A0. 1896.
Zondag 3 en Maandag 4 Mei.
N°. 9037.
Derde Blad
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
V ij t i g s t aargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
SCHUT ri'KIJ.
Oproeping tot de inschrijving
voor de schutterij,
Kamer van Koophandel en Fabrieken
IT G E VER: J. ODÉ.
J R; S Ui .A_ Gr
COURANT.
Abonnementsprijs, per kwartaal ƒ1.85.
Franco per post, door het geheele Rijk- 2.50.
Afzonderlijke nommers - o.io.
BUREAU? B OT E RB TRA A V ;o.
AnvERTENTlEPRijsvan 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courant.j 1C
ledere gewone regel meer0.10
Iriehaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Burgemeester en wethouders van Schiedam.
Gelet hebbende op art. 7 van het koninklijk besluit
van den 7r» September 1828 (staatsblad- no. 55), roepen
bij dezen alle personen op, die als gehuwd of weduw
naars met kind of kinderen in het afgeloopen jaar,
uit dien hoofde in de tweede klasse van de algemeeiie
rol der schutterij zijn gebracht, doch sedert dien tijd,
door het overlijden hunner vrouw of kinderen, de
bevoegdheid verloren hebben om in die klasse te ver
blijven, en dus alsnu in de eerste klasse der voor dit
jaar op te maken algemeene rol gerangschikt moeten
worden, om van dusdanige verandering van omstan
digheden kennis te geven, of wel zich daartoe ter secre
tarie dezer gemeente aan te melden vóór de aan te van
gen inschrijving der schutterij, des morgens van 10 tot
12 ure, en dus uiterlijk op den 13n Mei aanstaandezul
lende bij verzuim dezer aangifte, de belanghebbende,
ingeval hij, dientengevolge niet op de bijzondere rol
mocht zijn overgenomen, dadelijk volgens art 8 vai
voornoemd besluit bij de schutterij worden ingelijfd,
tegen ontslag van hem, die in zijne plaats is upge-
roepen, alles onverminderd de toepassing van de straf,
bedreigd bij art. 1 der wet van 6 Maart 1818 {staats-
llad no. 12).
Voorts wordt ter kennis van de belanghebbenden
gebraciit, dat zij, die hun 34ste jaar hebben vol
eindigd en tot de reserve behooren, alsmede van hen,
die daarbij vijf jaar hebben gestaan, op grond van de
artikelen 25 en 26 der bovenaangehaalde wet indien
zij zulks verkiezen, kunnen worden ontslagenwes
halve ieder, die van dit recht wenscht gebruik te
maken, aangemaand wordt om zulks ter kennis van
het bestuur dezer gemeente te brengen, door een
verklaring, schriftelijk te doen, en ter secretarie
voornoemd te bezorgen, uiterlijk vóór 30 Juni aan
staande, vermits zij, die zulks niet mochten doen,
gehouden worden voor vrijwilligers, die niet vroeger
dan in de maand Juni van het volgend jaar hun
ontslag op bovenstaande wijze kunnen aanvragen.
Eii ls hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den lsten Mei 1896.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
VERSTEEG.
Be secretarie
VERNÈDE.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
Gezien de wet op de schutterijen van denllden
April 1827, staatsblad no. 17), en in het bijzonder
gelet hebbende op de artikelen dier wet, die in be
trekking staan tot de jaariijksche inschrijving, zoo
tot de bestaande registers van vroegei e jaren als tot
de inschrijving welke gedurende de laatste helft der
maand Mei moet geschieden
Doen te weten
•Jat de registers ter inschrijving voor de SCHUT
TERIJ, van de geborenen in de jaren 1862 tot 1871
ingesloten, zullen worden geopend ter inschrijving
van alle mannelijke ingezetenen, die tot het laats?'
gemelde jaar behooren, alsmede van hen, die, in de
vorige jaren geboren zijn en sedert de laatst-vorigc
inschrijving zich alhier metterwoon hebben geves
tigd, waaronder ook begrepen zijn de militairen, na
dien .tijd gepasporteerd, en de vreemdelingen, van
buiten het rijk gekomen, die alhier zijn komen
wonen, voor zooverre deze laatsten het voornemen
om zich in dit rijk neder te zetten, hebben aan den
dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring,
hetzij door de werkelijke overbrenging van den zetel
van hun vermogen en de hoofdmiddelen van hun
bestaan naar hier, zonder dat de tijdelijke uit
oefening van eenig bedrijf of handwerk, iri eenige
ondergeschikte betrekking, als zoodanig vooinernen
wordt aangemerkt allen welken zullen woiden in
geschreven in dat register, waartoe zij volgens hun
nen ouderdom behooren
dat van deze inschrijving niemand der hiervoor be
doel Je personen is uitgezonderd, maar dat allen zonder
onderscheid, daarin begrepen zijn, al ware het ook,
da': zij zouden vermeenen, volgens de wet, tot vrij
gestelden of uitgestotenen te behoorenzullende der
halve, allede bovengemelden, daartoe bij dezen opgeroe
pen, moeten verschijnen ten raadhuize der gemeente
op ''rjdag den Jóden Mei of Zaterdag den 10de«
Mei 1896,
op beide dagen van des voormiddags 1Ü tot des
middags 12 ure
teneinde zich te laten inschrijven.
De opgeroepenen zullen verplicht zijn, bij hunne
inschrijving opgave te doen van hunne namen, voor
namen, van de plaats en den tijd hunner ge-
booiie, hunner woonplaats met aanduiding van straat
en nommer, het beroep hunner ouders en dat van
hen zelf, of zij zijn gehuwd, ongehuwd of weduwnaar,
het getal hunner kinderen van beider geslacht, sedert
wanneer zij ingezetenen der gemeente zijn en van
waar zij alhier zijn komen inwonen, en eindelijk
Je redenen, die zij veïmeenen te hebben, om van
den schutterlijken dienst te worden vrijgesteld, of
uitgesloten,
Wordende voorts ieder hunner, buiten deze gemeente
geboren, aangemaand, om zich tijdig van een geboorte
akte te voorzien, en zich alzoo van zijnen oudeidom
te verzekeren, teneinde de inschrijving behooilijk
kilnne geschieden, en om te voorkomen, dat iemand
doo: eene verkeerde opgave van zijnen ouderdom,
vervalt in de straf hj de wet bepaald.
De hierbij belanghebbenden worden mitsdien ge-
waaiscliuwd, om zich van hunne verplichting in dezen
te kwijten vermits uit kracht van art. 9 tier wet en
art. 6 van het konnklijk besluit van 21 Maart 1828,
al degenen, die zich vóór het sluiten der registers,
op den eersten Juni eerstkomende, niet hebben laten
inschrijven, alsnog ambtshalve zullen worden inge
schreven, en dat zij dientengevolge zullen worden
verwezen in eene geldboete, en bovendien zonder
loting bi; Ie schutterij ingelijfd, indien het zal blijken,
dat er, tijdens de verzuimde inschrijving, geene rede
nen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aanzien
bestonden.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den Jsten Mei 1896.
Burgemeester en wethouders van Schiedam
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNÈDE.
Beschrijving voor de Personeele Be
lasting en voor de Belasting op
Bi-dry fs- en andere Inkomsten.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
Gezien de besluiten van den heer Commissaris der
Koningin in de provincie Zuid-Holland van den 18den
Maart en den lfiden April j.l., litt. A. nos. 345 en
438 (3e Afd.) prov bladen nos. 17 en 19, betrek
kelijk de beschrijving voor de personeele belasting
en voor de belasting op bedrijfs- en andere inkom
sten voor het dienstjaar 1896/97.
Doen te weten
1. Dat de beschrijving voor de belasting op bedrijfs-
en andere inkomsten voor het dienstjaar 1896/37
in deze prorincie zal annvangen op Maandag den
hden Mei aanstaandeterwijl de beschrijvingsbil
jetten, ingevolge art. 13 1, tweede zinsnede,
der wet van den 2den October 1893 {staatsblad
no. 149) door of vanwege den ontvanger der
directe belastingen twintig dagen na de uitrei
king zullen worden opgehaald
2. Dat de beschrijving soor de personeele belasting
voor het dienstjaar 1896/97 insgelijks een aanvang
zal nemesop Maandag den 4den Mei aanstaande,
terwijl zij, die op den lSden dier maand geen
biljet mochten ontvangen hebben, cerplicht zuilen
zijn er een ten kantore van den ontvanger der
3.
4.
directe belastingen te doen ajhalen, en aldaar,
behoorlijk ingevuld, terug te bezorgen vóór den
Olsten derzelfde maand; strekkende verder tot
naricht met betrekking tot de berekening van
den aanslag voor de huurwaaide, de deuren en
vensters er de haardsteden, dat de bevolking van
oen.a'ü d?zer Semeente bedraagt een aantal van
JbOiO zielen;
Dat, ingevolge art 29 2 der wet van den
men Maart 1833 {staatsblad no. 4), tot tegen-
schaiters ia deze gemeente zijn benoemd de
heeren JOHANNES MARIE ARNOLDUS ZOET
iirmvJr.l' jl011 ANNUS NICOI.AAS IGNATIUS
JOHANNES FRANCISCUS RO-
VOG™ATEM e" K0IiKEL1S SNEIJDERS DE
Dat bij bezwaarschriften tegen de aanslagen in
a 'Je personeele belasting, ingevolge art. 1 Jet
wet van den 4n April 1870 {staatsblad no. 60)
behoort te worden overgelegd een duplicaat van
het aanslagbiljet, tegen betaling van 5 cents bij
den ontvanger verkrijgbaar gesteld.
Voorts worden de ingezetenen herinnerd aan de
volgende' bepalingen der wet op de bedrijfsbe
lasting
Art. 15 2 Ieder die optreedt als bestuur
der of beha erend vennoot van eene hier te lande
gevestigde vennootschap, onderlinge verzekering-
maatschappij, coöperatieve vereeniging, of van
eene vereeniging of stichting die een bedrijf of
beroep uitoefent, of als boekhouder eener hier te
lande gevestigde reederij, is gehouden, daarvan
schriftelijk binnen éene maand kennis te geven
bij het bestuur der gemeente waar hij woont.
Het gemeentebestuur handelt met deze ken
nisgeving op de wijze, voorgeschreven in de
laatste zinsnede der vorige paragraaf.
Art. 16: Hier te lande wonende beheerende
vennooten van Nederlandsclie vennootschappen en
maatschappen, als bedoeld in art. 6 2, en van de
in art. 1 b bedoelde commanditaire vennoot-
schappen op aandeelen, bestuurders van hier te
lande gevestigde naamlooze vennootschappen,
ooperatieve en andere vereenigingen en onder
linge verzekeringmaatschappijen, als ook boekhou-
-Ois van hier te lande gevestigde reederijen mo
gen niet tot het doen van uitdeelingen of uit
keeringen, waarvoor volgens art. 5 1 en 2
ers art. 6 2 belasting verschuldigd is, over
gaan, alvorens daarvan aangifte gedaan er l
over vroegere uitdeelingen of uitkeeringen ver
schuldigde belasting betaald te hebben.
Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdee
lingen of uitkeeringen niet geschieden, alvorens
dc daarover verschuldigde belasting is voldaan.
Art. 45: Bestuurders van de bij art. 1 J en e
bedoelde naamlooze vennootschappen, coöperatieve
vereenigingen, andere vereenigingen en stichtin
gen, die een bedrijfof beroep uitoefenen,onderlinge
Tzekeringmaatschappijen en sociëteiten, alsook
beheerende vennooten van hier te lande geves
tigde commanditaire vennootschappen opaandee-
en boekhouders van hier te lande gevestigde
reederijen, zijn gehouden, binnen veertien dagen
na de vaststelling van balans of rekening een
zoodanig uittreksel als noodig is tot toelichting
der winst, uitkeeringen of uitdeelingen te doen
toekomen aan den voorzitter der commissie van
aanslag, bedoeld bij art.19 b of g 2, die den
aanslag moet regelen.
Art. 47 5: Hij, die daartoe gehouden, na
laat de verplichtingen na ie komen bedoeld bij
art. 15 1 eerste lid, en art 15 2 eerste lid,
wordt gestraft met eene geldboete van ten
hoogste 25.
Gelijke straf wordt opgelegd in geval van
overtreding van art. 45.
Ait. 47 7 Personen, die van een bewijs
voorzien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en
lie in gebreke 'lijven dit bewijs op aanvrage
aan bevoegde ambtenaren te vertoonen, worden
gestraft met eene geldboete van ten hoogste
25.—
Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het
bevoegd gezag een valschen naam, woonplaats, be-
dtijf of beroep op, of maken zij gebruik van
het aan een ander afgegeven bewijs, dan worden
gestraft met eene geldboete van ten hoogste
ƒ150.—.
5, Dat de ingezetene van het rijk de bevoegdheid
bezitten om zich bij de aanstaande beschrijving,
uitreiking van een beschrijvingsbiljet te ver
zekeren door vóór of op 15 Mei a s. het verzoek
- daartoe schriftelijk te richten tot den ontvanger
dei directe belastingen over hunne woonplaats.
Wordende ten slotte de ingezetenen aandachtig ge
maakt op hunne verplichtingen om in- en ««wonende
dienstboden der eerste, en de in- en ««wonende
dienstmeisjes der vierde klasse, die op 1 Mei 1890
reeds den leeftijd van lójaar zullen hebben bereikt,
ue belasting aan te geven, alsmede op de wijzigingen,
welke door de wet Van den 9n April 1809 {ttaatsblad m.
Vnno wetten hotreffende de personeele belasti.ee
van 1833 en 1843 zijn gebracht, en wel bijzonder op
de volgende artikelen der wet van 1869, te weten:
Art. 5, waarbij is bepaald, dat de belasting niet
is verschuldigd wegens de eenige vrouwelijke be
diende, overigens naar de eerste, derde of vierde
klasse eiastbaar, in dienst van den belastingplich
tige welke geene andere bedienden houdt en vier of
meei eigen of aangehuwde kinderen, kindskinderen
of pupillen bij zich heeft inwonen, die op den
eersten Mei des jaars, waarover de belasting loopt,
jonger dan een en twintig jaar zijn.
Art. houdende bepalingen, dat de eerste twee
paragrafet van art. 27 der bovengenoemde wet
van 1833 worden gelezen als volgt:
Die na den Ion Met een perceel in gebruik neemt
it voor dit perceel de belasting naar de vier eerste
grondslagen voor den tijd des dienstjaars, die dan
nog over is, verschuldigd.
§2. Aan den belastingplichtige, die in den loop des
dienstjaars een perceel verlaat, zonder daarin eenige
roerende goederen of iemand in zijn dienst achter
te laten, wordt ontheffing verleend van zijn aanslag
naar de vier eerste grondslagen voor den tijd des
dienstjaai sdie dan nog over is, indien daarvan
door hern, binnen dei tijd van eene maand, vol
gende op die, waarin hij het perceel verliet, tegen
vijs, schriftelijke aangifte is gedaan ten kantore
an ei^oiitvauger, op een aldaar kosteloos verkrijg
er- ontheffing wordt ook verleend over het drie-
maandehjksche tijdvak, waarin het perceel werd
verlaten, indien de belastingplichtige daarna,
doch m den loop van hetzelfde tijdvak, een ander
perceel, waarvoor hij belastingplichtig is, in ge
bruik neemt. 6
Bij overlijden van den belastingplichtige treden
zijne erfgenamen in dezelfde rechten en verplich-
tingen.
De aangiften, volgens het eerste en derde lid
ingediend, worden ais gewone bezwaarschriften
aangemerkt en behandeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den lsten Mei 1896.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
Be secretaris,
VERNÈDE
VAN DE
TE SCHIEDAM,
OVER DEN TOESTAND VAN
rij verheid, Handel en Scheepvaart,
in het jaar 1895.
Algemeen Overzicht.
Communicatiemiddelen. De com
municatiemiddelen bleven dit jaar in aantal gelijk.
3e vrees evenwel, dat met het einde van dit
jaar, door indirecte verhooging van hel haven
geld, voortspruitende uit de nieuwe meting der
booten van rijkswege, vele dier vaartuigen!
van de aanlegkade aan de Maas gebruik makende
dit voortaan zouden nalaten, heeft zich onmid
dellijk bewaarheid. Het gemeentebestuur heeft