A0. 1895.
Donderdag 13 Juni.
N°. 8808
s C H ÜTTE R IJ.
Kennisgeving.
N egenenyeertxgste
T aargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
uitge'yerT"j. odé.
Buiten! andsclie üerieUfeu.
Abonnementsprijs, per kwartaal
franco per pose, door het geheele Kijk
Aftonderlijke nommers
t 1.85.
2.50.
0.10.
BUREAU: BOTER: TRA AT 7 O.
Advertentieprijs van 1—10 gewone regels met
inbegrip van eene Courant1,10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Burgemeester en wethouders van
Schiedam
Brengen ter kennis van de belanghebbenden:
dat de ALPIIABETISCHE NAAMLIJST van de inge
schrevenen voor de schuttel ij, te rekenen van 14
dezer, ter inzage zal liggen ter secretarie der gemeente
dat de LOTING voor de schutterij, tusschen de
ingeschrevenen van dit jaar, alsmede de NALO-
TING van de van elders ingekomen dienstplichtigen,
sal plaats hebben iu het gebouw de St. Joris Dooie,
aan het Doeleplein alhier, op Maandag 24 Juni eerst
komende, des namiddags ten zes ure;
En eindelijk dat bij de loting de gelegenheid zal
worden opengesteld, om de redenen van vrijstelling
ep te geven.
En is hiervan afkondiging- geschied, waar liet be
hoort, den 12den Juni 1805.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG.
JJe secretaris
VERNÉDE.
1) u I T s c II L A N D.
De Pruisische minister van oorlog Bronsart
von Sehellendorf was Zaterdag en Zondag
de gast san voist Bismarck op Friedriehsruhe.
Maandag ksvam de groothertog van Mecklen-
burg-Selnverin een bezoek brengen, en heden
wordt een deputatie van burgemeesters uit
Baden ontvangen, die den oud-kanselier een
brief van eereburgerschap komen brengen.
Zaterdagmiddag ontving Von Bismarck het
•centraalbestuur yan den bond van grondbe
zitters met hunne dames. In ziju antwoord op
de to°spraak van den heer Von Plötz, -wees
de vorst op de noodzakelijkheid, bij de ver
kiezingen slechts te stemmen op dezulken,
•die onvoorwaardelijk besloten zijn voor de be
langen van den landbouw op te treden. De
landbouw is het eerstgeborene bedrjjf en
vormt nog heden de betrekkelijke meerder
heid onder alle bedrijven, maar bij lange na
wordt hij niet in de eerste linie geëerbiedigd.
Als oorlogskreet tegen de wettenmakerij zon
der halm en aar moet eenvoor halm en
aar! gelden. Alle productieve ambachten
moesten zich aaneensluiten tegen de hommels,
die regeeren maar niets dan wetten voort
brengen. Voorts wees Von Bismarck er op dat
vroeger de vorsten hunne stamgoederen zelf
bebouwden en daardoor met den landbouw
voeling hielden. Bijna zou hij zeggengeef
elk staatsman een domein van welks op
brengst hij moet leven, of geef hem een aan
deel in eene industrie, waarvan de opbrengst
zijn inkomen vormtdan zal hij ook beter
op de belangen daarvan letten. Met een hoch
op den keizer, als den grootsten grondbezit
ter en den even gerecfitigden als plichtma-
tigen beschermer van den landbouw en de
produceerende standen, besloot de oudkan
selier zijne warm toegejuichte rede.
B JE I G I E.
De nieuwe minister van binnenlandsche
zaken en onderwijs Schollaert diende gisteren
in de Kamer een wetsontwerp in waarbij de
schoolwet wordt gewijzigd.
De Kamer nam zonder hoofdelijke stem
ming de bepalingen van het wetsontwerp op
de invoerrechten betreffende cacao en con
serven, en met 79 tegen 68 stemmen en 4
blanco de invoerrechten op boter en mar
garine aan.
Een persoon op een der tribunes riep
gistermiddag beleedigende woorden tegen den
koning en de ministers. De voorzitter eischte
dat de rustverstoorder zou worden verwijderd
en in hechtenis genomen. Het bleek een man
man te zijn die herhaaldelijk is veroordeeld.
Op de vraag van de magistraten antwoordde
bij dat hij zoo had geroepen om voor het
hof van Assises te worden gebracht, teneinde
herziening van de vroegere vonnissen te zijnen
laste te verkrijgen. Naar men zegt, zal hij in een
krankzinnigengesticht worden opgesloten.
RUSLAND.
Volgens de Frank/. Ztg. denkt de regeering
er aan het Deensche eiland Christiansö, in
de Oostzee gelegen, te koopen, teneinde aldaar
een kolenstation aan te leggen. De Russische
admiraal, baron Frediricks, heeft het eiland
geïnspecteerd en is naar Kopenhagen ver
trokken om met de Deensche regeering over
den koop te onderhandelen. De haven van
het eiland is 45'/s meter diep en dus voor
groote schepen ontoegankelijk, en bovendien
liggen in de nabijheid van het eiland tal van
gevaarlijke klippen. Vroeger waren er op het
eiland vestingwerken en bestond er zelfs een
staatsgevangenis. Deze laatste is echter opge
heven en de vestingwerken zijn in 1855 ge
sloopt. Het eiland telt slechts 274 inwoners.
De Köln. Ztg. meent te weten, dat de
ministers van verkeer en oorlog beraadslagen
over een plan voor een spoorweg door Mant-
sjoerije, die een zijtak zal zijn van den Sibe-
rischen spoorweg. Mocht de behoefte aan deze
lijn zich dringend doen gevoelen, dan zal een
spoorwegbataljon met den aanleg worden be
last. Natuurlijk zal eerst de toestemming van
China moeten verkregen worden.
OOSTENK IJ K-K O N G A It I JE.
De troonrede van keizer Frans Jozef is
door beide delegatiën zeer goed opgenomen.
In het feit, dat de Armenische en de andere
Oostersche kwestiën slechts vluchtig aange
roerd werden, ziet men een bewijs dat de
regeering geen ernstige verwikkelingen vreest.
Bij den gebruikelijken rondgang sprak de
keizer den wensch uit, dat de commissie voor
de kieswethervorming haren arbeid tot een
goed einde mocht brengen. Tevens merkte
de keizer op, dat de parlementen waarschijn
lijk ook nog in Augustus zouden zitten.
In de commissie voor buitenlandsche zaken
uit de Hongaarsche Delegatie maakte eerst
de voorzitter, Iioloman Tisza, gewag van het
aftreden van Kalnoky, herinnerde aan diens
verdiensten voor het bewaren van den vrede
en het handhaven van het Drievoudig Ver
bond, en heette den nieuwen minister, Golu-
-chawski, welkom.
Daarop hield Goluchowski de volgende
redevoeringAls een bijzondere eer beschouw
ik het te zijn uitverkoren tot den opvolger
van den zeer verdienstelijken staatsman die
bijna veertien jaar achtereen met evenveel
geluk als beleid de buitenlandsche zaken van
de monarchie beeft bestuurd, en onder wiens
bewind de staatkunde die wij ongetwijfeld
moeten erkennen als de beste en het meest
overeenstemmende met onze belangen, zoo
diep wortel heeft geschoten.
»Die staatkunde, waarvan ik een trouw
en overtuigd aanhanger ben en steeds ge
weest ben, kan men in 't kort in deze woor
den samenvatten onwrikbaar vasthouden aan
grondslagen die door het vredeverbond
van de drie mogendheden van Middel-Europa
zijn gelegd, hetgeen niet uitsluit dat met alle
overige mogendheden zonder onderscheid de
vriendschappelijkste betrekkingen kunnen
worden aangekweekt, maar het zelfs dringend
eischt.
j)De vriendschappelijkebetrekkingen waarin
wij op 't oogenblik tot ieder staan, beant
woorden daarom zoo volstrekt aan het doel
en oogmerk van ons verbond met Duitsch-
iaud en Italië, dat het onderhouden en aan-
kweeken van die betrekkingen zich om zoo te
zeggen als een gebod van den plicht aan ons
opdringt. Weest gij, mijne heeren, overtuigd
dat ik niets zal verzuimen om die taak te
vervullen.
ïUit mijn verklaringen kunt gij nu zien
dat, hoewel aan het departement van buiten
landsche zaken een verandering van personen
is geschied, van een wijziging in den koers
van onze buitenlandsche politiek, laat staan
van een verandering van stelsel, geen sprake
kan zijn. De uitkomsten die op den tot nog
toe gevolgden weg zijn bereikt zijn van zoo'n
bevredigenden aard, dat wij niets beters kun
nen wenscben, te minder omdat de daardoor
ontstane toestand beantwoordt aan de trouwst
bewaarde overleveringen en oogmerken van
de manarchie, die, verre van een aanvallende
staatkunde te volgen, steeds zich er op heeft
toegelegd, voldoening en bevrediging te zoeken
in de vreedzame ontwikkeling van haar be
trekkingen met andere mogendheden, in de
verheffing van haar aanzien en invloed naar
buiten, en in de bevordering /an den voor
uitgang en de welvaart van haar volkeren."
ITALIË.
In het algemeen wordt de troonrede, waar
mee de koning de zitting van de Kamer heeft
geopend, zeer gunstig beoordeeld, vooral wat
de binnenlandsche zaken aangaat. Ook de
passage over een toekomstige vreedzame hou
ding der regeering en over sociale wetgeving
wordt zeer gunstig beoordeeld.
Minder algemeen gunstig denkt men over de
troonrede, waar die de buitenlandsche berich
ten behandelde.
Al te veel nadruk zoo zegt men wordt
gelegd op de goede verstandhouding met En
geland, terwijl men met leedwezen een sym
pathie-betuiging met Frankrijk, waarvoor de
feesten te Magenta een ongezochte aanleiding
zouden geweest zijn, heeft gemist.
De organen van het Yaticaan hebben als ge
woonlijk veel op de troonrede aan te merken.
Villa is tot voorzitter van de Kamer ge
kozen, met 268 stemmen. Op den candidaat
van de oppositie, Gaetani, waren 158 stem
men uitgebracht.
In het bureau van de Kamer zijn drie
ministerieele candidaten gekozen, met een
gemiddeld aantal stemmen van 260 tegen
110 van de oppositie.
Volgeus den correspondent van de Times
te Rome heeft Cavalotti te kennen gegeven
dat hij van plan is zijn veldtocht tegen Crispi
te staken.
SPANJE.
De minister van financiën las gisteren in
de Kamer het ontwerp voor, strekkende tot
hernieuwing van de schatkist-obügatiën.
Twaalfduizend man met verlof zullen wor
den opgeroepen.
De Spaansche commandant der marine te
Havana heeft uit Madrid bevel ontvangen
koopvaardijschepen aan te koopen en deze als
kruisers te doen inrichten, teneinde in de
wateren van Cuba toezicht te houden op het
invoeren van contrabande.
De Spaansche troepen op Cuba hebben een
klein voordeel behaald zij hebben een bende
opstandelingen uit elkaar gejaagd. De Span
jaarden hadden drie gewonden, de rebellen
zeven en twee dooden.
Een depêche uit Havana aan de Times
houdt in, dat men op Cuba algemeen van
meening is dat de opstand g. 'n succes zal
hebben. Terwijl de rebellen maar 7000 man
goedgewapende troepen hebben, zijn er 30.000
man Spaansche troepen op het eiland.
GRIEKENLAND.
Het Kabinet is definitief samengesteld.
President en minister van financiën is
Theodoor Deliannis; buitenlandsche zaken
neemt Alexander Skoezis, binnenlandsche
zaken Kyria Koalis, oorlog kolonel Smola-
nitz, marine Leitidis, onderwijs Petridis en
justitie Filip Varvognis.
T R K IJ E.
De benoeming van Said-pacha tot groot
vizier wordt door de Engelsche pers algemeen
beschouwd als een teeken dat de sultan ge
neigd is toe te geven aan de eisehen der
mogendheden ten aanzien der iu Ai menië in