J
De strijd om het bestaan.
Feu 11 e t o n.
A0. 18S6.
Zondag 9 en Maandag 10 Februari
N°. 8978.
Tweede Blad
Roman van Rein hold Ortmann.
1ST egen© n v eertigste aargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
U I T G E Y ER: X ODE.
Buitenlandsclie Berichten.
Abonnementsprijs, per kwartaal
Franco per post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
ƒ1.85.
- 2.50.
- 0.10.
8 V 11 K A 1 BOTKRÜTKAAT SO.
AnvERTENTiEPRUS van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courant. 1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
EN GELAND.
De officieele London Gazette behelst een
telegram van Chamberlain aan sir Hercules
Robinson, den hoogen commissaris van Zu>d-
Afrika, dd. 4 Februari. Het telegram gaat de
geschiedenis van Transvaal sedert 1881 na,
en zegt, dat vóór de ontdekking der goudvel
den de staatsinkomsten nauwelijks voldoende
waren om in de eerste behoeften te voorzien.
De mijnindustrie kwam en viel bijna geheel
in handen van uillanders.
In andere landen met eene sterke immigra
tie hebben de regeeringen vrijzinnige bepa
lingen voor de naturalisatie gemaakt. Cham
berlain betreurt, dat in Trausvaa! de uitlanders
nooit hopen kunnen de volle burgerschaps
rechten te verkrijgen. De wet geeft het ge
heele bestuur van zaken en het recht om belas
tingen op te leggen aan eene afnemende min
derheid, die zich bijna uitsluitend met den
landbouw bezighoudt, terwijl de meerder
heid, die de inkomsten deed stijgen van
75,000 tot 2,000,000 pd. st., geen aandeel
heeft aan hel bestuur van zaken en er niet in
geslaagd is liet minste herstel van hare ge
weldige grieven te krijgen.
De uitlanders hebben wel dikwijls van
hooggeplaatste personen beloften ontvangen,
maar die beloften zijn nooit nagekomen.
Verloogen werden met beleedigingen begroet.
Alles toonde, dat de meerderheid der uitlan
ders de grenzen van de constitutioneele actie
niet wilde overschrijden. De Engelsche regee-
ring vond geen aanleiding tusschenbeide te
komen, hetgeen bovendien eene vreedzame
oplossing had kunnen verhinderen.
Noch de Engelsche noch de Kaapsche
regeering wist tot op het laatste oogenblik
iets van den inval van Jameson. De samen
trekking van politie der Chartered Company
wekte geen achterdocht, omdat daartoe mach-
tiging was gegeven, teneinde de overdracht
van Betsjoeanaland aan de Chartered Com
pany te bewerkstelligen. Ook de Transvaat-
sche regeering was overrompeld.
Den 29n December merkte men Chamber
lain op, dat de politie der Chartered Com
pany gebruikt kon wezen' om het in Johan
nesburg tot eene crisis te leiden. Chamberlain
telegrafeerde toen dadelijk naar Robinson
met last Rhodes er op te wijzen wat de ge
volgen konden zijn, maar liet was te laat.
Jameson was de grens al over.
Het telegram somt daarna op welke po
gingen gedaan zijn om Jameson te doen terug-
keeren.
Na Jameson's nederlaag legde Chamberlain
aan president Ivruger uit, dat de Engelsche
regeering de soldaten van Jameson niet straf
fen kon en dat de leiders alleen langs den
gewonen weg (of voor den gewonen rechter)
vervolgd konden worden. Desondanks besloot
Ivruger alie gevangenen aan Engeland uit te
invet en.
Chamberlain houdt er aan vast, dat de
buitenlatidsclie betrekkingen van Transvaal
aan liet toezicht van Engeland onderworpen
blijven. Ook gelooft hij niet dat er eene
mogendheid is, die Engeland's rechten in
deze zou willen betwisten, rechten die de
regeering voornemens is ten volle te hand
haven. Engeland is bovendien gerechtigd
vriendschappelijke raadgevingen in de binnen-
landsche aangelegenheden aan te bieden, aan
gezien de meerderheid van de immigranten
Engelsciien zijn.
Chamberlain hoopt, dat ook de conservatieve
burgers nu inzien, dat het wezenlijk belang
van het land de aanneming eisclit van voor
stellen, die de billijke redenen van het mis
noegen der uitlanders zullen wegnemen.
Een telegram uit Blantyre, aan liet Nyassa-
meer, meldt dat de Britsclie troepen twee
schitterende overwinningen fiebben behaald
op stammen, die slavenhandel dreven. 14
stamhoofden werden daarbij gevangengeno
men. De handelsweg naar het binnenland is
weer vrij.
De Engelsche regeering heeft met zorg
overwogen of het niet mogelijk ware de wen-
schen der uitlanders aan den Rand te be
vredigen zonder de algemeene belangen van
Transvaal te schaden. Chamberlain geeft nu
Krnger in bedenking om aan den Rand een
plaatselijk zelfbestuur te geven met wet
gevende macht over zuiver plaatselijke aan
gelegenheden, behoudens het recht van veto
van den Uitvoerenden Raad. Onder die wet-
1r ende macht zou b.v. begrepen zijn hot
recht om belastingen op te leggen en te
nnen, met vaststelling van een jaarhjksch
quotum aan de regeering. Verder zou de
Rand zijn eigen hooggerechtshof krijgen.
Eindelijk noodigt Chamberlain Kruger uit,
over deze kwestie in Engeland te komen spre
ken. Kan Kiuger niet komen, dan noodigt
Chamberlain Robinson uit de onderhande
lingen te voeren.
1) I) I T S C 11 L A .1 D.
De begrootingscommissie uit den Rijksdag
heeft in het geheel op de gewone oorlogs-
begrooting 2,870,050 mark geschrapt. De
pensioensbegrooting voor het leger werd goed
gekeurd, nadat duidelijk was aangetoond dat
de berichten over eene stelselmatige verjon
ging van het leger weinig meer dan praatjes
zijn. Gedurende de laatste 10 jaar steeg het
aantal gepensioneerde burgerlijke ambtenaren
met 131.9 pCt. tegen dat der gepensioneerde
officieren met slechts 75.5 pCt. De gemid
delde leeftijd der bevelvoerende generaals,
de vorstelijke personen natuurlijk niet mede-
gerekend, bedroeg in 1889 61 jaar en 7 maan
den tegen 61 jaar en 6 maanden in 1895;
bij de divisie-generaals bleef de gemiddelde
leeftijd öö'/s jaar, bij de brigade-commandan
ten van 53 tot 54 jaar, bij de regiments
commandanten 51'A jaar bij de infanterie,
49 jaar bij de cavalerie en 49 tot 51 jaar bij
de veld-arlillerie.
In de begrootingscommissie verklaarde de
staals-secretaris van buitenlandsclie zaken,
Von Marschall, dat in de zitting van den
Rijksdag geen suppletoire kredietaanvragen
voor de marine te wachten zijn.
Niettemin is sedert het vorige jaar de be
hoefte aar. vermeerdering van liet aantal
kruisers toegenomen, zonder dat een ver-
andeiing in de buitenlandsclie staatkunde is
gebracht of beoogd wordt. Uitbreiding der
vloot is noodig tot bescherming van de ko-
loDiön, den buitenlandschen handel en den
in 1895 buitengewoon toegenomen uitvoer.
De afzonderlijke gebeurtenissen van den iong-
sten tijd zijn daarop niet van invloed geweest.
DENEMARKEN.
liet Folkelhing heeft de begrooting bij
tweede lezing goedgekeurd. Tegen den post
van 40,000 kronen voor het onderhoud der
vestingwerken van Kopenhagen stemden
alleen de sociaal-democraten en enkele leden
der hervormingspartij. Het meerendeel der
leden van deze partij, zoowel als de gematig
den en de rechterzijde verklaarden de ver-
28.
Edith keek steeds in haar blod en lei het er
zichtbaar op toe aar. hem het beginnen van een
ondeihoud over te laten. Toen echter de professor
naar het raam trad en zwijgend naar buiten
keek, lichtte zij zich een weinig op en vroeg:
«Waarom zijt gij zoo stil, Ludwig? Hebt gij
onaangenaamheden gehad 7"
Hij keerde zich langzaam om, streek de hand
een paar malen over den baard en antwoordde
toen
«Ik wou er u eigenlijk niet over spreken, daar
gij dit allicht als een verwijt kondet opvatten,
maar als mijne vrouw zult gij toch ook wel
^«enigszins belangstellen in het lot van mijn arm
kind. En met wie zal ik ook anders over mijne
zorgen en bezwaren spreken 7"
«Zeker, dat kunt gij gerust doen," sprak zij
zonder van houding te verandoren en op een
toon, die nu juist niet van hooge belangstelling
getuigde, sliet is dus Ingeborg's lot, dat u
zorg baart 7 Heeft zij zich weder bij ti beklaagd 7"
«Neen, gij weet dat hel helaas niet in haar
aard ligt om te klagen."
Waartoe dat «helaas"? Denkt gij dat haar
echt er gelukkiger om zoude zijn, als zij bij elk
misverstand en bij eiken kleinen twist bij haren
vader kwam klagen en zijne tusschenkomst in
roepen 7 Het is reeds gebleken, dat de karakters
van die twee niet erg overeenstemmen, maar
zij zullen te spoediger aan elkander gewennen,
wanneer geen ander zich in hunne geschillen
mengt."
«Zoo heb ik ook gedacht, lieve Edith. Als ik
meende Artois het onbillijke zijner handelwijze
tegenover Ingeborg onder het oog ie moeten
brengen, dan oogstte ik zelfs bij deze weinig
dank. In de zes maanden van hun huwelijk heeft
zij zich geen enkele maal tot mij om raad ge
wend Het schijnt wel of ik ook liet vertrouwen
van mijn eigen kind verbeurd heb, en dat smart
mij diep."
iHadt gij dat anders verwacht 7" vroeg Edith
niet zonder eenige bitterheid. Ten dage, toen
gij mij, trots haar verzet, tot vrouw naamt,
waart gij haar vertrouwen kwijt. Hoe zou zij
zich nu tot den man kunnen wenden, wiens
vrouw haar een steen des aanstoots is 7 Gij zult
u nog wel herinneren, dat ik u voor ons huwelijk
iets dergelijks voorspeld heb."
«Laten wij over dit onverkwikkelijk onderwerp
niet meer spreken, mijn lieve," was het bedaarde
antwoord, nik moet tot mijn spijt erkennen,
dat zij vast op haar stuk blijft staan, maar ik
meen toch dat gij u te steik uitdrukt. Ik ken
haar te goed om niet te weten, dat zij gaarne
den eersten stap zou doen tot toenadering."
«Van een vader kan ik mij die opvatting
best voorstellen. Jlaar gij hebt gelijk, wij zijn
van ons onderwerp afgedwaald. Is er weer iets
gebeurd, dat u zorg baart 7"
Ik ontving hedenmorgen van vertrouwde
zijde kennisgeving omtrent de levenswijze van
mijn schoonzoon. Hij schijnt op weg om zich
en zijn huis te gronde te lichten."
«Maar laat u nu niets wijsmaken. Ludwig,"
zeide Edith. «Gij weet, dat zijne bemjders en
vijanden vele zijn, sedert zijne toekomstige be
noeming tot buitengewoon hoogleeraar bekend
geworden is. Wie vooruitkomt in de wereld,
is ten prooi aan den laster."
Ditmaal, lieve Edith, is het geen praatje
en geen laster, maar een eenvoudig verhaal van
feiten, aan welker bestaan ik belaas geen leden
heb te twijfelen. Artois is lid geworden van een
club, die uitsluitend uit rijk geworden effecten
handelaars en verkwistende jongelieden bestaat
en waarbij het spel hoofdzaak is. Dit zou, met
het oog op zijne middelen, op zich zelf reeds te
veroordeelen zijn, maar erger is nog, dat hij tot
de meest roekeiooze spelers behoort. Men heeft
mij sommen genoemd, die door hem verloren
zouden zijn, die in geen de minste vei houding
staan tot zijne inkomsten en zijne hulpbronnen."
«En hebt p hem persoonlijk over die ge-
ïuchten onderhouden 7"
«Neen 1 Toen ik hem, pas drie maanden na