Binnenlandse he Bericht en.
burg aangekomen, die voor eene waarde van i
175,000 pd. st. munitie aan boord heeft.
Generaal Von Hanneken gaat ijverig voort
met de vorming van een leger van 100,000
man, onder bevel van Europeesche officieren,
waarvoor reeds vele Duitschers zijn aange
worven en met het versterken van Tongschow,
50 mijlen, ten westen van Chefoo, en Wei
Hai Wei, zoodat de Japanners bij een aanval
op die vestingen, welke haar op het oogenblik
door het ijs onmogelijk wordt gemaakt, op
een geduehten tegenstand kunnen rekenen.
Als een bewijs van de groote kalmte, waar
mede de Japausche strijdmacht te werk gaat,
meldt een Engelsch zee-olficier dat reeds twee
dagen na de inneming van Port Arthur de
Japansche oorlogsschepen daar in de dokken
werden nagezien en de bemanning aan den
arbeid was alsof het in vollen vredestijd was.
JAPAN.
De opperbevelhebber van het leger, maar
schalk Yamagata, die wegens ernstige onge
steldheid, een gevolg der vermoeienissen van
de laatste maanden, huiswaarts is moeten
keeren, is vervangen door generaal Nodzu,
bevelhebber te Piugjang. Tot bevelhebber \uu
Port Arthur is benoemd kapitein Miura, een
der bekwaamste officieren van de Japansche
vloot, die in den slag bij de monding der Yalu-
rivier den kruiser Yamashiro commandeerde.
TWEEDE KAMER DER STATEST-GENERAAL
Zitting van 0 December.
Bij de voortzetting van de beraadslaging
over do staatsbegrooting voor 1895 kwam he
den de regeeiing aan het woord, liet eerst b\j
monde van den beer Roëll, minister van bui-
tenlandscbe zaken. Zijnerzijds deed hem ge
noegen de kennismaking der regeering met
deze uit de jongste verkiezingen voortgespro
ten Kamer en betuigde hij waren dank voor
den van verschillende zijden toegezegden
steun en aangeboden medewerking.
"Vei der ging hij over tot het schetsen der al-
gemeene gedragslijn, door het kabinet te vol
gen, de beantwooi ding van bijzondere en tech
nische punten overlatende nan de daarvoor
aangewezen arnbtgenooten en zich onthoudende
van entiek op het verleden. Wat het lieden
betrof, mocht geconstateerd woiden de wel
willende gezindheid der Kamer over het optre
den van het kabinet, voortgekomen uit de
meening der natie, dat het vorige ministerie
ten nauzien van het kiesrecht niet den juisten
weg insloeg. Na aldus te hebben aangetoond
dat het optreden van dit kabinet was gerecht
vaardigd, verdedigde de minister de wijze van
samenstelling van het ministerie, dat, gelijk
ieder erkent, geen coalitie-ministerie kon zijn.
Dit ministerie is saamgebracht door een poli
tieke formule tot afdoening van enkele bepaal
de hervormingen kiesrecht, herziening der
personeele belastingen regeling der gemeente-
finnneiën, waaromtrent het geheele kabinet
eenstemmig is. Aroorstellen, waarover in liet
ministeiie verschil van staatkundige meening
bestaat, zullen achterwege blyven. In de open
baarmaking der ontbindingsstukken lag geen
onbescheidenheid tegenover de Kroon. In 1882
had de heer Tak zelfs zijn onderhoud met
wijlen den Koning te Frankfort over grond
wetsherziening hier in deze Kamer in bijzon
derheden openbaargemaakt. Trouwens voor
standers der vorige regeering hebben mede
op openbaarmaking aangedrongen.
Overigens zal de regeering in 's lands belang
doen wat zij noodig acht, onafhankelijk van
kiezersoverwegingen, waarmede te rekenen
trouwens inconstitutioneel ware. Zij zal alles
vermijden wat botsing kan uitlokken met de
Kamer, waardoor de kiesrechtregeling gevaar
kan loopen, en verzoekt in dezen de vervulling
barer toezeggingen af te wachten. Op grond
der verklaiingen der handelsorganen ver
dedigde de minister de mededeeling in de
troonrede, dat de toestand van handel en
nijverheid niet onbevredigend is.
Aan de regeling der gemeentefinanciën
wordt ernstig gearbeid, zoodat in den loop van
1895 een voorstel is te wachten. Eerst moe
ten echter de denkbeelden der regeering om
trent liet personeel vaststaan. De minister
bleef de hoop koesteren, dat de Kamer nog
in den loop van dit zittingsjaar de kiesrecht
uitbreiding zou kunnen behandelen. En of
schoon het niet gepast achtende, den inhoud
van nog niet ingediende wetsvoorstellen vooraf
bekend te maken, zeide hij echter, dat de
regeering alleen een kiesrechtregeling zal
maken, die is nationaal en niet in strijd met
de grondwet.
Ten aanzien van de sociale kwestie zag de
minister in Arbeidskamers een grondslag voor
sociale hervormingen.
In het algemeen moet voorzichtigheid be
tracht, teneinde geen ijdele verwachtingen op
te wekken en te zorgen dat de maatregelen
niet nadeelig zijn voor de werklieden. Ten
opzichte van de verzekering der werklieden
tegen ongelukken en voor pensioen, wees de
minister op de moeilijkheid van het vinden
van een rechtsgrond voor die maatregelen en
op het groote verschil dat nog bestaat over
de wensehelijklieid van staatsverzekering, die
bovendien op den staat een enorrnen geiden-
last zou leggen, blijkens de onderzoekingen
op dat punt in het buitenland. De regeering
bleef daarom liever vasthouden aan de üjfren-
tenverzekering, voorbereid door de vorige
regeering, na onderzoek. Een staatscommissie
voor de verzekeringskwestie is dus niet noodig.
Wat de defensie betreft, werd vooropge
steld dat de begrootingen voor oorlog en
marine 7 ton minder zijn geiaamd, terwjjl de
minister verder deed uitkomen, dat de tegen
woordige regeering in zake het geweervraag-
stuk slechts volgde liet voetspoor der afge-
tredene. Oveiigens moet ons verdedigings
stelsel voldoen aan de eiscben eener volstrekte
neutraliteit, die handhaving van een veldleger
vordert, weshalve ook de minister niet is
voor een zeer groot verdedigingsstelsel. Betere
bewapening blijft echter diingend noodig.
De minister waarschuwde ernstig tegen de
alles of niets doen-theorie met betrekking
tot de verdediging des lands.
Eindelijk opperde de minister verschil
lende bedenkingen tegen de tariefsherziening
in protectionistisclien zin ter bescherming van
landbouw en nijverheid en wees hij op de
nadoelen van verhooging der broodprijzen,
tengevolge van graanrechten, voor de arbei
dersgezinnen. Hierbjj gaf hij tevens te kennen,
dat een onderzoek naar het gebeurde bij de
bakkers werkstaking te Amsterdam zeker
iroet plaats hebben.
De regeer'ng zeide de heer Roëll ten
slotte ui! een oprechte staatkunde en deed
een beroep het vi iendsehappelijk overleg
met de Kamer ter bevordering van 's lands
belang, waaraan zij al hare krachten naar
lichaam en geest en vooi tdurend zon wijden.
(Besloten werd hedenavond, Maandag te
hdftwee, Dinsdag- en Donderdagavonden
later zoo noodig Zaterdags te vergaderen.)
De minister van justitie meent dat men
de regeering in het parlement niet moet lastig
vallen over het godsdienstig geloof barer
leden. Het ministens bestaat niet uit gods
dienstige geloofsgenooten, maar moet een dooi
de tijdsomsiandigheden opgelegde taak ver
vullen en een werkplan uitvoeren. Overliet
gebeurde tijdens de werkstaking der bakkers
te Amsterdam kan hij bij gemis aan onvol
ledige inlichtingen nog niet oordeelen. Of
schoon er veel betreurenswaardigs daarbij is
voorgevallen, heeft de politie, zonder party te
kiezen tegen de werkstakers, alleen dearbeids-
vryheid verzekerd. De politie heeft den pa
troons niet aangezocht, hunne bakkerijen te
sluiten ter voorkoming van erger. Men be
denke dat de werkstaking even onverwacht
is uitgebroken als geëindigd. Vanwege de
rijks- en de gemeentepolitie waren intusschen
maatregelen genomen.
De minister van binnenlandsche zaken, de
tot hem geiichte verwijten van inconsequentie
besprekende, verklaart te zullen blijven stre
ven naar geleidelijke hervormingen, die het
land behoeft. Hij kon zijn optreden echter
niet afhankelijk maken van de verwezenlijking
van alle door hem als Kamerlid gewensehte
hervormingen. Thans moeten zijne krachten
op het kiesrecht geconcentreerd zijn, om de
toekomstige hervormingen mogelijk te maken.
Nooit heeft hij een onvolledige geweerbe
wapening van den soldaat bepleit,"noch een
koloniale politiek zonder voldoende weer
middelen.
Zijn taak wordt afgebakend door de kies
rechtregeling, waarmede, krachtens zijn ante
cedenten, verband houdt de herziening van het
personeel, maar niet de gemeente-financiën.
Verder betoogt hij dat de kiesrechtregeling
niet wordt belemmerd door de regeling van
het tuinbouwotiderwijs en de subsMieeiing
der middelbare meisjesscholen, welke zaken
zijn uit te stellen zoo zij door verandeiing
der partijverhouding de kiesrechtlierziening
mochten belemmeren. Ditzelfde geldt voor de
lijkverbranding en het eedsvraagstuk. Bij de
eeuskweslie bleek hij aan zijn vroegere mea
ning getrouw te zijn gebleven, maar ook de
Kamer kan den tegenwoordigen halfslachtigen
toestand van gemengde eedsaflegging en zui-
veringsbelofte beëindigen. Een voorstel tot
verzachting der overgangsbepalingen voor het
verplicht aantal onderwijzers op de bijzondere
scholen is bij den Raad van Slate aanhangig.
Wat de financiën betreft, zegt de regeering
dat zij den tijd voor het bimetallistische stebel
nog niet gekomen acht. Zich bewust van zijn
plicht, te waken tegen uitzetting der begroo
ting, moet bij, om iets te bereiken, niet te
veeleisehend zijn bij zijn arnbtgenooten. {Ge
lach.) Ondanks de vermeerdering van G ton,
is het totaal der uitgaven niet gestegen, dank
zij het weerstand bieden aan nieuwe uitgaven.
De regeering trof 't echter ongelukkig we
gens de noodzakelijkheid der nieuwe bewa
pening van land- en zeemacht, tot bekostiging
waarvan groote bezuiniging onmogelijk is.
Voor de vele uitgaven ter uitvoering der
wetten is ook de Kamer verantwoordelijk.
De minister van ooi log zoekt legerverbe-
tering meer in bet getal dan in het gehalte,
en de kennis der officieren, de geoefendheid,
de krijgstucht, de toewijding en de deugden
van het leger worden gunstig beoordeeld,
ook in bet buitenland. Hij is overtuigd dat
bij een goede bewapening het leger den vijand
kan weerstaan, indien ingericht naar het door
hem voorgestane stelsel van krijgsdienst.
De heeren Van Karnebeek en Rutgers van
Rozenburg repliceerden.
Laatstgenoemde waardeert dat het kabinet
de regeeringstaak heeft aanvaard zonder eene
meerderheid uit eenige partij achter zich.
Hij verweet den heer Heldt, dat de toon,
waarop hij tegenover hem sprak, thuis behoort
in sPlancius" (te Amsterdam), waarop de lieer
Heldfc interrompeert dat 's heeren Rutgers
van Rozeuburgs redevoeringen niet altijd ge
tuigen van parlementairen toon.
Het incident eindigde na verzoek van den
voorzitter aan den heer Rutgers van Rozen
burg om den heer Heldt niet persoonlijk in
het debat te betrekken.
De heer Rutgers van Rozenburg bestreed
verder een monopolie van werkliedenver
zekering en ontwikkelde liet denkbeeld eener
leening voor de restauratie der marine en
voltooiing van het vestingstelsel, met bestrij
ding van het stelsel-Kerdijk omtrent de
defensie-uitgaven.
Hedenavond voortzetting.
Arondzitting van 6 December.
Bij het voortgezet debat over de staatsbe-
grooting besprak de heer Rutgers van Rozen
burg, zijne rede vervolgende, de wanorde
lijkheden bij werkstakingen, in 't bijzonder
die te Amsterdam, waardoor hij de openbare
veiligheid en vrijheid tot werken op bedenke
lijke wijze geschokt achtte en waarvan lynch
wet en anarchie liet gevolg zullen zijn. Als
remedie daartegen beveelt spreker herziening
van ons strafwetboek aan, daar van politie,
rijksveidwachl en militaire macht niet meer
kan gevergd worden en belemmering der
vrijheid verboden is.
De heer Veegens bespreekt nogmaals de
ontbindingsstukken, waarop de minister van
buitenlandsche zaken hem niet afdoend had
geantwoord, en betoogt dat de opvatting van
het recht van ontbinding aanmerkelijk is ge
wijzigd. Voorts laakt hij de openbaarmaking
door de regeering van het rapport van minis
ter Tak aan de Koningin-Regentes, en heeft
hij de overtuiging, van dit ministerie buiten
het kiesrecht niets te kunnen verwachten.
De heer De Savornin Lohman bestrijdt het
gevoelen des heeren Pijnappel, dat een volk
kan stemmen zondereenigen band en betwist,
dat een land door de kiezers moet worden
geregeerd.
De jongste Kamerontbinding besprekende,
keurt hij het in den heer Tak af, dat deze
de grondwettige bezwaren der Kamer tegen
zijn kiesrecht-ontwerp had verzwegen, daar
dan zou gebleken zijn dat de Koningin-Regen
tes volstrekt niet met den heer Tak instemde.
Naar aanleiding van het antwoord van den
minister van oorlog is spreker thans gaarne
bereid de uitgaven voor de verdediging van
het vaderland te voteeren.
De heer Heldt, hoewel de zorgen van enkele
industrieelen ter verzekering hunner werk
lieden waardeerende, dringt niettemin aan op
pensionneering der werklieden van staatswege,
daar het aantal patroons, welke die zorg op
zich nemen, nog zeer gering is. Die verzeke
ring wenscht spreker niet algemeen, doch
alleen in geval van ouderdom en invaliditeit.
De heer Farncombe Sanders keurt de ein-
delooze bespiegelingen bij de begrooting af,
welke meer on hare plaats zouden zijn bij
het adresdebat op de troonrede, en verzoekt
den voorzitter middelen te beramen om dit
tegen te gaan.
De heer Kerdijk heeft vergeefs een ant
woord gewacht op de vraagwaar gaan wij
heen met onze financiën ten aanzien van de 1
uitgaven voor zee- en landmacht. Het verschil
van opinie te dien opzichte bij het ministerie-
onderling bevreemdt hem. Hij voor zich zou
stemmen tegen het nutteloos uitgeven van
millioenen.
De heer Harte bepleit de verplichte ver
zekering van werklieden, waarvoor wel dege
lijk rechtsgrond bestaat en wier wenscheiijk-
heid door werkgevers en werklieden erkend
wordt.
De heer Staalman handhaaft zijne opinie
ten opzichte van gebrek aan ernst bij dit
ministerie ten aanzien van den nood der tijden,
waar de minister van oorlog onnoodige uit
gaven verlangt en zijn collega van financiën i
door zijn lachlust opwekkende rede getoond
heeft dat het hem ten eenenmale aan ernst
ontbreekt.
Vervolgens heeft een vinnig debat plaats
tusschen de heeren Tak van Poortvliet, De-
Beaufort (Amsterdam), /E. Maekay, Veegens,
Van Karnebeek, Beelaerts van Blokland en
Ferf over de Kamerontbinding en het amen
dementDe Meijier, waaraan de minister van
buitenlandsche zaken een einde maakt met
de mededeeliug, die het nieuwe ontwerp-
kieswet waarschijnlijk in dit zittingsjaar in
de sectiën zal worden behandeld.
Nadat de voorzitter nog heeft medegedeeld
dat de heer Heldt eene motie in zake werk
liedenverzekering heeft ingediend en hij der
halve de regeering verzoekt eene staatscom
missie te benoemen, wordt de vergadering
te kwart voor twaalven verdaagd tot Vrijdag
ochtend 11 uur.
Justitie.
De heeren De Kanter en Kolkman hebben
twee amendementen voorgesteld op hoofdstuk
IV, namelijk lo. om artikel 22 te verminde
ren met ƒ2000, met het doel om de voor
gestelde verhooging van traktement voor 5-
inspecteurs der rijksveldwacht te doen ver
vallen
en 2o. om artikel 44/ aldus te lezenKos
ten van stichting of verbouwing van een ge
bouw te 's-Gravenhage, bestemd voordearron-
dissements-rechtbank aldaar Memorie-
SCUIEDAJT, 7 December 1894.
Buitengewone vergadering van den raai
der gemeente Schiedam, op Maandag 10 De
cember 1894, des namiddags ten 1% ure.
Eenig onderwerp
Installatie van den nieuwbenoemden bur
gemeester, den heer H. J. Versteeg.
Hedennamiddag heeft de nieuwbenoemde-
burgemeester, de heer H. J. Versleeg, een
kort bezoek aan de gemeente gebracht err
een onderhoud gehad met den fungeerenden
burgemeester, den heer G. Visser Bz.
Maandagmiddag te 1% uur zal de burge
meester in een daartoe belegde raadszitting
worden geïnstalleerd, waarna hij te 3 uur ten
raadhuize receptie zal houden.
Door burgemeester en wethouders is, met
ingang van. '1 Januari, definitief benoemd
tot adjunet-gemeentbode W. Overweel.
De minister van waterstaat heeft door tus-
schenkomst van de commissarissen der Ko
ningin aan de burgemeesters toezending ver
zocht van een voorloopig overzicht omtrent
de uitkomsten van den oogst der voornaamste
cultuur- en voedergewassen, warmoezerij ge
wassen en vruchten, en van het voornaamste
ooft, de laatste drie zaken voorzoover zij voor
den handel werden gekweekt, een en ander
in het jaar 1894.
De heer W. J. Geertsema, oud-lid der
Tweede Kamer, gaat voor zes maanden naar
Nederlandsch Oost-Indië.
Een Reuter-telegram uit Kopenhagen, gedag-
teekend 5 December, bericht datde minister
van justitie eene beschikking heeft uitgevaar
digd, waarbij de maatregelen tot wering van
besmettelijke ziekten, afgekondigd voor her
komsten uit Nederlandsche havens worden
opgeheven.
Deze ministerieele beschikking treedt dade
lijk in werking.