgewischt beschouw ik alles wat geschied is En dan volgt de herinnering, dat de keizer in vier jaren tijd niet minder dan 110 mil- lioen mark ten behoeve van de provinciën Oost- en West-Pruisen op de begrooting heeft gebracht. Opmerking verdient nog de uitdrukking »Gelijk het klimop zich windt om den knoes- tigen eikenstam, hem tooit met zijn bladeren en hen beschermt als de stormen loeien door zijn kruin, zoo schaart zich de Pruisische adel rond mijn Iluis en het slot«Voorwaarts met God, en eerloos degeen, die zijn koning in den steek Iaat Aan duidelijkheid laat deze toespraak niets te wensehen, en als een rijke bron van beschouwingen is zij door de pers begroet. Reeds is de opmerking gemaakt, of liet beeld van eik of klimop wel goed gekozen is. Of niet het kruipende en sluipende klimop den eik niet meer uitzuigt dan beschermt. Misschien is wel de opmerking vau Richter in diens blad het verstandigst, die de opvat ting van den keizer over den adel verwerpt, omdat deze niet meer in overeenstemming is met de tegenwoordige toestanden. Naar de Pruisische grondwet zijn alle Pruisen gelijk voor de wet; voorrechten voor een bepaalden stand kunnen er niet meer zijn. Verder ver dedigt Richter het recht om oppositie te voe ren; mmers, zegt hij, de koningen van Prui sen hebben steeds er zich op toegelegd het vaderland en het algemeen belang te dienen, maar ook zij zijn en blijven menschen, en dus aan dwaling blootgesteld. SCHIEDAM, 8 September 18JH. Vergadering van den raad der gemeente Schiedam, Dinsdag den lln September 1894, des namiddags ten kwartier voor 2 ure. Onderwerpen I. Vaststelling der notulen van de laatst gehouden zitting. II. Mededeelingen der ingekomen stukken. III. Benoemen van 1o. vier leden in de commissie voor de gasfabriek. 2o. vier leden in de commissie voor ge meentewerken, wegens periodieke aftreding, ingevolge de verordening. IV. Beraadslagen over 1. Voorstel van burg. en weth. tot het doen van betaling uit den post voor onvoorziene uitgaven der gemeentebegrooting voor 1894. 2. De rekening van het algemeen handels entrepot over 1893; met rapport daarop der financ. commissie. 3. Het bezwaarschrift van dr. B. Koster tegen het besluit van burg. en weth. op zijne aanvrage om pensioen als eervol ontslagen leeraar aan de H. B. school, met rapport daarop van de gewezen commissie voor de pensioenen, alsmede advies van burg. en weth. strekkende om genoemden leeraar, op grond der pensioenverordening, ook ontslag te ver- ieenen als leeraar aan het gymnasium. 4. Ontwerp-verordening regelende het toe zicht op en de levering van vleesch en visch. 5. Voorstel van burg. pn weth. tot het aflossen der bestaande 3 '/s pCts. geldleeningen ten laste der gemeente en tot liet aangaan eener 3 pCts. leening, groot nominaal f 3,000,000.in serieën uit te geven. 6. Adres van B. Sjerp om ontheffing op zijn aanslag in de plaatse.Ijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1894/5. 7. Adressen van G. A. E, Visser en J. H. Voorwaldt, om afschrijving op hunnen aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 4894. En verdere voorstellen en mededeelingen. We vestigen de aandacht onzer lezers op het belangrijke voorstel van ons dagelijksch bestuur tot het aflossen dee bestaande 3'/s pCt. geldleeningen ten laste der gemeente

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 1