T Een verongelukt Huwelijk, A0. 1894, Zondag 7 en Maandag 8 October. N°. 8634. Tweede Blad F e u j I i e t o n. .A. ch. ten veertigste Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, Biniienlandsche Berichten. UIT GEVER: J. ODÉ. BtlIlRAC: BOTBRUTBilAl SO. Abonnementsprijs, per kwartaal franco per pose, door het geheele Rijk Afzonderlijke nommers 1.85. - 2.50. 0.10. Advertentieprijs van 110 gewone regels me inbegrip van eene Courant. f 1.10. Iedere gewone regel meer0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Zitting van 5 October. 'De Kamer hield heden vóór het hervatten •der afdeeiingswerkzaamheden een korte ver gadering. Daarna deelde de voorzitter mede, dat de commissie voor de verzoekschriften is samengesteld uit de hh.Smeenge, De Ras, Meesters, "Van Limburg Stirum en Van Bors- sele, en stelde, met goedkeuring der verga dering, tegen eene "Woensdag a.s. te halftwee ie houden zitting een zestal wetsontwerpen aan de orde, waaronder die betreffende den aanleg van een stoomtramweg" Samarang •Cheribonteruggaaf van het waarborgkapi taal voor den spoorweg SamarangCheribon ondei steuning van het weduwen-en weezen- fonds der officieren van de landmacht van bet Indische leger. De openbare vergadering is daarna ge scheiden. De voorgenomen vereeniging van de ge meenten Kralingen en Charlois met de ge meente Rotterdam en de verandering der grenzen tusschen laatstgenoemde gemeente en de gemeenten Overschie en JJselrnonde, waartoe drie wetsvoordrachten bij de ver tegenwoordiging aanhangig zijn, maakt eene nieuwe regeling noodig van bet rechtsgebied ■over die gemeenten zich uitstrekkende. Tot dat einde is bij wetsontwerp eene wijzi ging voorgedragen van de wetten van 9 April "1877 ter vestiging van een derde kantongerecht te Rotterdam met opheffing van het kanton gerecht te Ridderkerk. Tevens worden in dit ontwerp de gevolgen dier wijziging geregeld voor zooveel o. a. be treft de bij het kantongerecht te Ridderkerk aanhangige zaken, de ambtenaren aan dat kantongerecht verbonden en de notarissen in liet rechtsgebied van dat kantongerecht gevestigd. De verdeeling der gemeente Rotterdam in twee kantons levert reeds thans het bezwaar op dat het kantongerecht Rotterdam no. 2 meer en meer met werkzaamheden wordt overladen. De vermeerdering van werkzaamheden, die door de uitbreiding der gemeente Rotterdam het kantongerecht no. 2 te wachten staat, is niet gering. Door die uitbreiding zullen de werkzaam heden van het kantongerecht Rotterdam no. 2 in die mate toenemen, dat voor eene gere gelde en goede afdoening van zaken eene voorziening zou worden vereischt. Om derhalve te voorkomen dat het kanton gerecht Rotterdam no. 2 in de naaste toe komst niet meer aan ïijne bestemming zou kunnen beantwoorden, Is de eenige daartoe aangewezen weg de instelling van een derde kantongerecht te Rotterdam. Toch heeft een onderzoek de overtuiging geschonken dat opheffing van het kantonge recht te Ridderkerk met indeeling van het daartoe behoorend gebied voor een gedeelte bij het kanton Rotterdam no. 3 en voor een ander gedeelte bij het kantongerecht te Dor drecht, in het belang der justiciabelen is te achten. De financieele gevolgen van de aanneming van het in dit ontwerp neergelegde voorstel zullen zeer gering zijn. De instelling van een derde kantongerecht te Rotterdam zal geene uitbreiding van het getal ambtenaren van het openbaar ministerie veroorzaken. Tengevolge der opheffing van het kanton gerecht te Ridderkerk wordt liet rechtsgebied van het kantongerecht te Dordrecht uitgebreid met de gemeenten Heer-Jansdam en Hendrik- Ido-Ambacht. Eene aanbeveling voor kantonrechter van het nieuw te vestigen kantongerecht Rotter dam no. 3, evenzeer bij de eeiste benoeming als bij latere vacaturen, wordt aan de arron- dissements-rechtbanlc te Rotterdam opge dragen. SCHIEDAM, 6 October 1894. Het Vaderland is van oordeel, dat door het sneuvelen van den troonopvolger op Lom bok, de keuze tusschen de handhaving van het vorstenhuis en rechtstreeksch bestuur veel eenvoudiger wordt. Handhaving toch van een vorstenhuis, waar geen vorat meer is, heeft geen zin. ïTegen het rechtstreeksch bestuur behoeft men te minder op te zien, omdat het schrik beeld van de groote kosten, waarmede ge schermd werd, ongegrond is. Terecht is dit aangetoond door den heer Kielstra in het Handehblad, die Bali en Palembang aanhaalt als voorbeelden, dat juist het directe bestuur onze inkomsten doet stijgen, terwijl bijv. Borneo's Westkust met het overal heerschend zelfbestuur financieel een lastpost is. Dat Lombok, een klein landje met naar het schijnt vruchtbaren grond, op den duur een lastpost zou zijn, is niet aannemelijk, eu de bestuurs- uitgaven bij direct bestuur kunnen niet veel meer kosten dan bij indirect bestuur, dat bij de daar bestaande verhoudingen toch zeer zeker een zorgvuldige en voortdurende controle in zich zou sluiten. Over de onvermijdelijk heid der expeditie kan men verschillend blij ven denken, maar hoe, nu het er eenmaal toe gekomen is, een andere uitweg is te vin den dan rechtstreeksch bestuur, verklaren wij niet te begrijpen." Het Vaderland komt ook ten sterkste op tegen beschouwingen als in het (Amsterdam- sche) Dagblad, dat de expeditie vergelijkt met die naar Flores, de heeren Van Houten en Cromer om hunne veranderlijke houding gispt en de Baliérs in bescherming neemt tegen de beschuldiging van verraderlijk te hebben gehandeld. pNaar Flores gingen wij om tin te zoeken, naar Lombok om een schandelijk onderdrukte bevolking, die ons om uitredding smeekte uit den nood, te hulp te komenziedaar een niet geheel onbeteekenend verschil. En hoe veel sympathie men moge hebben voor ïneti- sclien, die hun land verdedigen, men mag niet vergeten, dat de Baliërs niet hun land, maar het door hen overheerschte en onder drukte land verdedigen, en dat zij ons hebben aangevallen, nadat zjj zich volledig hadden onderworpen. Als men behoefte gevoelt, liet wierookvat te zwaaien voor de vijanden van Nederland, dan kan men nog wel waardiger subjecten vinden Jan deze heeren." De heer J. Hendrik van Balen doet in het Dagblad voor Den Helder een beroep op allen om ook iets te doen voor de niet-wettige kinderen van gesneuvelde Indische officieren. Hij herinnert aan de huishoudster van Toontje Poland ten betooge hoe die vrouwen haar tijdelijke echtgenooten ter zijde staan. De heer Van Balen wereclit dat zich voor dit doel commission vormen, die dan een hoofdbe stuur kunnen benoemen. Hij is inmiddels be reid giften voor deze bestemming te onlvaDgen. In verband met de beslissing, genomen op de te Zwolle gehouden landelijke meeting tot opheffing van het privaatbezit, heeft de 10. Terwijl nu het eene rijtuig na het andere het hek binnenrolde en voor de vensters eene heele partij van vreemde gezichten werd opge steld, liep ik als bezeten door den tuin, vertrapte met mijne mooie vei lakte schoenen de herfst- bladers, en liet mij de tranen over de wangen biggelen. Maar dit genoegen duurde niet lang. Men riep naar mij van alle kanten. Ik ging dus het huis in. De oude dol van blijdschap, dat hij al zijne gewezen vijanden en tegenstanders, allen die hij ooit afgesnauwd, beleedigd en voor het hoofd gestooten had, nu als gasten om zich heen zag de oude liep van den een naar den ander, kneep een ieder de handen murw en ztvoer allen menschen eeuwige liefde. Ik wilde een paar vrienden begroeten maar daarvan mocht niets komen. Met een groot misbaar duwde men mij in de achterkamer, waarnaar het heettemijne bruid mij wachtte. Daar stond zij. Geheel in witte zijde. De bruidssluier als eene wolk om haar heen. De mirtenkrans zwart en stekelig op haar hoofd. Ik moest eene seconde lang de oogen sluiten zóo schoon was zij. Zij stak mij hare beide handen toe en zeide Ben je tevieden?" Daarbij keek zij mij zoo zacht en gelaten aan, en haar mooie gezichtje met den glimlach er op was als een marmeren masker. Toen overweldigde mij mijn geluk en mijn schuldbewustzijn. Ik had voor haar op mijn knieeti wilien vailen en haar om vergiffenis willen stneeken, dat ik het waagde haar voor mij zeiven te begeeren.Maar ik schaamde mij, omdat hare moeder achter haar stond. En bruidsjuffers on m'•er dergelijke bespottelijk heden waren er ook by. Ik stamelde dus maar iets, wat ik zelf niet verstonden aangezien ik verder niets wist te zeggen, ging ik wat op en neer loopen en knoopte mijne hand boenen steeds maar open en dicht open en dicht. Mijne aanstaande schoonmoeder, die ook niet wist wat zij zeggen moest, frommelde wat ?an de plooien van den sluier en keek mij af en toe half verwijtend, half bemoedigend zoo van ter zijde aan. Bij eiken rondgang kwam ik langs eenen spiegel, zoodat ik er wel in kijken moest, of ik wilde of met. Ik zag dan mijnen kalen schedel en mijne kreeftroode wangen en de wrat onder mijnen linker mondhoek. Ik zag mijn kraagje, dat veel te nauw was hoewel van het grootste nummer en ik zag mijnen rooden, dikken hals, die rondom als eene krop over den witten boord heen zwol. Dit 'alles zag ik en bij elk orakeeren over kwam mij een gevoel, dat half waanzin en half ridderlijkheid was, alsof ik baar toeroepen moest vEibarm je over je zelve! Nog is het tijd, Jolanthe 1 Laat mij loopen 1" liet is waar, ik zou die woorden nooit over mijne lippen hebben gebracht, al was ik ook duizend jaar zoo heen en weer blijven loopen. Maar niettemin had ik eene gewaarwording alsof mij bij een stellig voornemen de pas afgesneden werd, toen de oude Krakow zoo vlug als een wezel naar binnen kwam geloopen en ons beiden toeriep Vooruit nu! De dominee wacht!" Ik bood haar den arm aan de vleugeldeuren vlogen voor ons open. Gezichten 1 gezichtenEindelouze massa's gezichten, op en tegen eikander gedrongen, als aan elkander vastgekleefd En zij allen staarden mij spottend aan, alsof zij zeggen wilden «Hunckel, je maakt je belachelijk Er had zich eene opening gevoimd, door welke wij heenschreden. Het was doodstil. Alles scheen den adem in te houden, en ik dacht zoo bij mij zehen: »'t Is wel vreemd, dat niemand het uitpioesi!"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 5