A°. 1896.
Zondag 16 en Maartdag 17 rebruari.
[\T. 8983.
Feuilleton.
De strijd om het bestaan.
Tweede Blad,
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
77 I T d K VER: .7. O D ft.
Siiiinenlaiidsclie Berichten.
All o N S n M c N' T S I' n IJ sper kwartaal
Franco per post, door het geheele Rijk.
Afzonderlijke nommers
f 1.85.
- 2.50.
- 0.10.
B (1 Ï6 f. A V s BOTKKRTB.UT
Advertentieprijs \an 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courantƒ1.10.
Iedere gewone regel meer0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
SCllIEDAOI, 15 Februari 1890.
Het eerste overzicht is verschenen van de
opbrengst van 's Rijks middelen in dit jaar
en wijst in totaal een meerdere ontvangst
aan van f 1,358,000 dan in Januari 1895,
hoezeer het cijfer nog f1,308,000 bljjft be
neden de ramingen voor éene maand.
Aan directe belastingen kwam f 154,000
meer binnen dan in de gelijknamige maand
van het vorig jaar. Evenzoo van rechten op
den invoer f 123,000. Van de accijnsen waren
hooger de suiker f 195,000; liet gedistilleerd
f40,000, het zout f 13,000; de bieren en
azijnen f2000; liet geslacht was circa gelijk,
terwijl alleen de wijn f2000 ten achteren
bleef. Een groote vooruitgang wijst de belas
ting der gouden en zilveren werken aan en
wel van f 3600. Onder de indirecte belastin
gen is er slechts een middel met eene min
dere opbrengst dan in Januari 1895, zijnde
de zegelrechten met f 7000, doch de drie
andere zijn gestegen en wel: de registratie
rechten met f 9000, de hypotheekrechten
f6000 en het successierecht met fG96,000.
Dezelfde gunstige uitkomst leveren de nog
overige posten op den Staat, als daar zijn de
domeinen f36,000, posterijen f 66,000, rijks-
telegrafen f7000 en loodsgelden f 17,000.
Het totale bedrag van den ontvang is
f 8,672,801.82 Va tegen f7,314,250.60 in Ja
nuari des vorigen jaars. De raming voor éen
maand is f9,980,156.18.
Ter verduidelijking van het telegram, gis
teren van den correspondent der JV. It. Ct. uit
Batavia ontvangen, kan het volgende dienen,
dat aan het Koloniaal Verslag van 1895 is
ontleend.
T. Lampoesoe, een der met de Gighen-
fedeiatie verbondenen, sloot den pretendent-
sultan Toeankoe Mohamad Daoed in zijne
kotta te lvernala in, en maakte het hem aldaar
zoo onhoudbaar, dat hij in den nacht van 14
op 15 December 1894 met zijne familie en
verder gevolg Kotta Kemala verliet, na zijne
woning aan de vlammen te hebben prijsge
geven. In strijd met de adat werd hij door
de verbondenen der Gighen-federatie vervolgd,
zoodat zijn aftocht in eene wilde vlucht over
sloeg, totdat hij eindelijk Kwata Batoe aan
de kust van Pedir bereikte en den 30sten
van genoemde maand in de woning van T.
Radja Pake!) werd opgenomen.
De pretendent-sultan tracht thans van de
hoeloebalangs der kustlandschappen hulp te
verkiijgen tot liet bestraffen van de Gighen-
federatie. Twee zijner raadgevers, die ah
onruststokers bekendstaan en in de Pedir-
streek reeds veel kwaad stichtten, zouden
daarvoor op reis gaan, doch werden te Segli
in verzekerde bewaring gesteld. Wel trachtte
Panglima Polim van de XXII Moekim eene
verzoening tot stand te brengen, doch de door
hem gestelde, zelfs zeer aanlokkelijke voor
waarden hebben den pretendent-sultan niet
van zijne wraakzuchtige plannen kunnen
terugbrengen.
In he telegram wordt in eenige niet door
ons overgenomen onduidelijke woorden gezin
speeld op eene wraakneming van den preten
dent sultan, die in de bovenstaande mede-
deeling uit het koloniaal verslag hare ver
klaring vindt.
In plaats van het woord »habibihong" van
het telegram moet misschien gelezen worden:
hoeloebalang of hoeloeboelaugs. De bedoeling
zou dan zijn, dan de pretendent-sultan werd
bijgestaan door een hem getrouwen hoeloe
balang of door aan hem getrouwe hoeloe
balangs.
Naar wij vernemen, zal dr. "W. J. Leyds,
staatssecretaris der Zuidafrikaansche repu
bliek, in de volgende week Amsterdam be
zoeken. liet plan bestaat om bij deze ge
legenheid een bewijs te geven vau warme
deelneming in de moeilijke dagen, welke de
republiek doorleefd heeft, en van groote
vreugde over het afweren van den verrader
lijken aanval en liet verijdelen van liet tegen
de onafhankelijkheid gesnieede komplot.
Officieel zullen die gevoelens bjj aankomst
van den heer Leyds Maandagavond vertolkt
woiden door het gemeentebestuur en de
Kamer van koophandelterwijl ook het
werkliedenverbond ^Patrimonium" daaraan
zal deelnemen. Voorts zal er gelegenheid be
staan om Dinsdagavond op eene met goed
vinden van dr. Leyds te houden receptie, ge
organiseerd door de Ned. Zuidafrikaansche
spoorwegmaatschappij en de Ned. Bank- en
Credietvereeniging voor Zuid-Afrika, kennis
te maken met den staatssecretaris en in zijn
persoon de regeering der republiek hulde
te brengen.
De ontvangst aan het station te Amster
dam zal slechts door een beperkt aantal ge-
noodigde autoriteiten kunnen worden bijge
woond. NB. Ct.)
Woensdagavond is het 120 tons tjalkschip
Drie Gebroeders, schipper F. Spoelstra, van
Papendreclit,bestemd voor Papenburg(Duitsch-
land), ten Z.W. \an Bakhuizen vergaan. Een
rukwind deed den mast met al de tuigage
over boord slaan.
Twee zoons van schipper S poeh tra waren
met hunne schepen dicht in de nabijheid, da
Drie Gebroeders Werd op sleeptouw geno
men, maar moest weldra door de opvarenden
worden verlaten. Met moeite kwamen zij hg
een der zoons aan boord. Ivoi t daarna zonk
de Drie Gebroeders.
Het vaartuig was met zinksteen geladen.
De beide andere schepen kwamen Donderdag
avond te Enkhuizen binnen met vrij wat averij.
Eene 24-jarige moeder, die gisteren hare
vier jeugdige kinderen in hare woning aan
de Slaakkade te Rotterdam zonder bewaking
bij een brandend fornuis achterliet, vond, een
kwartier later terugkeerende, een barer kin
deren, een 334-jarig meisje, op den vloer
liggen, kermende van pijn en met bi and-
wonden overdekt. liet ki ;d h aim de getui
gen overleden.
De rustende landbouwer J. v. d. L., te
Bleskensgraaf, die op 31 Jan. 1.1. door zijn
dochter uit het brandende perceel werd ge-
diagen, is, vermoedelijk te>.gevolge van den
bekomen schrik, overleden.
In eene algemeene vergadering van den
R. K. Gildenbond, nfdeeliug Amsterdam,
Donderdagavond gehouden, is het volgende
protest uitgebracht
I. De afdeeiing Amsterdam van den R. K.
Gildenbond, in algemeene vergadering, drukt
haar diep leedwezen uit, dat, volgens eene
verklaring van een minister van H. M. onze
geëerbiedigde Koningin, onze staatswetteu
Roman van Reimiold Ort.manx.
30.
Deze beleefde, koele vei klaring ontwapende
Avtois zoo geheel, dat hij zijne hoop om te zul
len slagen reeds totaal opgaf en moeite had om
zijne houding van zorgelooze onverschilligheid
le bewaren.
«Gij moet mij ten goede houden, waarde vriend,
dat ik in deze dingen wat onbedreven ben,"
waagde hij nog op te mei ken. nis de formaliteit,
waarvan gij spreekt, dan bepaald noodwendig
sik zou niet weten, mijnheer de doctor, op welke
wijze wij het anders zouden aanleggen."
sNii, daarop is toch wel iets te vinden, dunkt
mij. Wat ik momenteel noodig heb is voor u
eene kleinigheid, en wat gij als chef van het
bankiershuis Harders So Zoon niet geven kunt,
geef dat tegen kwitantie aan een vriend."
«Het spijt mij wel, mijnheer de doctor, dat ik
zelfs mijn besten vriend onder deze vootwaarde
geld moet weigeren."
«Onder deze voorwaarde, dat zal zeker be-
teekenen, als gij kans loopt het ts verliezen,
Maar dit gevaar bestaat hier werkelijk niet. Gij
weet, dat mijn schoonvader rijk is en dat het
vermogen mijner vrouw
De heer Harders viel hem met een afkeurend
gebaar in de rede «Och, aan dit alles heb ik
niet eens gedacht. Het is niet de vrees mijn geld
te verliezen; alleen de begi selen, die jarenlang
ten giondslag gelegd zijn bij onzen handel, zijn
het die mij beletten aan uw wensch te vol
doen."
«Ah, uwe beginselen Zekerlijk hebt gij op
dit punt ook minder aangename ervaringen
opgedaan, en dat geloof ik wel. Er zijn veel
slechte menschen in de wereld. Maar die erva
ringen zult gij toch tegenover mij wel niet willen
doen geldenReeds onze vriendschappelijke oingang
en de omstandigheid, dat wij tot dezelfde club
behooren
Nog eens viel de bankier hem in de rede en
nu op een toon, die eenig ongeduld ven ie J:
Juist deze laatste omstandigheid, lieve doctor, is
voor mij eene reden te meer om beslist te weigeren
wat gij vraagt. Als gij wat langer lid geweest
waart van onze club, dan zoudt gij hebben
kunnen weten, dat wederkeerige diensten van
dezen aard streng uitgesloten zijn. In de club
wenschen wij allen als onafhankelijke, maat
schappelijk op éene lijn staande mannen te
verkeeren en dit maakt het noodig. dat noch op
krediet gespeeld, noch het sluiten eener leening
wordt toegestaan, al ware het voor een enkelen
dag."
«Ik ben u wel verplicht voor deze inlichting,"
zei Artois op gemaakt beleefden toon, terwijl hij
opstond. Hij begreep, dat het tijd werd den
terugtocht te blazen en wilde dit nog zoo fat
soenlijk mogelijk doen. «Ik zal trachten dit
ongeschreven artikel van onze verordening in
het geheugen te prenten en mijn best doen mij
dezelfde grondstellingen eigen te maken, die bij
mijne clubgenooten zoozeer in acht genomen
worden. Vergeef mij, dat ik u lastig gevallen
ben, mijnheer Harders, en denk niet, dat ik u
uwe weigeiing eenigszins kwalijk neem. Ik kan
natuurlijk elders wel terecht. Zal ik het genoegen
hebben u hedenavond bij eene partij baccarat
als compagnon te begroeten 7"
«Ik speel alleen whist, mijnheer de doctor,"'
antwoordde de bankier koeltjes en met eene
buiging. «Goeden morgen!"
«Ellendige fieltbromde Artois, toen hij
weer buiten stond. «Wat dwaasheid mij deze
vernedering te getroosten 1"
Hij klom in een drosclike en het zich naar
huis lijden, want het was etenstijd en hij had
heden bijzondeie redenen om zijn maaltijd niet
in een restauratie te doen.
Do tafel was reeds gedekt, toen hij binnentrad,
en Ingeborg had zich aan den disch gezet om
alleen te eten, want zij had hem niet meer
verwacht. Artois verontschuldigde zich met oenige
vleiende woorden over zijn lang uitblijven en
zette zich tegenover haar zonder dat zij er erg
in had, nu en dan scherp in het gezicht ziende.
Wat hij daarop waarnam, kon hem ook al
niet prettiger stemmen, want Ingeborg was, even
als baar vader, in de laatste elf maanden niet
in haar voordeel veranderd. Hare wangen hadden
hate kleur, de oogen hunne helderheid verloren
en van den jeugdigen overmoed om, zooals tijdens