Gemengd*- Berichten. Kerknieuws. M ai'ktbei'icliten. lioud van het bestaande stelsel is betere regeling van kosten mogelijk, maar overigens js°het een moeilijk onderwerp, ook in ver band met de zelfstandigheid der gemeenten •en het constateeren van plaatselijke over tredingen. De minister is tegen bevoegd verklaring der politie om kinderen lichamelijk te kastijden, maar daarentegen wel geneigd tot ontzetting uit de ouderlijke macht bij verwaarloozing der kinderendoch hij is tegen tijdelijke overdracht van de kinderen aan anderen zon der die ontzetting. In principe is de minister niet tegen uit- breidinf der competentie der kantonrechters on beperking van het aantal raadsheeren bij de hoven van den Hoogen Raad. Met de recht bank in Den Haag-is overleg gepleegd, waar door met kleine uitbreiding van het perso neel de achterstand zal kunnen verdwijnen en voor het vervolg voorkomen. Hoofdstuk justitie wordt goedgekeurd. Aan de orde zijn nu de ontwerpen be treflende Opsterland en West-Stellingwerf. De heer Breuning bestreed de wetten, waarvan de zedelijke verantwoording rust op de regeering en de voorstemmers; de slechte toestand is liet gevolg van de rijks wetten. De minister van binnenlandsche zaken ant woordde, dat ze daarom etxra rijkssubsidie ontvangen deze wetten zijn noodig om orde te herstellen in de huishouding, die grovelijk verwaarloosd is. De regeering mocht geen hooger subsidie geven zonder grove onbil lijkheid tegenover anderen. De regeering neemt de volle verantwoordelijkheid der wet ten op zich. De heer Godin de Beaufort, erkennende dat de schuld deels ligt bij de wet en Ged. Staten, zou voorstemmen, omdat de toestand onhoudbaar isalleen meent hij dat, om in de toekomst herhaling te voorkomen, aan de subsidiën voorwaarden moeten worden ver honden. De heer Engelberts achtte de ontwerpen strijdig met de grondwet. De heer Bergsrna achtte juist het tegen deel. De minister constateerde dat hij enkel gelet heelt op het feit der verwaarloozing van de huishouding der gemeenten en dat geen speciale wet op deze feiten diende gemaakt te worden hij zal overwegen om geeri sub sidiën toe te kennen aan gemeenten, die geen geregelde begrooting hebben. De ontwei pen werden hierna aangenomen. Bij hoofdstuk V betoogde de heer Van Bone- val Faure de wenschelijkheid, om de proef schriften te doen vervallen en aan de emeri: tus-professoreri eene raadgevende stem te verzekeren in den Senaat. De hoeren Verheyen en Viruly drongen aanopgebouvven vooreen museum vannatuur- Ijjke historie en een ethnographisch museum. De heer Breebaart drong aan op subsidie voor de veefokkers. De heer VVertheim vroeg den minister in lichting omtrent de beteekenis zijner uitlatin gen over den geest in het lager onderwijs. Morgen te lO'/j uur voortzetting. De heeren Rengers, Van Swinderen. Breu ning en Bergsma hebben een motie voorge steld. om aan te dringen op instelling van een administratieve enquête, in hoever door wettelijke voorschriften de annbedeeling in Friesland kan beperkt worden. TWEEDE KAMER DERSTATEN-GENERAAL. Door de regeering zijn ingediend twee wetsvoorstellen tot bekrachtiging van provin ciale heffingen in Friesland van kanaal- en andere geldeD op de Opsterlandsche en Oost- Stellingwerfsclie Compagnonsvaart of Appels- gastervaart en op het Tjongerkanaal en de Beneden-Tjonger c. a. Het proces -Joniaux te Antwerpen. Hot lequisitoir datWoensdag door den advocaat- generaal Swvais zou worden uitgesproken, werd met spanning te gemout gezien vooral het gedeelte dat over de vermoedelijke vergiftiging zou handelen, ivnnt de «moreele argumenten", nit mad. Juniaux' financieelen toestand te trekken, waren bij het getuigenverhoor wellicht reeds te uitvoerig in het licht gesteld. Driemaal, zeide de adv.-gen., heeft de dood zich vertoond ten huize der beschuldigde. Een fataliteit, zeg» de verdediging. Neen, de om standigheden bewijzen dat bet de vreeseüjke gevolgen waren van een leven vol verkwisting Cl) wangedrag. De vergiffen waren uitnemend gekozende atropine die v. d, Kerckhove neervelt; de mor phine die, in weloverlegde hoeveelheden toege diend, aan een ziekte doet denken. Uitnemend gekozen ook omdat ze spoedig verdwijnen na zes maanden is geen spoor van de atropine meer te vinden, en de morphine verdwijnt nog spoediger. De beroemde scheikundige Otfila zocht tevergeefs naar een spoor van morphine in het lichaam van een vergiftigdein Duitschland deed zich een dergelijk geval voor; Staes zeil kon in twee strafzaken waarin de vergiftiging door morphine ongetwijfeld had plaats gehad, er niets meer van ontdekken. Te Luik hetzelfde verschijnsel. En nog een zeker voorbeelddat van Haussen plotseling door morphine gedood en wiens lijk. door den heer Depaire onderzocht, bijna geen teeken van morphine meer aantoonde. Welnu, indien men in het lijk van Alfred de betrekkelijk buitengewone hoeveelheid van 8 milligram heelt aangetroffen, dan is dit een gevolg hiervan, dat de hem toegediende hoeveelheid zeer aanzienlijk is geweest. De experts hebben niet gewerkt voor liet O. M.het waren onafhankelijke mannen. Men zegt dat zij elkaar tegenspraken. Maar de heeren Druyts, BtuylatffS, Van Vijve. De Baisieux, De Yisscher, waren het op alle belangrijke punten eens. Zonder do drie professoren der Brusselsche universiteit in hun bekwaamheid te willen aan tasten, zegt de adv.-gen. toch, dat zij onmogelijk die mate van onpartijdigheid konden bezitten als de overige experts; zij verdedigden een zaak. Dr. Stiénon is geen specialiteit op het gebied van vergiftigingen hij spreekt van een hartziekte bij Alfred Ablay, maar hij heeft geweigerd, het hart van den overledene nog eens te onderzoeken. Wat Léonie betreft, op het laatste oogenblik heeft men gesproken van typhus, maar het zou dan een vreemde typhus geweest zrjn want vier omstandigheden deden zich daarbij voor die elk op zich zelf reeds uitzonderingsgevallen zijn. Dr. Stiénon zegt dat v. d. K. misschien gestor ven is aan congestie zonder bloeduitstorting. Van dit laatste heeft men in de hersenen van v. d. K. ook geen spoor gevonden. Maar wat moet dan de oorzaak zijn van die bijzondere congestie? Dan kan alleen zijn: atropine of alcohol. Nu zijn allen het eens dat v. d. K. geen drinker was, al was hij »bon vivant''. Ook de getuigen it décharge bevestigen dit. In den laatsten tijd ontzegde hij zich zelfs het gebruik van een glas cognac na de koffie. Dr. De Baisieux heeft een geval aangehaald waarin iemand gestorven is aan atropine-vergiftiging zonder delirium, aangezien de hoeveelheid atropine zeer groot was. Daarin ligt ook de oorzaak der omstandigheid, dat v. d. K. geen delirium heeft gehad. De lijkbidders bemeikten nog een andere omstandigheid die kenmerkend is bij vergiftiging ook waren de pupillen zeer verwijd. Zeker is het dat men in het lichaam van Alfred Ablay morphine heeft gevonden. In geen dergelijk vergiftigingsgeval vond men bij de lijkopening een zoo groote hoeveelheid. Tegenover een door den verdediger aange haalde uitspraak van dr. Brouardel citeert de adv.-gen. een andere van denzellden geleerde; en ook de verklaringen van Stiénon nu en vroeger zijn met elkaar in tegenspraak. Men heeft ge sproken van de te groote lengte van Alfred's hart; maar de ad.-gen. toont met cijfers aari dat deze afmetingen normaal waren. Vervolgens besprak de adv.-gon. uitvoerig de gevallen waarin de beschuldigde zich zelve tegengesproken heeft. Zij liet bijv. schrijven aan lieden vati wie zij geld wilde leenen dat zij haar laatste shawl verkocht had op datzelfde oogenblik was de shawl in kwestie hij de naaister om vermaakt te worden en maakte zij een reke ning van 2000 frs. voor linnengoed. Het is ook bewezen dat de lieer Faber nooit eenig geld, vooral geen 20,000 frs. in Egyptische spoorwe gen heeft verloren da afgeperste sommen dienden om de uitgaven vun beschuldigde te bestrijden, reeds toen zij nog mad. Faber was. Zij maakte misbruik van al haar kennissen om op alle wijzen aan geld te komenterwijl haar inkomsten slechts 10,000 frs. konden be Iragen, maakte zij reizen naar Spa, Monaco en Italië en geeft diners en avondfeesten. Zij ziet er niet tegen op, baar eigen kinderen te expioiteeren »in de plaats van een moeder te zijn voor haar dochter," zegt de adv.-gen., handelt zij met deze als een woekeraar." Vooral de scherpe wijze waarop de feiten zijn voorgesteld in het eerste gedeelte van het requisitoir, maakte op de aanwezigen een grooten indruk. Woensdag had de advocaat-generaal er reeds op gewezen dat de «heilige schuld", voor welke mad. Joniaux rechts an links leende, volgens haar voorgeven, niet bestond. Merkwaardig is het dat in het jaar waarin Léonie stierf, haar huishoudelijke begrooting sluit (voor het eerst sedert het onderzoek loopt), en zij nog geld had overgehouden om 2000 frs. oude schuld af te lossen. Maar zij had 70,000 frs. ontvangen van de levensverzekeringsmaatschappij. Omstreeks 40,000 frs. werd besteed aan het betalen van woekerschulden, aan de installatie van Jeanne Faber, aan een pleizierreis naar Brussel en Mo naco, waar natuurlijk gespeeld wordt. Einde'92 is de financieele toestand dan ook weer even hachelijk als te voren. Den 4n Jan. 1893 schrijft zij aan den notaris Van Bellingen dat zij in den loop van Februari haar betalingen zal doen. Waarmede 1 Wel, v. d. K. moest sterven. Toen v. d. K. naar Antwerpen ging. was hij hoogstens verkonden door alcohol kan hij niet vergiftigd zijn, daar over is men het eens slechts de atropine blijft over. Beschuldigde had aan v. d. K.'s vriendin ge vraagd of er een testament was. Deze antwoordde (zooals v. d. IC. haar vroeger gelast had) ont kennend. Dit was de oorzaak van zijn dood. Twee en een half centigram atropine zijn doo- delijk. Beschuldigde kocht den 4n Jan. 8 centi gram, en denzellden dag schrijft zij aan notaris Van Bellingen. Den dag \óur v. d. K.'s dood worden bij verschillende apothekers 28 cG ge kocht. Dr. Philippe zegt zelf dat hij nooit 4 cG voorschrijft: beschuldigde heeft de I in een 4 veranderd. De ati opine is zoo gevaarlijk, dat vele oog heelkundigen haar niet durven voorschrijven. Maar deze vrouw, als men haar gelooven moet, wascht er zich eiken morgen de oogen mede Dr. Stiénon zegt dat zij in zulk geval den ge- heelen dag niet zou kunnen lezen. Zij was echter sluw genoeg om ook later nog atropine te koopen. Hoe het gif werd ingegeven kan de adv.-gen. niet zeggen. Maar beschuldigde, altijd even koel en gevat, antwoordde toch zeer haastig op een vraag van den president, dat alleen de meid knlfie had binnengebracht. Dat was niet waar. Beschuldigde za! het gif hebben toegediend in de koffie en in het lavement. Dadelijk houdt beschuldigde zich bezig met het schoonmaken der kleederen van den overle dene, en reeds den volgenden dag gaan Léon en Henri Joniaux naar Gent om den inboedel van hun oom een erfoom, meenden zij te doen verzegelen. De berekening loopt verkeerd uit mad. J. krijgt slechts een onbeteekenend legaat. Zoo weinig had zij hierop gerekend, dat zij nu tot oplichterij haar toevlucht neemt zij bestelt zilverwerk, betaalt het niet, maar brengt het in de bank van leening. Dan weer 'venen, leenen Zoolang gij mij niet uitlegt, tnr. Graux, zegt de adv.-gen., waar mad. J. het geld wild» bekomen waarmede zij einde Maart haar sehuldeischers dacht te betalen, zullen de juryleden zich niet door u laten overtuigen. In Maat 11894 moest beschuldigde 15a 20,000 frs. betalen. Alfred komt te Antwerpen. Hij is iemand die «aan lager wal" geraakt, doch eerlijk mart gebleven is. De valsche wissels zijn uitvind sels van mad. Joniaux. Elke maal dat beschuldigde geld leent om de vaschheden van haar broeder te bedekken, blijkt dat zij tenminste een gpdeeke teil eigen bate heeft aangewend. Beschuldigde kon niet opgeven wie de houder was van de wissels door Alfred getrokken. Eindelijk zegt zij Leuriaux was de houder. Maar nu liet haar sluwheid haar in de steek Leuriaux was reeds in 1890 overleden. Do coiip de-théütre met den providentieelen getuige is geheel mislukt. Alfred wordt in het huis van beschuldigde gelokt. Eerst nog een briefwisseling over zijn levensverzekering. De naam van den persoon, te wiens behoeve de verzekering wordt aangegaan, wordt in blanco gelaten. De geherie correspon dentie is verloren gegaan vreemd genoeg. De adv.-gen. berekent nu dat beschuldigde hoogstens 1400 frs. aan Alfred geleend heeftEn daar tegenover gaat Alfred een verzekering aan van 80 000 frs., later op 100,000 gebracht. En de sehuldeischers van Alfred dit is bewezen maakten het hem niet lastig! Beschuldigde manoeuvreert zelts nu, tijdens de zittingen, zoo danig dat do assurantie haar nog ten deel valt, in het onwaarschijnlijke geval dat de juty haar zou vrijspreken. Het koopen van morphine begint, zoodra het aangaan der verzekering op boschuldigde's broe der vaststaat. In minder dan een maand wordt 116 gram gekocht. De adv.-gen. noemt beschuldigde een genie in het kwade. Oen dag vóór zijn dood moet Alfred een bezoek brengen aan dr. Max. Deze is een huisvriend: het denkbeeld eener vergiftiging zal niet bij Item opkomen. Alfred spreekt hem over jeukingen, duizelingen, een maagkwaal niet over een hartkwaal. Dr. Max schrijtt hem Grez- elixir voor. Nu heelt mad. J. een medicijn waarin zij <ergif kan toedienen, Tien malen heeft zij verklaard en doen verklaren dat Altrad zelf in de eetkamer die flesch ontkurkte het is onwaar gebleken. Waarom zooveel aandringen op deze bijzonderheid. Den morgen na Alfreds dood is de flesch elixir in diens kamer gevonden. Den 7n Maart is er niets overgebleven van de 112 grant morphine. Nu beweert beschuldigde dat zij morphinomane was. Maar zij draagt geen van de kenteekenen daarvan. Weer zien wij een 4 op een recept, door dr. Molitor gezet, in een 8 veranderen. Beschuldigde heeft, toen zij een scherp verhoor onderging, eindelijk erkend dat zij, te gelijk met het Grez-elixir, morphine gekocht heeft. Het was voor haar zuster Emilie, geeft zij voor. Maar deze, op hetzelfde tiur ondervraagd, loochent dit ten sterkste. Vervolgens gaat de adv.-gen. na, hoe Marguerite Joniaux z. i, later alles gedaan heeft, zelfs een deurslot laten verbreken, otn minder bezwarende verklaringen te doen afleggen door Emilie; en betoogt hij, hoe weinig waante er te hechten is aan de voor mad. Joniaux gunstige verklaringen, b v. aan die van Loo0. Ook Emilie's verklaringen, dio moesten aantoonun dat Alfred wel eens morphine gebruikte, waren volkomen met elkaar in tegenspaaak. Ten slotte betoogde de adv.-gen. dat er vour Alfred, op het tijdstip van zijn laatste reis naar Antwerpen, geen enkele reden kon bestaan om zich het leven te benemen. Mijne heeren van de jury, zoo besluit de adv.- gen. Servais als de praaidenl u vragen zal of de vergiftiging van Lémie, ran v. d. Kerckhove en van Alfred aan deze vrouw zijn toe te schrij ven, dan ben ik overtuigd dat gij »ja*'zult ant woorden. Madame Joniaux, die er den geheeien dag zeer vermoeid had uitgezien, maar bijna geen bewe ging gemaakt liad, barstte nu in snikken uit. Mr. Hendrickx, een der advocaten, ving neg dezen middag met zijn pleidooi aan. Hij begon met er op te wijzen hoezeer men de ongelukkige geldelijke omstandigheden van beschuldigde van a tot z geeft blootgelegd, en wilde alleieerst trach ten aan te toonen dat er wel een verontschul diging is voorde handelwijze waaraan zij erkent, zich schuldig gemaakt te hebben. Toen beschul digde met Faber huwde, werd beslist dat het jonge paar bij de schoonouders zou gaan inwonen. Van het eerste oogenblik af werd de verhouding verbitterd en ontstonden er botsingen, ett zeker is het dat raad. Joniaux zich deze onaangenaam heden zeer sterk aantrok. Ned.-Herv. Keik. Beroepen: te Vuursclie ds. B, J. van Heijningen, te Huizen bij Naaiden te Onst- wedde ds. Bontshoorn, te Groot-Ammers (Z.-H.j. Gereformeerde Kerken. Men schrijft uit Oud-Beielanrt aan de N. R. Cl. De eensgezindheid tusschen de leden der gere formeerde kerken schijnt ook alhier voorgoed geweken te zijn. Terwijl enkelen op vereeniging aandringen, achten velen van de vroegere chr. gereformeerde, dat juist scheiding een eisch des beginsels is. Uitzicht op eene minnelijke schik king tusschen de beide groepen der gereformeer den bestaat niet meer, zoodat ook hier eene her leving van de vroegere chr. geref. gemeente verwacht kan worden. Jsraëlietische Kerk. De heer L. Wagenaar, opperrabbijn te Leeu warden, die benoemd is tot opperrabbijn in het ressort Gelderland, zal te Arnhem 1 Mei a.s. zijne nieuwe betrekking aanvaarden. Schiedam, 2 Februari. Rogge Helena f 109/4 Ct.Salonica f102 6/w; Dnieper £99 Ct. Gerst .- per 1950 kilo Donau f 98 Ct. Dorpat f 115 Ct. Maïs; Mixed f119 6/w. Moutw(|n Noteering van den Brandersbond f4y4—47/s der Makelaars - 5'/s, per heet. Ct. zonder fust en zonder belasting. üpoellng: f 1.20 per ketel. Leiden, 1 Februari. De aanvoer en prijzen ter veemarkt van heden waren als volgt: 5 stieren f82 a 150, 67 vette ossen en koeien f150 a 250, ot 52 a 68 c. per kilo, 49 vare dito f100 a 200, gras- kalveren fa ,24 vette dito f42 a 105, of 70 a 90 c. per kilo, 38 nuchtere dito f4.a 13.180 vette schapen f 16.a 38.of 35 a 40 c. per kilo, 24 weide dito 110.— a 18.lammeren fa 20 magere varkens f13 a 20, 137 biggen f'3,— a 9.veulens f a paarden f a 60 kalf- en melkkoeien f150 a 220. Amsterdam, 2 Februari Rogge op levering flauw; per Maart f91, 92 per Mei f93, 94. Antwerpen, 2 Februari. Petroleum hooger; Amerik. per Febr. fr. 14- Maart/April fr. 15; laatste 4 md. fr. 15 - Russische in loco fr. 13'/s-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 7