Zondag 30 September en iVlaandag 1 October.
N°. 862£
A0. 1894.
Derde Blad
ii
.A. cli ten veertigste a a gang*.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
UITGEVER
J. ODÉ.
kostelooze inenting en herinenting
tegen pokken.
Binnenlandsclie Berichten-
f-1--
Abonnementsprijs, per kwartaal
Franco per pose, door het geheele Rijk
Afzonderlijke «owners
f 1.85.
2.50.
- 0.10.
SDBEAII: BOTE
ItSTIl A A T 7 O.
Advertentieprijs: van 1—10 gewone regels me
inbegrip van eene Courantf
Iedere gewone regel meer.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
Gelet op art. 18 der wet van den tden
December 872 Staatsblad No. 131) tot
voorziening tegen besmettelijke ziekten;
Brengen bij dezen ter kennis van de Inge-
•vetenen dat ten huize van den Stadsheel
meester, tien Heer J. 4. RUTSCHY, aan
Nieuvvstraat, no. 30alhier, driemaan
delijks, en wel op den eersten Dinsdag van
elk kwartaal, gelegenheid zal bestaan tot
Schiedam, den 29sten September 1891.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VAN DIJK VAN MATENESSE.
De secretaris
VERNÉDE.
SCUIEUAÏl, 29 September 1894.
Louiliok.
De Locomotief publiceert de volgende ïn-
stiuctie \an den opperbevelhebber der Lom-
fcoksche expeditie:
Ait. 1. Het doel der expeditie is om het
Lmnboktehe vorstenbestuur te noodzaken zich te
ot.de. werpen aan de door don oppetbevelhebber,
namens het gouvernement tan Nederl. In.he
aan dat bestuur te stellen ei-< h< u, omschreven
als volgt (volgen de bekende vom waaiden, dooi
den minister in Juli aan de Tweede Kamer
medegedeeld).
A.t. 2. Na aankomst der expeditionnahe macht
vooi Lombok zal, alvmens tot do landing dei-
troepen wordt overgegaan, de opperbevelhebber
het vorsten .estuur schfgtelijk in kennis stellen
met de m ait. 1 bedoelde eisehen, onder roede-
deeltrig
dat, vei mits het vorsten bestuur geweigerd
heeft te voldoen aan de eisehen, welke do
lesident van Bali en Lombok, namens Z E. den
gouv-genei aal van N. 1. aan dat vorstenbestuur
heelt gesteld, de gouw-generaal thans gelast
heeft uitvoering te geven aan zijn voornemen,
cm door middel van geweld van wapenen aan
den onhoudburen toestand, welke op het eiland
Lombok heerscht, een einde te maken
dat Z. E, de gouv.-generaal echter, alvmens
van d.J wapenen' wordt gebruik gemaakt, het
vorstenbestuur nog een laatste gelegenheid
wenscht te zien gelaten, om zhh vrijwillig aan
den wil van het gouvernement te onderwerpen
dat het vorstenbestuur, uidren het van die
gelegenheid wenscht gebruik te malton, binnen
een zeer korten - door den opperbevel
hebber te bepalen termijn, de thans gestelde
eisehen onvoorwaardelijk heeft in te willigen
dat, wanneer na ommekomst van dien termijn
niet eon in alle opzichten bevredigend antwoord
is ontvangen, met de vijandelijkheden een aan
vang zal worden gemaakten eindelijk dat,
wanneer het antwoord volkomen bevredigend
luidt, geen vijandelijkheden zullen worden ge
pleegd, nraar dat ook dan de troepen aan wal
zullen worden gebracht, teneinde aldaar te
vertoeven totdat aan alle eisehen volledig is
voldaan, of, voor zoover zulks niet mogelijk is,
zoodanige waarborgen zijn gegevendat die
voldoening daardoor volkoman voldoende is ver
zekerd.
Art. 3. Bij de landing der troepen wordt er,
evenzeer als bij eventueele verdere operatién,
zooveel mogelijk naar gestreefd de havenplaats
Ampenan voor verwoesting te behoeden.
Art. 4. Blijken zich te Ampenan Europeanen
te bevinden, dan wordt, alvorens tol de operatién
over te gaan, getracht hen aan boord der schepen
te doen overgaan.
Art. 5. Het object der eventueele krijgsopera-
tion moet zijn het in het bezit nemen en bezetten
van Mataram met bijgelegen vestigingen.
Art. 6. De opperbevelhebber zal zooveel doen
lijk er voor waken, dat aan de bevolking, voor
zoover zij geen deel neemt aan den strijd tegen
ons, geen leed wordt gedaan.
Hij zal voorts brandstichtingen en andere ver
woestingen zooveel doenlijk voorkomen.
Art. 7. Aan het beleid van den opperbevelheb
ber wordt overgelaten, in hoever gebruik ge
maakt zal worden van de hulp der Sasaksche be
volking, maar op zich zelf beschouwd is het niet
wenschelijk te achten voor de eigenlijke krijgs-
ver richtingen gebruik te maken van Sasaksche
hulptroepen, Wijl de Sasaksche hoofden op ..ie
lmlp aanspraken zouden gronden, welke bij de
later te treffen regelingen tot verwikkeling zou
den kunnen leiden.
Zooveel doenlijk wordt echter gebruik gemaakt
van de Sasaksche bevolking tot het verrichten van
vrijwillige transportdiensten tegen betaling.
Ait. 8. Is de onderwerping van het vorsten
bestuur' verkregen, hetzij dooidat het bestuur 1 iet
ingevolge art. 2 te stellen ultimatum al aanstonds
bevredigend beantwoordt, hetzij het, door ge
weld gedwongen, verklaart de gestelde eisehen te
zullen Inwilligen, dan wordt het vorstenbestuur
aangezegd onverwijld tot de feitelijke voldoening
aan die eisehen over te gaan.
liet in art. 1 aangewezen doel wordt niet
geacht bereikt te zijn, zoolang niet aan alle
eisehen volledig is voldaan, of, voor zoover zulks
niet mogelijk is, zóódanige waarborgen zijn ver
kregen, dat die voldoening daardoor volkomen
afdoende is verzekerd.
Met een belofte tof 'atere betaling der oor
logskosten zal geen genoegen mogen worden ge
nomen, indien de opperbevelhebber overtuigd
wordt, dat de vorsten tot dadelijke betaling van
liet geheel of een groot deel daarvan in staat zijn.
De opperbevelhebber zal in dat geval eisehen,
dat aanstonds en ter nadere verrekening, zoodra
de kosten der expeditie volledig bekend zijn, aan
hem worde uitgekeerd een door hem vast te
stellen som.
Art. 9. Zoolang niet in den zin van het voor
gaande art. het doel der expeditie bereikt is, blijft
de expeditionnaire macht op het eiland Lombok
Art. 10. In alle aangelegenheden, het politiek
beleid rakende, handelt de opper bevelhebber na
overleg met den hem toegevoegden resident van
Bali en Lombok.
Art. 11. De opperbevelhebber is niet bevoegd
nieuwe regelingen of organisatie!! op liet eiland
Lombok in het leven te roepen, doch zal dienaan
gaande, naar bevind van zaken, zoo spoedig mo
gelijk na afloop der eigenlijke expeditie, zoodanige
voorstellen doen aan den gouvei neut-genei aal,
als de omstandigheden zullen eisehen.
Art. 12. Be opperbevelhebber deelt den twee
den bevelhebber zijne plannen en voornemens
volledig mede. (Want bet zou kunnen zijn, dat
deze als opperbevelhebber moest optreden, in welk
geval de instructie wordt beschouwd als ook voor
hem te zijn gegeven.)
Art. 13. Van elke belangrijke gebeurtenis, de
expeditie betreffende, wordt door den opperbevel- j
hebber ten spoedigste bericht gezonden aan den j
gouv ei neur-genei aal.
0 p een adres, namens gepenslonneerde oud- j
Atjehstrijders door een hunner tot den minis
ter van koloniën gericht, waarin de wensch
werd uitgesproken te mogen deelnemen aan
de ki'ijgsvenichtingen op Lombok, is door deu
minister, onder dankbetuiging voor de vader
landlievende strekking van het adres, geant
woord
dat de beantwoording der vraag, welke
troepenafdeelingen naar het oorlogstooneel op
Lombok zullen worden gezonden, behoort te
woi den overgelaten aau de Indische regeering;
dat deze voorshands de uitzending van
speciale troepenafdeelingen uit het moedei-
land niet noodig oordeelt
en dat de actueele sterkte van het Indische
leger en de gunstige resultaten der koloniale
werving voor het oogenblik ook de vorming
van afdeelingen, zooals de adressant die be-
doelde, niet vordeit;
dat intussehen van des adressants aanbie
dingen erkentelijk aanteekening is gehouden.
Zooals men weet, is met den dood van
den Koning-Groothertog het recht van be
schikking over de beide Luxemburgsche ridder
orden de Eikenkroon en de Gouden Leeuw
van Nassau overgegaan op zijn opvolger.
De tegenwoordige groothertog heeft onlangs
eene verandering in die instelligg gebracht,
waarbij de orde van den Gouden Leeuw van
Nassau is afgeschaft en het lint der orde vat
de Eikenkroon, tot dusver groen met twee
oraujestrepen, vervangen is door een lint 'an
oranje met drie smalle groene strepen.
Het nieuwvastgestelde lint wordt evenwel
alleen gedragen door hen, die door den tegen-
woordigen groothertog tot een graad in zijne
orde zijn benoemd, zoodat zij, die door wijlen
Z. M. den Koning met de onderscheiding be
giftigd zijn, het lint van de vroegere kleur
blijven dragen.
Het Centrum acht het thans nog onmogelijk
om met juistheid de grens af te bakenen, die
de rninisterieelen van de anti-ministerieelen in
de Kamer scheidt. Eerst als het nieuwe kies-
rechtoutwerp bekend is, zal daarin verande
ring komen.
Toch zal het wel de vraag zijn, of men dit
zoover mag uitstrekken van te meenen, dat de
couservatiefgezinden, ter wille van een be
perkte kiesrechtregeling, alles zullen aanvaar
den wat het Kabinet goedvindt op te dissehen.
Het rijke menu doet de vraag rijzen, of men
bier te doen heeft met een poging, om door de
veischeidenheid der voorstellen zich vrienden
te maken iu kringen, welke tot nog toe als anti
ministerieel moesten worden beschouwd Het
vooistel tot subsidieeren van meisjesscholen
schijnt wel geschikt om de liberale groepen
weder tot elkander te brengen. En zou dit,
apres tout, niet het groote doel zijn, dooi
de regeering nagejaagd?
In een beoordeeling van de Troonrede
schreef het Vaderlanddat in den kiesrecht-
strijd zoo fel tegenover Van Houten c. s. stond,
dat >veel, wat door het vorige Kabinet moest
worden nagelaten, door het tegenwoordige
weer zal worden opgevat
Dergelijke uitingen zegt het Centrum,
dat de woorden van het Vad. in herinnering
brengt geven te denken zij bewijzen, dat
er van principieele antipathie tus^chen de
liberalen geen sprake kan wezen en wettigen
de veronderstelling, dat de verzoening tusschen
de verschillende fracties, wellicht nog eerder
dan men meent, uit de thans bestaande on
zekerheid zal te voorschijn treden.
Bij de op den 24n Sept. j.l. gedane peilingen
in den Nieuwen Waterweg, door de beambten
van den waterstaat en het loodswezen, is als
volgt waargenomen aan de zivartc-tounen-
z'tjde 70.0 decimeter; 00 meter benoorden de
lijn der roode geleidelichten 85.0 decimeter
op de lijn der roode geleidelichten S7.0 deci
meter50 meter bezuiden de lijn der roode
geleidelichten 85.0 decimeter; aandevvitte-
tonnenzijde 52.0 decimeter: verder binnen
waarts van af bovengenoemde lijn 50 meter
benoorden de lijn der groene geleidelichten
-— decimeter; op de lijn der gt oene geleide
lichten decimeter; 50 nieter bezuiden do
lijn der groene geleidelichten decimeter
grondslag voor getijseincn. bij gewoon laag
water, bij dag en nacht 85.0 decimeter,
Als grondslag van de getijscinen wordt ge
rekend 85 451 bjj gewoon laag water, zijnde
het minste water in de 110 51 breede vaar
geul, van GO M benoorden tot 50 nieter bezui
den de lichtenlijn.
De diepte op liet zuiden bedt aagt thans 09
«LM en in den Hoorn benoorden de lichtenlijn
70 dM bij gewoon laag water.
i
1
i
1 s
■w*