nsficHi deb Tipmm
Zondag 19 en IVlaandag 20 Mei.
Eerste Blacl.
Kennisgeving.
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
egenenveertigste .T a a r g a n s*.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
UITGEVER:
ODÈ.
&BONNEÜENTSPKUS, per kwartaal
'franco per past, door het geheele Rijk
Afzonderlijke
f 1.85.
2.50.
- 0.10.
gewone regels mtt
BURBA li
Dit nummer bestaat uit drie
Maden.
Inrichtingen welke gevaar, schade ot
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
Gezien het verzoek van de firma VAN
DEVENTER Co., om vergunning tot
uitbreiding harer glasblazerij aan den
Buitenhavenweg no. 122, kadaster sectie I
no. 1631.
Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van den
2den Juni 1875 staatsblad n°. 95);
Doen te weten:
Dat voormeld verzoek met de bijlagen
op de secretarie der gemeente is ter visie
gelegd;
dat op Donderdag den 30sten Mei a,s.,
des namiddags ten 2 ure, ten raadhuize
gelegenheid zal worden gegeven, om bezwa
ren tegen bet toestaan van dat verzoek in te
brengen en die mondeling of schriftelijk toe
te lichten; en
dat gedurende drie dagen vóór het tijd
stip hierboven genoemd, op de secretarie der
gemeente, van de schrifturen, die ter zake
mochten zijn ingekomen, kennis kan worden
genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den lGden Mei 1895.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De secretaris
YERNÈDL
Kleinhandel in sterken drank.
Burgemeester en wethouders van Schiedam
brengen, ingevolge art. 5 der wet tot regeling
van den kleinhandel in sterken drank en tot
beteugeling van openbare dronkenschap,
(staatsblad n°. 118 van 1885), ter openbare
kennis, dat bij hen een verzoekschrift is
ingekomen van J. H. TROUWBORST, om
vergunning tot verkoop van sterken drank in
het klein, voor het huis, staande aan de
Broersvest no, 39.
Schiedam, den 18den Mei 1895.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNÈDE.
Burgemeester en wethouders van
Schiedam,
Gezien het besluit van den lieer Commissaris
sier Koningin in de provincie Zuid-Holland van
den 30sten April j'.l., A. no. 1292 (2de afd.)
prov. blad no. 25,
brengen ter kennis van de belanghebbenden
dat de inspectie over de verlofgangers der
BOTRB Kit AT
Advertentieprijs: van l10
inbegrip van eene Courant. f 1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend
militie te land, binnen deze gemeente zal plaats
hebben
op MAANDAG 17 JUNI 1895,
des moi gens ten 10 ure,
op het teriejn achter den Doelen, aan de Noordvost
dat op die inspectie zullen moeten vei schijnen
de miliciens der lichtingen van
1889, 1890, 1891, 1892, 1893 en 1894,
voor zoovene zij róor den lsten Api il j.l. in het
genot van onbepaald vc-ilof zijn gesteld, met
uilzondering alleen van Iwn, die in de maand
Juni c.h. m wcrfsglijken aienst moeien komen.
En worden mitsdien opgeroepen al de hier
boven vermelde, zich mol onbepaald verlof binnen
deze gemeente bevindende verlofgangers, om op
bovengemelden tijd en plaats te verschijnen.
Strekkende voorts tot informatie
a. dat de verlofgangers, volgens art. 140 der
wet van den 19den Augustus 1861 staats
blad no. 72), ter inspectie behooren te ver
schijnen IN UNIFORM GEKLEED en voorzien
van al de kleeding- en uitiustingstukken, bun
bij het veitiek met veriof medegegeven, van
hunne zakboekjes en van hunne verlofpassen
en
b. dat zij) volgens ait. 130 der genoemde wet,
worden geacht onder de wapenen te zijn niet
alleen gedurende den lijd, dien liet boven
bedoeld onderzoek duurtmaar in het alge
meen wanneer zij in uniform zijn gekleed,
zoodat zij, die ongeregeldheden plegen of zich
aan rnjsdrijven schuldig maken bij het gaan
naar de plaats, voor het onderzoek bestemd,
gedurende het onderzoek en bij het naar huis
keeren, te dier zake zullen worden gestraft
volgens het crimineel wetboek en het regle
ment van kiijgstucht voor het krijgsvolk te
lande, bij gemeld art. 130 toepasselijk ver
klaard.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den ISden Mei 1895.
Burgemeester en weihouders voornoemd,
VERSTEEG.
Be secretaris
VERNÈDE.
Schiedam, 18 Mei 1895.
Deze week is begonnen met de verwerping
van de zoogenaamde Umsturz-wet door den
Duitschen Rijksdag, die de vorige week ge
ëindigd was met de verwerping van de wet
tot verhooging van de belasting op de tabak.
Een dubbele nederlaag dus voor de rijks-
regeeriDg eu een geduchte les tevens. De
tabaksbelasting te verhoogen staat gelijk met
aan menigen armen Duitscher een geliefkoosd
genotmiddel te ontnemende wet op de
revolutionnaire woelingen greep zoo diep in
de vrijheid van denken, dat elk verstandig
man, van welke richting dan ook, er groote
bezwaren tegen had. En dan de verdediging
in den RijksdagZe was voor een goed
deel beneden critiek, en menig Neder-
landsch staatsman onzer dagen zou die ver
dediging beter geleverd hebben. De dikke
woorden van den minister Bronsart, die
moesten strekken tot overreding der tegen
standers van het onderwerp, konden in den
grond niets anders tot gevolg hebben, dan
dat ze hen, die nog twijfelden, hoe hun stem
uit te brengen, van het volkomen onnoodige
der voorgestelde maatregelen hebben over
tuigd. Om revolutionnairen, socialisten, demo
craten en dergelijken te bedwingen, aldus
oreerde deze krijgs- en staatsman, hebben
we geen soldaten noodig. Ons leger trekt op
tot bescherming onzer grenzen, zoo die be
dreigd woiden. Voor de beteugeling der woe
lingen van revolutionnairen hebben we de
brandweer en de politie. Als de waterstraal uit
een stoombrandspuit en de wapenstok van
den politiedienaar voldoende zijn een oproe
rige menigte naar huis te drijven, waartoe
dan'de gansche Umsturz-Yorlage inet haar
tal van artikelen Neen, de bewindslieden,
die thans in Duitschland aan liet roer zijn,
verbeteren het hun voorgangers niet. De drie
mannen, die na elkander de gewichtige be
trekking van rijkskanselier hebben bekleed,
vormen, wat talent aangaat, eene afdalende
reeks met zeer groote verschillen Bismarck,
Caprivi, Hohenlohg. De Duitsche keizer kan
uit het gebeurde de les trekken, dat men
raadslieden met groote bekwaamheid en ijzer
vasten wil maar niet voor het grijpen heeft.
De groote mogendheden hebben succes van
hun optreden in het Oosten. Japan heeft wat
toegegeven en de keizer van dit land heeft
openlijk verklaard, dat geen veroveringszucht
hem aanleiding tot den oorlog met China heeft
gegeven. Daarom heeft hij, lettende op de
wenschen tan Rusland, Duitschland en Frank
rijk, afgezien van de bezetting van Liao-Tong.
Dit alles is op de meest hoffelijke wijze verkon
digd, hoewel waarschijnlijk verborgen spijt de
hoffelijke woorden met weerzin uit de pen
deden vloeien. Die spijt zal er wel niet op
verminderd zijn na den diplomatieken zet,
door Rusland gespeeld. Het streven van dit
rijk was reeds lang bekend bet wenschte
aan de Stille Zuidzee eeu ijsvrije haven
te bezitten; het had daartoe reeds vroeger
stappen gedaan, doch tot heden zonder suc
ces. Doch nu deed zich een schoone gele
genheid voor. Heeft niet Rusland de Chinee-
zen groote diensten bewezen bij de vredes
onderhandelingen met Japan Welnu, de eene
dienst is den anderen waard, en daarom heeft
Rusland van zijn Chineeschen beschermeling
den afstand geëischt van de havenstad Laza-
reff; deze haven ligt aan de oostkust van
Korea, en is door Rusland als met kenners
oog gekozen. De kleinigheid van tweehon
derd mijlen in den omtrek der stad, is als
tweede bescheiden eisch aan den eersten toe
gevoegd. Noch China, noch Japan zijn in staat
zich tegen den machtigen nabuur te verzet
ten alleen Japan laat even de tanden zien,
daar het de vraag van Rusland om tweehon
derd mijlen tot tien wenscht teruggebracht
te zien. Men moet zeggen, de zet is meester
lik gespeeld, en zal in Engeland, Duitschland
en Frankrijk wel met groote belangstelling
zijn vernomen. Wie weet of deze mogend-
beden zich ook niet op dergelijken zet spitsen.
Misschien doet zicli voor Engeland spoedig
een gelegenheid voor. Met een vuur, den
Engelschen schijnbaar ingeschapen, als de
lijdende menschheid ergens ter wereld moet
verdedigd worden, heeft tie Engelse he aristo
cratie zich opgemaakt de mishandelde Aime-
niërs, onderdaden van Tuikije in Klein-Azië
in bescherming te nemen. Meetings zijn ge
houden, waarop de fiolen des toorns over
de Turken zijn uitgegoten. Wie weet, of een
krachtdadig optreden van Engeland niet het
gevolg van deze opwinding is. Dal er werkelijk
schandelijke mishandelingen zijn voorgeko
men, blijkt uit liet volgende:
De correspondent van de Daily News zendt
aan zijn blad een document, dat uit de ge
vangenis van Bitlis werd gesmokkeld en na
eene maand iu handen van den correspondent
kwam. Om het verschrikkelijke van den toe
stand in Armenië nog meer te doen beseffen,
wijst de correspondent op de volgende pun
ten: 1) Dat Billis slechts op 15 uren afstand
ligt van Moesh, waar thans de Europeesche
commissie, die de grieven der Armeniërs
onderzoekt, zetelt; 2) dat de gouverneur-
generaal van Bitlis, Omer bey, deel maakt
van de commissie; 3) dat, jnet het oog op
de aanwezigheid der commissie, de behande-
ting der Christenen in de gevangenis te Bitlis
wel zal verzacht wezen en z(j in andere ge
vangenissen in Azië veel strenger moet zijn;
4) dat er thans 2700 3000 Armeensche
politieke gevangenen zijn opgesloten in de
gevangenissen van Aziatisch Turkije Decor
respondent heeft weinig hoop voor die gevan
genen, tenzij de gezanten van Europeesche
mogendheden te Pera onverwijld en luide de
stem verheffen bij den sultan; zoo niet, zal
de eene of andere geheimzinnige ziekte wel
zorgen, dat er geen enkele nog de gevangenis
sen verlaat.
Er zijn in de gevangenis van Bitlis 7 cel
len, groot genoeg om 10 menschen te bevatten
en waarin 20 a 30 zijn opgesloten. De ge
vangen Armeniërs mogen geen brieven buiten
de gevangenis zenden en geen brieven ont
vangen. Het water, dat men hun geeft, is niet
drinkbaar en heeft meestendeels reeds gediend
bij het voetwasschen der Turken. Caspar
Khapoian, van Avzoot-Noesh, werd door een
gevangenbewaker den arm gebroken met een
ijzeren staaf. Simon Manhian, van Varteten-
ces-Moesh, werd erg geslagen en bijna ver
wurgd door de zaptiehs. Miran Damahdian
van Konstantinopel, werd naar Moesh gevoerd
en mishandeld; in boeien bracht men hem
naar Bitlis gevangenis, waar hij met een ge
broken been aankwam. Melo Mukheiam stierf,
twee dagen nadat hij uit de gevangenis was
ontslagen, aan de mishandelingen door hem
ondergaan. Magundisch Sugarttssian, van Bit
lis, onderging hetzelfde lot. Mardiros Sahag-
gian stierf van de mishandelingen, in de ge
vangenis zelve. Capo van Aharonk stierf