het belang der werklieden bekostigd worden •uit de meerdere opbrengst der tariefsher ziening; de graanrechtenheffing is meer be reikbaar dan afschaffing der grondbelasting en een geringe broodprijsverhooging wordt ruim opgewogen door meer werk en loon. De regeering bevordere ook het klein grond bezit ouder de landbouwbevolking; hij be treurt dat de regeering, behalve de minister van koloniën, koud is voor de geestelijke be hoeften der natie. De heer Kerdiik doet scherp uitkomeu dat dit kabinet is opgetreden voor kiesrechther ziening en houdt 'taan de toezegging, om dit zittingsjaar de kiesrechtregeling in te dienen. Hij bespreekt breedvoerig den finaneieelen toestand, welken hij voor de toekomst donker inziet wegens de steeds toenemende militaire uitgaven, met name doode weermiddelen. Hij berekent dat (ie uitgaven voor de doode de fensie-middelen het 100-tal millinenen ver zullen overschrijden, eu hij betwijfelt of de Kamer die lasten op de natie zal leggen. Doch daargelaten of, trots al dat geld, het doe! bereikt wordt, komt hij op tegen de Stuksgewijze oorlogsaanvrage, in plaats dat men duidelijk den toestand uiteenzet. Met bet oog op de nog noodige zware oilers voor sociaal-politieke doeleinden, ziet hij de finan- cieele toekomst donker in, gezwegen nog van de geldelijke teleurstellingen en het onge- wenschte, om steeds meer uit te geven voor de doode weermiddelen, zonder verbetering der levende strijdkrachten. Daarom dringt hij aan op eene vaste en wettelijke regeling der defensie en om, in afwachting daarvan, alie nieuwe uitgaven te weigeren. Morgen voortzetting. SCHIEDAM, 30 November 1894. Hedennamiddag te kwartier voor twee uren veigaderde de gemeenteraad in buiten gewone zitting, onder praesidinm van den fungeerenden burgemeester, den heer G. Visser Bz. Tegenwoordig waren 14 leden, afwezig de heeren Poortman, Van Buijsen, dr. DeBruijn, Loncq, Prins, Roelants en Van der Schalk, eerstgenoemde met kennisgeving. Met het oog op het bepaalde in art. 8 van het reglement van orde, kon'de vaststelling der notulen, van het verhandelde in de ver gadering van 20 dezer, niet plaats hebben. De volgende stukken waren ingekomen missive van de Gedeputeerde Staten dezer provincie, ten geleide van liet door hen goed gekeurde raadsbesluit van 6 November j.l., tot ondethandsche verkoop van den opstal der bouwvallige arbeiderswoning staande op den grond verkocht aan de firma Van Deven ter Sc Zoon, aangenomen voor kennisgeving; van burgemeester en wethouders, ontwerp eener door hen, in overleg met de commissie voor gemeentewerken gewijzigde verordening, regelende de samenstelling en den werkkring der commissie voor gemeentewerken, ter visie gelegd ter behandeling in eene volgende ver gadering idem, missive ten geleide van eene aanbevelingslijst ter benoeming van een direc teur der burgeravondschool. Op die aanbevelingslijst is geplaatst de heer J. A. Hingman, leeraar in handteekenen aan die school. Tevens wordt in die missive, in overeen stemming met het advies der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs, voor gesteld, bij eventueele benoeming van ge noemden aanbevolene, aan diens benoeming de voorwaarde te verbinden, dat voor de 4 lesuren welke thans door hem in de 4e klasse dier school worden gegeven, een andere leer aar worde benoemd tegen eene jaarwedde van f50.— per lesuur, alzoo te zamen f200. en met dit bedrag de jaarwedde van den heer Hingman worde verminderd, ter visie gelegd om in de volgende vergadering tot eene be noeming over te gaan idem, voordracht ter benoeming van eene onderwijzeres 3e klasse aan de Ie openbare tusschenschool. Op die voordracht zijn geplaatst: 1. mej. S. A. van der Hout alhier2. mej. G. Yrugt te Nieuwer- kerk a/d IJsel3. mej. J. G. Visser te Rozen burg. Op voorstel van burgemeester en wethou ders werd besloten nog heden tot eene be noeming over te gaan, daar de onverwijlde vervulling der bestaande vacature aan deze school dringend noodzakelijk is, omdat boven dien twee onderwijzers dier school door ziekte verhinderd worden hunne betrekking waar te nemenvan de commissie voor deplaatsel. bel. de rapporten nos. 40 en 41, op de in hare handen gestelde bezwaarschriften van J. T. Melcliers e. a., legen hunnen aanslag in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1894/5, ter visie gelegd ter behandeling in eene volgende vergaderingmissive van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs, eene aanbeveling bevattende ter benoeming van een lid in die commissie, ter vervulling der vacature wegens periodieke aftreding op 1 Januari a.s., van den heer mr. H, M. C. Poortman op die aanbeveling zijn geplaatst de heeren 1. mr. H. M. C. Poortman en 2. P. Loopuyt, ter visie gelegd om in de volgende vergadering tot eene be noeming over te gaan missive van de com missie tot beheer der fondsen afkomstig van het vroeger alhier bestaan hebbende oude mannenhuis, ten geleide van de rekening met daarbij beboerende bijlagen, wegens het door haar gevoerde beheer over 1893, ter visie gplpgd ter behandeling in eene volgende ver gadering; rapport van den commandant der dd. schutterij alhier, op het om onder- zoek en rapport in zijne handen gestelde adres van de »Schiedamsche Wïelrijders- i vereeniging »de Postduif", om gebruik van i de stads-Doele (drilschuur) voor de oefeningen dier vereeniging, ter visie gelegd, om op dat rapport te letten wanneer de behandeling van 1 gezegd verzoekschrift aan de orde zal zijn gesteld dankbetuiging van den opzichter der gemeentewerken A. Bubberman, voor de hem bij raadsbesluit van 20 November toegekende gratificatie, aangenomen voor kennisgeving; adres van J. Schot om conti- nuatie van huur van de 2 strooken grond van J een straat uitkomende aan de Verbrande Erven, gelegen achter en nabij zijne vvoningaandeSt.- Pietersteeg, en zulks op gelijke voorwaarden als waarop hem die grond, waarvan de huur 31 December a.s. expireert, laatstelijk in huur werd afgestaan, ter visie gelegd ter behan deling in eene volgende vergaderingadres sen van A. C. Beelaarts van Emmichoven, gemeente-secretaris en gemeente-ontvanger te Benthuizen D. Bloemers, candidaat-notaris te Doetinchem A. D. Cheriex, gepensionneerd kapitein der administratie van het O.-I. leger te ArnhemW. M. Frieswijk, werkzaam ten kantore van den rijksbetaalmeester te ArnhemA. J. C. Maas Geesteranus van Zuid-Scharwoude, rijksontvanger te Hillegers- bergJ. R. Veen Valck, gemeente-ontvanger te HarderwijkP. Versloot, gemeente-ont vanger te Schoonhoven E. F. van Vloten, zonder beroep te Dordrecht, allen om benoe ming tot gemeente-ontvanger; ter visie ge legd, om op die adressen, voor zooveel noo- dig te letten, wanneer het doen eener be noeming aan de orde zal zijn. Tot onderwijzeres 3e klasse aan de le open bare tusschenschool werd benoemd mej. S. A. van der Hout alhier, op de gewone voor waarden, en onder bepaling dat zij zoo spoedig mogelijk in functie zal moeten treden. Thans kwam in behandeling het voorstel van burgemeester en wethouders, waarvoor deze buitengewone zitting was belegd, tot het aangaan eener geldleening ten laste der gemeente, groot f21,000, rentende 3Vs pCt. 's jaars, ter bestrijding der koopsom en kosten van het pand »de Nederlanden". Bij de discussie over dit voorstel werd door de heeren Elzevier Dom en Van Erpecum betwijfeld, of het wel noodzakelijk was deze leening aan te gaan, daar door de voldoening der koopsom van het pand »de Nederlanden" reeds geleend zal worden bij de goedgekeurde leening van 1 Va millioen. De heer Maas deed daarop uitkomen, dat ter wille van eene juiste administratie burgemeester en wethouders in de noodzakelijkheid waren deze leening bij den raad aan te vragen, daar de tijdelijke kasleening op de rekening van '94 moest worden vervangen door eene definitieve lee ning, en zij niet in de mogelijkheid waren de verzekering te geven, dat de groote geld leening zou zijn geschied voor 31 Maart 1895. Het voorstel werd aangenomen met twaalf stemmen tegen twee, die van de heeren Elze vier Dom en Van Erpecumhet plan der geldleening werd aangenomen met algemeene stemmen. Voor de vergadering gesloten werd, wenschte de heer Van Westendorp het dagelijksch bestuur eenige vragen te doen naar aanleiding van wat in de Schied. Crt. van gisteravond stond betreffende liet uitsteken der vlaggen. De voorzitter antwoordde, dat geen goederen van de werf mogen worden weggehaald zonder voorafgaande vergunning van den burgemees ter of den wethouder van openbare werken. Dit was hier geschied, en daarom had een der wethouders, dat ziende, order gegeven om de goederen weer terug te brengen. Het vlaggen is dus niet verboden, maar het wille keurig gebruik der gemeentegoederen. De heer Van Westendorp wees op de altijd hier bestaan hebbende gewoonte, dat een verzoek aan den stadsarchitect steeds voldoende was geweest, en hier van machtsoverschrijding dus geen sprake kon zijn. Ten slotte ant woordde de voorzitter, dat de gewoonte waar van de heer Van Westendorp sprak alleen bestond voor officieele feestdagen. Niemand meer het woord verlangende, werd de vergadering gesloten. Wij lezen in het N. v. d. D. van heden het volgende ingezonden stuk Mijnheer de Redacteur, Hoewel afkeeiig van couranten-geschrijf, ge voel ik mij thans vei plicht op te komen tegen het berichtje uit Schiedam in uwe courant van heden betreffende mijn bedanken voor de betrek king van gemeente-ontvanger, hetwelk bevreem ding schijnt verwekt te hebben. Wat toch is de kwestie. Vóór ik solliciieerde naar die betrekking vroeg ik den heer Maas, wethouder van financiën, schriftelijk om informa- tiën, en daarop werd mij door een hoofd ambtenaar ter secretarie den heer Van Luik o. a. geantwoord.dat de jaarwedde van f 2800 zuiver was en een vrij kantoor ten stad- huize. Op die information heb ik gesolliciteerd. Ik hoorde intusschen niets van de zaak en dacht nauwelijks meer aan de geheele sollicitatie, toen op Dinsdag 30 October de wethouders Maas en Den Breems ten mijnen kan'oie verschenen, om persoonlijk met mij kennis te maken. De heer Maas deed mij toen verslag van den stand van zaken, uit welk een en ander ik opmaakte, dat ik in aanmerking kwam. Wel heeft de heer Maas bij die gelegenheid gezegd, dat de werkzaamheden van den ontvanger, door in het leven roepen eener afd. comptabiliteit en door overbrenging der administratie v/d water leiding naar de gasfabriek waien vereenvoudigd, en dat de nieuwe ontvanger het op zijn slofjes af kon, maar van wijziging, instructie, overbren ging van kantoor, wegneming van klerk, aan schaffing van brandkast enz. geen woord. Eerst toen ik door B. en W. aanbevolen was, ben ik naar Schiedam gegaan om mij bij hee ren raadsleden te presenteeren bij die gelegen heid maakte ik onder meer ook kennis met den secretaris, die mij o. a. te kennen gaf, dat men er over dacht den kierk weg te nemen, doch er op liet volgen, dat dit z. i. niet kon. Hierop ging ik natuurlijk niet in, omdat geen der wethouders mij zulks gezegd had. Ik werd dan den 6n Nov. benoemd en ont ving twee dagen later een officieel schrijven van den secretaris, d.d. 7. Nov. no. 967, hou dende mededeeüng daarvan in welk schrijven er instantelijk op wordt gewezen, dat voor het geval ik hulp voor bet kantoor mocht verlangen, ik mij die voor eigen rekening zou moeten aanschaffen, terwijl in dezefde zitting der be noeming de instructie is gewijzigd en wel zoo danig, dat ik voortaan kantoor zou moeten houden in een door B. en W. goedgekeurd lokaal ten mijnen huize en eene brandkast voor eigen rekening moest aanschaffen, eveneens door B. en W.' goedgekeurd. Waarom er mij zoo op gewezen dat de hulp door mij moest betaald worden enz. als ik dit alles reeds wist of weten kon Ik gaf dan ook onmiddellijk kennis aan den waarn. burgemeester, den heer Visser, dat ik na deze ingrijpende veranderingen de betrekking- niet zoo voetstoots accepteerde, doch mij voor stelde hierover serieus met B. en W. te confe- reeren. Die conferentie liad plaats op Maandag 12 Nov., doch zonder succes. De heer Maas was van gevoelen, dat de ont vangers-betrekking alleen door mij kon waar genomen worden, hetgeen de heer Visser en ook de secretaris betwijfelden, en daar ik van- gevoelen was en nog ben. dat dit voor eene gemeente als S. met 25,000 inwoners tot de onmogelijkheden behoort, besloot ik van de be trekking af te zien, omdat het doel mijner sollicitatie, n.l. financieele promotie, niet be reikt werd, althans niet zooals ik mij bad voorgesteld. Bij dit bedanken stelde ik mij nog beschikbaar voor het geval da raad f500 bureaukosten verstrekte, terwijl ik later nog heb voorgesteld dit op f 200 ii f 300 te bepalen! Daar ik de betrekking gaarne aangenomen had» was ik tot vele concessies bereid en zou tegen de verplaatsing van het kantoor aan huis niet geprotesteerd hebben. Wa6 mij alles te voien medegedeeld, ja, dan zou bedanken na sollicitatie en benoeming mij niet vrijgestaan hebben, maar nu achtte ik mij daartoe volkomen geiechtigd. UMijnheer de Redacteur, dankzeggende voor de verleende plaatsi uimte, Hougaeh tend, Uw dw. Dr. Enschede, 24 Nov 1894. Vincent. Lombok. De 2V. S. Ct. ontving heden van haren correspondent te Batavia het volgende tele gram Gisteren is Narmada door de onzen bezocht» De weinige daar aanwezige Baliërs gaven zich met hunne wapens over. Schatten wer den niet gevonden. Heden wordt Lingsar door ons bezocht. Het paleis te Tjakiane- gara is verwoest. Ktoet's zoon is onze ge vangene. Wij hadden geen verliezen. Eene brutale aanranding. Gisternamiddag,op klaarlichten dag, spoedde zich een gelddrager der Rotterdamsche gas fabriek over de Bierhaven, een wel voorzieneer buidel, waarin ruim duizend gulden aan bank papier en specie, in de hand dragende. De man stapte flink door en bemerkte niet dat drie, niet veel goeds in den zin hebbende, lieden hem volgden. Halverwege de haven gekomen, sprong een van het drietal plotse ling vooruit, wierp den gelddrager een zakje met peper in de oogen, en fluks grepen de beide anderen naar den begeerden geldzak, dien zij met alle kraciitsinspanning uit 's man? handen trachtten te rukken. De aanranders rekenden echter niet op de kordaatheid van den gelddrager, die, van zijne verantwoorde lijkheid volkomen bewust, ondanks zijne Cl jaren, zich met kracht verdedigde en den buidel niet losliet. Luidkeels riep hij den schat vasthoudende, om hulp. En toen daarop eenige burgers toesnelden en hij zich met een enkelen veeg van de hand de peper een weinig uit de oogen gewischt had, namen de aanranders de- vlucht. Twee hunner ontkwamen, doch de pepergooier werd door den gelddrager, die hem herkende, achtervolgd en met behulp van burgers in de Bierstraat gegrepen. Later, toen de politie er bij kwam, werd hij aan deze overgegeven. Zij nam hem mede naar het bureau in de Pauwensteeg en herkende in hem een in den Vogelenzang woonachtigen bootwerker, die reeds meermalen in hare handen kwam. Naar het ontvluchte tweetal wordt gezocht. (N. li. Ot.) Te Rotterdam is gistervoormiddag te 11 ys uur, onder de spoorwegviaduct op de Schie- kade Wz. een oude vrouw tusschen een slee perswagen en den muur van hev viaduct be klemd geraakt, zij viel en kwam onder den- wagen, waarvan een der wielen over haar hoofd ging. De vrouw werd terstond gedood. Mr. E. A. Jordens, oud-burgemeester van Haarlem, is te 's-Gravenhage overleden. De overledene had zich, na in 1891 zijn ambt te hebben neergelegd, dat hij gedurende ruim 25 jaar te Haarlem bekleedde, en waarin hij het algemeen vertrouwen der Haarlemsche

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 2