Binnenlandsche Berichten.
SCHIEDAM, 26 Januari 1895.
Onderstaande missive is in de gemeente
raadszitting van den 22n dezer ingediend
Aan den Gemeenteraad van Schiedam.
Naar aanleiding van de openbare behande
ling onzer voorstellen vnn 15 Dec. 1.1., moeten
wij ons voorstel 2 wijzigen als volgt:
ïln beginsel te besluiten met ingang van
1 Sept. 1895 de jaarwedden, die verhoogd
zijn voor de lessen aan de handelsafdeeling,
met het bedrag dier verhooging te vermin
deren."
Gelijk terecht is opgemerkt, volgt uit de
denkbeelden zelve, door ons vooropgesteld in
het scluijven van 15 Dec. 1.1.. veeleer, bij
opheffing der handelsafdeeling, een verlaging
der jaarwedden gelijkstaande met de verhoo
ging bij de oprichting dan een verlaging
evenredig aan de vermindering der lesuren.
Het gewijzigd vorstel voorkomteen verlaging
waar geen verhooging mocht hebben plaats
gehad en zulk een verlaging zou hetspieekt
vanzelve onbillijk zijn.
Naar ons inzien, behoeft een verwisseling
van titularis op ons voorstel geen invloed uit
te oefenen. De jaarwedde werd en wordt
veranderd in verband met de daarvoor ge
vorderde diensten; met den persoon hebben
wij daarbij niets te maken een nieuwe titu
laris heelt bij de benoeming geweten den
omvang van zijn taak, of heeft hij dit niet,
dan is het zijne schuld.
Ten aanzien der bewering, dat slechts
hoogstens f700 voor traktementsverhoogirig
besteed zijn, willen wij thans alleen opmer
ken, dat zij geen steun vindt in de uitkom
sten van een door ons naar aanleiding dier
bewering ingesteld voorloopig onderzoek.
Waar wij dus de uitwerking vnn ons be
ginsel wijzigen op grond van dankbaar aan
vaarde terechtwijzing, daar handhaven wij
het leginsel zelf ten volle. En dus ook zijn
wij verplicht ons te verdedigen tegen den
heftigen aanval, dien het heeft te verduren
een aanval onder den kreet van ïis dit goede
trouw?"
Tegenover de verdachtmaking van ons stre
ven stellen wij slechts een zwijgende min
achting. Maar wij rekenen het wel van be
lang een verklaring te geven van de heftig
heid van den aanval.
In de eerste plaats mag men bij hen, die
partij zijn in de zaak, zonder te veeleischend
te worden, geen onpartijdigheid vorderen.
En voorts wotdt onzes inziens veel verklaard
door wat wij zouden willen noemen den amb-
tenaarsgeest. Wij zullen trachten dien korte-
lijk te schetsen.
Bij vermeerdering van werkzaamheden is
verhooging van bezoldiging een eisch der
rechtvaardigheid; bij verminden, g is verla
ging eenvoudig contiactbreuk. Pensioen komt
den ambtenaar toe, ook zijt. "rouw en kin
deren een korting daarvoor is ten aanzien
van bestaande ambtenaren contractbreuk. Ge
dwongen ontslag met pensioen op een leeftijd,
dat men in den regel ongeschikt wordt voor
zijn taak een onmenschelijke bepaling. Aan
slag in een belasting, waarvan de ambtenaar
tot nu, in tegenstelling van andere buigers,
bevrijd bleef, niet veel beter dan schending
van verkregen rechten. Rijzing van den prijs
der levensbehoeften eischt verhooging van
bezoldiging; een verlaging bij daling: kwade
trouw! De ambtenaar heelt te allen tijde het
recht 't contract op te zeggende gemeen
schap zoogoed als nooit. Het plichtverzuim
of wangedrag moet al heel groot zijn, wil
de ambienaarsgeest een ontslag billijken en
zelfs dan eischt hij meestal nog een ontslag
eervol en met pensioen.
Men meene niet, dat wij eiken ambtenaar
een geest toeschrijven als geschetst Evenmin
dat wij eiken eisch beschouwen ais onbillijk
of tegen 't belang der gemeenschap. Verre
van daar. Veel kunnen wij billijken, vooral
waar het minimumlijders betreft tegenover
een welvarenden staat of gemeente. Maar van
welgestelde ambtenaren tegenover een arme
gemeenschap kan het licht stuitend worden.
En op het gevaar, dat die geest de arti
kelen der Schiedamsche Courant zijn er geheel
van doortrokken te veel invloed krijge,
meenen wij bij deze gelegenheid de aandacht
te moeten vestigen.
En de gemeenteraad Hij heeft een heel
ander standpunt aan te nemen dan de ambte
naar. Hem is de zware taak opgelegd, de
«eschillen tusschen de burgerij, die hem haar
belangen heeft toevertrouwd, en de ambte
naren' voor wie hij een streng maar recht
vaardig meester behoort te zijn, te be
slechten. Hij moet zorgvuldig in acht nemen
het geschreven en het ongeschreven rechthij
mag persoonlijke belangen en sympathieën
niet laten wegen; toch mag hij niet vergeten,
dat zwakken en sterken ongelijk behandeld
moeten worden om werkelijk rechtvaardig
te zijn.
Dat de raad, naar liet geschreven recht,
jaarwedden verminderen kan natuurlijk
alleen voor de toekomst wordt niet meer
tegengesproken. Maar wij hebben nader aan
te toonen, dat dit ook geoorloofd is naar het
ongeschreven recht.
1. De ambtenaar kan, zoodra hij eiders beter
meent te kunnen worden, zijn contract op
zeggenhij moge dit doen, beleefdheidshalve,
in den vorm van een verzoek om ontslag,
niemand betwijfelt, dat hij gaan kan als de
gemeente 't ontslag weigert. Of deze door de
verandering zedelijk of geldelijk achteruit
gaat, de ambtenaar behoeft er niet naar te
vragen. Waarom zou de andere partij dit
reent van opzeggen missen
2. De regel: loon naar bewezen diensten
ligt zoo in de natuur van den rnensch, dat
hij als een axioma wordt beschouwdhij
wordt overal zooveel mogelijk toegepastver
meerdering van diensten leidt in den regel
tot verhooging van bezoldiging, ieder acht dit
billijk. "Waarom zou het omgekeerde nu on
billijk zijn?
3. Het inkomen van den industrieel, den
koopman, den winkelier, den arbeider onder
gaat den invloed van de vraag naar hun
dienstenneemt die af, hun inkomen lijdt
schade. Welke hoogere billijklieid«grond is er
te bedenken, dat de gemeenschap hare amb
tenaren steeds moet vrijwaren voor zulk een
schade? Wij hebben gezocht, maar niet kun
nen vinden.
4. Er zijn weinig personen, die op zooveel
wijzen hun tijd kunnen productief maken als
juist leeiaien: kleine betrekkingen, lessen,
letterkundige of wetenschappelijke arbeid enz.
5. De leeraren kunnen o. i. niet den regel
inroepen, dat de oeconomisch sterke den
zwakke behoort te ontzien onze gemeente
is tegenover hen eer de oeconomisch zwakkere.
Ook het belang van 't onderwijs is in 't
debat gewoipen. De leerareD, ontevreden ge
worden, zuilen hun best niet meer doen, als
men ze treft met onrecht, zoo wordt be
weerd. Wij stellen er de bewering tegenover:
De burgeiij zal ontevreden zijn, als haar
penningen ten onrechte worden uitgegeven.
Men voeltmet zulke beweringen komt men
niet verder. Het komt juist hierop aan, of ons
voorstel recht of onrecht is. Wordt op wet
tige wijze beslist, dat het recht is, door den
gemeenteraad, nadat den leeraren gelegenheid
is gegeven zich te doen hoorenen, den in
specteur geboord, door den minister van bin-
nenlandsdie zaken, dan zullen de leeraren
bij behoud hunner overtuiging wellicht een
andere betrekking zoeken, maar zij zullen
hun wrok niet koelen aan hun leerlingen.
Wij hebben betere gedachten van hen dan
sommigen blijken te hebben.
De bezwaren tegen een bezoldiging naar
het aantal lesuren zuilen wij thans niet be
handelen, omdat die zaak nog niet aan de
orde is. Hebben wij onze regeling gereed,
dan zullen wij den leeraren gelegenheid
geven hun ooi deel te zeggen. Geeft de 6chied.
Courant ten aanzien van onze toezegging, de
leiraren te hooien, de meening weer van
den directeur der hoogere burger.-cbool, dan
heeft deze te goeder trouw onze toezegging
verkeerd opgevat. Het ware bescheiden, ver
standig en humaan geweest hier aan een
misverstand te denken in plaats van te zin
spelen op kwade trouw. De kans is grooter
dat éen iets misverstaat dan vijf En svelken
zin zou het hebben iernand te vragen hoe
bij denkt over een verlaging van zijn salaris
Bovendien dat wij voor onze voorstellen het
daglicht niet hebben gevreesd, weet de Sehied.
Courant evengoed als wij, aangezien wij zelf
ze baar ter plaatsing hebben verschaft on
middellijk nadat ze bij Uw vergadering waren
ingekomen. Men zal ons toch de naïeve ge
dachte niet toedichten, dat het den leeraars
aan het talent en den invloed ontbreekt hun
belangen in het openbaar voor te dragen
Eindelijk moeten wij nu door de op
heffing der handelsklasse misschien een klei
ner bedrag kan vrijvallen dan wij meenden
eenige reserve maken ten aanzien van onze
toezegging aan het slot van ons schrijven van
15 Dec. 1.1., en wel ten aanzien der punten
2 en 5. Zeer tot ons leedwezen. Indien mocht
blijken, dat enkele leeraars indertijd uit ijver
en toewijding zich meer arbeid hebben ge
troost zonder op verhooging van salaris te
staan en dat onder die leeraars juist schraal-
bezoldigde behooren, dan zouden wij een
prikkel te meer hebben, die wanverhouding
te doen eindigen.
Jüü Baadscommissie van 24 Juli 1894,
Schuurman, Toorz.
M. C. M. de Groot, Secr.
Schiedam, 12 Jan. 1895.
Gisteravond te halfacht zijn van het En-
gelsche stoomschip Ben VoirUch, kaptein
T. Dadison, door de zware eb de kettingen ge
broken waarmede het aan de boeien op de
rivier voor deze stad iag gemeerd. Het
schip is daarna tegen de boeien geslagen,
tengevolge waarvan twee boeien zijn ge
zonken en een van het anker is losgeraakt.
In de Eerste Kamer is men opgekomen
voor de rechten der vrouw. Enkele leden ver
langen n.ldat bij de herziening van liet
kiesrecht voor de kamers van koophandel ook
vrouwen, eett handelsbedrijf uitoefenende,
zoowel kiesgerechtigd als verkiesbaar werden
verklaard.
Bij het departement \an binnenl. zaken is
een wetsontwerp tot verandering der gren
zen van Amsterdam in voorbereiding.
Een wetsontwerp omtrent het subsidieeren
van scholen van middelbaar onderwijs voor
meisjes is in bewerking. Het zal ingediend
worden zoodra dit mogelijk is. {N. B. Ct.
Jhr. mr. G. J. Th. Beelaerts van Blokland
vertrok gistermiddag naar Berlijn, teneinde
als -;ezant van de Zuidafrikaansche republiek
bij het Duitsche hof aldaar tegenwoordig te
zijn bij de ontvangst van het coi ps diploma
tique op den verjaardag van den keizer van
Duitschland, aanstaanden Zondag.
Door de directie der Belgische Staatsspoor
wegen is, in overleg met de Nederl. Staatssp,
en Hoil. IJz. Spoorweg-Mij., bepaald dat vanaf
1 Februari a.s. de spoorwegkaarten voor heen
en terug voor internationaal verkeer drie
dagen geldig zijn. Voor Amsterdam—Brussel
en verder gelegen stations vier dagen, nl. de
dag van afgifte en de drie volgende dagen.
Met Paschen, Pinksteren en Kerstmis zijn
de kaarten voor alle plaatsen nog geldig den
tweeden dag na die feestdagen, mits daags
voor het feest genomen.
De bepaling, dat de reis op Belgisch spoor
niet mag worden onderbroken, blijft van
kracht.
Op de voordracht voor gemeente-ontvanger
te Vlaardingen zijn geplaatst de heeren jhr.
M. W. de Jonge, burgemeester en secretaris
te Sehermeihorn, en mr. J. H. Caspers, lid
van den raad van Maarseri.
Te 's-Gravenhage is Donderdagavond, in
het hotel »Den ouden Doelen", een kameraad
schappelijke maaltijd gehouden van officieren
en oud-officieren van het Indische leger en het
korps mariniers, ter herinnering aan de inne
ming van Atjeh's kraton op 24 Januari 1874.
Uit verschillende oorden des lands waren
deelnemers saamgekomen, waaronder men
betreurde de afwezigheid (om begrijpelijke
redenen) van generaal Van der Heyden.
Genoodigd was de oud-vieepresidenfc van
den Raad van Indië, de heer Kroesen, civiel-
ambtenaar bij de expeditie.
Bij de feestdronken werden ook herdacht
de heidenfeiten op Lombok, door land- en zee
macht verricht.
Gistermiddag ontstond er in een goederen
trein tusschen Haarlem en Leiden twist tus
schen den hoofdconducteur Van Dam en een
remmer, welke zoo hevig werd, dat v. D.
zijn mes trok en hiermede den remmer
eenige sneden over het gelaat toebracht. De
remmer trachtte den machinist een sein te
geven om te stoppen, en sloeg daarom een
paar ruiten in den bagagewagen stuk, doch
zoodra de trein wat minder gang had, sprong
de hoofdconducteur er uit en nam ijlings dg
vlucht. De remmer werd doorgevoerd naar
Leiden en in het ziekenhuis opgenomen. R
Blijkens een nader bericht handelde de
hoofdconducteur in een vlaag van waanzin
Na uit den trein gesprongen te zijn, ijlde
hij door het weiland naar Warmond, waar
hij het gebeurde verhaalde. jj
Naar het zich thans Iaat aanzien, zullen de
inleggers in de bekende Hillegomsche spaar
kas al hunne gelden terugontvangen.
Reeds was een bedrag van ruim f 5809
beschikbaar en was het wachten nog op de
aangevraagde bijdragen van de commissaiis-
sen, die vroeger op verzoek vrijwillig het een
en ander controleerden, doch sedeit 1882
ontslag hadden genomen, zoodat de pen
ningmeester sedert dien tijd de zaak alleen
beheerde.
Thans blijkt echter, dat de nalatenschap,
van wijlen den penningmeester Nieuwenhuis
ruim voldoende is om alle inleggers geheel
te kunnen uitbetalen.
Dezer dagen werd op een der bureaux van
de Kasvereeniging te Amsterdam een ellect
ter waarde van ongeveer f1200 vermist, zon
der dat men kon vermoeden waar het stuk
gebleven was. De zaak werd in handen van
de politie gesteld, en het mocht aan de ijve
rige nasporingen van den inspecteur der
recherche J. v. d. Puttelaar gelukken, zotnvel
het effect als den dief te ontdekken. Deze
laatste bleek een der kantoorbedienden te
zijn, die het effect bij een wisselaar iri de
Kalverstraat voor f 800 beleend had. Bijna
deze geheele som werd in een der bureaux
onder een parapluiestandaard verstopt terug
gevonden. De dader is ter beschikking van
de justitie gesteld. Ilbl
Dat er genoeg vergeetachtige mensclien
zijn, die in trein of tram een of ander laten
liggen, wisten wij, Maar dat er zooveel in
achter blijft, wisten wij niet, maar blijkt uit
uit het volgende staaltje. Gedurende liet jaar
1894 werden in de wagens der A. O. M. te-
Amsterdam achtergelaten227 portemonnaies,
samen met achtergelaten los] geld vertegen
woordigende een bedrag van 1679,69l/s f
parapluies 353; handschoenen 216; verschil
lende kleedingstukken 185; boeken 114;
sleutels 104 handmoffen 57 portefeuilles
51; koffers en tasschen 46armbanden 12;
diverse voorwerpen 443.
Daarvan werden teruggehaald 103 poite-
tnonnaies met een waarde van f508,03;
parapluies 171handschoenen 23 verschil
lende kleedingstukken 70, boeken 73; sleutels
15, handmoffen 31; portefeuilles 15koffers
en tasschen 27armbanden 2diverse voor
werpen 117. {Uhld.)
Ue politie te Hilversum heeft eene dieien-
bende, bestaande uit 11 knapen, ontdekt, die
in den laatsten tijd er hun werk van maaktenf
de winkeliers te bestelen.
Bij de aankomst van den sergeant P. Piet
uit Lombok in zijn woonplaats Aalsmeer
wapperde van verscheidene huizen de vader-
landsche driekleur te zijner eer en vocht
men er als om strijd om, den dappere de
hand te mogen drukken.
Te Ileerenveen is gisterochtend de dienst
bode van den beer V., leeraar aan de fi
ll. B. S., op zolder met eenige werkzaam
heid bezig zijnde, door welke oorzaak is nog
onbekend, uit het zolderraam naar beneden
gevallen. Met een gebroken been en zware
verwondingen aan het hoofd werd zij opge
nomen. Omtrent de kans op levensbehoud
valt nog weinig te zeggen, daar niet gecon
stateerd kan worden in hoeverre ook inwen
dige verwondingen hebben plaats gehad-
Intusschen is de toestand der gewonde zeer
ernstig.