A0. 1895.
Woensdag 9 October,
N°. 8892.
Tweede Blad
Negenenveert i gste Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
Binnenlandsche Berichten.
lEMORirVAN ANTWOORD van
UITGEVER: J. ODÉ.
GGURA
Abonnementsprijs, per kwartaal
Franco per post, door" het geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
f 1.85.
- 5 50.
- 0.10.
BVRGAUi BOTBBITRAAT 9 O.
AnvERTCNTiEPRlJSvan 110 gewone regels met
inbegiip van eene Courantƒ1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL.
Personeel© belasting.
Thans is verschenen de 54 biz. druks beslaan
de Memorie van Antwoord op het verslag der
Tweede Kamer, betreffende de regeling der
personeele belasting.
De minister dan verklaart pertinent, dat
geen enkele bepaling werd gemaakt in eenig
verband met de toekomstige regeling van het
kiesrecht, zet breedvoerig uiteen, waarom een
nieuwe regeling der personeele belasting wordt
voorgesteld en het ontwerp zich niet kan bepalen
lot de wijzigingen, noodig door da invoering
der vermogens- en bedrijfsbelastingen. Hij is
overtuigd van de noodzakelijkheid, dat de be
staande wet moet worden vervangen dat kleine
wijzigingen onvoldoende zijn en is mede diep
overtuigd, dat de wet in vele opzichten onbillijk
werkt, terwijl aan hare behoorlijke toepassing
niet kan worden gedacht.
De minister is, in verband met de vraag of
heffing van directe verteringsbelasting door het
rijk dan wel door de gemeente moet geschieden,
van oordeel, dat de personeele belasting, die
sedert 1885 geheel ten voordeele van den staat
is, zulks behoort te blijven.
Aangaande de financieele gevolgen voor 's
rijks schatkist kan de minister geen nieuw
licht ontsteken.
Ten opzichte van de financieele gevolgen voor
de gemeente stelt hij zich op het standpunt,
dat eerst na regeling dar rijksbelasting worde
beslist, hoe de gemeentebelastingen moeten zijn,
om zich op bevredigende wijze daarbij aan te
sluiten. Dit is zeker, dat verbetering der finan
cieele verhouding tusschen rijk en gemeenten
zal medebrengen een hooger totaal der uitkee-
ringen aan de gemeente.
De staat zou al dadelijk de verhoogde uitgaaf
doen, werd die verbetering gelijktijdig met de
herziening van het personeel ingevoerd. Nu dat
niet geschiedt, ziet de minister er geen bezwaar
in, om een deel van hetgeen de schatkist tijde
lijk bespaart, door het onvermijdelijk uitstel van
de nieuwe regeling der rijks- en gemeente-finan-
cién, te gebruiken tot het wegnemen der moei
lijkheid, uit den overgangstoestand voortvloeien-
do. De minister wijst op de mogelijkheid om de
öitkeering te vinden door conversie van Nationale
schuld. Op die wijze zou hij de gemeenten willen
vrijwaren van de gevolgen der omstandigheid, dat
de herziening der gemeentefmanción eerst later
zal kunnen werken dan die der personeele belas
ting. De minister blijft bij liet heffen eener
verteringsbelasting, als het personeel het stand
punt innerne, dat geen belasting moet worden
gevorderd wegens het uitgeven van geld, om
geld te verdienen, op grond waarvan hij de
vrijstelling der winkels nader uitvoerig verdedigt,
onder opmerking o. a., dat tegenover de nering
doenden, door behoud van het personeel voor
do winkellokalen, op grond van de invoering
der bedrijfsbelasting de billijkheid niet zou worden
betracht.
Het feit, dat da winkelier of leden van zijn
gezin in zeker opzicht van den winkel zouden
kunnen profiteeren, zou misschien kunnen leiden
tot verhooging b.v. met der huurwaarde
van de winkeiruimte. Da belasting der kantoorloka
len wordt gehandhaafd tegenover de bestrijding,
die deze voorgestelde heffing ontmoette en
evenmin vei klaart de minister te "kunnen me
dewei ken tot bet maken van onderscheid tus
schen kantoren binnens- en buitenshuis.
De classificatie der gemeenten verdedigt de
minister hoofdzakelijk om te weten, wie de
hoogste reductie moeten hebben en waar de
belastingheffing moet beginnen.
Nu de groote meerderheid der Kamer zich
vereenigde met het stelsel van reductie we
gens talrijkheid van het gezin, hoopt da minis
ter ook voor de uitvoering de vereischte een
stemmigheid te verkrijgen, al erkent hij, dat
bezwaren niet te vermijden zijn.
Wat de aanbevolen nieuwe grondslagen be
treft, acht de minister de jaarlijksche vsrteiing
door het houden van een rijwiel te gering om
er een grondslag voor de personeele belasting
van te maken. Wellicht zou zij zijn te regelen
in den trant van verschillende belastingen op
honden een belasting van pleziervaartuigen
is niet genoeg van belangeen speciale be
lasting van piano's acht hij aan bedenking
onderhevig, als zijnde dergelijk instrument vol
strekt niet altijd een voorwerp van weelde of
mode en omdat het reeds onder liet mobilair
wordt getroffen; ook een reisbelasting en de
overige grondslagen acht hij niet aanbevelens
waardig.
De stelling, dat de herziening voor den mid
denstand eer verhooging dan verlaging zal
aanbrengen, tracht de minister met nieuwe
cijfers te weerleggen.
Een regeling waardoor zij, die bedrijfsbelas
ting betalen, maar vrijgesteld waren van patent,
op een specsalen voet zouden worden behandeld,
kan, meent de minister, niet van hem worden
verlangd, bij de ondoenlijkheid om eene onder
scheiding te maken tusschen vroegere patent-
plichtigen en niet-patentplichtigen.
Ten slotte weerspreekt de minister ook de
meening, dat wetsontwerp ten gevolge zou hebben,
dat het platteland zwaarder dan tot dusver
en ook zwaarder dan de steden zou worden
belast.
Burgemeester en Wethouders op het
verslag van het onderzoek der gemeente-
begrooting voor 1896 in de afdeelingen
uit den gemeenteraad.
Algemeene beschouwingen.
Er bestaat bij ons principieel bezwaar den Raad
inzage te verleenen van stukken, die Burgemees
ter en Wethouders zich hebben doen verstrekken
door eene Commissie van hijstand, bedoeld 'aart.
54, 2e lid der Gemeentewet, om hun tot leiddraad
of voorlichting te dienen bij zaken, waarvan de
voorbereiding of uitvoering tot dc taak van hun
College behoort.
Die commissiën, uitsluitend bestemd om Burge
meester en Wethouders hij te staan en die dan
ook alleen op voordracht van dat college in het
leven kunnen worden geroepen treden niet
zelfstandig tegenover den Gemeenteraad op. Hare
voorstellen of adviezen, die steeds gericht zijn
aan Burgemeester en Wethouders, worden het
uitsluitend eigendom van dat college, hetwelk, hij
de voorstellen of adviezen, dien het indient, en
waarvoor het de verantwoordelijkheid alléén draagt,
daarvan het gebruik maakt, dat het wenscht.
Alleen zeer bijzondere omstandigheden mogen
naar ons oordeel slechts aanleiding geven, dit be
ginsel los te laten.
Daar hier zulk eene bijzondere omstandigheid
niet aanwezig is, wensehen we ons dan. ook te
onthouden van de beantwoording der in de 1ste
afdeeling, bij het houden van algemeene beschou
wingen, gedane vraag, in welk opzicht door ons
afgeweken is van de door de Commissie voor ge
meentewerken noodig geoordeelde werken, en kun
nen we evenmin voldoen aan het verzoek om eene
lijst der afwijkingen over te leggen.
Uitgaven.
HOOFDSTUK I.
Afdeeling I.
Yoign. 61. De aanstelling van een 2öen klerk
aan de afd. B (burgerlijke stand en bevolking) der
Gemeente-Secretarie is inderdaad dringend nood
zakelijk.
Aan de afdeeling A (algemeene zaken) wordt
de betrekking van den 2den klerk reeds sedert
een paar jaren door een volontair vervuld. Het
geldt hier dus niet het scheppen van eene nieuwe
betrekking, doch het toekennen ecner billijke be
looning aan den tegenwoordigen titularis, nu deze
getoond heeft voor die betrekking alleszins ge
schikt te zijn.
Volgn. 65. Wij erkennen dat de keuring van
vleesch te wensehen overlaat.
Bij gebrek aan een daartoe kundig ongeschikt
persoon binnen deze gemeente, zijn we tot heden
niet in de mogelijkheid geweest een plaatsvervan
gend keurmeester aan te steUen.
Al zou echter door do benoeming van zulk een
ambtenaar het toezicht op het verkoopen en van
buiten invoeren van vleesch zeer zeker verscherpt
worden, toch meoncn we dat aUeen door het op
richten van een abattoir op afdoende wijze ver
betering is aan te brengen. De aanzienlijke kosten,
die aan de oprichting van zulk eene inrichting
verbonden zijn, weerhouden ons voorloopig nog,
u een daartoe strekkend voorstel te doen.
In afwachting van de oprichting van een abattoir
zuHen door ons maatregelen beraamd worden, om
in do keuring van vleesch zooveel mogelijk ver
betering te brengen.
Het drijven van schouw over molonwerken ach
ten we niet wel uitvoerbaar. De noodzakelijkheid
vau zulk een schouw zien we ook niet in, daar
het ons niet bekend is, dat door een der vele mo
lens in deze gemeente ooit eenig onheil veroor
zaakt is, dat door het drijven van schouw had
kunnen worden voorkomen.
Afdeeling II.
Volgn. 76 en 77. Van het „dringende" om deze
posten ieder met f200.te verhoogen, kan ieder
raadslid zich overtuigen, door zij het slechts
een vlnchtigen blik te slaan in verschillende
vertrekken van het raadhuis.
Zoowel het gebouw zelf, als een deel van het
daarin aanwezige meubilair, eiechen in het voigenöe
jaar belangrijke herstellingen.
HOOFDSTUK II.
Volgn. 91. Het gebruik vau trottoirbanden ver
dient, zoowel uit een financieel oogpunt, als ter
bevordering van den welstand, aanbeveling. Bij
het aanleggen van trottoirs in nauwe straten wordt
bovendien de veiligheid van voetgangers verhoogd.
Met scorioc-bricks werd als proef de Lange
kerkstraat geplaveid. Hoewel deze proef nog niet
als geëindigd te beschouwen is, voldoet deze be
strating voorloopig zeer goed. In andere gemeen
ten, waar met deze steensoort een proefneming
werd gedaan, schijnt de ondervinding te hebben
geleerd, dat ze voor straten, die voortdurend door
zware vrachten bereden worden, niet onvoorwaar
delijk aanbeveling verdient.
De meerdere kosten, vergeleken hij die van grès-
kcien, bedragen bij den tegenwoordigen stand van
prijzen, ongeveer f0.72 per M1, gelijkstaande met
eene verhooging van 23 Percent.
Voor het met cenige zekerheid opgeven der
kosten van onderhoud zijn nog geen voldoende
gegevens beschikbaar.
Volgn. 93. Wel werd er in den laatsten tijd
aan gedacht het draaibrngje over de Raam door
een geheel nieuwe brug, van andere constructie
dan de bestaande, te vervangennu men er echter
dezer dagen in geslaagd is het oude brugje met
betrekkelijk weinig kosten weder in goed bruik-
baren staat te brengen, hebben we gemeend, dat
denkbeeld voorloopig te moeten laten varen.
Volgn. 95. Het vraagstuk der watervervcrscking
is bij ons College nog niet tot eene oplossing ge
komen. Verschillende bezwaren, zoowel van techni-
schen als administratieven aard, staan aan de in
diening van een afgerond plan, dat de draagkrach
ten der gemeente niet te hoven gaat, nog steeds
in den weg.
We geven echter gaarne de verzekering, dat dit
voor Schiedam zoo gewichtige onderwerp onze aan
dacht geenszins ontgaat en dat we ons beijveren
naar middelen om te zien, die tot verbetering van
den toestand van het water in onze havens en
grachten strekken.
Hot nut van het uittrokken van een „memorio-
post" voor do waterverversching, zien we niet in.
Ook meenen we, dat door het brengen van een
post van f1000.voor het dempen van slooten,
in zekeren zin reeds zou worden vooruitgeloopen
op eventueele besluiten in dezen. Bovendien is de
begrooting ten allen tijde voor wijziging vatbaar.
Met de denkbeelden in de 2de afdeeling uitge
sproken omtrent de openbare zwemplaats kunnen
we ons over het algemeen zeer goed vereenigen.
VoorsteUen, die tot verwezenlijking dier denk
beelden leiden, zullen u wellicht nog vóór het a.s.
zomerseizoen bereiken.
Dat de aanlegplaats aan het Westerhavenhoofd
in slechten toestand verkeert, valt niet te ontken
nen.
Afdoende verbotcring is alleen te verkrijgen door
het maken van eene geheel nieuwe kade. Wc zul
len evenwel beproeven do bestaande kade op min
kostbare wijze nog in bruikbaren staat te houden.
De wachtdeur van den polder N. Mathenesse,
welke zich in het Bakkershaventje bevindt, wordt
door dien polder, de schuifplanken «.an de binnen
zijde van den dijk worden door de gemeente Schie-