N°. 8799 Tweede Blad. m A0. 1895 Vrijdag 31 Mei. Negenenveertigst© Ja ar gang-. Versch nt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, UITGEVER: J. ODÉ. BUREAU: BOTER8TRAAT 7 O. Binnsnlandsclic Berichten. K o I o n n. COURiillT iBONNESENTSPRUS, per kwartaal jyaneo per post, door het geheele Rijk iftonderlijke nommers t 1 '35. - 2.50. - 0.10. Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant. f 1.10. Iedere gewone regel meer. - 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERA AL. Door de afdeelingen der Kamer zijn ge kozen tot rapporteurs o.a. over de hierna te noemen wetsontwerpen geldleening Suriname voor het immigratie fonds, de heeren Pyttersen, Bool, Donner Pijnackei' Hordijk en Schimmpenninck toezicht op het gebruik van stoomtoestellen, de heeren Mutsaers, De Kanter, Van Aiphen, Meesters en Lely; onteigeningswetten, o.a. voor den spoorweg Alkmaar—Hoorn, de heeren Mutsaers, v. d. Berch v. Heemstede, v. Alphen, Meesters en Lely; aanvulling Haagsche rechtbank, wijziging wetboek van koophandel en verdeeling me moriegoederen Móntfoortde heeren De Beaufort (Wijk), Guyot, Hartogh, Schaafsma en Plate. SCHIEDAM, 80 Mei 1895. Ter gelegenheid van het bezoek der Koning innen aan de provincie Drente bestaat naar de Pr. Pr. en Ass. Ct. verneemt het voornemen te trachten in den, ten on rechte in den mond des volks aldus geuaam- den, Balier kuil een voorstelling te geven van de Germaansche wijze van rechtspleging. sDe plaats zelve, waar in lang vervlogen eeuwen zonder twijfel recht is gesproken, leent zich daartoe bij uitnemendheid. De zacht oploopende helling van den ringwal biedt uit stekende gelegenheid tot het vormen van schilderachtige groepen, terwijl de gansch door groen en geboomte omgeven ruimte on willekeurig reeds een eenigszins plechtige stemming aan het geheel verleent. Daarbij komt, dat juist zulk een voorstelling elders nog niet is gegeven en op zoo typisch een plaats ook niet kan worden gegeven. Zij zal in die omgeving dan ook een eigenaardig Drentsch karakter kunnen dragen, en althans een der gedenkteekenen van 's landschaps aloud bestaan een bijzonder relief verschaffen, als het geheel zich de eer van het hoog be zoek zal kunnen waardig maken." De gestraite Gemeente. 't Was te voorzien dat Roermond reken- zou vragen van zyn harde behande- ling bij gelegenheid van het koninklijk bezoek aan Limburg. Te dien einde is Maandag in ion raad met algemeene stemmen besloten een brief te richten tot den commissaris der Koningin in Limburg, jhr. mr. Ruys van i Beerenbroek, van dezen inhoud Was het voor de gemeente Roermond eene Poote teleurstelling, dat Hare Majesteiten de oningin en de Koningin-Regentes, bij Hoogst- feielver bezoek aan Limburg, aan de bevolking gemeente de gelegenheid niet schonken, om door eene luisterrijke, feestelijke ontvangst blijk te geven van de gevoelens van gehechtheid en lietde, welke die bevolking voor het Huis van Oranje en, in de hoogste mate, voor Hare Majes teiten, onze geliefde en geeerbiedigde Koning innen koestert, grievend was voor Roermond de gedachte, dat Hare Majesteit de Koningin- Regentes, zwichtende voor ernstige adviezen en overwegingen van U HoogEdelGestrenge, had moeten besluiten, aan Roermond de eer van een bezoek te onthouden. Roermond toch, de hoofdplaats van het arron dissement, de zetel van den bisschop en van het kathedraal kapittel, alzoo in kerkdijken zin de hoofdplaats der provincie; Roermond, de plaats, waar de Maria-Munsteikerk, stichting van een hertog van Nassau, door de mildheid van ons Vorstenhuis, van land en van provincie prijkt, als oen monument van bouwkunst, eeniginzijn soott; Roermond, waar in 1842 onze geeerbie digde en geliefde heldenkoning Willem II met den meesten luister werd ingehaald, waarbij, als bewijs van onderdanige gehechtheid, de burgers bun Koning in diens koets door de gemeente in triomf voorttrokken Roermond, aan wiens Ge meenteraad U nog bij het officieel bezoek in April 1894 mededeelde, dat Hare Majesteiten wellicht binnenkort in Limburg zouden komen, en Roermond de eer zou hebben, Hare Majes teiten te mogen ontvangen; Roermond meende, met dit alles voor oogen, zich niet ijdei te vleien met de hoop, dat aan zijn vurige verwachting zou woiden voldaan, toen de mare werd verspreid, dat in de maand Mei van dit jaar de reis naar Limburg door Hare Majesteiten zou worden ondernomen. Hoe verpletterend de tijding, dat Roermond in het Koninklijk reisplan niet was opgenomen, ook voor ons nationaal gevoel was, toch besloot de gemeentel aad, zich eerbiedig en onderdanig neer te leggen bij de beslissing, door Hare Ma jesteit de Koningin-Regentes genomen. De raad deed dit, dewijl, naast de oorzaak van het voorbijgaan van onze stad, tevens de verzekering werd gedaan, dat aan die beslissing van Hare Majesteit, overigens geene andere be- teekenis kon worden gegeven. Het zal U niet bevreemden, dat onze ge meente en de geheele bevolking van Roer mond er hoogen prijs op zouden stellen, te mogen vernemen, welke overwegingen U aan leiding kunnen gegeven hebben, om onze ge meente eene zoo zware beproeving te berokkenen en daardoor tegelijkertijd aan een groot gedeelte van de bevolking der provincie de gelegenheid te ontnemen, ora door het aanschouwen en leeren kennen van onze beminde Vorstinnen, zoo moge lijk, de liefde tot en de gehechtheid aan de telgen van het Huis van Oranje nog te vermeerderen. Onbewust, dat Roermonds ingezetenen, zelfs in de geringste mate, aanleiding konden geven tot Uwe bovenbedoelde adviezen en overwegin gen, en vertronwer.de, dat die adviezen en over wegingen in geene handelingen noch van Roer monds burgers, noch van onzen Raad grond kunnen vinden, acht onze Gemeenteraad betreu- londe de Uioevige gevolgen, welke Roermonds bevolking door de adviezen, door U uitgebracht, moest ondervinden, zich gedrongen, U Hoog EdelGestrenge beleefdelijk te verzoeken, den raad wel te willen mededeelen, welke de mo tieven waren, die U deden besluiten, om aan Hare Majesteit de Koningin-Regentes een bezoek aan Roermond te ontraden. Dinsdagmorgen was de meid van den land man C. J. Konijn alleen op de boerderij in »de Purmer", onder Edam, (de baas en vrouw waren afwezig en de knecht was het veld in), toen zij eenig geraas in de woonkamer hoorde. Zij ging er heen en zag een man bezig een kistje open te breken, waarin gouden en zilveren voorwerpen en juweelen geborgen waren. Op haar geroep nam de onbekende door het raam (dat hij van buiten geopend had) de vlucht, en de meid zag toen nog een tweeden persoon vyegloopen. De politie te Edam, van de zaak onderricht, ging dadelijk per rijtuig nde Purmer" in, en het gelukte den veldwachters Klepper en Rex- winkel de beide personen die vroeger reeds herhaaldelijk vonnis hebben gehad te arres teeren, juist op het oogenblik, dat zij per tram naar Amsterdam wilden vertrekken. Beiden zijn daarop geboeid en voor den bur gemeester van Edam geleid, om verder te worden gesteld ter beschikking van den officier van justitie. Gisteren zijn zij door twee gemeente-veld wachters naar Amsterdam overgebracht. Bij hunne aankomst aldaar hebben zij, hoewel geboeid, eene poging gedaan om te ontvluch ten. Zij sneldeD hollend het Damrak opin hunne vaart liepen zij tegen een ladder, waarop een der beambten van de glazen- wasscherij zijn werk verrichtte. De ladder viel en de man stortte van boven naar omlaag. Hij werd eerst in eene woning en daarna naar het gasthuis vervoerdgelukkig is zijn toe stand niet gevaarlijk. De beide inbrekers waren inmiddels door den burgemeester van Edam, die in de onmid dellijke nabijheid was gebleven, omdat hij hen niet vertrouwde, en door de twee veldwachters opnieuw gearresteerd. Eenige flinke burgers hielpen krachtig mede. Zij zijn naar de St.-Pie- tershal gebracht, om verhoord te worden wegens de verwonding van den glazenwasscher. 's-Gravenlxnge. Jhr. Ton Pestel, gezant te Stockholm en nieuwbenoemd gezant te Brussel, wordt binnen weinige dagen alhier verwacht. Men noemt als zijn opvolger bij de hoven van Zweden, Noorwegen en Denemarken baron Gericke van Herwijnen, thans gevol machtigd minister te Madrid. De Kamer van koophandel en fabrieken alhier heeft in comité-generaal haren voor zitter, den heer H. Mulder, gekozen -riot lid der commissie van beoordeeling volgens de wet tot regeling van de heffiug der invoer rechten. Jhr. mr. W. Th. Gevers Deynoot, die met 1 Juni als secretaris moet aftreden, is voor drie jaar herbenoemd. 30 April. Van eene expeditie naar Karang Asem, Atjeli, Djambi of de Tobalanden, schijnt niets te zullen komen. Althans de Java-Bnilc meldt, dat de bestemming van het 7e bataljon Magelang is en niet de eene of andere expeditie. Aan de Soer. Ct is den 20en April uit Padang getelegrafeerd Onder de Battaks in het Toba- sche heerscht onrust. "Vijandelijkheden zijn reeds gepleegd. Expeditionnaire colonne is derwaarts vertrokken. Het Soer. Ubl. verneemt, dat door den raad van justitie rechtsingang is verleend tegen den Rus Maligan, De man heeft tot op het laatste oogenblik in de meening verkeerd, dat men hem eenvoudig uit Ned.-Indie verwijderen zouin dien geest liet hij hij zich uit tegenover zijne medegevangenen. Maligan vertelt verder dat de colonne Lindgreen aan hem te danken heeft dat-ze niet is afgemaakt; bij den radja bestond het vaste voornemen om al de officieren en minderen te dooden, doch hij wist den verst daarvan af te brengen en tot de uitlevering der colonne te bewegen in de hoop, daardoor de vijandelijkheden van weerszijden gestaakt zouden worden. Doch toen onze schepen Mataram bleven bombardeeren, keerde de woede van den radja en van zijne poenggawas zich tegen den Rus en scheelde het weinig of men had hem om het leven gebracht. De aaastaande terrechtzitting belooft dus interessant te zullen zijn. Het Soer. Hbld. van 25 April meldt, dat de indertijd van Atnpenan herwaarts geweken Ara bieren, ongeveer 20 iiuisgezinnen, allen weder naar die plaats teruggekeerd zijn; de laatste, zekere Abdullah, dezelfde die indertijd ook voor den overval waarschuwde, doch geen geloof vond, is eergisteren van Soerabaja naar Ampenan ver trokken. Onder de te dezer plaatse woonachtige Arabieren wordt bijna geen enkele aangetroffen, die genegen is zich op Lombok te vestigener is daar niets te verdienen, zeggen zij. Men schrijft uit Deli aan den Java-Bocla, dat den 12n dezer des morgens ta pl. m. 9 uur de Europeesche booraklerk Meijer te Edi door een fanatieker. Atjeher in den rug verwond is, ge lukkig niet ernstig. Een hem te hulp snellende poiitie-oppasser kreeg rentiong-steken in rug, armen en beenen. De Atjeher naar men zegt een Edinees die zich blijkbaar ten doode gewijd had en ook geene pogingen tot ontvluchting aanwendde, werd afgemaakt. Dit is, als de berichtgever zich niet vergist, in betrekkelijk korten tijd het tweede geval op Atjeh van zich tegen den Europeaan in daden uitend fanatisme (Lamjong Edi enz. vrij duidelijk bewijs van de stelling, dat de oela- mapartij volstrekt niet stilzit, doch nog voort-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 5