A0. 1894. Zondag 28 en Maandag 29 October. N°. 3649. JEerste Blad -A. clitenveertigste Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, uitgëyer7",l odé. Bnitenlandsche Berichte». duitschland. Abonnementsprijs, per kwartaal 1.85. franco per post, door het geheele Bijk2.50. Afionderlijke nommers0.10. BUREAUS «OTKRSTRAAT 7 O. Advertentieprijs: van 110 gewone regels me inbegrip van eene Courant. 1.10. Iedere gewone regel meer. - 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Dit nummer bestaat uit drie blade n. Wegens dringende staatsbezigheden heeft de keizer een op gisternamiddag bepaalde reis naar Blankenburg er aan gegeven. Men verneemt dat Caprivi gisternamiddag rijn ontslag heeft aaugeboden en dat dit is aaugenonien. Volgens de K'óln. Ztg. heeft ook de minis- ter-piesident Eulenburg om ontslag verzocht, is ook dit door den keizer aangenomen. Eene bevestiging van de geruchten is er nog niet. Maar tegengesproken zijn de ge ruchten evenmin. Het gerucht dat Miquel tot rijkskanselier 20U zijn benoemd, is ongegrond. Het bericht van de Kóln. Ztg. dat ook Eulenburg zijn ontslag zou hebben aangeboden, vindt in wel onderrichte kringen geloof. Volgons de F.ö'.n. Ztg. zou de rijkskanselier zijn ontslag reeds Dinsdag hebben ingediend, en zou de keizer bet in de heden plaats gehad hebbende audiën tie hebben ingewilligd. De Berlijnsche correspondent der N. B. Ct. schrijft van gisteren: De door den keizer aangenomen dubbele ■demissie van Caprivi en Eulenburg wekt na tuurlijk veel opzien. Gisteren heette het nog algemeen, dat de voornaamste punten betref fende de legislatorische bestrijding der Um- ■sfttrr-parlijen, waarover men het in den mi nisterraad niet eens was, naar den zin van ■Caprivi waren beslist. Maar thans wordt het volgende bekend. Daar Caprivi in den Pruisi- schen ministerraad over liet* algemeen een sterken tegenstand vond tegen de gematigde opvattingen waarvan hij bij de behande ling van de verscherping der bestaande wetgeving blijk gafrichtte bij reeds Dinsdag een eerste verzoek om ontslag aan den keizer. Daarop bezocht de keizer hem en had een onderhoud van een uur met hem, waarin hij Caprivi's standpunt goed keurde, zoodat deze zijn verzoek om ontslag introk. Intusschen had de rijkskanselier tot ondersteuning van zijn positie de leidende ministers der Duitsche bondsstaten tot een conferentie te Berlijn uitgenoodigd, welke conferentie gisteren plaats bad. In deze con ferentie verklaarde de meerderheid van deze ministers dat zij het met Caprivi eens waren, ■alhoewel enkele wenschen naar een scherper optreden niet werden ondei drukt. Van den anderen kant verklaarden eenige Zuid-Duitsche stemmen zich zelfs tegen elk scherper op treden van het rijk door middel van wijziging der wetgeving. In elk geval bleef Capriv, met zijn plan van een gematigd handelen door eene overeenkomstige verandering bin nen de perken van het algemeene recht, overwinnaar. Daarop bood de Pruisische minister-presi dent Eulenburg zijn ontslag aan. Maar nu gebeurde het dat de tegenwoordig zijnde leidende ministers der Duitsche bonds staten tegelijk nog eene voor Caprivi onaan genaam verrassende anderezaak ter spiake brachten, daar zij opnieuw van de definitieve regeling der financieele vei houdingen tus- schen het rijk en de verschillende staten begonnen, te reppen, een eisch die, naar men weet, in de vorige zitting door den Pruirischen minister van financiën met groote energie is verdedigd, maar welke door Caprivi op gron den van parlementair beleid niet voldoende werd onderschreven, en mitsdien met behulp van den Rijksdag op de lange baan is ge schoven. Tegen den onverwachten aanval voelde Caprivi zich blijkbaar niet genoeg gewapend en opnieuw diende hij zijn ontslag in. Den keizer schijnt nu deze wending onver wachts gekomen te zijn en, tot ras beslissen geneigd, nam hij de twee demissies aan, die van Eulenburg en die van Caprivi, daarmee te kennen gevend dat hij Euienburgs stand punt in de bestrijding der revolutionnairen niet deelt en ten aanzien van de regeling der rijksfinaneien-kwestie niet geheel meer met Caprivi overeenstemt. Voornamelijk echter schijnt de dubbele demissie gelegenheid te moetan geven, de blijkbaar niet met succes beproefde afschei ding der twee betrekkingen van Duitsch rijks kanselier en Pruisisch minister-president te doen ophouden, zoodat zij weder in eene hand gebracht zullen woiden als men maar een goeden opvolger voor Caprivi vinden kan. Tal van namen zijn a! genoemd. Inzon derheid Hohenlohe, graaf Waldersee, de minister vart oorlog Bronsart, eventueel ook Miquel, maar iets dat men vertrouwen kan is nog niet bekend geworden. Hoe verrassend de geheele catastrophe gekomen is, kan o. a. hieiuit blijken, dat de keizer, gereed voor een groota jachtpartij naar Blankenburg, die op liet laatste oogenblik opgaf. Caprivi heeft reeds gisternamiddag onmiddellijk na de beslis sing des keizers, aan verscheidene politieke personen afscheidsbezoeken gebracht. Naar men weet, heeft de keizer onlangs bij de wijding der vaandels een merkwaar dige redevoering gehouden, waarin hij van een verandering der tegenwoordige halve bataljons in heele, dus van nieuwe verster king van liet leger gewaagde. Op in het oog vallende wijze heeft de officieele lieichsati- seiger deze rede doodgezwegen, waaruit kon blijken dat Caprivi van zulke plannen niet wilde weten. Eu terwijl de rijkskanselier reeds vroeger heel wat tegenstanders had in militaire klingen, werd zijn positie daardoor blijkbaar nog meer verzwakt. Naar de Kreuz-Zeitung meedeelt, is Dins dag de gezant van de Transvaal, jhr. Beelaerts var. Blokland, uit Den Haag te Berlijn ge komen, om met de regeering te spreken over het viaagstuk van de Delagoa-baai. De Zuid- afrikaansche republiek wilde voor alles be paald weten met welk oog het Duitsche rijk de veelvuldige kwesties die daarmee n ver band staan aanziet. Aangezien de gezant voor zijn vertrek van hier heeft verzekerd dat hij .zeer tevreden was over de ontvangst, kan n;cn met vrij groote zekerheid besluiten dat Duitschland, in overeenstemming met zijn i oeconomische belangen in Oost-Afrika, gene- gen is de aanspraken van de Transvaal te steunen en dus op de hand der Portugeezert is. De sociaal-democratische partijdag te Frank fort a/d. Main heeft in zijn gisteren gehouden vergadering het debat over de landkwestie ten einde gebracht, en wel met het aannemen van een motie van Schoenlarik en Vollmar, waarin gezegd wordtDe landkwestie is een noodzakelijk bestanddeel van het program i '_an alleen opgelost worden, wanneer de grond en de middelen tot bearbeiding aan de voortbrengers worden teruggegeven, welke nu als loonwerkers het land bewerken. De partij moet een afzonderlijk program voor de landkwestie opstellen en een landeommissie moet voorstellen daartoe gereedmaken voor de volgende vergadering. In die commissie werden 15 leden gekozen. F K A N K R IJ K. Tusschen den minister van eeredienst en den kardinaal-aartsbisschop van Parijs is een geschil gerezen. De minister weigert, die benoeming van den vicaris Odelin tot vicaris- generaal van Saint-Denis goed te keuren, ter wijl de kardinaal Odelin handhaaft. Het ge volg is, dat Odelin van den staat geen inko men ontvangt. De minister wensciit, dat de kaïdinaal onder zijn priesters een anderen titularis kieze, die even waardig is, de betrek king waartoe Odelin nu geroepen is, te ver vullen en dat het niet noodig was, een man te kiezen, die herhaaldelijk zich scherp ge kant heeft tegen de regecring. De Gaulois verhaalt dat de socialisten voort gaan de bewoners van bet Elysée het leven onaangenaam te maken, en zich weinig keurig toonen in de middelen die zij daartoe aan wenden. Mevrouw Casimir Périer maakt nu zelf de aan haar gerichte brieven niet meer open, maar dit wordt door een secretaris gedaan, daar zij voortdurend vereerd wordt met niet alleen vuile, maar ook met lugubre brieven, zooals een afbeelding van haar man met afgeslagen hoofd enz. De Temps bevat eenige uittreksels uit de bladen die op Madagascar verschijnen en on der den invloed staan van de regeering der Ilova's. De volgende passage is niet zonder gewicht: s> Frank rijk zal wel geen lust hebben, veel geld en bloed te offeren in een oorlog met Madagascar, en zich hier zulk een toe stand te scheppen als in Tongkin. Indien echter tegen alle verwachting de oorlog mocht uitbreken, zullen de Hova's weten te verde digen wat hun sedert eeuwen toebehoort. Te verwachten is ook, dat Engeland nauw zou toezien op de uitbreiding van Frankrijks invloed en in het belang der Engelschen al het mogelijke zou doen om dit voortschrijden te belemmeren". Voorts werd uiteengezet dat de regeering den heer Le Myre de Vilers, zoo deze meerdere waarborgen eisclien rnociit, zat autwoorden dat daarvan geen sprake zijn kan, en zich dus tot tegenweer zal toerusten. 1! L R 1 Morgen worden de verkiezingen gehouden voor de Provinciale Raden. Het getal leden voor geheel België is 055, als volgt over de provinciën verdeeld Antwerpen 73, Brabant 91, West-Vlaanderen 70, Oost-Viaanderen 93, Henegouwen 89, Luik 83, Limbuig eu Luxem burg ieder 44 en Namen 62. ENGELAND. De eerste minister lord Rosebery heeft te Sheffield eene redevoering gehouden waarin hij in lof uitweidde over den czaar, wiens dood den besten waarborg voor den wereldvrede zou wegnemen. Lord Rosebeiy ontkende dat de kabinetsraad over eene tusschenkomst in den Cliineeschen ooi log beraadslaagde, maar Enge land kan niet zonder zorg de mogelijkheid af wachten van de vernietiging van de centrale regeering in China, welke een verschrikkelij- ken chaos te voorschijn zou roepen. Na de eerste overwinning derJapanrers ontving de Engelsche legeering uit bevoegde bron het bericht, dat China bereid was om in eervolle vredesvoorwaarden tebewilligen. De regeering meende dat het haar plicht was om aan de Europeesche regeeringen en aan de Ameri- kaarisciie te vragen of zij meenden dat het mogelijk zou zijn vrede te sluiten. De ant woorden waren uiterst gunstig, maar een of twee achtten het oogenblik nog niet gekomen om voorwaarden voor te stellen. De Engelsche regeering heeft daarom genoemde voorwaar den niet op eigen gezag aan Japans ooideel onderworpen, omdat het de samenwerking der mogendheden van groot gewicht acht. Wat de kwestie van Madagascar aangaat, ook deze was volstrekt niet door het kabinet besproken, hoewel het van groot belang is, dat Madagascar zich hou de aan het bestaande tractaat, met erkenning van het Fiansche protectoraat. Rosebery kon niet ontkennen, dat in de laatste twee jaren oogenblikken waren voor gekomen, waarin de betrekkingen met Frank rijk zekere ongerustheid hadden gebaard maar die betrekkingen konden door verzoe ningsgezindheid worden verbeterd. De voor standers van een nederig en tot lager rang teruggebracht Engeland bestonden niet meer,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 1