Binneiilandsclie Berichten.
sloten gisteren met een extra trein naar
Livadia te vertrekken. De reis wordt vier
dagen onafgebroken voortgezetze gaat over
Calais en Weenen.
Alle feesten ter eere van den ophanden
zïjnden geboortedag van den erfprins, te San-
drinchem en elders, zijn geschorst.
ÏÜSLA1ID.
Uit St.-Petersburg wordt van gisteren ge
meld
De heden verschenen Begceringslode geeft
een overzicht van den loop der ziekte van
den czaar tot 26 October. De verontrustende
verschijnselen, die zich te Spala voordeden,
namen te Livadia af, zoodat de czaar staande
de godsdienstoefeningen kon bijwonen, en
nu tochtjes maakte. Later, toen de eetlust
verbeterde, namen ook de krachten merk
baar toe. Den 21 sten October werd den
czaar door den Protohierei Johann liet
Avondmaal toegediend. Den 22n kwam
prinses Alix aan, wat den czaar zeer opwond.
De daarop volgende nacht verliep evenwel
goed en na dien tijd was het verloop der
ziekte van dien aard, dat men weder goede
verwachtingen kon koesteren, zonder dat even
wel ernstige bezorgdheid was uitgesloten. De
czaar veronachtzaamt echter ondanks zijn
ziekte de staatsaangelegenheden niet. De troon
opvolger behandelt de loopende zaken. Over
de meer gewichtige beslist de czaar zelf en
onderteekent ook de desbetreffende stukken.
Gisternamiddag te 1 uur werd in de Izaiiks-
kerk te St.-Petersburg door den metropoli-
taan, ter zijde gestaan door de gezamenlijke
geestelijkheid der hoofdstad, een gebed opge
zonden voor het herstel van den czaar.
De laatste bulletins uit Livadia hebben te
Petersburg de gemoederen diep terneerge
slagen. De politiebeambten, die in de hoofd
straten gratis bulletins uitdealen, worden
door de volksmenigte letterlijk belegerd
evenzoo het redactiebureau van een dagblad
waar bulletins worden uitgegeven. De schouw
burgen zijn bijna ledig; soldaten ziet men
in het geheel niet op straat.
De commandant van het militair district
Petersburg had naar Livadia getelegrafeerd
dat een deel der troepen op den gedenkdag
van het ongeluk van Borki (29 dezer) voor
den keizer had gebeden. Het telegram van
antwoord luidde Hun Majesteiten betuigen
de troepen hun oprechten dank. Wladimir.
Het bulletin van gisteravond 10'A uur
omtrent den toestand van den czaar luidt
De algemeene zwakte en de zwakte van
den pols nemen duidelijk toe en de ontste
king van de linkerlong houdt aan.
De stedelijke gouverneur van Odessa heeft
een aantal personen laten arresleeren, om
dat zij openlijk verklaarden te gelooven dat
de czaar reeds overleden is en dat zijn dood
om politieke redenen stil wordt gehouden.
Het feit dat dergelijke geruchten ingang
vinden, is een bewijs dat het publiek zoo ge
woon is de waarheid verborgen te zien door
de autoriteiten, dat het geen geloof hecht
aan de officieele bulletins.
Zaterdag zijn in al de synagogen van het
rijk gebeden opgezonden tot den sGod der i
vaderen", voor het herstel van den czaar.
Het hedenvoormiddag te negen uur uit
Livadia ontvangen bulletin luidt: De czaar
bracht hedennacht zonder te slapen door. De
ademhaling gaat uiterst moeilijk. De klop
van het hart wordt hoe langer hoe zwakker.
De toestand is uiterst zorgelijk.
OOSTENltlJ K-H O N Gf A R IJ E.
"Voor het Oostenrijksche coalitie-ministerie
kunnen de gebeurtenissen in Istrië ernstige
gevolgen hebben.
Zooals men zich herinneren zal, waren de
bordjes met Itaüaansche opschriften aan het
paleis van justitie te Pirano door andere met
Itaüaansche en Slavische namen vervangen. De
bevolking hield oproerige betoogingen, de hulp
der militaire macht moest ingeroepen worden
en de rust werd eerst hersteld toen de Itaüaan
sche opschriften in eere hersteld waren.
Het voorval had een interpellatie in de Ka
mer ten gevolge. De minister van justitie, de
markies Von Bacquehan, die het besluit
betreffende de opschriften, naar het schijnt
zonder voorkennis zijner collega's, genomen
had, hield een lange rede, waarin hij merk
waardig weinig zeide. Hij merkte alleen op,
dat de regeering vast besloten was haar ge
zag te handhaven, waaruit men zou kunnen
opmaken dat de opschriften in twee talen des
noods met geweld ingevoerd zullen worden.
Het zenden van een compagnie soldaten naar
Pirano schijnt deze opvatting te bevestigen.
De Itaüaansche afgevaardigden hebben ver
klaard dat, ingeval de regeering bet besluit
van den minister van justitie handhaaft, zij uit
de club-Coronini zullen treden. "Vermoedelijk
zal deze club in dit geval geheel uiteenvallen
en voor de coalitie-meerderheid verloren gaan.
I T A I I E.
De Biforma meldt, dat de madhi in het
voorjaar Ka«sala zal aanvallen; hij denkt dan
12,000 man bijeen te hebben, terwijl de
Italianen 7000 man sterk zijn.
C H I J A.
Uit Tienstin wordt van gisteren gemeld
Kapitein Von Hanneken is naar Peking
vertrokken. Hij zal er ontvangen worden dooi
den keizer, die van hem hooren wil hoe het
met leger en vloot werkelijk staat. Von
Hanneken zal den keizer eene memorie aan
bieden, waarin hij hervormingen van leger
en vloot aanbeveelt.
De raad van censoren te Peking heeft een
onderzoek ingesteld naar de bedriegerijen,
waaraan Sheng, de hoofdmandarijn van
Tientsin, zich bij den aankoop van geweren
heeft schuldig gemaakt. Al zijn eigendommen
zijn in beslag genomen en verzegeld, in af
wachting van hetgeen de keizer omtrent den
ontrouwen mandarijn zal beslissen.
Naar de Times uit Tientsin verneemt, moet
er een verwoede strijd aan de ontruiming
van Kiulencheng zijn voorafgegaan. De Chi-
neesche strijdmacht aldaar heet grootendeels
vernietigd. Generaal Roeng's rapport prijst de
dapperheid zijner troepen, welke nochtans
niet opgewassen bleken tegen des vijands
betere tucht en meerderheid in geschut. De
Chineesche regeering neemt op zich de op
perste nationale leiding van zaken, tot dus
verre aan Lï-Hung-Chang toevertrouwd. De
keizer ontbood Von Hanneken naar Peking
tot eene conferentie over ooilogszaken.
Er is geen Russische vloot te Tschefu bij
eengetrokken. De vreemdenvloot aldaar be
staat uit verschillende nationaliteiten. De uit-
heemsche officieren zijn niet bij de Chineesche
marine teruggekeerd, in afwachting eener
nadere vaststelling van hunne dienstconditiën.
De Londensche bladen bevatten gisteren
een telegram uit Shanghai, naar luid waarvan
een besluit is afgekondigd, dat stoomschepen
rechligt, rijst naar Chineesche havens te ver
voeren. De vergunning wordt echter geacht
te laat te komen. Men vreest voor een hon
gersnood bij gebrek aan rijst in dezen winter.
De generaals Jeh en Weh zijn gedegradeerd,
omdat zij te Pingjang met hunne soldaten
zich teruggetrokken en daardoor de nederlaag
veroorzaakt hebben.
JAPAN.
Uit Jokohama wordt van gisteren gemeld
Na de overwinning te Kiulencheng namen
de Japanners Andong, waar zij twintig kanon
nen, benevens veel geweren en munitie von
den. Een detachement veroverde Tatungkas.
Het Japansche eskader, verwittigd van het
vertrek van den vijand uit Wei Hai Wei,
is te zijner vervolging vertrokken.
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL.
Algemeen is in de afdeelingen der Kamer
met bevreemding en ergernis vernomen,
dat in de jaren 1888—93 voor aanschaffing
van kleeding en uitrusting voor miliciens
wegens de verlenging van diensttijd, buiten
de begrooting f 1,400,000 is uitgegeven.
Men begreep niet hoe 't mogelijk is geweest,
zulke groote uitgaven buiten de begrooting
te doen. Zijn, zoo vroeg men, te dezer zake
onregelmatigheden gepleegd, welke aanleiding
geven tot verhaal van de gedane uitgaven
op degenen die daartoe hebben medegewerk',
en tot het instellen van eene strafvervol
ging Daaromtrent wilde men reeds de 2lijk
inlichting, onafhankelijk van de door den
min. van financiën toegezegde regularisatie-
wet. Tot die toezegging alleen had de minister
zich niet belmoren te bepalen. De zaak scheen
toch ernstig genoeg om te vermelden of en
in hoeverre maatregelen te nemen zijn naar
aanleiding van het voorgevallene en ter voor
koming vau dergelijke misbruiken voor 't
vervolg. Eenige andere leden vonden in het
gebeurde aanleiding' om op herziening der
wet op de ministerieele verantwoordelijkheid
aan te dringen.
SCHIEDAM, I November 1894.
Blijkens regeeringstelegram is door Hare
Majesteit de Koningin-Regentes aan den heer
P. J. van Dijk van Matenesse, op zijn verzoek,
met ingang van heden, 1 November, eervol ont
slag verleend als burgemeester van Schiedam,
De minister van waterstaat, handel en
nijverheid heeft bepaald, dat het goedkeu-
ringsmerk gedurende het jaar 1895 te bezigen,
zal zijn bij den ijk en den herijk der maten
en gewichten de letter in den gewonen
schrijfvormbij den ijk en den herijk der
gasmeters de koninklijke kroon. Het merk
van het ijkkantoor, waar de eerste stempeling
heeft plaats gehad, bestaat voor het ijkkantoor
te Rotterdam, waaronder Schiedam ressor
teert, uit het cijfer 6.
Teruggaaf van accijns voor suiker, gebezigd
voor bereiding van eetwaren en dranken, die
naar het buitenland worden uitgevoerd, wordt,
volgens kon. besluit van 30 Dec. 1881 (no.
160), verleend als de goederen, die met het
zelfde consent worden uitgevoerd, minstens
50 kilo suiker bevatten. Dit cijfer is thans bij
kon. besl., gisteren in de St.-Ct. verschenen,
verminderd tot 20. Voor gecondenseerde melk
en vruchtengeleien zal teruggaaf geschieden,
als ze bij partijen van ten minste 48 bussen.
flesschen of potten worden uitgevoerd.
Uit Bern wordt gemeld De Zwitsersehe
bondsregeering heeft indertijd aan de daarbij
betrokken staten mededeeüng gedaan dat de
Nederlandsche regeering wenschte toe te
treden tot de besluiten der Berner conferentie
van Mei 1886, betreffende het goederenver
voer (in geplombeerde wagens) in het inter
nationaal verkeer. Thans heeft de bonds
regeering aan die staten bekendgemaakt, dat
er tegen de toetreding van Nederland geene-
bedenking is ingebracht.
Metalen Bruis en Citadelmedaille.
Het hoofdbestuur der verceniging Trouw
aan Koning en Vaderland" verzoekt ons het
volgende schrijven op te nemen.
land genoot en f
Wederom komen, zooals reeds eenige jaren
achtereen, eerlang belangstellende medebur
gers uit onzen naam tot U, om een gift te
vragen voor het doel, dat wij beoogen.
Dat doel is U bekend ondersteuning voor
behoeftigen, dragers van het Metalen Kruis
of de Citadelmedailie.
Let welbehoeftigen. Niet ieder, die
genoemde eereteekenen draagt, wordt door
ons ondersteund. Slechts zij, die door hun
omstandigheden bij ernstig onderzoek daaraan
dringend behoefte bleken te hebben, en dan
nog maar in zeer beperkte mate. Wij kunnen
nog niet de helft geven van wat, naar ons
oordeel, noodig, hoog noodig is.
Er wordt in deze dagen veel, zeer veel
gevraagd en de tijden zijn dus voor eerie in.
»Dan werpt ons de storm op de rotsen en
wij worden tot pulver geslagen."
Don Luigi zou wel hebben willen uitvaren
over de slechte inrichting der boot, maar vond
het toch maar weer beter zich stil te houden.
Hij zat nu eenmaal in het schuitje. Het schuim
van de steeds hooger gaande golven sloeg hem
om de ooren, onverschillig naar welken kant hij
zich wendde. Het werd hem angstig om het hart
en hij begon weer
»Zou het niet beter wezen, dat wij maar
terugkeerden
»Naar Capri?"
»Natuurlijk."
>En tegen den wind inzeilen Hoe komt ge
er bij Daar is geen donken aan. Wij moeten
zien den wal van Positano te bezeilen dat is
ons eenig behoud."
Dit waren de laatste woorden, die in de boot
gewisseld werdon. De wind werd zoo hevig, dat
de jongelieden elkaar niet meer konden verstaan,
ofschoon ze slechts een vademlengte van elkaar
zaten. Na eene poos haalde Checeo met alle
inspanning bet zeil naar beneden en gaf aldus
zijne boot prijs aan wind en golven, die hen
nu in zuidoostelijke richting dreven. Na nog
eene poos kregen zij den rotsigen oever in het
gezicht. Als het hun nu gelukte de hoog in zee
uitstekende landtong voor Positano voorbij te
sturen, dan zouden zij onder beschutting der
kust misschien nog zonder ongelukken kunnen
landen.
Die hoop zou niet worden vervuld. Na een
half uur van angst en bange vrees barstte het
onweder over hun hoofd los en ging gepaard
met een geweldigen plasregen, terwijl de wind
noordwestelijk werd en hen rechtstreeks naar de
golf van Salerno dreef. Don Luigi greep zelf
het hoosvat om het water uit te scheppen, dat
de boot dreigde te doen zinken. Checco wendde
bovenroenschelijke krachten aan om de hen be
dreigende rotsen voorbij te sturen, en toen het
gelukt was, bedreigde hen nog het niet geringe
gevaar de kleine haven van Positano voorbij en
op den oever te worden geslingerd.
Daar werd door een vreeseüjke golf hun
eenig weermiddel, het roer weggeslagen. Nu
zou, wat zij vreesden, onvermijdelijk gebeuren.
Madonna santissima riep Checco en keek
het wegdrijvend roer achterna.
En nu zwalkte het brooze vaartuig op de
hooggaande zee en zaten de beide schipbreuke
lingen uit te zien naar redding, onmachtig
als zij waren om iets voor hun behoud te doen.
De rotsige kust grijnsde hen, zoover het oog
reikte, tegen, de branding dreunde hen in de
ooren en vermengde haar dof gebrul met het
geweld van storm en onweer.
Op don oever zagen zij zich eenige menscben
bewegen, die hunnen nood zagen, maar niets
tot redding konden doen.
Don Luigi lag midden in de boot en werd
van de eene naar de andere zijde gerold. Hij
was zoo bleek als een lijk en wierp smeekende
blikken op zijn kameraad, van vvien hij nog
redding scheen te wachten. De «arme kerel"
was thans zijn eenige toeverlaat.
En toen weder een geduchte golf hun water
en schuim in het gezicht joeg, riep Don Luigi
nog: ïPas op! Pas op!" alsof het nog noodig
was om Checco op het gevaar opmerkzaam te
maken vervolgens werd de lichte boot door
een stortzee opgeheven en krakend en schurend
op de rotsen geslingerd.
Checco sprong er uit, klemde zich aan een
uitstekende* rotspunt vast en kreeg weer vasten
grond onder de voeten, ofschoon het water hem,
als trachtte het zijne prooi te achterhalen, tot
het middel opspatte. Eerst toen de golven hem
een oogenblik rust lieten, waagde hij het om
zich heen te zien.
Tot zijne ontzetting bespeurde hij dat zijne
boot, tusschen twee rotsblokken beklemd, in de
lucht hing. Don Luigi lag er nog in, maar bleek
en roerloos Checco dacht niet anders, dan dat
hij dood was.
(Wordt vervolgd.)