A0. 1896. Woensdag 19 ebruari. IM°. 8984. Tweede Blad. 1ST egenenveertigat© J aargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Binnenlandsclie Berichten. UITGEVERgJ." ODÉ. Abonnementsprijs, per kwaitasl franco per post, door het geheels Rijk Afzonderlijke nommers f 1 *7, - -J.r.o. - 0.10, BCRBAC: (SOTER8TBA AT !0. nvKRTi'NTtfprijsnu 110 £r§|,i;.> imet itihegnp nu eeiie l uui intƒ1.10. Iedere gewone r°gel sneer- 0.10. HjuEMaAL gppliatst wordt tegen twechvu, berekend. SCHIEDAM, 18 Februari 1806. De minister van financiën maakt bekend, dat op 15 dezer bij de betaalmeesters in kas was.2,372,333.21 Va en dat op denzelfden dag door de Nederlandsche Bank', ingevolge art. 11 bis van haar octrooi, aan 's lands kas een voorschot was verstrekt ten bedrage van- 430,434.04 De minister van financiën heelt de rust poos in de behandeling van zijn wetsontwerp op het personeel gebruikt om daarin een paar belangrijke wijzigingen aan te brengen. Zij betreffen de tarieven voor de belasting naar de haardsteden en naar de paarden. De grens, waar de heffing der belasting naar den grondslag haardsteden begint, is hooger gesteld dan die voor den grondslag huurwaarde. Overeenkomstig het denkbeeld van den heer Borgesius worden de perceelen, waarvoor de belasting wegens mobilair niet wordt geheven, mede van de heffing naar den grondslag haardsteden uitgesloten. En verder is voor bijna alle overige perceelen deze heffing matiger gemaakt. De belasting is ook gematigd geworden ten aanzien van de paarden in gemengd ge bruik. Terwjjl het wetsontwerp oorspronkelijk voor éen dier paarden 110, voor twee f30 vorderde, wordt thans voor elk paard in ge mengd gebruik eene belasting van slechts f6 voorgesteld, en voor elk paard van genees- heeren f10. De wijziging van het wetsontwerp ten aan zien van de belasting der haardsteden zal, volgens de raming des ministers f 350,000, die ten aanzien van de belasting der paarden f 150,000 mindere opbrengst tengevolge heb- ben. In het geheel zal de schatkist door deze wijzigingen dus Vs millioen minder ontvangen. De minister heeft deze belangrijke ver- mindering durven voorstellen met het oog op de zoo ongemeen gunstige uitkomst van de heffing der invoerrechten volgens de nieuwe wet. Wjj gelooven dat de minister inderdaad door deze tegemoetkomende houding verstan dig heeft gehandeld en de kans van aanneming van zijn wetsontwerp heeft vergroot. Ook in een ander opzicht is de minister actief geweest. Hij heeft reeds een ontwerp van wet in gereedheid gebracht tot afzonder lijke regeling der ry wielenbelasting, zoo ook de Kamer deze aanbevelenswaardig acht. oor eene dergelijke afzonderlijke regeling, van de regeering uitgaande, is inderdaad veel te zeggen, en verwonderen zou het ons niet, als de Kamer blijk gaf eene dergelijke rege ling te vei kiezen boven die, welke bij wijze van amendement op het wetsontwerp op het personeel is voorgesteld. Handelaren en fabrike .ten, die betrek kingen met Japan wenschen aan te knoopen, worden uitgenoodijd zich in verbinding te stellen met den Ifer E. D. van Walree, vice-co;:te Yokohama, adres ministerie van buiteulandsche zaken te 's-Gravenhage. 27 Februari a.s. zal genoemde heer aan hetzelfde adres voor belanghebbenden te spreken zijn. Stct Nader is ons gebleken, dat het woord Habib Lhong in het telegram van onzen coi res pondent te Batavia, de naam is van een der Atjehsche bendehoofden. Omtrent dezen Habib Lhong deelt meu ons welwillend het volgende mede Habib Lhong is de partijganger, die thans in Groot-Atjeh het meest op den voorgrond treedt. Tsvaalf a vijftien jaren geleden kwam deze Afghaan men zegt dat hij uit Chorassan afkomstig is met een kameel in Aljeh, welk dier voor geld te zien was. Toen kreeg hij den naam van Habib Ontah (ontah kameel). Daarna kwam hij als veehoeder in dienst der Atjeh-associatie, een beroep dat meestal door uit Voor-Indië afkomstig volk uitgeoefend wordt. Men zegt dat hij, bevreesd voor zijne makkers, die hjj met geldzaken bedrogen bad, de wijk nam naar het op de Westkust van Atjeh gelegen Lohong, waar hij eene vrouw huwde; sedert heette hij Habib Lohong of Lhong. In oneenigheid ge raakt met den zoon van den Kedjoeroean van Lohong en diens wraak duchtende, nam hij de wijk naar Groot-Atjeh, waar hij zich in de IX Moekims vestigde en het ons lastig maakte bij Biloel en Larnkoenjit, uit welke streek hij in Mei 1895 door T. Djohan ver jaagd werd, waarna hij zijn hoofdkwartier op sloeg in het steeds als een wespennest bekende Lamkrat (tusschen Biloel en Armgaloeng). In de laatste verslagen omtrent Groot- Atjeh vindt men Habib Lhong genoemd als den aanvoerder der roofpartijen, gepleegd tegen Hadjie Bmtang, iman der moekim Oleh Soessoe (IX moekims), en Tingkoe Sech Poetoe te Adja (III moekims Kerkocm). Bij de Atjehers gaat hij door als onkwets baar en het succes, door hem te Ivemala behaald, zal zijn aanzien ongetwijfeld nog doen stijgen en zich op den gang van zaken in Groot-Atjeh doen gevoelen. NB. Ct.) De jCentrule Commissie voor de Statistiek" heeft Vrijdag te 's-Gravenhage eene vergade- riug gehouden, in de eerste plaats tot vast stelling van het verslag barer werkzaamhe den over het afgeloopen jaar. Dit verslag zal eerlang in de Staats-Cou rant openbaargemaakt worden. Voorts werd besloten tot het opmaken en uitgeven van een overzicht van de sterfte in de voornaamste beroepen, gesplitst naar de doodsoorzaken, hetgeen eene bijdrage zal kun nen leveren tot de kennis der voor de gezond heid ongunstige invloeden, waaraan de beoe fenaars van verschillende beroepen zijn bloot gesteld. De gegevens hiervoor waren door den minister van binnenlandsclie zaken ter beschikking der commissie gesteld. Verschillende andere onderwerpen werden nog behandeld, die evenwel nog slechts in de periode van vooi bereiding verkeeren en waaromtrent dus nog geene besluiten konden worden genomen. Vervolg van het verslag der Vrijdag j.l. te 's-Gravenhage gehouden bijeenkomst van afgevaardigden van de Kamers van koophan del en fabrieken, met het doel het initiatief te nemen tot het verschaffen aan de regeering van een leiddraad voor eene wijziging der tegenwoordige regeling. Vraag 7 Welke voorschriften moeten ge steld worden voor de verkiesbaarheid als lid der Kamer? Den Haag gaf in overweging de bestaande bepalingen te behouden, met dit verschildat een driejaiig verblijf in een handels-of nijver heidszaak en de leeftijd van 25 jaar gevorderd wordt, en de vergadering vereenigde zich daar mede. Vraag 8. Moet het uitbrengen van een jaar verslag voor de Kamers verplichtend worden gesteld Toestemmend beantwoord. Vraag 9. Door wie en op welke wijze be lmoren de geloofsbrieven van nieuw gekozen leden te worden onderricht Op voorstel van de Haag«che Kamer werd als het gevoelen der vergadering te kennen gegeven, dat het onderzoek behoort te worden overgelaten aan de Kamers zelf met beroep op de autoriteiten, dut van de aanneming der benoeming binnen 8 dagen moet worden kennis gegeven en de geloofsbrief binnen éen maand moet worden ingezonden. Vraag 10. Op welke wijze zal de regeling van de geldmiddelen der Kamers geschieden De vergadering sprak als haar gevoelen uit, dat bij een wet op de Kamers van koophan del ook de geldmiddelen wettelijk geregeld belmoren te worden. Hiermede waren alle 10 punten afgehandeld. Alsnu kwam aan da orde het voorstel van de Kamer van Amsterdam, om eene commis sie te benoemen tot liet instellen van een onderzoek naar de voor ons land meest ge- wenschte organisatie van de Kamers en tot het uitbrengen van een verslag en praeadvies. Na langdurige discussie werd, overeen komstig het door Amsterdam overgenomen amendement van Arnhem, met 125 tegen 6 stemmen besloten, dat aan do regeering kennis zal worden gegeven van de genomen besluiten en dat de vergadeiing benoemt eene commissie, die tot taak heeft, mede rekening houdende met de in deze vergadering gevallen uitspraken, een geheel ontwerp saam te stellen betreffende eene voor ons land meest gewensclite organisatie van de Kamers van koophandel. In de commissie zullen zitting krijgen éen afgevaaidigde uit de Kamers in de piovïnciale hoofdsteden, uit Amsterdam en Rotterdam en uit twee industrieele steden. Dit punt en overigens de geheele verdere leiding van de werkzaamheden der com missie meende de voorzitter verder te kunnen overlaten aan de Kamer van Amsterdam, met dien verstande dat de liaagsche Kamer zich daarmede niet kan belasten. Te 5Vs ure werd de vergadering gesloten na wederzijdsche dankbetuigingen. N.B. Ter vei betering van eene schrijffout diene, dat de vraag of moet gehandhaafd blijven het voorschrift, dat aan deregeeiing slechts voorstellen kuonen worden gedaan door tusschenkomst van den commissaris der Koningin door de vergadering ontkennend werd beantwoord. Noord-Holland schijnt liet land van geolo gische verrassingen te zijn. Het brongas is nu algemeen bekend en thans is weder een nieuwe staahvaterbron nabij Zaandam ont dekt. welke den naam van Elisabethbron zal dragen. Ze is gelegen op Gretha-IIoeve, in den IJpolder. liet staalwater is, blijkens een onderzoek van de h.b. dr. Yan Hamel Roos en Har- mens, te Amsterdam, rijker aan minerale zouten dan de tot nu toe in Nederland in exploitatie zijnde bronnen. Gisterochtend werd van Nijmegen gevan kelijk naar Arnhem overgebracht eene 35- jarige Duitsche dame, genaamd M. M. B., die zicli te Nijmegen, te Rotterdam en Vlaardin- gen aan diefstal met braak had schuldig ge maakt. Oji zeer slimme wijze wist zij liet vertrouwen te winnen van de lieden, waar zij kamers had gehuurd, eu, zoo zij zich alleen thuis bevond, maakte zij van de gelegenheid gebruik om alles mede te nemen, wat voor haar maar eenige waarde had, om dan zoo spoedig mogelijk liet hazenpad te kiezen. Zij maakte van de opbrengst van de door haar verkochte goederen nu en dan een uitstapje naar het buitenland. Zaterdagmorgen werd zij door de gemeentepolitie te Nijmegen ge arresteerd, die alzoo eene goede vangst heeft gedaan. Hoe slim de aangehoudene ook te werk ging, lij heeft er blijkbaar niet aan gedacht dat de politie haar op liet spoor was Zij stond namelijk gesigna'.eeid eu haar porti et was in handen onzer politie. Toen zij Zater-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 5