Jnder de Camorristen. A". 1894, 'aterdag 10 November. N°. 8658. I e u 11 e t o n. -A. eh. tenveert g* s t .T a a r g a n g. Versch nt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, UITGEVERÜ7 ODÉ. gailenlaudsclie Berichten. t 1.85, - 2.50. - 0.10. BIKGAI: BOTEKITBAAT 7 O. Advertentieprijs: van 110 gewone regels me inbegrip van eene Courant. f 1.10. Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemam. geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Abonnementsprijs, per kwartaal franco per post, door het geheele Rijk Afionderlijke nommers F R A N K R IJ K. In de Kamerzitting van Woensdag werden, na afloop der interpellatie over de leger- sterkte, door den heer Rouanet eenige vragen «edaan betreffende de vernieuwing van het octrooi der Fransche bank. De kwestie wekte weinig belangstelling, evenmin als de daarop volgende interpellatie van den heer d'Hugues, die over de beursspeculatiën sprak. Deze afgevaardigde wees op liet Panama-schandaal en dergelijke zaken en verzekerde dat de financiers machtiger zijn dan de ministers. »De Staat hangt van de geldmannen af zooals oen gehangene van het koord afhangt". En dan verwondert men zich nog dat zulke toe standen de anarchie aankweeken De minister Poincaré antwoordde dat de regeering slechts belooven kan, de wetsarti kelen op het beursspel toe te passen. Hierop werd de eenvoudige orde van den dag aan genomen. In de zitting van gisteren interpelleerde •de socialist Cornand de regeering over de .maatregelen genomen tegen ambtenaren die als leden van de algemeene (departementale) raden hun stem tegen de wet op de anar chisten hebben uitgebracht. Dupuy ant woordde dat die vota onwettig waren, en vraagt van de Kamer de handelingen der regeering goed te keuren. Na een zeer opge wonden beraadslaging wordt het voorstel om de handelwijze der regeering goed te keuren met 299 tegen 199 stemmen aangenomen. In den Parijschen gemeenteraad heeft de heer Fournière het voorstel gedaan, de rue Casimir Périer te herdoopen in«Rue d'Anzin". Maar met een meerderheid van vijf stemmen werd besloten over te gaan tot de orde van den dag. Roman van WALDEMAR URBAN. EERSTE HOOFDSTUK. 4. 'Maar waar blijven wij dan «Luister maar verder! Ik beloofde hem natuur- alles te doen, wat ik kon, en had ook werkelijk plan van avond nog voor de leus naar het slot to gaan." •bat dit niet gebeurd is, is zoo erg niet. De wen zouden misschien het geld geschikt 011 sn wij hadden op onze pootjes kunnen zuigen." toch moet het gebeuren, al ware het een om te verhinderen, dat Attilio zich zelf zijne moeder of zuster wendt. Natuurlijk ®oet de zaak een beetje onhandig worden aan gepakt, opdat de hulp uitblijft en Attilio ten ur T Te Toulon worden vijf groote transport schepen in gereedheid gebracht om naar Madagascar te vertrekken. Deze schepen kun nen elk ongeveer '1800 man overbrengen. Te Tamatave wacht de heer Le Myre de Nilers op nadere instruction van de regeering. De Franschen, die zich nog in het binnenland van Madagascar bevinden, trekken zich naar Majunga, op de oostkust, terug. Te Tanana rive waren de batterijen der Hova's reeds verlatenliet geschut was weggevoerd. De handelskantoren zijn gesloten. Een der raads leden van de koningin, verdacht met de Fran schen betrekkingen te onderhouden, wordt streng in het oog gehouden. Over de maand October is de opbrengst der directe belastingen 569,900 frs. beneden de raming gebleven. Er werd 4>/9 miliioen minder ontvangen dan in October 1893. DUITSCIIIAND. Met de verder verwachte ministerieele ver anderingen schijnt het moeilijk te gaan. Het maakt den indruk dat de Pruisische minister portefeuilles op het oogenblik een weinig be geerd artikel zijn. Evenmin als de heer Tessen- dorf wil de president van de Rijksbank Koch de portefeuille van justitie aanvaarden. Naar een nieuwen minister van landbouw wordt eveneens nog tevergeefs gezocht. De academiestad Jena heeft aan vorst Bis marck het eereburgerschap aangeboden, dat hij met erkentelijkheid aanvaard heeft. Het gemeentebestuur van Wiirtzburg heeft een gedenkteeken doen plaatsen op het graf der daar begraven Fransche soldaten. Het bestaat in een zuil, waarop een bronzen plaat met de namen der dooden en aan den voet versierd met een sabel-bajonet en een Fran sche képi, met lauweren omkranst. ZWEDEN. In het ministerie zijn eenige veranderin- slotte gedwongen is zich tot ons om hulp te wenden." »Gued dan. Ik wil in uwe plaats naar het slot gaan en met de jongedame praten." De jonge Castaldi zag zijnen vader verbluft aan en zeide een weinig verlegen «Maar daartoe is het nu veel te laat," «Waarom Om eenen broeder te redden komt men nooit van onpas." «Morgen is er weer een dag, en ik zal mij niet verslapen." «Waarom je zoo druk te maken. Het is toch eender of jij gaat of ik." «Neen papa, dat is niet hetzelfde. Gij moet niet vergeten, dat het een vriendendienst moet heeten, dien jongelieden elkaar bewijzen; gij zoudt als man van zaken optreden. Ook heeft Attilio mij een brief voor zijne zuster meegegeven en bedongen, dat ik hem in persoon zou over reiken. Ik ben morgen vroeg best in staat het bed te verlaten en naar het slot te gaan." «Ook goed," zei Castaldi op onverschilligen toon. «Schik jij het dan maar, maar op eene gen gekomen tengevolge van tie benoeming van baron d'Esaen, minister van financiën, tot grootmaarschalk, in plaats van den overleden baron De Bildt. De minister van staat, de beer Boström, heeft thans de portefeuille van financiën aanvaard, terwijl de heerWersall, gouverneur van Falun, als minister zonder portefeuille zal optreden. RUSLAND. De Köln. Ztg. vei neemt uit St.-Petersburg dat het huwelijk van den czaar eerst over drie maanden zal worden voltrokken en dat de grootvorst-! oonopvolger heden naar Abass Tuman in den Kauka.sus vertrekt om er den winter door te brengen. Voor de veiligheid der keizerlijke personen gedurende de reis zijn uitgebreide maatrege len genomen. Drie en een half regiment in fanterie zijn Zondag in Sebastopol aan land gezet, gedeeltelijk om zich langs de spoorweg- lijn te verspreiden. De geheime politie is ijveriger dan ooit en heeft dan ook al een en ander ontdekt, b.v» driageheime drukpersen, een te Kiëf, een te Chaikof en een te Nikolajef, en een massa opruiende geschriften. Meer dan tachtig personen zijn, in verband met die vondsten, in hechtenis genomen. Blijkens mededeeling van prof. Leyden aan een redacteur van het Seue Wiener Tageblatt heeft de opening van het lijk van den czaar duidelijk aangetoond, dat er hoegenaamd geen sprake van vergiftiging was, maar dat de ziekte werd veroorzaakt door eene chronische ontsteking der nieren, gepaard met vergrooling van liet hart, waarbij later nog ontsteking der linkerlong is gekomen. De maag van den lijder was evenwel normaal en, had hij vroeger gehoor gegeven aan prof. Leydens raad om toch voedsel te gebruiken, zeker zou hij zijn leven nog eenigen tijd hebben kunnen rek ken. Maar de czaar wilde aanvankelijk zij» wijze die toont dat je niet tevergeefs bij mij in de leer bent geweest." TWEEDE HOOFDSTUK. De wind was even snel gaan liggen als hij opgekomen was. Ook van het onweer was geen spoor meer overde zon bescheen even vriendelijk als gewoonlijk liet prachtige Capri en de zee was al bijna weer effen. Langs het rotspad, dat van de stad Capri naar de kleine haven van liet eiland voert, liepen twee deftig gekleede lieeren, wier salonlaarsjes niet gemaakt waren voor een weg als dien zij thans betraden, ja die eigenlijk op het eiland in het geheel niet tehuis schenen te zijn. Zij spraken het eigenaardig Napelseli dialect en deden zich in alle opzichten voor als echte Napolitanen. Hen kenmerkte die levendige, scherpe, altijd loerende bhk, die eenigszins kromme neus en die waskleuiige tint, die den bewoner van de wereldstad eigen is. Voor de prachtige, manshooge cacteeén, die hun pad aan tegenzin niet laten varen, en eerst toen liet te laat was begon hij zich, op aandringen van den priester Joann, weer te voeden. Wel volgde toen nog een korte beterschap, maar de voortdurende aankomst van bloedverwan ten en de godsdienstoefening op den gedenk dag van het spoorwegongeluk bij Borki waren voor het ondermijnd gestel te veel en deden den lijder spoedig weder instorten. Tot een kwartier vóór zijn dood bleef de czaar helder van geest; de doodstrijd duurde slechts enkele minuten. Over de behandeling van den lijder heeft tusschen de geneesheeren, met uitzondering van den onhandelbaren prof. Sacharin, geen verdeeldheid bestaan hunne diagnose is trouwens juist gebleken. De üovoya Tremya zegt,in zijne bespreking van het manifest van den nieuwen czaar, dat daar tusschen de regels meer te lezen staat dan men oppervlakkig in het artikel zou zien, en besluit zijn betoog met de volgende woorden «Het tegenwoordige Rusland is een zorgvul dig beweikte grond, waarin goed zaad een. rijken oogst zou brengen. Moge God den jongen keizer leiden, dat hij liet goede zaad zaait voor de welvaart en den roem van het vaderland. De hoop van de gelieele natie is thans op hem gevestigd. Zijn jeugd is geen hinderpaal voor hem om naar het beste te streven, voor allen vooral van zijn eerste dienaren te eischen, dat zij hun plicht doen. Integendeel, de jeugd is de leefiijd van idea len, van onbaatzuchtige gevoelens, van liefde voor recht en menschelijkheid. De Russische natie is tot dusver nog niet door te veel ge luk bedorven, en haar geluk te geven is geen moeilijke taak." O O S T E N R IJ K-H OSGARIJE. Het Oostenrijksche Huis van afgevaardigden heeft Woensdag met 170 tegen 26 stemmen besloten, tot de behandeling der artikelen beide zijden omgaven, noch voor de heerlijke omgeving hadden zij oogen. Daartoe waren zij al te zeer verdiept in hunne gesprekken, die hen bijna aanhoudend bezig hielden. «Waarom hebt gij toch zoo'n haast om naar Napels terug te lieeren V' vreeg do jongste van de twee. «Hebben wij onzen tijd bier niet kostelijk besteed Na zulk een fortuintje mogen we ons, dunkt mij, wel een beetje rust gunnen." De andere sprak niethij scheen pas te hooren, wat zijn kameraad zeide. Uit zijne vaste trekken en de strak naar den grond geslagen blikken sprakon zelfbewustheid en wilskracht, die dezen man, als men zijne gunst verbeurde, tot een gevaarlijken tegenstander konden maken. «Hoort ge niet, wat ik zeg, Don Romeo Y' vroeg de jongste. Bij het noemen van dien naam richtte de andere het hoofd op en zeide op barschen toon «Ik vind het belachelijk de raenschen elk oogeri- bltk bij hunnen naam te noemen. Wat beteekent zoo'n naam Men zit er aan vast, als de liond

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 1