^Letteren, Kunst en Wetenschap. Gemengde Berichten. Post en Telegraphie. Land- en Tuinbouw. Armenzorg. O n d e r w ij s. R ch-tzak e n. V S s s c h e r ij. 'a-Gravendeel. Yan H. M. de Koningin- Regentes is voor de ongelukkige huisgezinnen aan het gehucht de Wacht, die door de door braak van den dijk bij den jongsten storm vloed zooveel schade hebben geleden, eene som van f500 ontvangen en van de groote commissie te Amsterdam een gelijk bedrag, zoodat men nu, de gehouden collecte mede- gerekend, eene som heeft van ruim f1600. Deventer. Ds. Rogge zal hedenavond namens de burgerij eene gouden medaille als huldeblijk worden aangeboden. De Petersburgsche academie van wetenschap pen, blijkbaar nog niet onderricht van het overlijden van onzen landgenoot Th. Stieltjes, benoemde hem verleden week tot haar corres- pondeerend lid. Ook uit dit posthuum eerbewijs blijkt hoe hoog Stieltjes in het buitenland aang i schreven stond. (Wad) Het proces-Joniaux te Antwerpen. Het getuigenis afgelegd door dr. Van Vyve in de ochtend- en door de doktoren Baisieux en den vis- scher en den chemist Bruylant in de namiddag zitting van Maandag heeft begrijpelijkerwijze de levendigste belangstelling verwekt. Deze vei kla ringen samenvattend, komt men tot het besluit dat hst lijk van Léonie Ablay (reeds twee jaar vóór het onderzoek overleden) geen bepaalde ge volgtrekking meer toeliet, ofschoon er groote waarschijnlijkheid bestond dat zij noch aan her senvliesontsteking noch aan typhus overleed, zooals de geneesheeren destijds vermoedden. Da dood van den heer Van den Kerckhove had op 17 Maart 1893, de lijkschouwing op 48 Maart 1894 plaats. Het lichaam was goed bewaard gebleven. De verklaring van dr. Baisieux is in dit opzicht het meest aldoende. Deze geneesheer maakte uit het onderzoek op, dat de heer v. d. K. aan een hersenaandoening overleden moest zijn. Nu wa ren er in dat geval slechts 3 onderstellingen mogelijk een beroerte (welke door alles weerspro ken werd) een congestie of een geval van vergif tiging. Deze twee gevallen zijn mogelijk. Getuige gelooft echter niet aan een een doodelijke con gestie met symptomen van hersenberoertezij is zoo zeldzaam, dat velen ze voor onmogelijk houden, en wordt overigens weersproken door het begin van v. d, K's ongesteldheid. Van een alcohol-vergiftiging kan geen sprake zijn. Het gewichtigst echter was de verklaring, door dr. Van Vyve afgelegd ten aanzien van Alfred Ablay's overlijden. Deze was den On Maart overleden drie geneesheeren onderzoch ten zijn lijk den 15n derzelfde maand. Het lichaam was uitnemend bewaard gebleven. Niets abnormaals was er uitwendig te zien, alleen was de pupil-opening verwijd. Er bestond geen bloed uitstorting in de hersenen. De omgeving van het hart was niet volkomen normaal, maar deze omstandigheid kon zeker geen doodsgevaar te voorschijn roepen. Geen sprake van inwendige kneuzingen noch abnormaliteiten. Een natuurlijke dood scheen geheel uitgesloten. Toen werd aangedrongen op een scheikundig onderzoek. De chemisten verklaren, morphine gevonden te hebben in alle organen, en suiker in de urine. Op een waag van den president voegde getuige hier bij, nat wanneer er geen sprake is van suikerziekte, en men suiker naast morphine in oen lijk vindt, die suiker karakteristiek is voor vergiftiging door een sterke dosis morphine. En Alfred had zeker geen suikerziekte, zijn urine was verscheidene malen onderzocht ten behoeve zijner levensverzekeringen. Gedurende zijn geheele verblijf te Parijs, dus in de laatste jaren van zijn leven, was Alfred Abiay nooit ernstig onge steld geweest. Hij was opgewekt, gezond,gebruikte Weinig sterken drank en geen rooi pliine als verdoo- virigsmiddel. De conclusie van getuigen is: het is volstrekt zeker dat Alfred Ablay aan morphine- vergiftiging is gestorven. Een der jutyleden deed nu een vraag, dr. Van Vyve antwoordde Een gezond volwassen persoon kan niet ongestraft 5 a 6 centigiam morphine gebruiken, een dosis van 20 is gewoonlijk reeds doodelijk. Maar tno-phinomanen kunnen onge- loofelijke hoeveelheden gebruiken. Nu volgde een discussie tussr.hen getuige en den verdediger, die volhield dat get. zich bij zijn conclusie had laten influenceeren door hetgeen hij van de beschuldiging wist. sliet is zeker," zeide getuige nog, «dat ik niet tot vergiftiging had durven besluiten indien men geen morphine gevonden had, maar dan zou ik gezegd hebben ik begrijp er niets van. Na het scheikundig onderzoek, en dus met het geheel der onder zoekingen vóór mij, twijfel ik geen oogenblik dat vergiftiging heeft plaats gehad. De scheikundige expert, de heer Bruylant, verklaarde, ook na de tweede opgraving van Alfred's l>jk nog sporen van morphine gevonden te hebben, terwijl het toch voorkomt dat deze stof in 't geheel niet meer kan weiden aange toond, eenigen tijd na het overlijden. De hoeveel heid ingenomen morphine is echter niet vast te stellen. Op een vraag van den verdediger moest de heer Bruylant erkennen, geen materie voor een tegen-onderzoek te hebben bewaard, maar hij stelde de tegenvraag hoe komt er zooveel morphine in het iijk, indien Alfred niet vergif tigd is. Aangaande den dood van den heer v. d. Kerck- hove werd door dr. Baisieux nog de opmerking gemaakt dat atropine, die madame Joniaux be weert voor oogwasschingen gekocht te hebben, slechts in zeldzame en ernstige gevallen wordt aangewenddat voorts een vergiftiging door atropine met van heftige vergifiigingsverschijn- selen vergezeld gaat, als de gebruikte hoeveelheid maar klein genoeg is, en men geen geneeskun dige maatregelen neemt, ten slotte dat een boe- veelheid van 2 centigram atropine reeds voldoende is om een volwassene te dooden. Gistei morgen waren da deskundigen, door den verdediger opgeroepen, aan het woord. Dr. De- paire meende dat, indien Alfred Abiay werke lijk een dosis morphine van minstens 20 centi gram ingenomen had, men meer morphine in het lijk had moeten terugvinden. Dr. Charde- lon was het hiermede eens, verzekerde dat de verschijnselen van atropine-vergiftiging zeker niet bij den heer v. d. Kerckhove geconstateerd zijn geworden, terwijl het lichaam van Léonie Ablay zoozeer vergaan was, dat de vraag of zij aan typhus gestorven is, niet meer was uit te maken. De advocaat-generaal wees daartegen over op gevallen, waarin bepaald vergiftiging lud plaats gehad, terwijl toch uiterst weinig morphine kort na den dood in het lijk gevonden was. Een uitvoerige verklaring van dr. Stienon sloot zich bij die van dr. Depaire aan en was geheel in tegenspraak met het gevoelen van dr. Van Vyve: men sterft slechts aan een kleine hoeveelheid vergifwas er meer ingenomen, dan had men dit, enkele dagen na Alfred's dood, in diens lijk moeten terugvinden, en men vond 8 milligram I In Noord-Italié is door de sneeuw het spoor wegverkeer moeten gestaakt worden, nadat eerst een ingesneeuwde trein met verscheidene ma chines naar de plaats van vertrek is terugge bracht. Gedurende het afgeloopen jaar zijn ten poslkan- tore te Schiedam ontvangen 331370 brieven en 267774 briefkaarten alsmede 395798 drukwer ken en monsters. Het bodiag der verkochte port- en postzegels, briefkaarten enz. is f 01673.94. Verzonden zijn 12.827 postwissels tot eene som van f 210023.01 Vï- Uitbetaald zijn 39.211 stuks tot een bedrag van f750312.85. Verzonden werden 155 postbewijzen a f 847.50, uitbetaald werden 192 stuks a f942. Het aantal ontvangen binnenlandsche aange- teekende brieven bedroeg 8469, waarvan 2203 met een aangegeven waarde van f674617,52. Ter incasseering van elders werden ontvangen 10661 stuks quitantiön tot een bedrag van f 110624.32Vs) waarvan 1349 onbepaald of gewei gerd teruggingen, te zamen voor f 16428.11 Vs- Werden verzonden naar het binnenland 102529 postpakketten, waarvan 38 stuks met aangegeven waarde a f 4708.33 Vs 2550 stuks verrekenpak ketter. ter waarde van f 7580.74. Naar het buitan- land gingen 750 stuks. In omloop waren 200 spaarbankboekjes; 1698 inlagen zijn geschied, ten bedrage van f46315.19, terwijl 493 terugbetalingen plaats vonden tot een bedrag van f29488.41. Men schrijft uit Londen aan het N. v.d.D Uit de pasverschenen Britsche statistieke op gaven over bet jaar 1894 schijnt te blijken, dat de zuivelindustrie ten onzent bezig is zich in Engeland wederom vasten voet te veroveren. Zoowel de invoeren van boter als van kaas zijn op vrij spreken wijze toegenomen. Die toename gaat echter gepaard met eene vermindering in den invoer van roagarine. Ziehier eenige cijfers daarover Hoeveelheden (centenaars). 1892 1893 1894 Boter 141,838 142,811 165.157 Kaas 273,821 209,364 298,693 Margarine 1,196,756 1,229,737 1,045,330 Waarde (in ponden sterling). 1892 1893 1894 Boter 750,314 763,897 831,951 Kaas 670,573 076,001 760,838 Margarine 3,300,707 3,416,497 2,834,804 Die resultaten werden verwacht door lien die de markten bestudeerden. De invoer van boter is gostadig verminderende uit Duitschland en Frankrijk, en schoon die uit Denemarken nog vooruitgaande is, is het vol strekt niet onmogelijk dat wij een volgend jaar op meer gelijken voet met dat land op de Bril- oche markten optreden. Te Stolwijk, waar het mond- en klauwzeer sedert lang geweken waszijn nu weder verscheidene gevallen dier ziekte geconstateerd op den stal van den veehouder G. de J., onder vee, dat laatstleden zomer onaangetast was gebleven. De minister van ooi log brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat in het jaar 4895 geen studenten in de geneeskunde aan de uuiversi- teiten hier te lande, zullen wmden toegelaten tot de verbintenis, bedoeld bijaitikel 18 der wet van 2 Augustus 1880 (SM. no. 145), om, na het vei krijgen van den titel van arts, eene be noeming tot officier van gezondheid bij het per soneel van den geneeskundigen dienst der land macht aan te nemen. Door den heer II. B. de R v. C. te Dordrecht is aan den voorzitter van het buigerlijk armbe stuur aldaar eene som van f1000 ter hand ge steld, om onder verse/'vmde armbesturen te worden verdeeld tot het houden van eeno uitdee- j ling van dekking, kleeding of hetgeen hun doel- l matig zal voorkomen. De gratis uitreiking van brood en koffie te Gro ningen zal heden in hat waaggebouw weder beginnen. Voor de rechtbank te Alkmaar is Maandag da behandeling aangevangen van den bekenden moord, te Schagen gepleegd op de wed. Bute en haar pleegkind Anna. Bt-ijers, door den jongen Klaas Boes. Bekl. legde ook nu eeno volledige bekentenis af. Hij is herhaaldelijk voornemens geweest en heeft ook gepoogd de vrouwen te vergiftigen, doch toen dit mislukte, heeft hij bei den in den avond van 11 Augustus vermoord. De bijzonderheden, die bij zijn verhoor aan het licht kwamen, zijn inderdaad ontzettend. De vrouw bracht hij drie s/agen toe met een bijl op het hoofd, daarna ging hij naar boven en sneed bij het licht van een lucifer AnnaBeijers in den hals en aan de slapen. Terwij! hij bij een inmiddels aangestoken lamp bezig was de kast te doorzoeken, hoorde hij achter zich een zucht en zag hij Anna Beijers op haar knieèn naar de deur kruipen. Hij duwde haar toen in een hoek en bracht haar een wonde toe, waarbij zijn mes krom werd. Daarna naar beneden gaande om zich te wasschen, bemerkte hij dat ook vrouw Bute nog ademde, waarop hij haar eveneens met een mes doodde. Vervolgens heeft bekl. zich gewasschen op de achterplaats. Het was toen ongeveer elf uur. Daarna heeft hij uit de kast alles gestolen en zijn zakker, er mede gevuld. Hij hoorde echter leven achter en verschool zich een tijdje, waarna hij weder over de schutting klom en hetgesto- Jene begroef. Bij het overklimmen der schutting had zijn vader zijn hond uitgelaten, omdat hij gerucht hoorde. Het dier, bekl. herkennende, maakte echter geen leven, zoodat zijn vader zeker dacht zich vergist te hebben. Na alles, op een kleinigheid na, dat hij bij zich hield, begraven te hebben, is bekl. om ongeveer twaalf uur weder over de schutting naar het huis der wed. Bute gegaan. Hij heelt van de nog brandende lamp in Anna's kamer de peer afgedraaid en toen de petroleum over het haar van Anna en het beddegoed gegooid. Eerst stak hij het haar in brand om te zien of dit brandde, en toen dit geschiedde, heeft hij er een kussen op gegooid om du vlam te blusschen. Daarna heeft hij het lijk van vrouw Bute met petroleum begoten, vervolgens het lijk van Anna Beijers uit het bed gehaald, om zijn pet te zoeken, dien hij veiloren had, doch hij zocht niet lang, want die zou wel met alles verbranden. Hij stak de lijken in brand, trok zijn schoenen weer aan en verliet voor door den winkel hot huis. Dat ook de huizen der buren in brand zouden gaan, begreep bekl. Hij had dat reeds met Oudshoorn, een vriend, die hem volgers zijn zeggen, tot de daad had opgezet, doch die niet wilde meehelpen, besproken. Kwam de brand ook in het huis van Boes, dan zouden zij samen be- klaagde's familie redden. Oudshoorn kon dan tevens door vlug met de spuit van sLycurgus" te komen, de premie krijgen. Toen bekl. thuis kwam, had zijn moeder hem nog gevraagd waarom zijn haar zoo nat was, waarop hij antwoordde idat hij aan de pons was geweest bij Hoekstia (een kennis) en zijn pet in de sloot was geval len". Hij was toen naar boven gegaan en bij zijn broertje gaan slapen. Tegen tvvea uur wakker wordende en geen brand ziende, is bij in nachtgewaad weer over de schutting naar het huis der wed. Bute gegaan, heeft uit een kan met petroleum de lijken weer begoten en weder aangestoken en de keukendeur half opengelaten. Weer is hij naar bed gegaan en om zes uur wakker geworden, en nog geen brand ziende, is hij weer naar de woning der vermoorden gegaan om zijn pet te halen. Hij vond die met bloed bevlekt in de bedstede van Anna Beijers en is die pet gaan uitspoelen achter bij hem op de plaats. Weer ging bekl. naar boven en kwam een half uur later beneden, hij ging zijn kleeren uitwasschen, bewerende dat die vol modder waren, omdat hij in een sloot had gezeten, gelijk hij tot zijn moeder zeide. Maandags heeit zijn moeder, toen zij bij bet uitwringen van beklaagdes overhemd bloedwater zag, gevraagd, of hij het niet gedaan had. Was dat zoo, dan was het boter zich te verdrinken dan geboeid de deur uit te gaan. Zijn moeder had later beloofd bekl. zooveel mogelijk voor te spreken, maar als bet te erg liep, zou zij de waaiheid zeggen, liever dan ook gestraft te worden. Beklaagde heeft steeds de daad jegens zijn moeder ontkend, al trachtte deze hem ook uit te hooron. Maandags heeft bekl. Oudshoorn gesproken en gezegd: »'t is afgeloopen," waarop Oudshoorn zeide: »'tis gauw gegaan," en van bekl. het tientje kroeg dat bekl. in zijn vest had gestoken. Op 20 Augustus heeft bekl. een gestolen ket ting opgegraven en geworpen op het erf van Simon Alot, era aan dien de schuld te geven. Hij had dit ook aan Oudshoorn gezegd. Bekl. deed dit verhaal met ijzingwekkende kalmte en zat nu en dan als versuft te kijken. Gisteren is het getuigenverhoor aangevangen. Er zijn 62 getuigen. KRALINGSCHE VEER. Gisterochtend wer den ter markt alhier aangevoerd 5 winterzalmen, die voor f2 35 tot 2.95 per Vs bilo werden verkocht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 3