Zondag 12 en Maandag 13 Juli. N°. 9086. Tweede Blad. Feuilleton. Jessie's Voogd. A0. 1896. Vjftigst© Jaargang-, Verschijnt dagel ks, uitgezonderd Dinsdag, UITGEVER J7 ODÉ. Buiten l an dsehe De rich ten. comim. Abonnementsprijs, per kwartaal Franco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke nommers f 1.85. - 2.50. - 0.10. BVKRAC: KOTGRHTBAAT 70. AnvERTENTiEPRiJS: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant. 1.10. Iedere gewone regel meer0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. DUITSCHLAND. De zitting van den Rijksdag is niet formeel gesloten, zij is verdaagd. Dit geschiedde ter wille van een enkel groot wetsontwerp, de wijziging der volgorde in strafprocessen. Vol gens dit ontwerp zal er een tweede instantie zijn voor strafzaken en een schadevergoeding worden betaald aan onschuldig veroordeelden. Om het rapport der commissie over dit wets ontwerp te redden, heeft men de zitting tot 10 November verdaagd in plaats van haar te sluiten. De groote vraag is, of daarna het ontwerp betreffende de militaire rechtspraak, waarvoor de rijkskanselier en de minister van oorlog zich sterk interesseeren, aan den Rijksdag zal worden voorgelegd. Geschiedt dit niet, dan is de positie van rijkskanselier en minister, volgens hun eigen verzekeringen, onhoudbaar. Prins Ludwig van Beieren is door den keizer uitgenoodigd tot deelneming aan de groote manoeuvres in Saksen en zal deze uitnoodi- giug aannemen. De Beiersche minister van eeredienst heeft de districtsbesturen aangeschreven, bij de overweging van verzoeken om nieuwe neder zettingen van Redemptoristen, na te gaan of eene noodzakelijkheid of wenschelijkheid daartoe bestaat, en voorts te letten op de ontwikkeling en de handelingen der tot dusver toegestane nederzettingen. De Eerlijnsche correspondent der N. B. Ot. schrijft van 9 dezer De Japansche gezant alhier, graaf Aoki, heeft zich laten interviewen over het bezoek van Li-Hung-Chang. Allereerst noemde hij het een uit de lucht gegrepen denkbeeld dat Japan, China en Rus land een drievoudig verbond in Oost-Azië zouden willen sluiten. De uitnemende ont vangst aan den Chineeschen onderkoningin Duitschland ten deel gevallen, maakt Japan volstrekt niet ongerust. Li-Hung-Chang kwam als eerste buitengewoon gezant van een groot rijk een eigenhandig schrijven van zijn sou- verein overbrengen aan den Duitschen keizer dat buitengewone eerbewijzen betoond wer den, sprak dus vanzelf. In Japan blijft men vertrouwen stellen in de vriendschappelijke gezindheid, door Duitschland aan dat rijk be wezen men gelooft daar niet aan een plotse- lingen omkeer in Duitschlands staatkundige gedragslijn ten nadeele van Japan, en hecht geen al te groote beteekenis aan de reis van Li-Hung-Chang door Europa. In aansluiting aan hetgeen graaf Aoki heeft verklaard, wordt van Duitsche zijde officieus erkend dat Li-Hung-Chang inderdaad geen volmacht had tot het bluiten van bindende overeenkomsten betreffende een kolenstation, den aanleg van spoorwegen of wat ook. Zijn gansche zending te Berlijn beperkte zich tot het inwinnen van inlichtingen en het polsen van allerlei menschen. F R A N K R IJ K. De Kamer heeft gisteren met 362 tegen 151 stemmen besloten onmiddellijk over te gaan tot de beraadslaging over het wetsont werp waarbij voor het jaar 1897 de vier contributiën worden gehandhaafd evenals in 1896, overeenkomstig de conclusiën van het rapport der commissie, waarin tevens de ver daging wordt gevraagd van het amendement, voorgesteld door Pelletan. Volgens dat amen dement zou van den ln Januari 1897 af de personeele belasting naar de grondslagen meubilair, en deuren en vensters ophouden geïnd te worden voor rekening van den staat. De Kamer nam met 311 tegen 241 stemmen die verdaging aan, en ging daarna over tot de artikelsgewijze behandeling van het wets ontwerp, en heeft, nadat alle artikelen goed gekeurd waren, het ontwerp in zqn geheel aangenomen met 424 tegen 66 stemmen. Bij de Kamer is door de regeering een wetsontwerp ingediend tot hernieuwde vast stelling van het aantal ridders van het Le gioen van Eer. Het aantal ridders bedraagt op het oogenbiik 10,500. Thans zal het maxi mum der verschillende graden der orde vast gesteld worden op 12,000 ridders, 2000 offi cieren, 300 commandeurs en 50 groot-offi cieren. Iedere vermindering van het aantal ridders door sterfgeval, enz. zal aanleiding geven tot een nieuwe benoeming. De tegenwoordige onrustbarende toestand op Madagascar schijnt voornamelijk het ge volg te zijn van een diefstal van wapens uit het arsenaal te Tananarive, die door een prins zou bedreven zijn. Bovendien is er een uit gebreide samenzwering te Manandschari ont dekt. Verscheidene hooggeplaatste inlanders zijn gearresteerd. De Libertè bevat een adres van de Fransche kolonie te Tananarive aan den resident- generaal, waarin zij dezen kennis geeft, en de redenen er voor uiteenzet, van de verzen ding aan de regeering van het volgende telegram»Met het oog op ernstigen toe stand vraagt Fransche kolonie aan resident schap krachtige maatregelen en afdoende be scherming en verwittigt regeering van dezen stap." Volgens het adres ziet de kolonie slechts heil in afkondiging van den staat van beleg. ENGELAND. In het Lagerhuis heeft Curzon gisteren medegedeeld dat de regeering geenerlei be richt ontvangen heeft, dat Frankrijk voorstelt Kreta te bezetten, er bijvoegend het volkomen onwaarschijnlijk te achten. Volgens verklaring van Chamberlain is liet gerucht dat troepen, op weg naar Beira, opgehouden zouden zijn te Durban, ongegrond. Er blijft, deelde Chamberlain voorts mede, nu nog met het Lagerhuis te beslissen welke afgevaardigden de commissie van enquête voor de Chartered Company zouden moeten vor men. Ingeval een der ministers lid van die commissie wenscht te zijn, zal hij niet als zoodanig deze beheerschen. Wat mij persoon lijk aangaat, zeide Chamberlain, ik zou blijde zijn als ik geen werk extra meer kreeg en dus geen lid van de commissie werdmaar over hare samenstelling kan eerst eene be slissing worden genomen als het proces tegen Jameson afgeloopen is. Het Hoogerhuis heeft bij derde lezing het wetsontwerp, waarbij het huwelijk van den weduwnaar met de zuster zijner overleden vrouw toegestaan wordt, aangenomen met 142 tegen 104 stemmen. Sir William Harcourt heeft geweigerd deel uit te maken van de commissie van onderzoek naar de handelingen der Chaptered Company. De Londensche Economist merkt op, dat het moeilgk te bewijzen zou zijn, dat de Chartered Company nuttig is voor het rijk. Men beweert, dat de Company Rhodesia voor de beschaving heeft geopend, maar de blanke kolonist verkeert er thans in misschien nog ongunstiger positie dan in de tijden van koning Lobenguia. Wat de Chartered heeft tot stand gebracht, had de Engelsche regee- 15. Bob stevende weer de wereldstad in en be reikte na Tij wat zoeken en vragen gelukkig ook Lincoln's-inn, waar hij, schoon reeds met vrij wat minder hoop op welslagen, aan den eerwaardigen Mr. James Finding zijne zaak ken baar maakte. «Daar heb ik niets mee te maken," was het antwoord van den ordeüevenden Mr. Finding. «Het contract is door bet kantongerecht be krachtigd. Ik raad u, u daar te vervoegen." En ook daarheen begaf zich Bob. Men zond er hem van den bok op den ezel. Wel tienmaal zeide de goede man zijn les op, die hij al van buiten kende, en tienmaal ontving hij van den betrokken ambtenaar ten antwoord, dat deze van de zaak niets afwist en hij zich tot eene andere, die hem met name genoemd werd, moest wenden. Eindelijk erbarmde zich een der beeren over hem en gaf hem een goeden raad. «Waarom, mijn goede man, vervoegt gij u niet bij den voogd, bij Mr. Jefferson zelf? Wij kunnen niets voor u doen, dan met medeweten en op last van den voogd." En Bob begon zijn rondreis opnieuw. Kon hij anders Zijne goede, oude moeder zat te Tew kesbury en verwachtte, dat haar zoon eene goe de boodschap uit Londen zou medebrengen. Zou h' thuis komen en haar zeggen«Men heeft mij van Pontius naar Pilatus gezonden en niemand heeft mij willen helpen Zou bij met dit bericht het goede mensch het hart breken, hear, die op de hoeve bard had gewerkt en er oud geworden was, die haar nu zou moeten verlaten, zonder te weten waarheen Geduldig wandelde Bob dus weder van het Strand naar Lincoln's-inn, van Lincoln's-inn naar Old Bayley en vandaar weder naar het Strand, Verwenschingen smoorde hij, tranen onderdrukte hij. Vier dagen achtereen zwierf hij op die wij ze in Londen rond. Vijf-of-zesmaal was hij in Lincoln's-inn geweest. Tapperday zag, dat hij er telkens moedeloozer, treuriger, hopeloozer en ver- wezener uitzag. De laatste maal sloeg hij met de vuist op zijn lessenaar, waar nu echter geen vlieg te bespeuren was, en zeide «Bob, dit gaat niet. Er moet iets anders op gevonden worden." «En wat wil je dan, Will Weet je er wat beters op «Alles is beter dan dit. Kom maar mee. Wij willen nog eens met Finding praten als twee ffinke, wakkere jongens uit Tewkesbury." Bob stelde zich niets van dien stap voor, maar volgde niettemin zijn vriend, die hem dap per voorging naar het bureau van den chef. De advocaat keek juist in den spiegel om zijn das, die scheef zat, terecht te schuiven. Hij hield nu eenmaal niet van scheef. Toen hij bei de mannen in den spiegel zag, glimlachte bij even, maar zette fluks weer een effen, ernstig gezicht en draaide zich om. «Mr. Finding," begon Will stouten vrijpostig, «gij weet, dat wij beiden uit Tewkesbury van daan zijn." «Zeker weet ik dat, Mr. Tapperday." «Ge weet ook, dat men in Tewkesbury wel zoo goed als in Londen het gefluit van den goudvink hoort." «Dat cal wel. In Londen komen weinig of geen goudvinken voor, en die men er heeft fluiten niet." «Juist, Sir. Ge weet wat ik meen." «Als gij wat te zeggen hebt, Mr. Tapperday, moet ik u verzoeken u wat duidelijker uit te drukken,," sprak Mr. Finding. «Ik zie echter, dat ge weer erg opgewonden zijt. Ik wed, dat gij van plan zijt weer eene dwaasheid uit te halen." «En ik wii wedden, Sir, dat mijn vriend Bob weer pachter te Tewkesbury wordt, of miss Jessie zal nooit met haar neef Hugh trouwen." Een oogenbiik stond de man van orde en wet verbluft. Toen plooide hij zijn gezicht tot een glimlach, alsof hem een geestigheid was ge zegd. «Inderdaad, Mr. Tapperday," sprak hij lachen de, «dat is de vreemdste weddenschap, waar ik oeit van geboord beb. Ik zou bang wezen, dat gij haar verliest."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 5