Letteren, Kunst en Wetenschap. Koloniën. Antw. rampen, tengevolge van mist, tot een minimum zal kunnen beperken. Dit toe stel geeft zeer nauwkeurig aan uit welke richting een geluid komt, dat er door opge vangen wordt. liet toestel bestaat uit twee klokvormige geluidontvnngers, gescheiden door een tus- schenschot en verbonden met twee gehoor buizen. Wanneer nu het toestel zoo wordt gedraaid dat de ontvangers naar de geluids bron zijn gewend e» men brengt de gehoor buis aan de ooren, hoort men dit geluid in beide ooren; wordt het daarentegen daarvan afgewend, zoo wordt het sleclrs in een oor waargenomen. Op deze wijze kan men juist .waarnemen uit welke richting het geluid komt. Het toestel wordt geplaatst op de kaart- kamer terwijl de gehoorbuizen daarin uit komen bet geheel kan van de kaartkamer bewogen worden naar elke mogelijke richting en kan men dus van deze plaats de richting zoeken. Een der Transvaalsche handelsvrienden van den heer J. C. van Marken, te Delft, schrijft over de manier van vechten der Boeren o. a. het volgende Het paard waarop de Boer zit, is een zoo genaamd »schietpaard". Het loopt niet weg, terwijl zijn meester achter een »koppie" (rots punt) op den buik gelegen aan het schieten is. "Vandaar dat de Boer zich, al vechtende, zoo bliksemsnel kan verplaatsen wanneer het noodig is; hij heeft altijd zijn paard bij de hand en verliest geen tijd met het de pooten te binden en later weder de riemen los te maken. In het open veld vechten de Boeren aldus: zij naderen onverwachts en bliksemsnel den vijand, schieten hun geweren op hem af, ren nen terug en komen kort daarop op een ander punt weder te voorschijn om dezelfde beweging te herhalen. Zoo doen zij den vijand met hun nooit falende geweren afbreuk en lokken hem tegelijkertijd naar eene plaats, waar zij hem meer op hun gemak kunnen neerleg". ïOns is nie zoo dom nie om vat op ons te geef." Ik geloof dat Transvaal onneembaar is, zoo lang er Boeren zijn. In de eerste plaats kan niemand zoozeer tegen vermoeienissen als zij. In de tweede plaats vergissen Europeescbe soldaten zich hier bij hel schieten dikwijls in den afstand. De Boer meet den afstand in een ommezientje met het bloote oog en verspilt nooit onnoodtg ammunitie. Elke kogel moet zijn inan vinden. In de derde plaats is de hoofd- en residentieplaats, Pretoria, een na tuurlijke vesting, gelegen als de plaats is tus- schen vrij hooge bergen. Met verdedigers op de skoppies" als de Boeren, is Pretoria onneembaar. In de vijfde plaats beeft de Boer geen behoeften, zoodat bij zee r lang zelfs de hardste ontberingen kan uithouden. Terwijl de Engelsche soldaat maar een half mensch is, wanneer hij zijn blikje van dit en zijn fleschje van dat niet heeft, blijft de Boer, dikwijls een paar weken achtereen, in zijn volle kracht bij een stuk sbikong" (soort van gezouten vleesch, zeer bard, zoodat het aan een eindje touw aan j den zadel kan hangen). Telkens wanneer hij honger heeft, snijdt hij daarvan plakjes af en verorbert die op 2^n dooie gemak. Water schept de Boer met zijn hand uit de een of andero spruit of hij drinkt in het geheel niet. Overigens ziet hij er in j oorlogstijd geen bezwaar in, overal te nemen wat bij van zijn gading vindt. i De heeren G. L. Theijssen en .1. van den Broek, inspecteurs van politie te Rotterdam, zijn door de regeering der Zuidafrikaanscbe republiek in hooge betrekkingen bij de politie i in die republiek benoemd. Reeds de volgende maand vertrekken zij derwaarts. Ook moet de regeering aldaar voornemens zijn een 6- tal onderofficieren van de bereden artillerie uit ons leger aan de staatsartillerie te Pre toria te verbinden. Voorwaarden zouden wezen: vrije overtocht en f2400 's jaars met vrije Kleeding, voeding en ligging. Ook legt men er zich op toe om de ambachten te doen bezetten door gezellen uit Holland. Daarvoor worden af en toe een aantal uit het een of andere vak gevraagd, I I In hun praead vies omtrent de Schevening- sche havenzaak geven B. en W. van 's-Gra- venhage den gemeenteraad te kennen dat, zoolang niet onoinstootelijk vaststaat dat het departement van oorlog nooit zal eisehen den aanleg van een fort, medewerking van ge meentewege tot het maken van de haven, waarvoor concessie is aangevraagd, onverant woordelijk zou zijn, en dat die medewerking evenmin kan en mag verleend worden zoo lang niet door den staat of de provincie, of door beide, op zich is genomen de waarborg voor behoorlijke voltooiing en onderhoud van de haven. Voor het geval, dat die voorwaarden wor- I den vervuld, wordt voorgesteld de herhaling van de vroegere toezegging van kosteloozen afstand van grond en van een subsidie van ten hoogste anderhalf millioen. Als bewijs hoe ingewikkeld soms de zooge- naamde dieventaal kan zijn, wordt bet vol gende verhaald: j De internationale oplichter P., die onlangs door de rechtbank te 's-Gravenlmge veroor deeld werd tot twee jaar en zes maanden ge vangenisstraf, gaf aan een ontslagen gevangene een brief mede, welke nog tijdig door het personeel van het huis van bewaring in Den Haag werd onderschept, j Deze brief was zoo onverstaanbaar geschre ven, dat deskundigen de grootste moeite had den om tot eenige ontcijfering te komen. Men ontdekte, dat het schrijven bestond uit He- breeuwsche karakters, het onderste boven lot regels saamgevat, terwijl na veel studie bleek, dat de brief geschreven was in de taal van een volksdialect uit Zuidelijk Hongarije. De heer H. F. Bultman Hzn., de bekende sportman, zal terechtstaan wegens smaad schrift tegen luitenant J. A. II. ten Kate. De kwestie loopt over een duel. waaraan, volgens den heer Bultman, de luitenant Ten Kate zich op onwaardige wijze zou hebben onttrokken. Deze kwestie houdt de sportwereld reeds geruimen tijd bezig, doch er was tot dusver geen aanleiding die publiek te bespreken. Nu het echter een rechtzaak word.t, kunnen wij aan het medegedeelde toevoegen dat het een zonderlinge geschiedenis is. De heer Bultman beweert n.l. meer recht te hebben op de aanstaande van luitenant Ten Kate dan deze, en daagde hem daarom uit. De luitenant vond hierin volstrekt geen reden tot vechten en vandaar dat het ge- schrift van den heer Bultman onder de sport- higii life werd verspreid. De dreigementen van den heer Bultman, dat er verschrikke lijke dingen zouden gebeuren bij het huwe lijk schijnen de maat volgemeten en den luitenant aanleiding gegeven te hebben tot een vervolging. (IR!,) Uit Grave wordt gemeld De rivierstand was gisteravond 7'4 ure 10.58. Het water is staande. De Bened en- mond werkt over 1G00 M met 28 cM. De elftweg is watervrij. Edison heeft een nieuwe ontdekking gedaan, die van groot induslrieel belang belooft te wor den. Tot nog toe was het aluminium niet bruik baar voor iudustrieole doeleinden, omdat het te week was en men er niet in kon slagen het te harden. Dit lang gezochte proces heeft Edi son nu eindelijk bij toeval gevonden. Bij proef nemingen, die hij deed mot Röntgensehe stralen, gebruikte hij electroden van aluminium, die her haaldelijk aan een galvanische» stroom van 250,000 volts werden blootgesteld. Toen Edison de electrode nadeihatld toevallig beschouwde, zag hij tot zijne verbazing, dat er een volkomen substantie-verandering had plaats gegrepen. Het aluniinininm wa« zoo bard als staal geworden, terwijl zijn gewicht hetzelfde was gebleven. Indien het bericht dezer ontdekking bewaar heid wordt, dan heeft Edison de industrie wederom een grooten dienst bewezen, waarvan men de waarde zal inzien, als rnen bedenkt hoe licht aluminium is in vergelijking met staal, dat het, even hard zijnde, zou kunnen ver vangen. Aan de Róntgensche stralen zou Edison nog eene uitvinding te danken hebben, gelijk uit liet laboratorium van Edison weidt gemeld, daar hij er met behulp van het nieuwe licht ir geslaagd zou zijn het probleem, dat hem reeds zoo lang bezighoudt, op te lossen, om namelijk beelden per telegraaf over te brengen. Men zat wijs doen dit bericht over de tolophoto- graphie niet al te enthusia-tisch te ontvangen maar toch heeft Edison ons reeds te veel won deren vertoond dan dat men dit verbazing wekkende nieuwtje met enkel wantrouwen zou mogen ontvangen. Batavia, 11 Februari. Omtrent de onlusten in d» westerafd. van Borneo verneemt de Java-Bode nog de volgende bijzonderheden Raden Pakoe is iemand die mot de Sintang- sclie vorstenfamilie schijnt vermaagschapt te zijn en in vroeger tijd aan het gouvernement ver schillende diensten heeft bewezen. Desniettemin- stond hij bij bet binnenlandsch bestuur niet erg göed geboekt, en was hij met den Panembaban van Sintang minder wel. Hij werd, waarom is niet bekend, door den resident Tromp te Pon- tianak geïnterneerd en onder toezicht gesteld terwijl zijn vrouw en kindoren te Sintang bleven, met verplichting voor den Panembaban aan hen een som van f 15 's maands uit te betalen. Eenige maanden geleden vroeg en ver kreeg Raden Pakoe vei lof naar Sintang om zijn familie te bezoeken en bevond daar, dat de Panembahan zijn verplichtingen niet was nage komen, zoodat zijne vrouw naar haar negorij aan de Melawi was vertrokken. Vreemd was het niet, dat hij haar achterna reivde en aan den controleur liet weten, dat hij niet van zins was terug te komen. Het schijnt aan de Melawi veel invloed te hebben, zoodat twee groote Dajaksche stammen zijn partij hebben gekozen en in vollen opstand zijn. De resident, van Sintang terugkomende, wilde er 25 man heenzenden, maar bet gevolg van een overleg met het militair commando was, dat er ten spoedigste 75 man gingen met een veldstukje. Behalve de resident en majoor La Feber gingen mee kapitein Prakken van Sin tang, luitenant Van Tijn en dokter Tarnson van Pontianak. Intusschen bleek het al heel gauw dat er meer los was dan men dacht, zondat hei haalde- lijk versterking gevraagd werd. In het begin dezer maand waren er zonwat 250 man, met I majoor, 1 kapitein, 5 luitenants (w. o. 1 v. d. artillerie) en 1 dokter, en den 6n zouden er weer 25 man en eenige officieren heengaan, benevens 100 kettinggangers. Ook zijn onze vroegeie vijanden, de Tebidah-Dajaks, door den resident opgeroepen, om onder den controleur Westenenk als hulptroepen dienst te doen. Volgens het algemeen gevoelen te Pontianak is de toestand alles behalve mooi. 't Is kwaad vechten in een rimboe als die van Borneo, vooral als de vijand zich rUckwarl* konzeinnert! Men schijnt nu overal posten te willen opstellen om den boel daardoor in te sluiten. De contro leur zal waarschijnlijk de omtrekkende bewe- houden er een geheel wootdenhoek van dergelijke I roost WoOi den op na en zij werken altijd wel dadig, boe weinig zij ook zeggen en nog minder bewijzen. Neem dus maar aan, dat ik u zoo'n woord heb toegevoegd en ga nu gerust naar huis." iNoen, mijnheer, uwe ware meening wil ik hoeren, de prognose, die gij ze!f u voor het verloop der ziekte gesteld hebt." »Zoo, wilt gij die kennen Nu, onder ons gezegd, ik matig mij nooit aan liet verloop eener ziekte vooraf te bepalen. Ik weet wel dat da theorie zich met zoo iets bezighoudt en dat gomm'ge arism, de jongeren vooral, er ook ge loof aan slaan, ofschoon hunne theorieën hen even dikwijls in den steek laten als dat zij na komen. Nu, volgens die wetenschap is er voor uw vriend Düringhoffen geen hoop meer. Dat is alles, wat ik tl zeggen kan. Goeden avond 1" De privaat-docent scheen met deze verklaring tevreden. Hij blies met bedenkelijk gezicht den aftocht en deed een lange wandeling door de stralen. Daarna begaf bij zich nog eens naar het «tullokaal, waar het spel reeds druk aan den gang was. Hij keek er niet naar om. Hij vroeg alleen of er ook een brief voor hem was afge geven en ging dadelijk weder heen, toen men hem een tweede biljet van Edith's hand had overgereikt. Hij las bij het licht van een der straat lantaarns »Ik heb alles geregeld, de wissel is in mijn bezit, gij kunt lustig slapen. Ik wacht met ongeduld op bericht." Edith." ïDat papier moet als een wapen tegen mij in haar bezit blijven," dacht hij sdoch ik zal het haar wel weten te ontwringen. Een strijd met u, mijn schoone Edith, vrees ik niet." Hij ging naar huis, sloot zich nog eens op en hield zich tot diep in den nacht bezig met uit de gegevens in Diiringlirffen's geschrift een opstel te vervaardigen, waaruil zaakkundigen genoeg zaam omtrent de waarde van die ontdekking konden oordeelen. Op inderdaad handige wijze had hij alles wat tot namaak van liet nieuwe geneesmiddel kon leiden, er uit gelaten. Toen hij gereed was, sprong de privaat-docent op en stapte neg wel een half uur in heftige gemoedsbeweging over het zachte vloerkleed hoen en weer. Toen wierp hij het hoofd in den nek, drukte de lippen vast opeen en schreef onder het opstel met vasto hand»Dn. Siegmund Artois." ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. Sedert lang had geen wetenschappelijke ontdek king in de medische kringen zooveel opzien ver wekt als die van den jongen privaat-docent dokter Siegmund Artois. Hem was het dan eindelijk gelukt het probleem op te lossen, waarvoor sedert de algemeene toepassing der chimne de knapste koppen zich hadden ingespannen. Had de lezing van het door hom zei ven ingezondene nog velen het hoofd doen schudden en ongeloovig doen glimlachen, eenige door dokter Kalkstein in het zelfde nomroer geplaatste aanteekeriingen omtrent de aanvankelijke resultaten bij de toepassing van de nieuwe medicijn was wel geschikt om belang stellenden tot een nadere kennismaking aan to sporen. Eene week later spraken de particuliere bladen bijna even druk over doctor Artois' zegenrijke ontdekking als de vakbladen. In tal van artikelen werd de lof van den genialen uitvinder verkon digd na de latere ervaringen twijfelde men niet meer aan de uitspraken en resultaten, bij de eerste kennisgeving in het licht gesteld. Artois hield zich dagelijks in een van de groot ste chemische fabrieken der hoofdstad op om de vervaardiging van het geneesmiddel bij groote hoeveelheden te regelen. Hij had daarvoor met den fabrikant een contract aangegaan, maar tevens gezorgd dat het geheim der vervaardiging nog in zijn bezit bleef. Veertien dagen na de verschijning van zijn artikel in het weekblad kwamen van alle kanten bestellingen in, zoo talrijk, dat er onmogelijk aan al de aanvragen kon worden voldaan, en even talrijk waren de berichten omtrent de gun stige resullaten, met de nieuwe nie-licijn vet» kregen. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 6