Binneiiiandsclie Berichten.
de vergadering met zeer groote meerderheid
aangenomen.
De nederlaag der Italiaansche troepen in
Abessynië is ernstiger geweest dan de tele
grammen deden vermoedener moeten on
geveer 700 soldaten en 14 officieren zijn
gesneuveld.
De slag bij Ambalagi heeft zes uur ge
duurd. De Italianen boden hardnekkigen tegen
stand, maar moesten voor de overmacht
zwichten en zich ten slotte terugtrekken. De
vijand maakte zich meester van 2000 geweren,
een bergbatterij, waarvan men de stukken
echter had kunnen vernagelen, en een groote
hoeveelheid levensmiddelen en ammunitie.
De kolonne-Toselli telde vijf compagnieën,
elk van 300 inlanders, 20 officieren en 40
Italiaansche onderofficieren. Van de laatsten
zijn er slechts drie aan het bloedbad ontko
men de overigen zijn misschien niet dood,
maar door den vijand gevangengemaakt.
liet, is voor de Italianen slechts een schrale
troost, dat de vijand ook een paar duizend
man, waaronder een paar opperhoofden, heeft
veiloren.
Men ziet nu met spanning nadere berich
ten tegemoet. Als de vijand verder voorwaarts
rukt, stoot hij het eerst op Makaló; deze
plaats is voor drie maanden van levensmidde
len voorzien en zóo sterk, dat zij gemakkelijk
aan een talrijk leger het hoofd kan bieden.
Nadere berichten uit Massowaii melden
dat majoor Toselli reeds in den aanvang van
het gevecht bij Ambalagi sneuvelde. De Cho-
anen maakten een aantal gewonden af.
Volgens de Italia Militare is het nog vol
strekt niet zeker, dat alle in Erythrea vermiste
manschappen ook gesneuveld zijn. Bovendien
zijn slechts 1000 inboorüugen en 20 Italiaan
sche officieren verdwenen. Ook de dood van
majoor Toselli is verre van zeker.
Dinsdag heeft de ministerraad beraadslaagd
over de gevolgen van de nederlaag. Men moet
besloten hebben aan het parlement een kre
diet van 10 millioen lire te vragen. De
regeering zal bij monde van minister Saracco
nog twee dagen uitstel vragen van het debat
over de nederlaag, in de hoop dan een bericht
van een overwinning van Baratieri te kunnen
mededeelen.
Een telegram uit Massowah, gisteren te
Rome ontvangen, meldt, dat Arimondi en de
opperbevelhebber Baratieri zich vereenigd
hebben. De Choaneezen zijn nog niet in het
zicht van Makalé.
SPANJE.
Particuliere depêches uit Havanna, gisteren
te Madrid ontvangen, melden het volgende
Talrijke benden van insurgenten hebben de
stad Rudrigo in de provincie Matanzas aan
gevallen en 11 huizen in brand gestoken, an
zijn daarna aan het plunderen geslagen. Ver
volgens zijn zij op de vlucht gegaan voor
de geregelde troepen, waarbij zij geweldige
verliezen leden. Sommige gedeelten van de
provincie Santa Clara werden door de op
standelingen gebrandschatzij hebben ook
een trein, die van Santa Clara kwam, doen
derailleeren, waarbij de machinist en de sto
ker gedood zijn.
S E R V I E.
De ex-koning Milan blijft zich met de
regeeringszaken in zijn voormalig koninkrijk
bemoeien. Nu weer is hij ernstig verstoord
op den mister Nowakowitch, die een neef van
den vorst van Montenegro, prins Plago Petro-
witch, die indertijd door Milan uit het land
werd gezel, niet alleen heeft toegestaan daar
terug te keeren, maar hem bovendien uit de
geheime fondsen ondersteuning verleent. Milan
heeft nu gedreigd zelf naar Belgrado terug
te keeren.
Bij de Skupschtina is een ontwerp ingediend
tot hervorming en uitbreiding van het leger.
T U R K IJ E.
De verschillende regeeringen hebben de
bevestiging ontvangen van het bericht dat
de Porte het zenden van een tweede wacht
schip heeft toegestaan, maar deze schepen
zullen, teneinde allen schijn van een betoo
ging te vermijden, niet te gelijk den Bosporus
mogen binnenvaren.
Of de zes groote mogendheden nu ook ge
bruik zullen maken van het recht waarop de
vaart door de Dardanellen aan twee stations
schepen, hun bij besluit van den sultan wordt
toegestaan, moet da tijd leeren, maar in elk
gevat blijft het de vraag, wat zij er mee ge
wonnen hebben. Dat de sultan machteloos
zou staan tegen een gemeenschappelijken eisch
behoefde hem zeker niet geleerd te worden;
hoogstens is het zoogenaamd eendrachtig op
treden van Europa hem eene waarschuwing
voor het vervolg, doch de sultan weet maar
al te goed, dat wanneer het op handelen aan
komt, van die eendracht weinig zal overblij
ven, wanneer hij de mogendheden maar lang
genoeg aan den praat weet te houden. De
toegezegde hervormingen in Armenië zfillen
dat bewijzen.
Maar eene andere vraag is, of het buigen
van den sultan voor de overmacht niet ramp
zalige gevolgen zal hebben. De oud-Turksche
partij zal die vernedering van het hoofd der
Mohammedaansche kerk moeilijk kunnen zet
ten en haar haat tegen de ongeloovigen zal
daardoor zeker nog toenemen de jong-Turk-
sche party zal tot de meening komen dat de
sultan ook hare eisehen zal moeten inwilli
gen, wanneer zij maar lang en krachtig ge
noeg daarop weet aan te dringen, en de Arme
niërs zullen wellicht tot nieuwe ongeregeld
heden overslaan, overtuigd dat Europa hen
niet in den steek zal latenreeds loopen er
geruchten dat zij eene nieuwe betooging
voorbereiden.
De vraag, waarom de voormalige grootvizier
Said-pacha eigenlijk eene schuilplaats heeft
gezocht in het Engelsch gezantsclmpsgebouw
te Ivonstantinopel, is thans door hemzelf beant
woord. Aan de FranJcf. Zeifg. wordt dienaan
gaande gemeld, dat de sultan aan Said het
voorstel deed, opnieuw als grootvizier op te
treden en dat hij zich daartoe ook berei<k*er-
klaarde, maar op voorwaarde dat, evenals ook
Kiamil-pacha had verlangd, de macht van den
grootvizier belangrijk zou worden uitgebreid en
een einde zou worden gemaakt aan sommige
onzalige paleis-invloeden. Abdul Hamid be
loofde dat, maar vroeg een dag bedenktijd. Na
verloop daarvan verscheen de tegenwoordig al
machtige kamerheer des sultuns, Izzet-bey, in
Saids woning en deelde hem, onder verzeke
ring van des sultans hoogste welwillendheid,
mede, dat laatstgenoemde zijne voorwaarden
aannam en nog in d.mzelfden nacht de verwis-
soling van grootvizier wilde tot stand brengen.
De sultan stelde de kleine kiosk in het kei-
zetlijk paleis tot Saids beschikking en hoopte
dat deze nog vóór zijne benoeming gebruik zou
maken van dit keizerlijk blijk van vertrouwen.
Said beloofde dat aan Izzet-bey en was beslo
ten naar Yildiz kiosk te verhuizen, toen hem,
bij het instappen van zijn rijtuig, een vertrou
welijk schrijven van eene zijde, waaraan Said
het hoogste gewicht hechtte, werd ter hand ge
steld. Deze brief bevatte slechts de woorden
sRed ui" en in plaats van naar Yildiz kiosk
liet Said zich terstond naar het Engelsche ge
zantschapsgebouw rijden. Eukele uren later
werd zijne woning geheel omsingeld en wer
den al zijne papieren in beslag genomen.
Schakir-pacha, gouverneur van Kreta, is
teruggeroepen.
Uit Konstantinopel meldt men van den
negenden, dat het op het aandringen van
den grootvizier Halil Rifaat pacha is, dat de
sultan langs vriendschappelijken weg de
firman (betreffende de 2e stationsschepen)
heeft uitgevaardigd.
Nieuwe moorden zouden er hebben plaats
gehad te Vizirkupru, Sungurlaw en Tchorum.
Het gerucht loopt dat Kiamii pacha (de
vorige grootvizier) uit Smyrna gevlucht is.
Een nieuw manifest is uitgevaardigd, waar
bij de redifs worden aangemaand hunne
familiën niet te verlaten om den overweldiger
te verdedigen.
Dientengevolge is het voor de overheden
te Broussa en in Syrië onmogelijk de redifs
onder de wapenen te krijgen, daar zij de
vlucht nemen.
AMERIKA.
De Venezuelaansche gezant te Washington
heeft met den staatssecretaris van buiten-
landsche zaken Olney een langdurig onder
houd gehad over de Erigelsche nota van ant
woord. Men beweert dat Olney metterdaad
voorschrijft wat Venezuela aan Engeland
moet zeggen.
Naar de Times uit Caracas verneemt, is
het ultimatum van Engeland daar ingekomen,
maar de bewindslieden houden den inhoud
geheim. Er heerscht geen verbittering tegen
de Engelschen te Caracas. De opstand in de
provinciën heet volkomen gedempt te zijn.
De Venezuelaansche president Crespo heeft
Engelands eisch tot het uitbetalen eener
schadevergoeding van 42,000 p, st. wegens
het onwettige arresteeren van Britsche onder
danen geweigerd.
AFRIKA.
De Times verneemt uit Kaapstad Gungun-
liana heeft drie van zijne opperhoofden hier
heen gezonden om met den hoogen commis
saris te beraadslagen. De indoena's brachten
een geschenk voor sir Hercules Robinson mee
en verzochten Engelands tusschenkomst in
den strijd tusschen Gungunhana en Portugal.
Robinson weigerde echter het geschenk en
verklaarde dat Gungunhana het zelf met
Portugal uitvechten moest, aangezien de ver
dragen Engeland geboden, Portugals sfeer
van invloed te eerbiedigen. De drie opper
hoofden zijn toen naar Pretoria vertrok
ken om de bemiddeling van Kruger in te
roepen. Zij ontkennen, dat hun vorst door de
Portugeezen verslagen is.
De sultan van Marokko heeft Donderdag
Rebat verlaten en is op weg gegaan naar
Marokko. Het besluit van den sultan om niet
naar Fez terug te keeren, doch naar Marokko
te gaan, schijnt er op te wijzen, dat de toestand
in het rijk beter is geworden.
CHIN A.
De keizer zal, met toestemming van den
czaar, 125 officieren naar Rusland zenden
om gedurende drie jaren in de krijgskunde
te worden onderricht en 50 andere officieren
om in de leger-administratie te worden op
geleid.
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL.
Zitting van 14 December.
Binnenlandsehe zaken. De minister ver
klaarde tegen steun van staatswege der vee
fokkerij geen bezwaar te hebben, mits hem
een goed geformuleerd plan worde voorge
legd. In afwachting daarvan wenschte bij op
deze begrooting een subsidie-post voor memorie
uit te trekken, in afwijking van de bedoeling
van het amendement-Ferf c. s., om f 10,000
uit te trekken tot ondersteuning der feevok-
kerij.
De beeren Beelaerts van Blokland en Ferf
bleven echter aan bovenbedoeld amendement
de voorkeur geven, waardoor de regeeiing
onmiddellijk geld beschikbaar zal hebben voor
het doel.
De heer De Savornin Lobman stelde daarna
een amendement voor om, in overeenstem
ming met den wensch des ministers, een sub
sidie-post voor memorie uit te trekken. Er
bestaat op het oogenblik geen zoo dringend
gevaar voor de veefokkerij om een bepaalde
som uit te trekken, vóór de regeering weet
op welke w'jïe het geld te besteden.
De heer Tax van Poortvliet beantwoordde,
namens de commissie van rapporteurs, toe
stemmend de vraag van wenschelykheid van
rykssteun aan de veefokkerij, en ried de aan
neming aan van het amendement-Ferf.
De minister verklaarde nog dat, welk der
beide amendementen mocht worden aange
nomen, hij toch geen geid ten behoeve der
veefokkerij 1 'm-.letlen zonder een vast plan
te bezitten.
De heer Lieftinck betwistte dat de regee
ring niet zou weten hoe het geld te besteden.
Zij steune daar, waar uit behoefte gevraagd
wordt, en geve geen voedsel aan het besef,
dat de regeering den landbouw verwaarloost.
De heer Van Dedem verklaarde zich warm
voorstander van den landbouw, maar oordeelde
dat de hulp, die men thans wil verleenen,
slechts den gegoeden landbouwer .zal baten.
Na repliek van den minister, die mede
deelde dat hij zal trachten een algemeen plan
te ontwerpen indien een subsidie-post werd
uitgetrokken, werd bet amendement-Ferf c. s.
(om f 10,000 uit te trekken) verworpen met
49 tegen 44 stemmen. Het amendement-
Lobman (memoriepost) werd aangenomen met
75 tegen 17 stemmen.
In autwooid aan den heer Van Deinse, op
eene opmeiking bij het artikel skosten ter
afwering van veeziekten", omtrent keuring
van vee aan onze grenzen, verklaarde de mi
nister van binnenlandsehe zaken dat de regee
ring alles zal doen tegen de belemmeringen
van uitvoer van ons vee naar hel buitenland.
De heer Farncombe Sanoers bestreed den
nieuwen leerstoel in archeologie, waardoor
specialiseeren in de letterkunde te veel in
de hand wordt gewerkt, waarbij de lieer
Vermeulen zich aansloot, die vermindering van
het aantal universiteiten voorstond.
De heeren C. van Bylandt, Booi en Drucker
verdedigden den post in het belang van het
i onderwijs der klassieke oudheid, maar de
heer Kuyper wenschte afscheiding der archeo
logie van de oude geschiedenis.
De minister gaf aan de hoogleeraarstaak
1 niet te grooten omvang waarvoor een geschikt
persoon wel te vinden is.
De post werd ten slotte zonder stemming
goedgekeurd.
De heer Heemskerk protesteerde tegen de
weigering van den minister om ook bijzon-
dere gymnasia te subsidieeren, in tegenstel
ling met de openbare, voor welke subsidie
in uitzicht werd gesteld,
I Ook de heer 13e Savornin Lobman vvaar-
schuwde tegen te goedkoop toegankelijk stel
len van gymnasia.
I De minister blijft tegen verhooging van het
I minerval, doch is niet tegen verhooging der
toelatingseischen.
De beer Farncombe Sanders vraagt voor
de polytechnische school gelijkstelling in rang
I met de rijksuniversiteiten,
i Hedenavond voortzetting.
Avondzitting van 11 December.
De discussie over het hoofdstuk binnen-
nenlandsche zaken wordt voortgezet.
De heer Lely, de aanstelling van een hoog
leeraar in werktuigkunde aan de polytechni
sche school toejuichende, acht het wensclie-
lijk, den docent in werktuigbouwkunde even
eens den titel van hoogleeraar toe te kennen,
vooral ook om diens groote verdiensten, en
den post met f 500 te verhoogen.
Dit amendement wordt door den minister
overgenomen, en vervolgen" de geheele post
goedgekeurd.
Op een klacht van den heer Rink over de
geringe subsidie van rijkswege aan de indus
trieschool voor meisjes te Arnhem, terwijl de
corporatie en particulieren reeds ruim bijdra
gen, antwoordt de minister dat de regeering
in dezen eenige vrijheid moet worden gelaten;
den heer Bool de verzekering gevende dat
aan de Leidsehe ambachtsschool een rijks
subsidie zal worden verleend, indien uit andere
bronnen f 1000 wordt bijeengebracht.
Tegenover den heer Donner, die alle rijks
subsidie aan eenige ambachtsschool ontraadt,
dringt de heer Smeenge krachtig aan op een
ruime tegemoetkoming, daar degelijk am-
bachtsomierwijs een goed ingericht leeriings-
wezen in de hand werkt.
In antwoord aan den heer Staalman, die
verhooging van subsidie vraagt voor de zee
vaartkundige school te Helder, zegt de mi
nister, dat var. subsidieverhooging geen ver
meerdering van het aantal leerlingen ver
wacht wordt.
Bij de algemeene beschouwingen over het
lager onderwijs wordt de post tot oprichting
eener rijkskweekschool voor onderwijzeressen
heftig bestreden door de heeren Vermeulen,
De Savornin Lohman, ZE. Mackay en Everts,
deels om de niet bewezen noodzakelijkheid
eener dergelijke inrichting van onderwijs, in
verband met de rijksnormaalscholen, deels
wegens onvoldoende toewijding der vrouwen
voor het onderwijs, daar velen zich reeds op
jeugdigen leeftijd er aan onttrekken. Zelfs
ontzag de heer Vermeulen zich niet te spre
ken van een opleidiug aan die scholen tot
godsdienstig-nihilistische vrouwen en moe-