De strijd om het bestaan.
A0. 18S8.
Zondag 15 en Maandag 16
Maart,
N°. 9003.
Tweede Blad.
KENNISGEVING.
e u i 11 e t o n.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
U I T G v E
R: J. ODÉ.
Biïniciilandsche Berichten.
Abonnementsprijs, per kwartaal
franco per port, door het geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
f 4.85.
- 2.50.
- 0.10.
B V ft E A IJB«f
EK8TBIAT 70.
AnvnRTKNTiEPRiJSvan 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courantf 1.10,
Iedeie gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
In- en doorvoer van Fransch vee.
De burgemeester van Schiedam
brengt, op vei zoek van den heer Commissaris
der Koningin, tor konnis van belanghebbenden
de volgende in de Staatscourant van 1 en 2
Maart j.l. geplaatste gemeenschappelijke beschik
king van de Ministers van Binnenlandsche Zaken
en van Financiën, omtrent den in- en doorvoer
van Fransch vee
De Ministers van Binnenlandsche Zaken en van
Financiën
Gelet op de Koninklijke besluiten van 8 Decem-
-1888 4870 (Staatsblad n\ 194) en 14 Augustus
ber (Staatsblad n°. 142);
Gezien hunne gemeenschappelijke beschikkingen
van 11 Januari en 5 Februari 1890, respectieve
lijk opgenomen in de Neder tandsche Staatscourant
van 14 Januari 1890 n°. 11 en 7 Februar
-4898 n°. 32
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat,
met intrekking van eerstgenoemde beschikking,
afwijking van de verbodsbepalingen, vervat in de
aangehaalde Koninklijke besluiten, wordt toege
staan ten aanzien van den in- en doorvoer uit
Franki ijk van rundvee, schapen, geiten en varkens
op de volgende voorwaarden
A. bij invoer van rundvee, schapen, geiten en
vaikens, bestemd voor de fokkerij:
1". dat aan bet eerstn kantoor worden over
gelegd eene ambtelijke verklaring van de overheid
van de plants van herkomst binnen de laatste
8 dagen afgegeven, ten bewijze:
a. dat de dieren, waarvan de leeftijd en het
signalement te vermelden zijn, gedutende de
laatste 20 dagen aldaar verblijf hebben gehou
den, en
b. dal aldaar,
wanneer het rundvee betreft, in de laatste 120
dagen geene hesmet tel ij ka longziekte en n de
laatste 6 weken geene veepest en geen mond
en klauw/eer,
wanneer het schapen betreft, in de laatste 0
weken geen veepest, peen mond- en klauwzeer,
geene schaapspnkken en geen lotkienjnd,
wanneer het geiten betieft, in de laatste 0
weken geen mond- en klauwzeer en geene schaaps
pokken,
wanneer het varkens botreft, in de laatste 6
weken geen mond- en klauwzeer en geene
varkensziekte
zijn voorgekomen
2". dat de dieren, na aan het eerste kantour
door den districtsveearts of een zijner plaats
vervangers te zijn gekeurd en gezond bevonden,
zoo spoedig mogelijk, afgescheiden van ander
vee, naar de plaats van bestemming worden
doorgevoerd, per spoor, zonder verdei o overlading,
in afzondei lijke, gesloten en verzegelde wagens
3°. dat de dieren op d» plaats van bestemming
gedurende de 15 volgende dagen afgezonderd
worden gehouden en na dien termijn niet met
ander vee in aanraking gebracht worden, dan
na door den districtsveearts of oen zijner plaats
vervangers te zijn gekeurd en gezondEevonden
B. bij invoer van rundvee, schapen, geiten en
vat kens, bestemd voor de slachtbank, daaronder
begrepen de exportslacbterijon
1". sub A, 1\;
2''. dat de dieren, zoo spoedig mogelijk, afge
scheiden van ander vee, naar de plaats van be
stemming worden doorgevoerd, per spoor, zonder
overlading, in afzonderlijke, gesloten en verzegelde
wagens
3". dat de ontzegeling der wagens op de plaats
van bestemming niet geschiede, dan in tegen
woordigheid van den districtveearts of een zijner
plaatsvervangeis
4". dat de dieren, op de plaats van bestemming,
onder politietoezicht, zoowel ontladen als ver
voerd worden naar de slachtplaats, alwaar zij
van ander vee afgezonderd zijn te houden en
binnen 24 uren. mede onder poliljetoezHit,
moeten worden geslacht
C. bij doorvoer van rundvee, schapen, geiten
en varkens
dat de dieren, na aan het eerste kantoor door
den districtsveearts of een zijner plaatsvervangers
te zijn gekeurd en gezond bevonden, zoo spoedig
mogelijk, afgescheiden van ander vee, werden
doorgevoerd per spoor, zonder verdere overlading,
in afzonderlijke, gesloten en verzegelde wagens.
's-Gravenluige, 28 Fetuuari 1893.
De Minister van liinnenhindsche Zaken,
VAN I1UUTEN.
Be Minister van Financiën
SDRENGER VAN EYK.
Schiedam, 13 Maait 1890.
De burgemeester voornoemd,
VERSTEEG
TWEEDE KAMER UER STATEN-G ENERA AL.
Wijziging der provinciale ivct.
In verbrand rnet de voorgenomen splitsing
van Rotterdam in vtjf districten is voorge
steld ieder district drie leden te doen afvaar
digen ter Staten-vergaderingliet aantal leden
dat Rotteidam naar de Staten zendt, zal der
halve met twee moeten worden vermeerderd
en liet aantal Staten-leden voor Zuid-Holland
worden gebracht op 82. Wegens de splitsing
van Amsterdam in negen hoofdkiesdistricten
zal liet aantal Staten-leden door Amsterdam
te benoemen tot 36 moeten worden uitgebreid.
Teneinde het evenwicht met liet overig deel
der provincie Noord-Ilolland niet te verbreken,
zal ook dit voortaan twee ledert meer heb
ben aan te wijzen, n.l. Haarlem en Weesp
ieder een meer.
Voor den gewonpn tijd der verkiezing van
Statenleden wordt de eerste Dinsdag van Juni
aangewezen. Verder zijn evenals voor de ver
kiezing van Kamerleden bepalingen gemaakt
omtrent de wijze van verkiezing zooals die in
art. 130 en volgende der voorgestelde kies
wet zijn ontworpen.
noodzakelijk de splitsing van Amsterdam en
Rotterdam in 0 en 5 districten. Rij vermeer
dering van het aantal raadsleden van 30 tot
45 zal elk der districten van Amsterdam 5,
elk der dislricten van Rotterdam 9 afgevaar
digden afvaardigen. Aan Gedeputeerde Staten
wordt overgelaten om, den raad gehoord en
met inachtneming van de wettelijke bepalin
gen de grenzen der districten aan te wijzen,
waarin de gronte gemeenten worden gesplitst
volgens de aanhangige kieswet. Het tijdstip
der periodieke raadsverkiezingen II thans ook
voorgesteld op den eersten Dinsdag der maand
Juni. Ook voor de gemeenteraadsverkiezingen
is thans voorgesteld de wijze van de verkie
zing te volgen in de aanhangige kieswet voor
de Kamerverkiezingen voorgedragen.
Wijziging gemeentewei.
De aansluiting der kiesdistricten voor den
raad aan die voor Kamer en Staten maakt
SCHIEDAM, 14 Maart 1890.
Volgens een bericht in de Maasbode zoude
het plan bestaan eene lijn op Zuid-Amerika
op te lichten. Naar aanleiding daarvan schrijft
het WekelijTcsche vracht- en scheepsberichten
en Exportblad van Hoymarj en Schuurman
het volgende
Ons werd daaromtrent bericht, dat de zaak
dadelijk grootscheeps zal worden aangepakt
met 3 millioen. Natuurlijk zal zich ieder, die
bij onze groote vaart betrokken is of daarin
bijzonder belang stelt, verheugen als een zoo
royaal plan goed kon slagen, maar de vraag
rijst toch of het niet practiseher ware in dezen
tijd van schepenovervloed het meest geschikte
materiaal te charteren. Het vaten met winst
is eene kunst die ook met 3 millioen niet
kan worden gekocht.
Tot onderkenning van de juiste richting
waaruil tijdens mist geluidsigtmlen warden
vernomen, is een toestel uitgevonden, Eop oon
genaamd, waarmee men zegt het Mild. v.
Roman van Reiniiold Ortmaxn.
38.
Artois scheen in twijfel te staan. Na eenig
nadenken sprak hij sik dank u wel voor uw
vriendschappelijk aanbod, en wijs htt niet direct
af. Maar toch kan tk er niet dadelijk toe beslui
ten. Kan ik u morgen in het ziekenhuis te spreken
krijgen V'
»0p elk uur van den dag gij kunt naar wille
keur over mij beschikken. Ik stel er eene eer
in de hand te leetten bij de verspreiding van dit
nieuwe zoo vei j assende resultaat der weten
schap."
«Ik zal u dan de hoeveelheid, die ik nog in
voonaad heb, medegeven en morgen met de
vervaardiging van een grootere hoeveelheid aan
vangen."
llij ging naar eene zijkamer en kwam rnet een
tweede fleschje van Düringhoffens voorraad
terog.
«Voor dit verbruikt is," zeide hij, «zal ik
zorgen dat er moer is. Ik wensch u ook voor
morgen het beste succes toe."
«In 't belang van den grooten onbekende, niet
waar 7" vroeg dokter Kalkstein, terwijl hij Artois
lachend de hand ten afscheid reikte. «Gij weet
niet, dokter, hoeveel belang ik in zijne kennis-'
making stel."
Toen hij weer alleen was, sloot Artois tegen
zijne gewoonte de deur van zijne wetkkamer op
slot en verdiepte zich ten derden male in de
lezing van Dtiririghoffon's handschrift.
«'tls duidelijk, dat men volgens dit voorschrift
bij de bereiding te werk kan gaan," mompelde
hij «maar het blijft toch eene gewaagde
onderneming. Als hij er nog bovenop kwam
als hij het te boven kwam
llij sloot na de lezing do dicht beschreven
bladen in een der vakken van zijn sein ijftafol,
tink zijn overjas aan en verliet zijne woning.
Een kwartier later helde hij aan bij den deur-
vvaaider Leubuscher, waar diens vrouw hem
met een bedrukt gezicht te gemoet trad. Op zijne
vraag naar Dili inglmff.m antwoordde het goede
meitsch, terwijl zij de slip van haar voorschot
voor de oogen hield
«Er is geen hoop meer, mijnheer. Sedeitvan
avond ligt hij reeds buiten kennis en de dood
staat hem op de kaken juist een gezicht als
van mijn broeder zaliger, toen hij stierf. Ach
God, wat is het hard, zulk een jongen, wakkeren
bloed zoo te zien heengaan. En wat zal er nog
te doen komen met die begrafenis
«Wees daar niet bezorgd voor, goede vrouw,"
troostte haar Aitois. «De arme Duringhoffeti
heeft vrienden, dia gereedstaan alles voor hem
of zijne nagedachtenis te doen- Is dokter Giers-
berg van avond geweest 7"
ȟtj is er juist, reeds voor de derde maal
vandaag."
«Mag ik even wachten, tot de d •Mei heen
gaat 't Kon zijn, dat hij den kranke wat beter
gevonden had."
Dat sciieen echter zoo niet, toen de lieer Giers-
berg eenige minuten later de ziekenkamer uit
trad. llij zag er rood en grimmig uit. Hij zou
zonder spreken Artois zijn voorbijgegaan, ais
deze hem niet in den weg getreden was. Op
bitsen toen viel hij uit
«Ah, zijt gij daar ook nog 7't Is opnietkelijk,
hoeveel nieuwsgierigen om' zulk een ziekbed
rondsnuffelen. Daar steekt zeker heel wat in,
behoe Izaam don neus door de deur te steken en
te vragen hoe is 't
»'t Is waarachtig geen bloote nieuwsgierigheid,
dokter, wat mij hierheen voert," antwoordde
Artois, die door de zonderlinge begroeting geens
zins beleedigd scheen; »'tis de oprechtste deel
neming iri het lot van mijn ongelukkigen vriend.
Ik zou zoo innig graag vernemen dat er nog
eenige hoop bestond op zijn behoud."
«En dit bericht verwacht gij van mij, niet
waar 7 Nu, als ik iemand met een woord van
troost kau dienen, waarom niet Wij artson