OMemtt naar let TaiersÉap.
A0. 189fj>
Vrijdag 26 Juni.
IN°j 9074.
KENNISGEVING.
Feuilleton.
Jessie's Voogd.
ijft gst© Jaargang.
Verschijnt dagelijks,
U I T (I F V F,
i;4gezonderd Dinsdag,
i;V j. odé.
Buit en I and sell e Hor i dHt e Ti.
•n.
Abonnementsprijs, per kwartaal
Franco per post, door het geheele Rijk
Afzondcilijke nommers
Snriclilfngen wcEkc gevaar, schade ot
hinder kunnen veroorzaken.
f 1.85.
- 2.50.
- 0.10.
B S' ii ï-\ A 4" -It T
j
E lï a T it A A. T 70.
Auvertentieprijs van f10 gewone regels met
inbegrip van eene Courantf 1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt togen tweemaal beiekend.
Burgemeester en wethouders van
Schiedam,
Ge/.ien liet verzoek van A. VAN DIJK om
vergunning tot oprichting vaneen herstel-
plaat* van koper-, blik- en zinkwerk,
in het pand aan de Hoofdstraat no. 163,
kadaster sectie L no. 1248.
Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van den
2den Juni '1875 staatsblad n°. 95)
Doen te weten
Dat voormeld verzoek met de bijlagen
op de secretarie der gemeente is ter visie
gelegd;
dat op Donderdag den Oden Juli a.s.,
des namiddags ten 2 ure, ten raadhuize
gelegenheid zal worden gegeven, om bezwa
ren tegen het toestaan van dat verzoek in te
brengen en die mondeling of schriftelijk toe
te lichtenen
dat gedurende drie dagen voor het tijd
stip hierboven genoemd, op de secretarie der
genis»mte, van de sehriftuicn, die ter zake
mochten zijn ingekomen, kennis kan worden
genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
liet behoort, den 25sten Juni 1896.
jBurgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNÈDE.
Hel «Comité ter verbetering van den rnaat-
schappelijken en recllts-toestand der vrouw"
wil een adres indienen aan II. jM. de Koningin-
Regentes, waarin wordt aangedrongen op zoo
danige wetsveranderingen, dat het onderzoek
naar het vaderschap niet langer verboden is.
.Zooals bekend is, werd zonder eenige geldige
reden dat verbod in onze wetgeving opgeno
men tijdens de Fransche overheersching.
Immoreeler bepaling dan het verbod van
een dergelijk onderzoek kan in geen wet
boek voorkomen. TVant wat i» meer immoreel
dan de verantwoordelijkheid van een gemeen
schappelijke verhouding en daad van zich af
te schuiven? en die alleen te doen dragen
door een vrouw, die door wet noch publieke
opinie wordt verdedigd Toch wordt die
grootste aller immoraliteiten openlijk geleerd
door onze Nederlandsche wetten!
Telkenmale wanneer de couranten mel
ding maken van het gevankelijk wegvoeren
eener ongehuwde moeder, beschuldigd van
kindermoord, en hoe eindeloos vaak komt
dat voor!dan gaat er een rilling van wal
ging en afschuw door ons heen over den man
die dat mogelijk (of noodzakelijkmaakte,
en over de wet die zoo iemand in bescher
ming ueemt. Maar hoe dikwijls hoort men dan
met farizeïsche vroomheid praten over moord
met voorbedachten rade, zoude van overspel en
doodslag, enz....? Alsof de zich verschuilende
vader niet de grootste echuldeiraar en zonJaai
was, zoo'n arme vrouw dwingende tot moord.
O zeker, moord is liet, maar de gevangen
neming en veroordeeling van zulk een vrouw
is een onrecht, omdat de vader van haar
kind de werkelijke schuldige is; immers door
haar aan haar lot over te laten, schopt hij
haar met schande de maatschappij in. en de
druk van die schande en van de wanhoop
over de toekomst brengt haar tot het dooden
van haar kind. En als lij dat kind niet doodt,
omdat zij er te veel van houdt of omdat de
vader van dat kind haar venier wil onder
houden, dan is er ongetwijleld geen wet om
haar te vervolgen, maar dan wordt zij en
met haar wordt dan ook haar kind vervolgd
door de publieke opinie, en dat is gruwelijker
marteling dan een tijd gevangenschap.
Er zijn twee oorzaken, die een dergelijken
toestand mogelijk maken en nog ongetwijfeld
een langen tijd zuilen doen voortduren lo.
do maatschappelijke omstandigheden, 2o. het
lage moialiteitsgevoel van een groot deel der
raenschen.
De maatschappelijke omstandigheden de
stoommachines en de achteruitgang van den
loonstandaard hebben de jonge vrouwen tal-
looze arbeidsplaatsen bezorgd, nog daargelaten
de noodzakelijkheid voor vele meisjes om in
hun eigen onderhoud te voorzien. Maar de
arbeid van een vrouw wordt bijna zonder
uitzondering veel minder betaald dan die van
een man en de overgroote aanvoer van vrou-
wenarbeidskiacht drukt ook dezen lagen loon
standaard nog buitengewoon. Dat bij een
gemis aan huiselijk leven en bij veel hard
werken om den broode de behoefte aan het
leven op straat en pretmaken ontslaat, is
natuurlijk, vooral wanneer men dat van
ouderen leert. En daarin wordt dan bovendien
nog tegemoetgekomen door de iminoreele
begrippen van zoovele jonge mannen.
In dat logo irnmoralitc'.tcgevoel ligt de
eigenlijke hoofdoorzaak van alle kwaad. Het
begrip van verantwoordelijkheid voor zijn
daden bestaat ongeveer niet meer. De jonge
lui meenen een zoogenaamd recht op uit-
buien te hebben, en daarby spelen drank en
vrouwen de hoofdrol. Dat zij daarbij zichzelf
en, wat nog veel erger is, anderen tot slacht
offer hunner vermeende rechten maken, is
bun totaal onverschillig. Zelfs hebben zij den
treuiigen moed, nog te gaan trouwen en
van hun vrouwen te eisehen, dat die zicli
niet beieedigd en ellendig gevoelen onder
hunne lage moraliteitsbegrippen, die zij blij
kens het feit van hun huwelijk en de eisehen
tegenover hun vrouwen allerminst hebben
afgelegd. Maar daarin verandering te bren
gen, is moeilijk. Geen godsdienst is in staat
geweest een dergelijke verimmoraliseering
tegen te houden. En nog klein is het aantal
der jongeren, die zelf hun leven opbouwen
op een hoogmoreelen grondslagmaar toch
zijn er al, en eenmaal zal hun de over
winning zijn, omdat zij strijden voor recht,
waarheid en hoogheid in den men«ch.
Voor dien tijd zal er niet veel veranderd kun
nen worden. Want alleen die veranderingen
in een ïnenseh, een familie, een maatschappij,
een staat kunnen waai de hebben, di" gedra
gen worden door krachtig ontwikkelde ge
dachten en begrippenzonder die is elke
Slandering een in de lucht opgehangen
torendak 1 dus een fictie.
Toch is liet een goed ding, dat men tracht
te komen tot opheffing van het verbod van
onderzoek naar het vaderschap. Daardoor
zullen de vrouwen wel niet beschermd wor
den tegen de lage nioraliteitsbegrippen van
veel mannen. Maar de vrees voor publiciteit
en voor de gevolgen van een dergelijk onder
zoek zal ongetwijfeld goed werken en het
zoogenaamd recht op uitbuien wel inkorten.
Of het bovengenoemde comité zijn doel zal
bereiken, behoeft men eigenlijk niet te over
wegen. Het is bijna zeker, dat het zijn doel
niet bereiken zal, omdat juist bij deregeerende
klassen die verfoeilijke moialiteitsbegrippen
domineeren. En evengoed als iedere verbe
tering op sociaal gebied achterwege blijft, zal
ook deze moreele verbetering achterwege
blijven, zoolang de bestaande overheerschende
partijen aan het bewind zijn.
Dit alleen zal liet comité kunnen bereiken:
dat er opnieuw veel over deze kwestie zal
worden gesproken en daardoor het getal der
moreel beterwillenden zal toenemen. En dat
is in de gegeven omstandigheden al zeer veel.
K t IK n l.| K
De president der republiek, Felix Fan re,
ging gisteren, den dag waarop voor twee
Miss Jessie, die nog steeds op deels luimigen,
deels ernstigen toon met den arts sprak, keerde
zich nu plotseling om en keek haren oom half
droomerig, half streng aan. Dat was dezelfde
blik, die Simon al vroeger, de eerste dagen na
den dood van zijnen broeder, zoo getroffen had.
«Rijden? En waarom?" vroeg zij op eigenaar
dig slependen toon.
»Wel," antwoordde haar oom vrij scherp en
bevelend, «omdat rijden eene gezonde beweging
en oneindig luilzamer is dan alle droppels uit
de apotheek."
«Ik wil niet rijden," zei Miss Jessie, en rilde
een weinig. Doch na eenig zwijgen wendde zij
zich weder tot dokter Stiehlen en vroeg dezen op
eenigszins wantrouwenden, weifelenden toon naar
zijn oordeel.
«Waarom zoudt gij niet willen rijden?" vroeg
de dokter teiug.
«Ik ik heb daar een tegenzin in. Ik heb
een gevoel van afschuw voor rijden sedert mijn
vader op een wandelrit verongelukt is. Ik ben
bang, dat ook mij een ongeluk zal ovei komen
en meen dat ik mij aan de nagedachtenis van
papa bezondig als ik een puartl bestijg."
De aanwezigen stonden versteld over de wijze,
waarop deze woorden werden gesproken. Met
de oogen stijf naar den grond gericht, nu de
woorden langzaam een voor een uitstootende,
dan ze weer snel aaneenrijgende, gaf zij den
indruk van in eige mato door zenuwachtigheid
te worden beheerscht. Haar oom en de aits
bespiedden haar nauwkeurig, de laatste ecliter
met critischen blik. Op vasten, beslisten toon
sprak hij
«Nu gij in deze zaak mijn raad gevraagd
hebt, mejuffrouw, wil ik u ook ten beste raden.
Een wandelrit van niet te langen duur zal op
uw gestel weldadig werken. En hebt gij er ba-
zwaar legen ik zou het een ongegrond voor
oordeel noemen tracht dit dan te overwinnen.
Ook over dergelijke bezwaren moet men leeren
heenstappen."
«Gij raadt mij dus te gaan rijden Ook gij
i hei nam Miss Jessie op angstigen toon.
«Ik laad u het te beproeven, wijl ik geen reden
zie, waarom gij u deze gezonde lichaamsbeweging
zoudt ontzeggen."
Na eenig beraad zeide Miss Jefferson up zeer
beslisten toon
«Alles goed en wel, maar gaan rijden
doe ik niet
Simon Jefferson trok verachtelijk de schouders
op en dacht aan koppigheid. Dokter Strehlan
woelde nadenkend met de vingers in het haar.
Eigenzinnig was Mbs Jessie met, dat wist hij en
hij beschuldigde baar er ook nu niet van.
Ook afkeer van Hugh kon bet niet zijn, wat
haar tot deze besliste weigenng dreef. Zij kon
immers, als zij niet op Hugh's gezelschap gesteld
was, zich laten begeleiden door haar rijknecht
of iemand andois, die haar aangenaam was. Er
moest voor haar besluit eene geheime aanleiding
zijn. Weike, dat was voor hem zoo goed als voor
de andere aanwezigen een geheim.
De dokter vroeg nog naar het een en ander
betrekkelijk bare gezondheid, maar kreeg weinig
anders ten antwoord dan een kort »ja" of «neen".
Eerst toen hij aanstalten maakte om te voltrek
ken, begon zij wat levendiger te worden.
«Gaat gij nu reeds heen vroeg zij en voegde
er langzaam en zachter bij alsof zij in zich
zelve sprak «En ik hoopte nog wel, dat gij ten
eten zoudt blijven En na een korte ptuze
besloot zij met een zucht: «Ik zie u zoo gaarne
hier."
«Een practiseerend geneesheer is nooit meester
van zijn tijd, Miss Jefferson," antwoordde dokter
Strehlan. «Zijn patiénten beschikken otor hem.
Toch wil ik van uwe vriendelijke uitnoodiging