StonaleIïïlïtïr A". 1894. Zondag 23 en Maandag 24 December. N°. 8689. Ticeede Blad KENNISGEVING. BEKENDMAKING. I _F e u i f 1 e t o n. Onder de Camorristen, A.oh.teuveert: gste Jaargang. Buitenlandsclie lïericliten. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, UIT G E VER: J. ODÉ. GOURA IT. Abonnementsprijs, per kwartaal trance per pose, door het geheele Rijk Afzonderlijke nommers t 1.85. 2.50. 0.10. B PR Kt O: BOTBKITBAAT 9 O. Advertentieprijs: van 110 gewone regels me inbegrip van eene Courant. f 1.10. Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Burgemeester en wethouders van Schiedam herinneren bij dezen alle belanghebbenden aan hunne verplichting tot het doen van aangifte ter inschrijving tw de nationale militiein de maand Januari 1895. De bepalingen der wet betrekkelijk de nationale ffiilitie van den 19den Augustus 1861 (staatsblad no. 72) «aarbij de inschrijving is geregeld, zijn de volgende Art. 15. Jaarlijks worden voor de militie ingeschreven: alle mannelijke ingezetenen, die op den lsten Januari vao het jaar hun 19de jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden lo. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28sten Juli 1850 staatsblad no. 44); 2o, Hij, die geen ouders of vougd hebbende, gedurende de laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikei vermelde tijdstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblijf hield; 3o. Hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen liet rijk verblijf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, tehoorende tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of «aar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen. Art. 16. De inschrijving geschiedt lo. Van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont; 2o. Van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente waar hij woont; 3o. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of d or dezen is achtergelaten, of wiens voogd buitenslands gevestigd is, in de gemeente, waar hij woont 4o. Van den buitenslands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn ader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Art 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven lo. De in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is De in een vreemd rijk verblijf houdende ouder- looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten; De zoon van den Nederlander, die ter zake van lands dienst in 's lijks overzeesche bezittingen of koloniën woont. Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester eu wethouders aan te geven tusschen den lsten en den 3lsten Januari. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moederof zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aan gifte verplicht. De wijze, waarop van het doen van de aangifte blijken moet wordt door Ons bepaald. Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar. doch vóór het volbrengen van zij n 20ste, ingezeten wordt is verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en wet houders der gemeente, waar de inschrijving, volgens art. 16, moet geschieden. Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de zin snede van art. 18. Zij ne inschrijving geschiedt in het register van het jaar, waartoe hij volgens zijnen leeftijd behoort. Dientengevolge woidt aan alle mannelijke ingezete nen, die geboren zijn in het jaar 1876, kennisgegeven, dat ten raadhuize, op dagen en uren hieronder ver meld, tot het doen dier inschrijving meer bepaaldelijk gelegenheid zal worden gegeven, te weten: op ZATEBDAG den 5n Januari 1895 en MAANDAG den 7n Januari 1895, telkens van des voormiddags 10 tot des namiddags 1 uur. Het register van inschrijving zal bovendien geopend blijven tot den 31sien Januari daaraanvolgende des na middags ten fier urewanneer het voorloopig zal worden gesloten. Voorts worden belanghebbenden nog opmerkzaam gemaakt, dat met eene boete van ten hoogste honderd gulden worden gestraft zij, die verzuimen zich in de maand Januari voor de militie te doei. inschrijven. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 2lsten December 1894. Burgemeester en wethouders voornoemd VISSER, L.-B. De secretaris VERNÈDE. Dn burgemeester van Schiedam gezien de wet van 30 December 1887 (staats blad no. 255) betreffende onderstand (onder steuning) aan mindere geëmployeerden, vaste werk lieden en bedienden, op daggeld werkzaam bij inrich tingen van 's rijks zeemacht en op 's rijks weikvaar- tuigen, niet vallende in de termen van art. 2 der wet van 24 Juni 1854 staatsblad no. 92); Gelet op art. 6 van het Koninklijk besluit van den lOn Januari '1888 staatsblad no. 3), houdende bepalingen nopens de betaalbaarstelling der bij eerst genoemde wet toegekende ondersteuningen; Maakt bekend dat de attestatien de vita tot ont vangst van bedoelde ondersteuningen, in het begin van ieder kwartaal, op de werkdagen van des voor middags 10 tot des middags 12 ure, ter secretarie der gemeente verkiijgbaar zullen zijn. Schiedam, 21 December 1894. Do burgemeester voornoemd, VISSER, L.-B. DUITSCHIAN». De keizer heeft 10,000 mark geschonken voor de oprichting van een standbeeld voor wijlen prof. Von Helmholz en toegezegd dat daarvoor eene plaats nabij het universiteits gebouw te Berlijn zal worden aangewezen. Het Rijksdagslid Singer heeft Woensdag te Berlijn, in een ve.gadering van 5000 socia listen gesproken over het ontwerp tot bestrij ding der omwentelings-partijen. Hij verklaarde dat men een ontbinding van den Rijksdag kan verwachten. Er waren strenge maatregelen van orde genomen, maar de politie behoefde niet han delend op te treden. De socialisten zijn van plan, in geheel Duitschland protestmeetings te houden. De heer Rink, het sociaal-democratisch lid van den gemeenteraad van Munchen, die bleef zitten toen de voorzitter een woord van dank bracht aan den prins-regent van Beieren voor diens kerstgave aan de armen, heeft zich bij den raad verontschuldigd dat hij dit niet met opzet heeft gedaan, daar er voor hem zeker geen reden kon bestaan om voor die mildheid niet dankbaar te zjjn, maar hij juist toen de voorzitter liet woord nam door eene hevige hoestbui werd overvallen, zoodat hy niets van het gesprokene verstond. Onmiddellijk na de verdaging der zitting van den Rijksdag is de sociaal-democratische afgevaardigde Schippel, een der redacteuren van de Toncdrts, gevangengenomen en naar Plötzensee overgebracht tot het ondergaan der drie maanden gevangenisstraf, waartoe hij eenigen tijd geleden werd veroordeeld. De Rijksdagafgevaardigde Leuszis, terzake van mijneed in een echtscheidingsproces, door het gerechtshof te Hannover tol 3 jaren tucht huisstraf en 5 jaar eerverlies veroordeeld. Hij heelt onmiddellijk daarna ontslag als lid van den Rijksdag ingediend. F R A N K R IJ K. Na de toespraak, waarmede de heer Brisson bezit nam van den voorzitterszetel der Kamer, kwam het wetsontwerp in behandeling, waar bij de regeering een pensioen van 12,000 fi s. aanvraagt ten behoeve van Burdeau's weduwe. Het ontwerp werd door Baudry d'Asson en Faberot bestredeD. Nadat de minister Poincaré betoogd had, dat op de volksver tegenwoordiging de plicht rust, deze eere schuld te kwijten, waar Burdeau de natie zoo getrouw gediend heeft, werd de onmiddellijke behandeling goedgekeurd met algemeene stem men, uitgezonderd die der socialisten en van twee of drie leden der rechterzijde. Het wetsontwerp werd vervolgens, bijna zonder discussie, met 203 tegen 174 stemmen aangenomen. De regeering had den verkoop aangekondigd van een half millioen afgedankte Gras-gewe ren en chassepots, nog in de arsenalen aan wezig. Toen echter de minister van oorlog ver- Roman van W A L D E M A R URBAN. 13. ®Papa «Nog ditik weet zeer goed, dat uwe moeder meer dan eens speelschulden voor u betaald heeft. Zij heeft het mij zelve gezegd, en ik heb u tot nu toe laten begaan, omdat ik weet dat ondervinding de beste leermeesteres is. Een jong- mensch moet leergeld betalen. Maar nu gij ■ondervinding hebt, nu moet het uit zijn. Op tzen weg voort te gaan zou u en misschien ons allen in het verderf kunnen sleepen. Geen soldo wordt meer voor u betaald. Ik ben dit •aan mij zeiven, aan uwe zuster en voor alles aan onzen goeden naam verschuldigd. »Wees verzekerd, vader »Goed, goed Dit eene nog. Ik moet u nog Waarschuwen tegen woekeraars, tegen lieden als dezen Castaldi. Ik hoop, dat mijne waarschuwing hier nog niet te laat kome »Als gij het wenscht, papa, zal ik alle betrek king met deze heeren afbreken." »Ik wensch dat niet alleen, maar ik eisch het van u, zooals ik het van eiken man van eer zou eischen." »Mijn woord er op, papa, dat bet niet meer zal voorkomen." »Goed, Attilio. Gij zult zoodoende uw eigen belang het best dienen. Gij zult het hoe langer hoe beter leeren inzien, dat het bezit, hel geld, de verantwoordelijkheid voor hetgeen onze vaderen ons hebben nagelaten ons plichten tegenover de menschen oplegt en vooral tegenover ons zelf en onze familie, die wij niet mogen overtreden. Ontsla u van dien plicht, ruk den scheidsmuur tusschen u en al wat benedon u staat, wat laag en gemeen is, omver en de wereld zal u met hare tallooze vangarmen omstrengelen, u medesleepen naar de diepte, waar gebrek, ellende, honger uw deel zullen zijn en gij u in liet slijk zult wroeten, waarin duizenden rondwentelen. Gij zijt een hertog Dei Tibaldi en voorbestemd om een geslacht voort te planten, welks naam eeuwenlang ongeschonden bewaard bleef. Bedenk dat, Attilio. Een lichtmis, een speler, een verkwister is onzen naam niet waardig. Ik verzeker u op mijn eerewoord, dat ik u liever zou verstooten dan toezien, dat de eer van ons geslacht aan onreine handen werd toevertrouwd." De hertog zweeg. Hij had met grooten nadruk, met dien zeldzamen pathos gesproken, waarin de Italianen zoo licht vervallen, wanneer zij een ernstige onderwerp behandelen. Eene sombere, pijnlijke stilte volgde op zijne woorden, te pijnlijker, omdat zij door de omstandigheden niet gerechtvaardigd schenen. Cesina tenminste kon niet nalaten zich zelve af te vragen Waartoe nu om een nietige paar duizend lire» zooveel drukte te maken? Zij wierp tersluiks een blik op baren broeder. Deze zag voor zich neer op het volle bord dat voor hem stond, maar dat bij niet aanroerde. Zijne wangen waren als van schaamte een weinig rood gekleurd. Cesina zag het en beklaagde hem van harte. Zij stiet hem met den arm aan, en toen hij opkeek, gaf zij te kennen dat zij met hem klinken wilde. Attilio vulde zijn glas en stiet het tegen het hare, waardoor de vrede tusschen deze twee hersteld was. Maar ook hertog Cesare, die deze beweging opgemerkt had, scheen nu in te zien dat hij wel wat ver gegaan was, en hij begon dus op wat gemeenzamer toon sGij zult vandaag toch nog naar Napels willen terugkeeren 1" »Ja, papa, dadelijk na liet eten." iMaar gij kunt immers evengoed tot morgen blijven," viel Cesina in »wij hebben u hier nu eenmaal." »Dat kan niet, Cesina. Morgen vroeg om acht uur, als gij nog te bed ligt, zit ik alweer op school om het Romeinsche recht te hooren doceeren." Wat wist Cesina van het Romeinsche recht? Zij stelde het recht van de zuster op haren broeder vrij wat hooger en vertrok den mond tot een glimlach, die weinig eerbied voor den student in het Romeinsche recht verried. Attilio echter was door dit bewijs van toewijding weer een weinig in de achting zijns vaders gestegen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 5