De Dames- en Kindermode. zou zijn, stonden vele leden, die zich met invoe ring van dat stelsel niet konden vereenigen, als zijnde daarin gelegen een middel om de uit breiding van het kiesrecht te neutraliseeren, terwijl dat kiesrecht bovendien als anti-demo cratisch werd veroordeeld. Over het gemeentelijk kiesrecht liepen de meeningen zeer uitoen. Zeer vele leden oordeelden dat de uitbreiding van het gemeentelijk kiesrecht groote gevaren zou medebrengen, en er waren leden die meenden, dat dit kiesrecht niet be hoorde herzien te wot den dan na eene legeling van de inrichting der gemeentebesturen en eeno herziening van de financieele verhouding" der gemeenten en het rijk. Slechts enkele leden waren van roeening dat er geen reden bestaat om het gemeentelijk kiesrecht minder ver uit te breiden dan het kiesrecht voor de Kamer. Sommige leden drongen er op aan, dat de reg. althans de regeling van het gemeentelijk kies recht in een afzonderlijk ontwerp zou opnemen. De voornemens tot splitsing van vele gemeen ten in kiesdistricten voor de gemeentelijke ver kiezingen vonden bij zeer vele leden ernstige tegenkanting, als zullende leiden tot eene ver tegenwoordiging van de onderdeelen eener ge meente. Andere leden deelden deze bezwaren niet, omdat door die splitsing beter afspiegeling zou worden vei kregen van de scliakeering der meeningen in de gemeente. 60. De uitsluiting vun bedeelden. Tegen het door de reg. met betrekking tot dit punt inge nomen standpunt werden verschillende boden- kingen ingebracht, waarbij vele leden betoogden, dat het tegenwoordig ministerie thans ter zake van de bedeelingskwestie een standpunt verdedigt dat het hoofd van dat ministerie vroeger nadrukkelijk en herhaaldelijk als strijdig met de grondwet had bestreden. Het voorstel der regee ring vond bij andere leden verdediging, maar gaf nog tot verschillende opmerkingen aanleiding. 7o. Het vermoedelijk aantal kiezers. Veie leden drongen er op aan, dat de reg. een raming zou ovei leggen van het aantal kiezers, dat kiesrecht zal erlangen, en dat daaruit tevens moet blijken, welke ingezetenen in de verschillende klassen der maatschappij in het kiezerskorps zullen worden opgenomen. Zij meenden, dat zonder die opgave de reg. niet kan vergen, dat de Kamer het wets ontwerp zal aannemen. Andere leden hechtten aan nadere gegevens weinig waarde en sommige leden verwachtten een even groot aantal kiezers als het ontwerp der vorige regeering gaf. 80. De kipstabel. Algemeen was men van ge voelen, dat de eenmaal bestaande verdeeling van de districten onveranderd moest blijven. Bij de onderdeelen gaven de bepalingen omtrent de candidaatstellingen het couloir-stelsel tot vele bedenkingen aanleiding. Verscheidene leden zagen in de bepaling van den tijd der stemming voor de werklieden grfeote bezwaren, maar omtrent de vraag op welke wijze de tijd van stemming ge regeld moest worden, liepen de gevoelens zeer uiteen eveneens bleken er bezwaren te bestaan tegen de onmiddellijke opening oer sternbus. De bepaling tegen uitoefening van pressie, ten doel hebbende de werklieden te bewegen, van hun kies recht gebruik te maken, kwam sommigen te be perkt voor. SCHIEDAM, 23 November 1895. De heer Boissevain, hoofdredacteur van het Handelsblad, die zich thans in het Heilige Land bevindt, schrijft aan dat blad 0. a het volgende ilk ben naar de heilige plaatsen geweest, naar de kerk van het Heilige Graf, dat met de hoogste gedeelten tevens Golgotha omsluiten een somberder tocht maakte ik nooit! Een groot onregelmatig gebouw, waarin de pleister uit de koepels en van de wanden brok kelt en nederschilfert; is verdeeld in een menig te afdeelingen, waarin kerk wordt gehouden door Christenen, wier dogma's eenigszins ver schillen en die elkander daarom haten met een nameloozen baat. In de poort staan en zitten Turksche soldaten, die de orde moeten handhaven en die al de Christenen gezamenlijk de kerk uitjagen en dan de* deur sluiten zoodra er bloed vergoten is en Grieken, Katholieken, Kopten en Armeniërs met ernstiger wapenen gevochten hehbt-n dan met kaarsen en kruisen. De Kopten worden in hun eeredienst gehin derd door de Armeniéis, die sissen en jouwen. Katholieken en Grieken kijken elkander met verbolgen oogen aan. Veiguldo kinnen in tonde hoezen gehuld, kunstbloemen, vee! veiguldsel. niets schoons en verheffends door kunst en bouworde en eenvoud i> er te zien in die kei ken der wedijveiernJe Clnistenen. Wat heb ik verder tu gaan Hot 'loot mij zoo innig leed dal ik l«gewaarschuwd naar die opgesierde kei k ben gegaan om Golgo tha te zien in de gaanderij van een tempel Gojs vol haat, waar kleine vergulde porseleinen vaasjes met kunstbloemen de plaats aantoonori waar het kruis stond." 1 I Tegen dat de zon onderging, ben ik vandaag (Vrijdag) door het Muzelmansche kwartier van Jeruzalem nedergedaald naar een moeilijk te vinden deel der stad, dat achter de wijk der Afrikaansche Mohammedanen gelegen is. Hier in den zuidwestelijken hoek, waar eens de tempel stond, ziet men nog de steenen op elkaar gestapeld, gelijk ze waren in den tijd van Christus. Ze vormden eendeel van den teen- pel van Salomo en eiken Vrijdag komen hier de Joden uit Jeruzalem bijeen om rouw te dragen en te klagen over de vernietiging des tempels en de vernedering van de stad der vaderen. Uit Verastchagin's schilderij is de «Muraille des lamentions", die Muur der klaagliederen, velen zeker bekend, maar geen kunstenaar kan met kleur of taal een flauw denkbeeld geven van het diep aandoenlijke, der met heilig mode lijden en ontzag vervullende tragedie die men er ziet. i Ik was er met een zeker~niet-enthusiasten dokter uit het noorden van Schotland. Ilem stonden de tranen in de oogen, toen wij ver trokken, en hij zeide dat alleen om getuige te zijn geweest van dit bewijs van de geloofskracht en de liefde voor Zion van de kinderen Israël*, al de bezwaren dier lange reis, die vele zijn, hem weikom waren. We stonden in een langwerpige binnenplaats. Boven ons ^het gloeiend avondblauw, waarnaar men opzag als men poogde tot bovenaan toe den torenhoogen muur te zien, wiens zeven onderste rijen reusachtige ruwe steenhlokken een deel uitmaakten van den tempelmuur. Gele halmen en distels groeiden in de brokkelige voegen der bochtige steenblokken. En met het aangezicht tegen dien muur stonden Israëlieten, oud en jong, rijk en arm, mannen, vrouwen en kinderen, weenende en snikkende, iets op hun hoofd werpende, het bovenlijf heen en weder bewegende, tertvijl ieder woorden van de profeten half zeide half zong. Ze kusten den tempelmuur, groote tra nen rolden langs de wangen der bijeonsfaande vrouwen, en der eerwaardige oudeien van Israël, wier lange, grijze baarden éen werden met den grijzen muur, telkens als ze zich naar voren bogen. Telkens kwamen meer mannen aan, velen met kleine jongens aan hun hand, die, zoodra ze bij den tempelmuur gekomen waren, bogen en dien kusten en dan hun vader de woorden na zegden of stamelden uit de klaagliederen van Jeremia of zeer droevige woorden van Jesaja. Hier is de eenige plaats, die uit het groot- sche verleden is overgebleven, welke de Tuik- sche heerschers gedoogen, dat Jeruzaiems volk nadert. De graven hunner koningen zijn voor hen gesloten. Geweerd worden ze van de treffendste poezie in steenen, welke eenig volk heeft, van de plaats, waar Rachel is begraven op don weg naar Ephrata, dat Bethlehem is, en waar Jacob een pilaar op het graf plaatste zijner innig geliefde, van de ideale moeder van Israël's kroost, hij welken pilaar sinds 3500 jaren de achtereenvolgende geslachten gebeden hebben. De Muzelmannen hebben een Turk- schen koepd gebouwd boven den gewijden pilaar en het graf van Rachel, en maakten er een eigen heiligdom var. En zoo f6 het overal. Lachende kinderen der Muzelmannen spelen op plaatsen den LraëHaten nameloos heilig, en waar deze geweerd worden. In do ctad vun koning David worden ze be jegend als vreemdelingen. Nog pas gisteren is een Jood uit Mesopotamié, die vóór zijn dood Jeruzalem wilde zien, door de Grieksche Chris tenen wieeJ geslagen en zóo gesteenigd, dat hij weggeihagen uioe-t weiden, omdat hij, het verbod niet kennende of vergetende, het plein Vl"n de keik van het Heilige Graf was over gegaan, in welks omgeving geen Jood mag komen. Waarschijnlijk spraken de oudeien van Israël, toen ze nederdaalden naar Salomo's tempelmuur, wel over deze laatste wreede daad, waarmede Christenen den Man der Stnarte, den zoon uit Jesse's stam, hebben willen eeren. Innig bewogen waren allen, hun oogen schreiden en hun zielen, hun harten weenden mede. De toeziende Chris tenen waren voor hen alsof ze niet bestonden. Geen oog werd naar hen gericht. Ze dachten alleen aan de dagen die niet meer zijn, en ze baden den God van Abraham, den God van Izaak, den God van Jacob, dat Israël weer zijn erfdeel moebt terugontvangen. Nadat allen te zaroen uit de Heilige Schrift met half luide stem gedeelten hadden gelezen, verhieven enkele jonge mannen hun stem en met een eentonige maar welluidende intonatie zeiden en psahnden ze «Omdat de paleizen tot puinhnopen werden. Het volk 1 Zitten wij eenzaam bijeen en wee- nen wij. De voorgangers«Omdat de tempel vernietigd is.. Hel volk«Zitten wij eenzaam bijeen en wee- nen wij. Do voorgangers «Omdat onze majesteit van ons is geweken Hel volk«Zitten wij eenzaam bijeen en wee- nen wij. De voorgangers«Omdat onze groote mannen gestorven zijn Het volk«Zitten wij eenzaam bijeen en wee- nen wij. Do voorgangers«Omdat er hoofden van Israël ztjn geweest, die gestruikeld zijn Het volk«Zitten wij eenzaam bijeen en wee- nen wij. De voorgangers«Omdat er van onze Koningen waren, dia den Tempel versmaad hebben Het volk«Zitten wij eenzaam bijeen en wee- nen wij. «O, ontferm u over Zion en verzamel de kinderen van Jeruzalem «Haast u, haast u, o bevrijder van Zion Spreek tot het hart van Jeruzalem 1 «Dat schoonheid en majesteit ons Zion weder moge omringen O wend u vol goedertieren heid en ontferming tot Jeruzalem. «Dat de Koning in Zion wederkotne Troost hen, die weonen over Jeruzalem «Dat vrede en geluk Zion weder binnen komen «En dat de twijg van Jesse's stam opbloeie in Jeruzalem." En toen weder werd Jesaja opengeslagen, en de stemmen rezen en daalden en ik hoorde snikken en luid geween en velen konden niet sproken, zoo diep bewogen waren ze, en het geklaag was zoo waar, zoo innig gevoeld, zoo oneindig droevig en aangrijpend, dat het mij eindelijk te veel werd en ik wegging tot in mijn ziel geroerd. In de te Valkenburg gehouden vergadering van burgemeesters en secretarissen is de vol gende verordening tot wering der zooge naamde vermomde bedelarij als model aan genomen: «Zonder toestemming van burgemeester en wethouders is het verboden, waren, van wel ken aard ook, langs de straten van te venten of aan de huizen te koop aan te bie den. «Niemand zal zoodanige toestemming ver krijgen dan na voorafgaand vertoon zijner koopwaren aan den burgemeester, of aan den- gene, die hem vervangt, en niet dan na op gave te hebben verstrekt van zijn naam en zijne woonplaats, door geloofwaardige beschei den gestaafd, zoodat met behulp van die be scheiden zijne identiteit voldoende kan wor den vastgesteld. «De toestemming tot het rondventen wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk verleend; zij moet op de eerste aanvrage aan de politie worden vertoond. «Zij wordt onvoorwaardelijk geweigerd aan verkoopers of verkoopsters van potlooden, papier, enveloppen, schoensmeer, lucifers, schoenriemen, knoopeu, lint, zeep, garen, blauwsel, griffels, pennehouders, brieflak, kam men, pennen, krijt, naalden, spelden en andere kleinigheden. «Deze verordening geldt niet voor: »'lo. kooplieden, die elders een gevestigde handels- of winkelzaak bezitten, of zij, die in hunnen dienst staan. »2o. handelsreizigers, die niet binnen de gemeente woonachtig zijn. »3o. venters van geschreven of gedrukte stukken, boeken en dergelijke. «Elke overtreding dezer verordening wordt gestraft met eene boete van hoogstens drie gulden." Te Amsterdam is opgericht een »Neder| Bakkersgezellen-Ziekenfonds", dat zich ten doel stelt: o. Bakkersgezellen, die door ziekte verhin derd zijn hun werkzaamheden te verrichten, geldelijke uitkeering te verzekeren; b. Bak kersgezellen die door ziekte in kommervolle omstandigheden verkeereu, zooveel mogelijk de behulpzame hand te bieden, alsook aan weduwen en weezen van bakkersgezellen. De belangrijke schenking van f 10,000 door de Ned. Gist- en Spiritusfabriek te Delft gaf tot de oprichting aanleiding. Bij een contributie van 10 cent per week in dit onderlinge fonds, kan bij ziekte een uitkeering van f 1 per dag worden verzekerd. Onder redactie van den heer H. Beth, te 's-Gravenhage, verscheen bij den uitgever F. Maijwald te Dordrecht, het eerste nummer van He Kolonist. Het doel van dit blad wordt als volgt omschreven In de eerste plaats kennis onzer koloniën en die van andere natiën te verspreiden onder het groote publiek. In de tweede plaats het bevorderen van heide-ontgiuning, als overgangsperiode tot de kolonisatie van Nederlanders naar Suriname. Suriname zegt het blad heeft kracht dadige hulp noodig. Het versterken van een goed Nederlandsch element is daartoe vol strekt noodig. tPractische handleiding bij het ver vaardigen van boven- en onder goed voor Uames en Kinderen. Onder Redactie van ALIDA TERHOOP. (UitgeversNijgh Van Ditmar te Rotterdam.) INHOUD: 17 Gravures met beschrijving, voorstellende No. 1. Korte mantal voor meisjes van 1415 jaar. No. 2. Wintermante! voor meisjes van 67 jaar. No. 3. Korte babymantel. No. 4. Blouse voor knaapjes van U/22V9jaar. No. 5. Kaperhoedje voor babies. No. G. Jurk voor knaapjes onder de 3 jaar. No. 7. Bonten muts voor jongens en meisjes. No. 8. Gekloede jurk voor meisjes van 89 jaar. No. 9. Russische m uiiel voor kinderen van 78 jaar, No. 10. Gebreid kinderrokje. No. 11. Pelerine met capuchon voor kleine meisjes. No. 12. Meisjesjurk voor den leeftijd van 67 jaar. No. 13. Groote pelisse en eenvoudig waTidolcostuum. No. 14. Nieu- werwetsche rok voor fluwesien en wollen stof fen. No. 15 Sorties. No. 16. Winter mantels. No. 17. Rouwsluiers. Mode kroniek. Bericht. Abonnementen. Voldane aanvragen. Feuilleton. Corres pondence. Ra.» igevingen, Advertentiën.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 10