Buitenl au dsche Berichten. Biiinenlandsclie Berichten. ÏÜIT8CHLASD, De keizer heeft nog, ter geleeenheid van zijn verjaardag, eene som van 45,000 mark geschonken aan de wevers in Silezië, tot verbetering hunner weefgetouwen. De sociaal-democratische Vorwarts, die reeds tal van vertrouwelijke regeeringsstuk- ken openbaarmaakte, schijnt zelfs in de hoogste kringen hare spionnen te hebben. Niet alleen was het blad deze week in staat gelijk met de Reichsanzeiger den inhoud der beide keizerlijke proclamaties openbaar te maken, maar zelfs weet het mede te deelen dnt de keizer dezer dagen gevraagd heeft of er niets kan gedaan worden om den invloed der sociaal-democratische literatuur op de jongelieden tegen te gaan, en ook dat eerlang gestrenge maatregelen zullen worden geno men tegen de correspondenten van buiten- landsche bladen, die zich al te vrij over den persoon en het optreden des keizers hebben uitgelaten. Bij de Dinsdag door den Pruisischen Land dag voortgezette tweede lezing der staatsbe- grooting verklaarde de minister van landbouw Yon Hammerstein Loxten dat hij een tegen stander is geweest van het handelsverdrag met Oostenrijk, maar dit, waar hel eenmaal was tot stand gekomen, onvermijdelijk moest worden gevolgd door andeie verdragen, wilde men geen tariefonrlog met Rusland uitlokken. Of eene herziening der handelsverdragen thans wenschelijk en mogelijk is, is zeer de vraag; de toestand van den landbouw is evenwel zoo treurig, dat spr. hoopt dat de Rijksdag alles zal doen wat mogelijk is oin hem te helpen. Of wij de productiekosten kunnen verminderen is te betwijfelen, maar daartegenover staat dat Amerika en Argentinië ons groote concurrentie aandoen. De regeering draagt peen schuld aan de tegenwoordige crisis, welke veeleer internationaal is. Wij moeten die crisis met geduld, spaarzaamheid en vlijt tiachten te doorstaan, gedachtig aan het bijbelwoord nln het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten". Met bij den Rijksdag ingediende voorstel van graaf Kanitz, tot invoering van een staatsmonopolie van granen, wees de minister van de hand. Daarentegen stelde hij eene nieuwe suikerwet in het uit zicht, met verhooging \nn de verbruiksbelas ting, verhoogde uitvoerpremiën en verhoogde opcenten voor de grootere suikerfabrieken ten gunste der kleinere landbouwondernemingen. Tot het verkrijgen van eenen beteren afzet van landbouwproducten in liet binnenland, beval hij uitbreiding van kanalen aan, ten einde het vervoer goedkooper te maken, enz. Zelfs de linkerzijde juichte den minister her haaldelijk toe. It E L O 1 E. In de Kamerzitting van Dinsdag werd door den lieer Eeinun een schrijven aan den 'heer De Lanisheere gericht, voorgelezen. De heer Keman, die, naar men weet aanleiding gegeven heeft tot het incident dat De Lant.s- heere's aftreden na zich sleepte, verklaart in dezen brief dat er een misverstand moet hebben bestaan hij zou wel degelijk berust hebben in de verklaring van den voorzitter, die hem tot de orde riep, en niet daartegen hebben geprotesteerd. De brief is, verklaart spr., opgesteld om een blijk te geven van zijn loyauteit en van zijn gevoelens van hoog achting ten aanzien van den heer De Lants- lieere. Na deze verklaring brachten de lieeren Léon Defuisseaux en Fléchet namens de lin kerzijde hulde aan den aftredenden voorzitter. De onder-voorzitter Tack zeide, dat de heer De Laotsheere zijn ontslag niet heeft terug genomen. In de Kamerzitting van gisteren heeft de verkiezing van een voorzitter plaats gehad en werd de heer Beernaert benoemd met 91 stemmen van de rechterzijde tegen 46, die door de linkerzijde waren uitgebracht op den ex-president De Lantsheere. Bij de aanvaarding van het voorzitterschap betuigde de. heer Beernaert zijn leedwezen over "het altreden van zijn voorganger. Hij betreurde het dat de Kamer, voortgesproten uit liet algemeen stemrecht, tot dusver niets belangiijks heeft uitgericht. Bij alle leden drong hij er ernstig op aan, persoonlijke discussiën te vermijden en zich, met liefde voor het vaderland, de grootheid hunner taak te herinneren, teneinde, met de hulp der Voorzienigheid, het werk van maatsehap- pelijken vooruitgang, dat iu '1886 is aan gevangen, tot een goed einde te brengen. Toejuichingen van de rechterzijde.) F B 1 N K B IJ K. De jonge koning van Servië legde Dinsdag een bezoek af bij den president der republiek, welk bezoek door den heer Faure beantwoord werd in bet hotel du Rbin. De regeering beeft besloten dat maarschalk Canrobert op staatskosten begraven zal wor den waarschijnlijk in het hotel des Invalides. Generaal Zurlmden, minister van oorlog, zal een lijkrede houden. EDI GAR IJ E. De Times verneemt uit Sofia dat de moei lijkheden der regeering en de ontevredenheid in het leger toenemen door de wegzending van vele officieren, waaronder 25 stafofficie ren, die de oppositie steunen. AMERIKA. liet Huis van afgevaardigden der Veree- nigde Staten heeft een voorstel van den heer Springer, om uitvoering te geven aan de plannen tot voorziening in de behoeften aan goud in de schatkist, welke in de boodschap van president Cleveland zijn aangegeven, naai de commissie van financiën verzonden. In financieels kringen koestert men weinig hoop, dat het Congres gevolg zal geven aan de vvenschen van den president. Waar schijnlijk zal men zich enkel bepalen tot eene ruime uitgifte van staatsobligatién, in afwachting van het nieuwe republikeinsche Congres dat in April bijeenkomt. CHINA. Aan de Times wordt uit Shanghai van Dinsdag gemeld De Chineesche militaire en marinebevelhebbers hebben geseind, dat den 26n dezer des nachts ten 3 ure de Japansche vloot naar Wei-Hai-Wei kwam opzetten in twee division met 49 schepen. Het geschut der Chineesche vloot en de strandbatterijen openden hun vuur op de eersie divisie toen deze zich op duizend meters afstand bevond. De Chineesche schepen en torpedobooten vielen den vijand aan en sloegen hem terug. De eerste Japansche divisie begaf zich in noordwestelijke, de tweede in zuidelijke rich ting. De Chineezeri zeggen dnt zij verscheidene Japansche schepen beschadigd hebben. Op hetzelfde oogenblik vielen de Japanners Wei- Hai-Wei te land aan, maar werden terugge dreven. De Chineezeri verloren 27 schepelin gen. De verliezen der Japanners bedragen meer dan 300 dooden en gekwetsten. JAPAN. De Chineesche gezanten zijn gisterer>-te Kobe aangekomen en reizen in den namiddag, vergezeld van Foster, naar Hiroshima door. Op eene vraag wat de voorstellen waren, die de gezanten aan Japan zouden voorleggen, antwoordde Wo of Foster?) dat men dat kon afleiden uit den jammerlijken toestand van China. Uit Hiroshima wordt gemeld Generaal Nodzu heeft gerapporteerd dat de Japan»che ruiterij door de Chineesche troepen, die zich bij Zirigkas, in Mant-joeiije, versterkt hebben, verhinderd zijn verder dan Laopeng door te dringen, en dat de Ciiineezen hunne gansche linie hebben vooruitgebracht. EERSTE KA Mb. t OERSTATEN-GENERAAL. Zitting van 30 Januari. De Kamer begon lieden de behandeling van de staatsbegrooting voor het loopende jaar. De heer Geertsema opende ze met een beschou wing over 's lands financieelea toestand, waarin hij wees op de uitzetting van de kosten der staatshuishouding sedert 1878. Hij raamde de vermeerdering der gewone uitgaven op 21 miilioen en stelde het desniettemin geringe bedrag van het tekort op rekening van ruimere vloeiing der middelen. Zijn betoog \ande\'er- meerdering van den belastingdruk staafde hij met eene vergelijking van de belastingbe'1 ra gen, waaruit bleek, dat de belastingen, d '1888 88 miilioen opbrachten, nu reeds toi miilioen, dus met 15 miilioen, zijn ges*. ondanks de vermindering der ko^ti den algemeenen dienst. De financie e tor komst ziet lüj niet rooskleurig in oog op de aanzienlijke uitgaven ir schiet; met de onzekere belastin en de moeilijkheid om verder te uc.. i.-o zonder versterking van middelen, schijnt het haast onmogelijk de staatshuishouding voort te zetten op den tegenwoordigen voet. Evenwel drong hij krachtig aan op besparing op de militaire uitgaven, zonder te kort te doen. aan de eischen van de weerbaarheid ter verde diging van onze neutraliteit en onafhankelijk heid. Spreker raadde de regeering groote voor zichtigheid aan en zal daarnaar zijne houding bij volgende begrootingen bepalen. De heer Vening Meinesz kwam op tegen de bewering, dat bij de jongste volksbewe ging te Amsterdam het gezag niet krachtig genoeg zou zijn gehandhaafd, en verzekerde, dat integendeel met groote inspanning het gezag is gehandhaafd, al waren enkele moles tation bij de bakkerswerkstaking niet te voor komen. Hij wees op het bedenkelijke van het inbrengen van beschuldigingen tegen het gezag in de tegenwoordige tijden. Daardoor werkt men slechts de leiders dier volksbe wegingen in de hand, die het ordelievende publiek vrees aanjagen. Tegen zulke vrees- aanjnging, die zich vooral bij werkstakingen openbaart, is het gezag niet voldoende gewa pend en daarom zou het ernstige overweging bij de regeering kunnen uitmaken, de wet van 187*2 gewijzigd in te voeren nut het doel om tegen te gaan samenscholingen bij werk stakingen, het in massa optrekken naar fabrie ken en liet bezigen van werkstakingen als middel van dwang en bedreiging. Spreker wees er voorts op, dat de verandering van openbare in huishoudelijke vergadering een ontduiking is van de wet op de vereeuiging en vergadering en drong verder nog aan op herziening der gebrekkige maatregelen tegen opruiing en op spoedige berechting der mis drijven; liet laatste vooral ter verhooging van den eerbied voor het gezag. De heer Van Boneval Fame drong aan op spoedige oplossing van het eedsvraagstuk in den zin van vrijheid tot aflegging van eed of belofte, overeenkomstig den geest der grond wet, een regeling zoo eenvoudig, dat zij de kiesrechtregeling, hoofdtaak van liet minis terie, niet kan vertragen. Alle wetten, die den eed afhankelijk stellen van de godsdienstige belijdenis, acht spreker in strijd met de grond wet, in stand gehouden door elke regeering, die verzuimd heeft het eedsvraagstuk op te ruimen. De heer De Jong betoogde de dringende noodzakelijkheid van voorziening der zeewe ringen langs de Noordzeehierbij vooral wijzende op den gevaarlijken toestand van de zeewering te Kallantsoog, door den minis ter van waterstaat zelf bezocht. De regeering neme maatregelen tot bescherming van het achterliggende land aan de Noordhoilandsche kust tegen doorbraak. De heer Rahusen sloot zich aan bij den heer Geertsema in diens aandrang tot be perking der militaire uitgaven. De heer Van Zinnicq Bergmaan verzekerde dat zijn grieven tegen het optreden van het gezag niet golden den burgemeester van Amsterdam, maar het feit, dat de werksta kers biljetten tot vrije passage geven in de dooi- ben afgezette ruimten om de fabrieken. Door den heer Van Swinderen werd aange drongen op eene spoedige indiening der ont wei pen regelende de financieele verhouding tusschen het rijk en de gemeenten om verdere noodwetten te voorkomen. De heer Albeida van Ekenstein was bereid met het kabinet mee te werken, maar drong ook aan op beperking der militaire uitgaven in het belang van de noodzakelijke uitgaven voor onderwijs, pensioenen en arbeidsregeling. Het lager en lierlmlingsondervvijs dient ook nog zeer verbeterd en bet verschaften van arbeid bevorderd te worden. De heer Mei vil van Lijnden trad in politieke beschouwingen over het kabinet, dat hij moed, beslistheid en kracht toeschreef Ter zake van het kiesrecht, het personeel en de gemeente- financiëu is hij homogeen. Spreker verklaarde zich bereid dit kabinet te steunen. De heer Regout bestreed eveneens de toe nemende militaire uitgaven en verklaarde het volgend jaar niet te kunnen stemmen voer oorlogsbudgetten boven 20 miilioen. Verder dringt hij aan op arbeiderspensioenfondsen, ook voor het geval van ziekte en invaliditeit, en op jaarlijksche mededeeling van kredieten, geopend zonder wettelijke sanctie. De heer Sassen betoogde, dat de Nederland- j soldaat veel duurder kost dan de buiten- V.ndsehe soldaten en drong aan op beperking der militaire uitgaven. De heer Van Nispen tot Pannerden wenschte voorziening in de landbouwbelangen, ook op andere wijze dan door pre tectie, en zette den nadeeligen toestand uiteen, waarin handel en nijverheid verkeeren. Hij acht eene enquête noodig. Voorts bestreed hij het denkbeeld om de zeeweringen voor rijksrekening te versteiken, met het oog op de aanspraken, die de water schappen en de rivierpolders dan zouden kunnen maken. De heer Schimmelpenninck van der Oye was niet tegen beperking van oorlogsuitgaven. maar achtte bezuiniging alleen mogelijk bff invoering van persoonlijken dienstplicht. De heer Bultman drong er op aan, om de- landbouwzaken over te brengen naar het ministerie van waterstaat, teneinde ze los tie maken van de politiek. Hij acht het land- bouw-comité volkomen geschikt om inlichtin gen te verkrijgen. Morgen zijn de ministers aan het woord. SCHIEDAM, 31 Januari 1805. Van de gelegenheid heden door den heer J. J. G. Nolet aangeboden om het hem door den handel vereerde huldeblijk, ter gelegen heid van zijn 25-jarig jubiié als voorzitter der Kamer van koophandel en fabrieken, te bezichtigen werd door zeer velen gebruik gemaakt. Algemeen roemde men dit schoone kunst werk, ontworpen en vervaardigd in de konink lijke Nederlandsche fabriek van de lieeren J. M. van Kempen Zonen te Voorschoten. Het vele drijfijs in de Maas was oorzaak dat heden slechts een viertal booten onze gemeente hebben aangedaan, n.l. de Brieller Vlaardingen, Watering en Pernis. De op stroom liggende stoomschepen Ben- Voirlich en Lyell zijn in de haven gebracht. De heer Numan, wiens gezin te Schiedam woonachtig is, had zich als provisor verbon den aan Teljer's apotheek te Oud-Beierland en zijn domicilie naar die gemeente overge bracht. Nu kreeg hij als forens twee belas tingbiljetten, en om dat te ontgaan, verhuisde- hij weer naar Schiedam, maar bleef aan de apotheek verbonden. Op last van den inspec teur van het geneeskundig staatstoezicht is- nu tegen den heer Teljer proces-verbaal opgemaakt wegens het houden eener apo theek zonder daartoe bevoegd te zijn. Dit bench* van de Telegraaf is niet ge heel juist. De heer F. E. Naman is niet naar Oud-Beierland verhuisd, maar achtte het vol doende te Oud-Beierland een verhuisbiljet, in te leveren, niettegenstaande hij alhier met zijn gezin gevestigd bleef. Het Kamerlid mr. Bahlmann is Dinsdag: naar Rome vertrokken. Hij zal eene particu liere audiëntie aanvragen bij den paus. Wij vernemen, dat de wetsontwerpen no pens Opsterland en West-Stellingwerf in de- Eerste Kamer zullen behandeld worden vóór hoofdstuk V (binnenlandsche zaken). Het wetsontwerp nopens de teruggaaf van het waarborgkapitaal der spoorwegconcessie Samarang—Cheribon zal behandeld worden1 vóór de begrooting van koloniën. (D.) Op het Gnlgewater bij Leiden vermaakte zich gistermiddag een gezelschap, bestaande uit een heer en twee jonge dames, met schaatsenrijden, toen plotseling een onopge merkt wak hen alle drie door het venader- 1 ijk ijs deed doorzakken. Spoedig aangebrachte hulp mocht er in slagen twee der drenkelin gen op vasten bodem te brengen, doch alle pogingen faalden om ook de derde, een zestien jarig meisje, Van B. genaamd en wonende aan den Morschweg, te redden. Niettegenstaande den geheelen namiddag naar de vermiste werd gedregd, mocht het niet gelukken het lijk boven water te bren gen. (L. Ct.) Het ijs op de Zuiderzee heeft zich vastge zet. De scheepvaart is gestremd. De ijsbre- ker op het Noordzeekanaal is in dienst ge steld. Eeriige botters zitten op de Zuiderzee in het ijs bekneld. Men heeft een sleepboot aangenomen om hen op te zoeken. Te Hilversum heeft men bij een paard van den heer V.dat wegens voortdurende verzwakking is afgemaakt, bij de opening in de ingewanden twee steenen gevonden, waar van de een drie en de andere acht pond woog. De steenen zijn specifiek zeer licht en dus in verhouding grooter dan andere. Volgens deskundigen is deze steenvorming in een dier hoogst zeldzaam. Te Harlingen zqn in de laatste 14 dagen plotseling 4 personen blind geworden. Midden onder hun bezigheden was het, alsof eensklaps het licht uit hun oogen verdween. Een der pa tiënten, die op de wandeling was, verbeeldde zich eenige malen, dat het sterk weerlichtte en na de laatste maal was hij stekeblind. Tot nog toe is geer. der patiënten iets beter. Te Roermond is het veertienjarig zoontje van den heer H. N. bij het schaatsenrijden verdonken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 2