N°. 8973. A0. 1896. Zondag 2 en Maandag 3 Februari. Eerste Blad KENNISGEVING. t 6genenveert:;gste .T aargang. Collecte ramp te Pernis. Binnenlandsche Beric li te n, Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, UITGEVER: J. ODE. SOU l i Abonnementsprijs, per kwartaal Franco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke nommers f 1.85. - 2.50. - 0.10. 8 II 8 K A 1'BOTKKbVKAAT 70. Advertentieprijs van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courantf 1.10. Iedere gewone tegel meer- 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Burgemeester en wethouders van Schiedam brengen ter openbare kennis, dat door hen, op verzoek van den heer Burgemeester van BEREIS, vergunning verleend is tot liet doen houden van eene COLLECTE langs de huizen van de ingezetenen dezer gemeente, op dinsdag en lVoensdag, 1 en Februari a.s., ten behoeve van de wedu wen en weezen der bij de jongste stormen zoo zwaar getroffen visschersbevolking van dat dorp. Schiedam, den lsten Februari 1896. Burgemeester en wethouders voornoemd VERSTEEG. JDe Secretaris VERNÈDE. Schiedam, 1 Februari 1896. Van den heer H. J. Franck, lid le klasse van het Nederlandsch Instituut van Accoun tants, te Amsterdam, ontvingen we een kleine doch merkwaardige brochure De wensche- lijkheid der oprichting eener Volksbank". We hebben deze brochure met het grootste genoegen gelezen, en meenen velen onzer lezers geen ondienst te doen, met hen het een en ander daaruit mede te deelen In zijn inleiding deelt de schrijver het volgende mede omtrent het geld Ieder kent het geld niet velen kennen nauwkeurig de rol die het vervult. Weinigen begrijpen hoe betrekkelijk onafhankelijk het denkbeeld »geld" is van het gemunt metaal dat wij gewoon zijn in de eerste plaats aldus te betitelen. Wenscht men zich duidelijk rekenschap daarvan te geven, dan heeft men eenvoudig de uitdrukking pgeld" te vervan gen door d waarde" ol het dan toch reeds algemeen bekende »vermogen". Het werke lijke geld, het gemunt metaal, is de waarde meter van alle overige zaken, en heeft op die andere zaken slechts voor dat het alom gang baar is. Maar als -waarde staat het daarmee gelijk. Wanneer iemand eene schuld van dui zend gulden heeft te voldoen, dan neemt de schuldeischer zeker genoegen met betaling ;n hard geldminder stellig met aanbieding van een huis of een partij koopwaren. Toch hebben huis en koopwaar geldelijke waarde, •en wanneer de schuldenaar een van beiden door verkoop omzet in geld, kan de regel matige afbetaling plaats hebben. Inmiddels bestaat èn het huis èn het geldde waarde is dus éénmaal in geld te zien en eene andere maal in den vorm van het huis. Maar naast dat huis zijn er nog duizenden andere zaken van waarde, waartegenover slechts eenmaal het geld voorhanden is. De rol van hel geld is dus duidelijk het bepaalt de verhouding tusschen zich zelf en zijne omgeving; het noemt de hoeveelheid van zich zelf die in staat stelt lot betaling of berekening van iets anders; bet is de waardemeter. Licht te begrijpen is liet, dat reeds uit den aard der zaak het omzetten van alle artikelen uitsluitend in hard geld last en moeite mee brengt. Kleine boeveelheden van levensbe hoeften worden gemakkelijk tegen geld inge wisseld, maar als de massa grooter wordt, ontstaan er bezwaren. Het volume aan metaal wordt te omvangrijk voor vervoer, en op een gegeven oogenblik zou het zelfs moeilijk kun nen vallen om het bijeen te brengen. Hij die het noodig hebben zou om een schuld eischer te voldoen, die slechts met betaling in geld tevieden wil zijn, zou het slechts kunnen vei krijgen door afstand van andere zaken, en daarbij omdat alles wat begeerd wordt de eigenschap heeft van in waarde te stijgen zich verplicht kunnen zien tot afstand van grootere hoeveelheden dan in ge- wow tl.», Atndighedea het govr-.l behoefde te zijn. De bestendige ontwikkeling van het wereldverkeer heeft die vanzelf sprekende wenschelijkheid tot liet vinden van een plaats vervanger voor geld sterk in de hand ge werkt, en doen aangroeien tot een behoefte, tot een eisch. De zaken nemen toe, is het dan misschien niet in beteekenis, zooals door pessimisten steeds wordt beweerd, dau toch in hoeveelheid en voortdurend wordt ook het aantal personen grooter dat deelneemt aan het verkeer. Eu op hare beurt houdt hiermee gelijken tred de behoefte aan plaats vervangers voor het gemunte geld. Die plaatsvervangers, ik zeide iiet reeds, zijn voor het grijpen. Alles, niets uitgezon derd, heeft waarde, maar niet alles is even geschikt tot het verleenen van tegendienst. Hoe zeldzaam zal het voorkomen dat de een behoefte heeft juist aan wat de ander kan aanbieden Ik behoef dat zeker niet toe te lichten, en volsta met er op te wijzen dat in elk geval aan alle artikelen het gebrek eigen is der onzekerheid omtrent hunne waarde in geld. Noodzakelijk is het dus om den plaatsvervanger zooveel mogelijk de stand vastigheid van het geld zelf te doen eigen zijn. Dan komt de schrijver tot de banken en haar werkzaamheden. Merkwaardig is daarbij de balans der Nederlandsche Bank op 14 December 1895; dit is een werkstaat, dien de bank verplicht is bekend te maken. We geven dien hier in zijn geheel, om onzen lezers een denkbeeld te geven van hetgeen dit lichaam beheert, om dan een volgende maal den schrijver te volgen in zijn betoog over de wenschelijkheid der oprichting eener volksbank. Balans der Nederlandsche Bank op 14 December 1895. (Balans een staat van bezittingen en schul den, waaruil, als de zaak goed is, het evenwicht tusschen beiden blijkt, m. a. w. het vermogen van den betrokkene um zijne veipiichtingen na te bouien.) Bezittingen. birmenlandsche wissels, pro messen enz., in disconto. f 36.971.593.64 (Deze post stelt bet bedrag voor van 't handelspapier dat, eerst later vervallende, nu reods door de bank is gekocht en betaald onder aftrek van rei i te Papier op het buitenland, in disconto19.054.218.12 (Als voren op buitenlandsche bei rokkenen.) Beleeningen- 47.512,310.06 Voorschotten tegen onder pand van goederen, effecten enz.) Voorschotten aan het rijk - (Krachtens de wet moeten 'r oijionder die voorschuilen afzonderlijk worden vermeld; in deze week waren er geene loopende.) Munt en muntmateriaal Goud: munt f23.939.870. materiaal - 20.606 513.76 - 44.606.383 76 Zilver: munt -82.258.497.63 -126.864.881.39 (Op grond van omstandig heden, welker bespreking hier niet ter zake dienende is, kan goud in ongemunten staat worden gelijkgesteld met ge slagen muntm bovenstaande opgave stelt gouden munt dus het bediag voor dat aan onze eigene tiengulden-stukken in de kelders aanwezig ismunt materiaal het goud in onge munten staat of met buiten- landschen muntslagzilveren munt weder ons nationaal geld.) Effecten- 9.528.134.07s (Eigen vermogen der Bank.) Gebouwen en meubelen der Bank- 636.000.— Velschillende rekeningen - 1.657.581.17 f 242.224.709.45s Schulden. Kapitaalf 20.000.000. (Storting der aandeel ïou- ders.) Reservefonds- 5.580.690.39 (Bespaarde winsten, den aandeelhouders toekomende.) Bankbiljetten in omloop -205.895.110. Bankassignatién - 1.012.838.02 (Papier, in 't wezen onge veer gelijkstaande aan bank biljetten, doch op naam ge steld i" plaats van aan toonder.) lïukemng-Couiant saldo's, f 7 83S.07G.83 (Sommen die de Bank van andeien onder zich heeft.) Verschillende rekeningen - 1 897.994 21' f 242.224.709.45s Uit bovenstaande opgaven blijkt dat de bank, die minstens -s van f206,000,000.— 82i/j mi!Hoen aan gereed geld voorhanden moest hebben, beschikte over f106 millioen aan landsmunt en f20:/, millioen aan goud ter vermuuting. Of, wil men de rekening omkeeren, dan kan gezegd worden dat tegen over f 106 millioen dadelijk beschikbare munt f265,000,000 aan uitgegeven biljetten mocht staan, terwijl er niet meer dan f 206 millioen in omloop was. In allen gevalle was de verhouding zeer gunstig, want van de be zittingen buiten het edel metaal is een groot deel vatbaar voor spoedige omzetting in geld of intrekking van bankbiljettende wissels o. m. vervallen alle over uiterlijk diie maan den. Toch kan niet worden weggecijferd dat eene belangrijke som niet dadelijk gedekt is, en is slechts te prijzen dat de bankdirectie bij de uitgifte van biljetten de grenzen der voorzichtigheid nog dichterbij legt dan de wetgever deed zij kan, naar wij zagen, nog aanmerkelijk verder gaan. Het staat dus vast dat in het bankbedrijf eene rol van beteekenis wordt gespeeld door het krediet. De vruchten hiervan komen voor een overwegend, hoezeer niet onder cijfers te brengen deel der samenleving ten goede, maar aanmerkelijk en zichtbaar zijn de baten der bank. SCHIEDAM, I Februari 1896. V erordenlng- Ha vengeld. Aan den Gemeenteraad van Schiedam. Geven met versehuldigden eerbied te ken nen de ondergeteekenden, allen schippers van zeilvaartuigen en wonende te Schiedam: dat zij hebben gezien dat een nieuw ont werp tot heffing van havengeld bij uwen raad aanhangig is dat daarin het havengeld voor h 'ine vaar tuigen verhoogd is voorgedragen, tarwjjl de lichterschippers, mede inwoners, slechts het Vs van dat havengeld verschuldigd zjjn; dat echter deze lichterschepen, evengoed als zij, vrachten naar en van elders ver voeren. daar zjj zoowel naar Rotterdam als naar Utrecht, Delft en Zaandam graa* of verhuisboedels vervoeren; dat zij ten volle instemmen met het inge zonden stukje in de Sehied. Courant van Zondag Redenen waarom zij zich tot uwen raad wenden met beleefd verzoek ook hen slechts

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 1