Biuneiilandsclie JBericJiten. 3 w a 10 I 1 Is -3 1 2 .2 4. "Vermindering van het aantal vilajets. 2. "Waarborgen voor de keuze van valis, 3. Amnestie voor gevangen of verbannen Armeniërs. 4. Terugkeer van Armeuisclie emigranten of bepalingen. 5. Definiteve regeling en hangende rechts gedingen voor vergrijpen tegen het gemeene recht. 6. Inspectie der gevangenissen. 7. Benoeming van een oppercommissaris voor het toezicht op de invoering der her vormingen. 8. Aanstelling van eene permanente com missie van controle te Konstantinopel. 9. Schadeloosstelling voor het verlies, ge leden door de Armeniërs bij de gebeurtenis sen te Sassoen en elders. 40. Regeling der zaken betreffende gods dienstige bekeering. 44. Handhaving van de rechten en privi legiën toegestaan aan de Armeniërs. '12. De positie der Armeniërs in de overige vilajets van Aziatisch Turkije. In de beoordeeling daarvan is de groote Engelsche pers verre van eensgezind. De Times acht de meeste der verlangde hervormingen heilzaam voor Christenen en Muzelmannen, maar beschouwt die betreffende het bestuur der nomadische Koerden als een niet te ver wezenlijken ideaal. De Post verlangt, dat de noodzakelijkheid der hervormingen duidelijk bewezen worde, alvorens die aan de Porte worden opgedrongen. De radicale Daily Chro nicle dringt er op aan, dat de regeering bij hare eischen zal volharden. De Daily Grafie daarentegen steekt den draak met het gansche hervormingsplan en acht dat besluit onuit voerbaar. De St. James Gazette deelt deze laatste meening en laat zich medesleepen door een gevoel van medelijden met Turkije, dat reeds zooveel door vreemde inmenging ge leden heeft. Da Glole kan zich zeer goed begrijpen, dat de sultan aarzelt de uitgebreide eischen der mogendheden in te willigen, want feitelijk komt het er op neer dat hij Armenië onafhankelijk zou maken. Het blad noemt de campagne van een deel van het Engelsche publiek farizeesch en weinig oprecht, en vraagt waarom Engeland niet geprotesteerd heeft tegen de wreedheden, waaraan de joden van de zijde van den czaar hebben blootgestaan. Het is onbegrijpelijk dat het Engelsche rijk, hetwelk zooveel millioenen Mohaminedaan- sclie onderdanen telt, zich bij Rusland en Frankrijk zou aansluiten om oorlog te voeren tegen Turkije. Als de voorstellen der mogend heden niet gewijzigd worden, zegt het blad, is het zeer wel mogelijk dat Europa een herope ning van de Oostersche kwestie zal beleven, in een vorm die niets goeds voorspelt voor de Engelsche belangen. Aan Daily JSetcs wordt uit Konstantinopel gemeld, dat het antwoord van de Porte op de vertoornen der mogendheden beslist de hervor mingen verwerpt, en aan de mogendheden het recht ontzegt om in het binnenlandsch bestuur van het Ottomannische rijk tusschen beide te komen. Naar Reuter's agentschap te Londen uit goede bron verneemt, verwerpt het antwoord der Porte niet geheel alle voorstellen van het Armenische hervormingsplan der mogend heden, maar raadt generalisatie der noodige hervormingen aan. Er valt niet aan te twij felen of de Porte zal volharden bij haar ver zet tegen alle Europeesche controle op de verhoudingen van het Ottomaansche rijk. Het antwoord is gesteld op een wijze, om discussie uit te lokken en de zaak te vertragen. A M E R I K A. Uit "Washington wordt gemeld: De Attorney-general (hoofd van het departe ment van justitie) Olney is tot staatssecre taris (minister van buitenlandsche zaken) benoemd en Judson Harmon van Cincinnati tot Attorney-general. Te Bataquil, in Columbia, is weder een opstand uitgebroken. In het district Bolivar is de staat van beleg afgekondigd. AFRIKA. De oppositie in het Kaapsche Lagerhuis stelt, naar de Times verneemt, tegenover het voorstel van sir Cecil Rhodes tot aanbeveling van de inlijving van Britsch-Bechuanenland een ander. Maandag wordt het debat over Rhodes' motie geopend. C il I A. De Times verneemt uit Hongkong dat Taipeifoe, op Formosa, in de asch is gelegd, doordien een kruitmolen en kruitmagazijn ontploften. Honderd plunderende Chineezen kwamen bij de ramp om. Tang is met twee duizend man ontsnapt. De Japanners vonden bij Hobe de Duitsche kanonneerboot litis, die op de Chineesche forten had gevuurd en hun geschut tot zwijgen gebracht. TWEEDE KAMER DER ST ATEN-GENERA AL. Zitting van 7 Juni. Bij de voortzetting vau de beraadslaging over hei voorstel orn de bevordering van offi cieren afhankelijk te stellen van het door brengen van eenigejaien in iverkeiijken dienst bij den troep, heelt de heer De Beaufort (Amst.) de regeling verdedigd als een uit vloeisel van den aandrang dezer Kamer waar voor deze regeering, naar consiilutioneele be grippen, deferentie toonde. De Kamer zou slechts de practijk in de wet san ;tionneeren. De minister van oorlog verdedigde de rege ling, die noodig is ter verkrijging van geschikte officieren, die veel van die eigenschap ver liezen wanneer zij te lang in speciale betrek kingen dienen en de minister begreep hierin ook de leden der Kamer, voor wie hij speciale oveigangsbepalingen onrechtvaardig achtte. Dezen maatregel zal bij met rechtvaardig heid toepassen en zoo, dat de diensttijd onaf gebroken wordt vervuld. De heer Van Dedem betwistte dat ver schillende voorstemmers van het amend.-Van Kerkwijk in zake de officieren bij het Huis der Koningin dit deden omdat zij de voorge stelde regeling wenschten. Er waren daar onder verschillende leden, die tegen te hooge oorlogsbegrooting bezwaar hadden en dus voor elk verminderingsamendement stemden. De heer Schaepman legde gelijke verklaring af ::n kondigde een overgangsbepaling aan. Na sluiting der algemeene beraadslaging, verklaarde de minister niet noodig te achten een door den heer Veegens gewenschte uit zondering van deze wet van leden van het Vorstelijk Huis op wie volgens de voorgestelde redactie de wetsbepalingen toepasselijk zouden worden. Besloten is het ontwerp omtrent het derde kantongerecht te Rotterdam voorloopig van de agenda af te voeren en de daarop inge diende amendementen-Smit en Van Gijn in de afdeelingen te onderzoeken. Bij het voortgezet debat over de bevorde- ringswet voor de officieren is artikel '1 goed gekeurd, nadat de heer Veegens geconsta teerd had dat de leden van het Vorstelijk Huis vallen onder deze bepaling. De heer Schaepman stelde een nieuw artikel voor, bepalende dat de wet niet toepasselijk is op een officier, die bij de afkondiging der wet niet in werkelijken dienst bij het leger is. De minister bestreed dit sterkdaardoor zouden alleen de officieren van het Militair Huis en officieren-Kamerleden worden vrijge steld;, eene onbillijkheid, die het amendement voor hem onaannemelijk maakt. De heer De Savornin Lobman bestreed den minister en betoogde, dat zonder het amen dement onrecht zou gepleegd worden tegen over de bedoelde officieren. De heer Schaepman wijzigde zijn amende ment aldus: ïDe bepalingen dezer wet zijn niet toepas selijk op den officier die zich op het oogenblik van de afkondiging dezer wet niet in werke lijken dienst bij het leger bevindt, voor zoover betreft zijn bevordering tot den naast- hoogeren rang, van dien, door hem op dat oogenblik bekleed." De minister noemde ook dit onaannemelijk, Het amendement-Schaepman werd niette min aangenomen met 43 tegen 37 stemmen. De minister van oorlog verzocht nu schor sing van het debat. Het debat is aangevangen over het voor- stel-De Savornin Lohman tot wijziging van art. öilis der schoolwet. De heer Schaepman verdedigde het ont werp. Zoolang niet gebleken is van onwil, moeten de bijzondere scholen de subsidiën zooveel mogelijk behouden. De heer De Beaufort (Wijk bij-Duurstede) acht het ontwerp ontijdig en onnoodig. Hij wil een geldelijk voordeel verzekeren aan schoolbesturen, zoolang zij niet aan hunne verplichtingen voldoen. De heer Vermeulen achtte het zeer onbil lijk de bijzondere scholen in de subsidie te ireiïen, omdat zij, wegens onvoldoend aantal onderwijzers, niet kunnen voldoen aan de eischen der wet. De toepassing der bestaande wet zou zeer ongewenschle toestanden voor het onderwijs in bet leven roepen. Ilij verdedigde het ontwerp-De Savornin Lohman als het juiste middel om onbillijk heden te voorkomen. De heer .E. Mackay verdedigde het ontwerp ter wille van de eerlijke nakoming der wet en de billijke bejegening der bijzondere scholen. De heer De Savornin Lohman verdedig® daarna uitvoerig zijn voorstel, als gebaseerd op de eischen der practijk. Spreker consta- teert dat de bestaande onbillijkheid nadeeü» werkt voor het onderwijs, daar ook in vele gevallen niet het bijzonder onderwijs kas lijden, maar het onderwijs in het algemeen, Het voorstel geeft wel eenige vrijheid aan den minister, maar dit kan geen bezwaar opleveren. Ten slotte doet spreker een beroep op het billijkheidsgevoel der linkerzijde. De heer De Beaufort (Wijk-bij-Duuistede) houdt vol dat billijkheidsredenen niet bestaan. De minister "Van Houten constateert thaos alleen, in strijd met de meening van den heer De Beaufort, dat zich wel gevallen van subsidieweigering hebben voorgedaan, op grond van het onvoldoend aantal onderwijzers. Het algemeen debat is gesloten. Dinsdag te 41 uur voortzetting. SCHIEDAM, S Juni 1S»5. Dinsdag 4 Juni 1.1. 's namiddags te 3 uur, werd te Amsterdam gebonden de 14de gewone jaarüjk- sche algemeene vergadering van aandeelhouders ia de „Algemeene Maatschappij van Levensver zekering en Lijfrente'', ten haren kantore, Damrak 74. De vergadering werd gepresideerd door inr, IV. van der Vliet, als president-commissaris. Uit het verslag der directie bleek, dat in het boekjaar 1894 werden r- -* ■-! «5 'X> 00 -V O -v ia of co r- o o AO C5 O IH O r~i ia <o o co cq^ iCf CD* t* lO CD ctT o O bD S3 CC Tf co CD 00 Cl <D CD CO* O O CO CO H C5 *6 Cb co co oq oT co" co* CM O O r-t CO CO R e r R C2 ïO Ci O O vo -f TJ4 CM co CM ca isa 2 fco *3 a a fcc tD Cr o O rO 2 O id cJ u o o c3 o o 0 N O O -+-J o 6DC3 'w O CO O O rH b£ '3 si _a o S3 Q C3 Ci *3 fcO a ft N f 230,874.21 - 1,853,450.55 - 2,433,708.55 De janrpremie vermeerderde met zoodat deze thans is Het geheelc inkomen heiiep De premie-reserve vermeerderde metf 1,137,242.31 zoodat deze thans bedraagt. - 5,801,456.24 en het geheel der reservcn - ö,979,704.56'/j Aan uitkecringcn en afkoop werd betaald- 562,164.54!/} Het winstsaldo bedroeg - 106,9r'3.89Vs Commissarissen deelen mede, dat de rcserve-bc; rekening is opgemaakt door de directie, terwijl zij toon voorgedragen vei haal glimlachend aange- hooid. x>Ik bei inner mij het gevalletje niet meer," zeule zij, »duch ik vei heug mij altijd iemand aan te treffen, die met mijnen vader in dienst betrekking ge-taan heeft." zEn niet enkel in betrekking gestaan heeft, maar hem veieerd en hooggeacht heeft ais een voorbeeld van nauwgezette vervulling van plichten, een toonbeeld van alle militaire deugden. Hoezeer wij hem vree-den was liet voor ons allen eene reden van diepen rouw, toen wij nu vier jaar geledon vernamen dat generaal Yon Dönnings- haus wegens gezondheidsredenen ontslag uit den dienst gevraagd had." sMijn arme vader heeft de scheiding van allen, die hein lief waren gevvoiden, niet lang overleefd. Hem werd dour de dokters aangeiaden een zachter klimaat op te zoeken en wij verhuisden naar hier. Inderdaad scheen htj zich hier beter te gevoelen. Maar de gedwongen rust ondermijnde zijne krachten en bijna anderhalf jaar geleden moest ik hem grafwaarts brengen." «Dai verl es zat u op uwen leeftijd haid ge vallen z ju. doch gij heht een tweede vaderhuis gevonden, niet waar mejuffrouw IJeitha knikte toestemmend. «Ik heb geen re ien mij over het lot te beklagen," zeido zij. 't Was vrij goed melkbaar dat de ernstige wending, die het gesprek genomen had, den luitenant mishaagde. Ilij sloeg dan ook alras wat opgewekter toon aan, toen hij opmerkte «Toch znlt g!j nog we! eens het leven in de groote stad, waar uw vader vroeger verblijf hield, betreurd en het teruggewenscht hebben, niet waar 4 Ik ben trotsch op deze mijn geboorte plaats en weet dat zij om de bevallige ligging en allerlei voorrechten de vergelijking niet andere provinciestadjes zeer goed kan doorstaan, duch ik kan mij niet vooistellen boe ik bet hier goed zou maken, nu ik kennis gemaakt heb met het leven in ruimer kringen. Ik herinner mij nog hoe eentonig mij als gymnasiast het leven hier viel en de dagen l.ier voorbijgingen ais het eenzelvig ruischende water van een kalmen vliet. Ik houd van het bruisen van den waterval, van het schokkende en trotsche en afwisselende, dat het leven in de groote wereld aanbiedt. Nu kan het achter zijn, dat het garnizoen, dat hierheen verlegd is, wat beweging in den traag vlietenden stroom heeft gebracht, en dan zou ik mijne vaderstad gelukwenschen." s't Is wel mogelijk, maar ik ben nog niet in de gelegenheid geweest er van te profiteeren. De heer Flemming noch zijne zoons houden omgang met de officieren." «Wat riep Hersdorff met ongeveinsde ver bazing. »En dat zegt gij, de dochter van een generaal? Neen, mijn waarde freule, dat behoeft gij u niet langer te laten welgevallen. Ik zou u raden u tot eene vriendin in de hoofdstad te wenden om met hate hulp tenminste een paar maanden in den winter het leven met volle teugen te genieten» lk ben er zeker van, dat die stap u niet berouwen zou. Gij zult er worden vereeid en gevierd, en zoovee! voroveringen maken als gij verkiest, dat verzeker ik u op mijn eerewoord." De toon, waarin de jonge luitenant vervallen was, was reeds vrijer en geestdriftiger, dan wel met eene zoo korte kennismaking overeen te brengen was, en zijne oogen spraken van stout moedige veroveringszucht. Hertlia zag hem aan met vasten, ernstigen blik en antwoordde bedaard, schoon ook niet onvriendelijk: s Gij meent het zeke-goed, mijn heer de luitenant, maar ik twijfel of mijn ver loofde, uw vriend Werner Flemming, mij zou veroorluoven uwen raad te volgen." Hersdorff stond een oogenblik verbluft, maar was spoedig zijne verrassing meester. Hij sprong op en maakte een bevallige buiging. «Die deugniet van een Flemming is de schuld, dat ik geen kennis gekregen heb van uwe be trekking tegenover hem. Ik hoop, mejuffrouw, dat gij ook nu nog mijne gelukwenschen genadig zult willen aannemen. Zij zijn hartelijk gemeend, want ik weet, dat gij aan een braaf en verstandig man uw lot en leven in handen gegeven hebt. IVordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 6