A0. 1894.
Woensdag 21 November.
N°. 8665.
Tweede Blad.
iAWNALËlmJTÏR
KENNISGEVING.
F e u 11 e t o n.
Onder de Camorristen.
■A. cli t e nveertisfste
J a a r a* a n sr.
Versch nt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
UIT GEVERS J. ODÉ.
Bliinenlandsclie Be 1*ieliten.
O
Abonnementsprijs, per kwartaal
Franco per pose, door het geheele^Rijk
Afzonderlijke nommers
laoo—Bcg—i
t 1.8S.
- 2.50.
- 0.10.
B 8' 15 E A O BOfKKlTttAAV 9 O.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels me
inbegrip van eene Courant. f 1.10.
Iedere gewone regel meer. 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam
Gelet heboende op Art. 0 van het Koninklijk besluit
van den 17u December 1801 (Staatsllcul No. 127),
gewijzigd bij dat van den 22n Juli 1892 (Staatsblad
No. 170)
Roepen op, allen die genegen mochten zijl als
VRIJWILLIGERS bij de NATIONALE MILITIE
ill dienst te treden, om zich te dien einde voor
1 December aanstaande ter gemeente-secretarie aan
te melden.
De bepalingen der wet betrekkelijk de Nationale
Militie van '10 Augustus 1861 Staatsblad no.
72)laatstelijk gewijzigd bij de wet van 1
April 1892 Staatsblad no. 50) zijn, ten aanzien der
vrijwilligers, de volgende:
«Art. 11. Om vrijwilliger bij de militie te zijn,
«moet men ongehuwd of kinderloos weduwnaar en
«ingezeten wezen, voorts lichamelijk voor den dienst
«geschikt, ten minste 1,56 el lang, op den (sten Januari
«van het jaar der toelating als vrijwilliger het 19e
«jaar ingetreden zijn en het 35ste jaar niet volbracht
«hebben, tot op liet tijdstip der toelating aan zijne
«verplichtingen ten aanzien van de m'litiezoover die
«te vervullen vvaion, voldaan en een goed zedelijk
«gediag hebben geleid.
«Het bezit van die vereischtenmet uitzondering
«van de lichamelijke geschiktheid en van de gevor
derde lengte, wordt bewezen door een getuigschrift
«van den Burgemeester der woonplaats.
«Dat getuigschrift is ingelicht in den door Ons te
«bepalen vorm."
«Ait. 12. Hij, die voor de militie is ingeschreven
«wordt slechts als vrijwilliger toegelaten voo de
«gemeente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij
vgeene verplichtingen ten aanzien van de militie meer
«te veivullen hebbe."
«Art 13. Hij, die bij de zeemacht, bij het leger bier
«te lande, of bij het krijgsvolk in 's Rijks overzeesche
«bezittingen heeft gediend, wordt niet als vrijwilliger
«bij de militie toegelaten, tenzij hij bij hef verlaten van
uien dienst, behalve een bewijs van ontslagvan den
«bevelhebber, onder wien hij laatstelijk heeft gediend,
«een getuigschrift hebbe ontvangen, inhoudende, dat
«hij zich gedurende zijn diensttijd goed heeft gedragen.
«Ilij kan, heeft hij dit ontvangen, totdat zijn veer-
«tigste jaar volbracht is, als vrijwilliger bij de militie
«vvoiden toegelaten."
Wijders brengen zij ter kennis van de belangheb
benden. dat tot het opmaken van het getuigschrift,
bedoeld bij bovengemeld art. 11, dagelijks ter secretarie
de gelegenheid is opengesteld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 19den November 1891.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VISSER, Fd. B.
De secretaris,
VERNÈDE.
.SCHIEDAM, 20 November 1894.
Men schrijft uit Schiedam aan het Tad.
Nadat de gemeente-ontvanger B. was ont
slagen, besloot de raad zich tot Ged, Staten
te wenden met het verzoek om de jaarwedde
van den ontvanger, die f2S00 bedroeg, op
2200 vast te stellen. Dat college is daarop
niet ingegaan. Het wilde van geen verminde
ring van jaarwedde weten. Vervolgens heeft
de raad ter elfder ure, en wel in dezelfde
zitting waarin de nieuwe ontvanger werd be
noemd, vooruit nog even diens instructie ge
wijzigd en bepaald, dat hij voor eigen reke
ning zich een brandkast moest aanschaffen
en dat hij het kantoor bij zich aan huis moet
hebben.
Een bepaald besluit, dat hij voor eigen
rekening een klerk moet aanschaffen, is met
genomen. De door de gemeente bezoldigde
klerk, dien de ontvanger bad, gaat naar een
andere afdeeling der secretarie over en er is
geen andere in zijn plaats benoemd. Wil de
nieuwe ontvanger dus hulp hebben en hij kan
alleen het werk niet af, dan moet bij die
uit eigen zak betalen. Men heeft dus langs
een omweg bereikt wat Ged. Staten hebben
geweigerd.
Dit moet dan ook de reden zijn waarom de
heer V. voor de benoeming heeft bedankt.
dat het saldo van 's rijks schatkist op 17
dozer bedroeg
bij de Nederlandsche Bank f 706.5o0.79V2
en bij de betaalmeesters. - 2,076,937.41)4
Te zameu 2,783,488.21
De minister van financiën maakt bekend
Het blijkt uit de in De Ingenieur opge
nomen bescheiden, dat het ongunstig advies
van het gemeentebestuur van 's-Gravenhage
omtrent de concessie-aanvrage De Mos voor
een binnenhaven te Scheveningen berustte
op de onderstelling, dat na verloop van tijd
de i eeders en visschers zich nabij de Nieuwe
Haven nabij den Maasmond zouden gaan
vestigenen voorts op het bezwaar, dat
alleen de haringvisscherij en niet ook de
verschvisscheiij door het plan zou worden
gebaat.
Hunnerzijds hebben dijkgraaf en hoogheem
raden van Delfland bet plan onaannemelijk
verklaard: 'lo. om de verontreiniging van het
boezemwater door de vervuiling van de bin-
i. 'i. haven; 2o. om de onmogelijkheid om den
boezem op peil te houdenen 3o. om de on
mogelijkheid om te voorkomen, dat brak
water op Delflands boezem wordt gebracht.
Deze laatste bezwaren worden in hoofdzaak
ook gevonden in het rapport van den inge
nieur van Delfland.
De Haagsche kouter van de Pr. Qron. Ct.
geeft onder meer het volgende te lezen
Velen dwepen gaarne met de lente, waar
van ons Koninginnetje zulk een rein en liefe
lijk beeld is. «Koninginnetje" is haast te
kinderachtig voor eene jonkvrouw van 14 jaar,
die onlangs zich aan Hare Moeder beklaagde,
dat Zij zich niet meer zoo tot Hare poppen
voelde aangetrokken als vroeger. Hare Moeder
zei toen, dat het zoo met meisjes op dien
leeftijd gewoonlijk gaat, daar elk tijdperk zijne
eigenaardige uitspanningen heeft. Het jonge
Vorstinnetje berustte er in, al hinderde haar
misschien ook die onwillekeurige ontrouw aan
Hare veelgeliefde poppen. In elk geval gaf
Zij Hare Moeder het verlangen te kennen
naar eene groote glazen kast, waarin Zij al
hare poppen gezamenlijk als in een groot
mausoleum plaatsen kon. Op Haren jaardag
heeft Zij nu van Hare Moeder een dergelijke
glazen kast gekregen, en als Zij er langs
komt, knikt Ze haar poppen even vriendelijk
toe, alsof Zij wilde zeggenwe vergeten
elkaar daarom niet
Vooral van dieren houdt Koningin Williel-
mina bijzonder veel, en zelfs heeft Ze zich
in Hare extase over haren trouwen hond eens
uitgelaten, dat zij dieren interessanter vindt
dan menschen. In dit opzicht reikt /.ij Bvron
de hand, die het grafschrift voor zijn hond
aldus eindigde»Dit grafgesteente is opge
richt ter nagedachtenis van een vriendik
hei er slechts een gekendhier rust hij."
Ik geloof dat weinig Vorstenkinderen eene
deugdelijker en eenvoudiger opvoeding krij
gen dan onze aanstaande Koningin, dank zij
het verstandig inzicht der Regentes. Toch is
er iets zeer bijzonders, iets buitengemeens,
iets koninklijks, hetzij in de houding of den
toon van het jeugdige Vorstinnetje, dat de
lioogc afkomst verraadt.
Weldra zal het Noordeinde in Den Haag
weder greoter leven en vertier door den te
rugkeer der Koninklijke familie erlangen.
Voor tal van Hagenaars is dat eene heerlijk
heid, want hun geduld om liet uitrijden of
de terugkomst der jeugdige Koningin af te
wachten en haar eene enkele seconde te
mogen zien, blijkt onuitputtelijk. Er zijn vaste
klanten onder, die dagelijks post vatten,
vooral dames van zekeren leeftijd.
In de laatst gehouden vergadering van het
hoofdbestuur van den anli-dienstvervanging-
Roman van WALDE MAR URBAN.
7.
Hertogin Cesina was negentien jaar. Ook
andere indrukken dan die der natuur of der
muziek deden, vooral in de eenzaamheid, haar
hart van sroaitelijk verlangen kloppen, maar
was veel te veel vrouw van de wereld om daarvan
in gezelschap blijk te geven.
Hertogin Cesina zat op haar torenkamertje
voor het open venster te luisteren naar het
eigenaardig gesuis van den wind door de toppen
der hooge pijnboomen, tegen de helling van den
heuvel geplant, waarop liet slot troonde. Eene
mandoline, waarop zij zooeven gespeeld had,
was van de chaiselonguewaarop zij in half
liggende, half zittende houding rustte, op den
grond gegleden en hare donkere, dwepende oogen
zwierven droomerig over het landschap, dat zich
aan hare voeten uilbreidde.
Plotseling trad hare vrouwelijke bediende
binnen en stoorde haar in hare zoete droomerijen.
»Wat wilt gij, Concettaï"
Het meisje trad nader en reikte hare meesteres
een visite-kaartje over.
«Er is een heer, die u wensclit te spreken,
freule," zeide zij.
Een weinig ontevreden nam de jongedame het
kaartje aan en las den naam.
«Luigi Castaldi uit Napels?" vroeg zij, «wie
is dat en wat wil die? Ik ken dien man niet."
«Het is een jong heer, die den arm in een
doek draagt en zegt dat hij eene boodschap van
hertof Attilio aan u heeft."
sVan Attilio Vreemd Stuurt Attilio mij nu
zulke vreemde lui?" Misnoegd en nog half en
half aarzelend voegde zij er b «Laat hem
hier komen."
Cuncetta ging en spoedig daarop trad Don
Luigi in al den glans van zijne Napolitaansche
toeiusling de kamer in. Nu vooral had hij zeer
veel werk gemaakt van zijn toilet. Hij gaf zich
alle moeite zijn hinkenden gang te verbergen,
maar het gelukte hem slecht.
Hertogin Cesina stond dadelijk op en zag den
jonkman even aan.
«Gij komt met tijding van mijn broeder,
mijnheer Castaldi vroeg zij op beleefden maar
afgemeten toon.
»Ja, mejuffrouw, daaraan dank ik het geluk
met u in aanraking te komen."
«En wat heeft Attilio mij te zeggen
«Dat zal u deze brief zeggen, dien hij mij
voor u medegegeven heeft."
Ilij reikte haar een verzegelden brief over,
dien zij met onverschillig gebaar aannam en
openbrak. Men kon het haar duidelijk aanzien,
dat dit bezoek haar zoo niet hinderlijk, toch
onaangenaam was. Dat bespeurde ook Don Luigi
zeer goed, maar hij geloofde dat zij zich opzet
telijk zoo hield. Hij verbieldde zich, dat der
jonge hertogin, niet misdeeld van geest en
schoonheid, in hare afzondering te Positano het
bezoek van een beschaafd jongmensch uit de
stad niet dari welkom kon zijn.
«Ik p doof, mejuffrouw," vervolgde hij op
gemaakten toon, «dat mijnheer uw broeder een
dienst van u vraagt, dien gij hem immers gaarne
zult bewijzen
Cesina had den brief opengevouwen, en las
o Lie [sla zus
Ik heb bij het spel klop gehad en eene vrij
groote som noodig, die moeder mij door uwe
bemiddeling moet verschaffen. Gij behoeft haar
slechts te zeggen, dat zij mij door tusschenkomst
van brenger dezes een wisse! doe toekomen op
haren bankier te Napels. Het bedrag, dat ik
momenteel niet precies ken, vul ik zelf in. Mijn
lieve zusje zal mij dit pleizier immers wel willen
doen Zeg vooral aan vader niets en verscheur
tot meerdeie zekerheid dezen brief, als gij hem
gelezen hebt.