A0. 1896.
Zaterdag 25 Juli.
N°. 9095.
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
~REN JN I8GËVÏN G.
Feuilleton.
Jessie's Voogd.
Vijftigste J aargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
UITGEVER: J." ODÉ.
Wijziging der oproeping in activiteit
van miliciens-verlofgangers.
Buitenlaiidsche Berichten.
SGHIE
COURANT.
Abonnementsprijs, per kwartaal
franco per post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
f 1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BEUK /I (I KVTKRÜTRUT ?0.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels me
inbegrip van eene Courantj 1.10.
Iedere gewone regel meer0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kannen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders van
Schiedam,
Gezien het verzoek van A. MEIJER, om
vergunning tot oprichting van een schlet-
Inrichting op den open grond achter het
gebouw nMusis Sacrum" aan de Lange
JIaven no. 115, kadaster sectie C no. 622.
Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van den
■2den Juni 1875 (staatsblad n". 95);
Doen te weten:
Dat voormeld verzoek met de bijlagen
op de secretarie der gemeente is ter visie
gelegd;
dat op Donderdag den 6den Augustus
a.s., des namiddags ten 2 ure, ten raadhuize
gelegenheid zal worden gegeven, om bezwa
ren egen het toestaan van dat verzoek in te
brengen en die mondeling of schriftelijk toe
te lichten; en
dat gedurende drie dagen vóór het tijd
stip hierboven genoemd, op de secretarie der
gemeente, van de schrifturen, die ter zake
ochten zijn ingekomen, kennis kan worden
genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
5iet behoort, den 23sten Jul 1896.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNÈDE.
richting van een herstelplaats van
koper-, blik- en zinkwerk, in het pand
aan de Hoofdstraat no. 163, kadaster sectie
L no. 1248.
Schiedam, den 23sten Juli 1896.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
Be secretaris,
VERNÈDE.
Kleinhandel In sterken drank.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
EN
WETHOUDERS VAN
Burgemeester
Schiedam,
Gelet op art. 8 der wet van den 2den Juni
■4875 Staatsblad no. 95);
Geven kennis aan de ingezetenen dat op
heden aan A. VAN DIJK en zyne rechtver
krijgenden vergunning verleend is tot op-
Burgemeester en wethouders van Schiedam
brengen, ingevolge art. 5 der wet tot regeling
van den kleinhandel in sterken drank en tot
beteugeling van openbare dronkenschap,
(staatsblad n°. 118 van 1885), ter openbare
kennis, dat bij hen een verzoekschrift is
ingekomen van A. HOEFMAN, huisvrouw
van W. J. VAN OOIJEN, om vergunning
tot verkoop van sterken drank in het klein
voor het huis aau de Westvest no. 29, alhier.
Schiedam, den 23sten Juli 1896.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNÈDE.
De burgemeester van Schiedam;
Gelet op de circulaires van den heer Commissaris
der Koningin in de provincie Zuid-Holland, van 21
April 1896, A, no. 1045 (2e afd.), van 30 April
1896, A, no. 1150 (-2e afd) en 11 dezer, A, no.
1828 (2e afd.), Provinciale bladen uos. 21, 24 en
38 an dit jaar
Brengt bij dezen ter kennis van de belang
hebbenden, dat de heer Minister van Oorlog
heeft goedgevonden, den datum van opkomst
onder de wapenen voor herhalings-oefeningen
bij het 3de en het 6de Regiment Infan
terie en de 3de Compagnie Hospitaal
soldaten nader vast te stellen op den 17n
Augustus 1806.
En dat, na deze openbare kennisgeving, ieder
milicien hierin betrokken, geacht wordt van zijne
rerplichting kennis te dragen, waardoor hij gehouden
is, zonder verdere oproeping, aan de voorschreven
opkomst te voldoen en derhalve later geen onwetend
heid ten deze zal kunnen voorwenden.
Schiedam, den 24sten Juli 1896.
De burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
ENGELAND.
De beraadslaging in het Lagerhuis over het
Iersche landwet-ontwerp vordert niet alleen
zeer langzaam, maar heeft ook aan de regee
ring eene nederlaag bezorgd. Op art. 24 werd
n.l. een amendement van den antiparnellist
Esmonde, dat door den minister voor Ierland,
Gerald Balfour, bestreden was, aangenomen
met 99 tegen 86 stemmen. Deze uitslag werd
met het ironisch geroep saftredenbegioet,
maar de eerste lord der schatkist, Arthur
Balfour verklaarde dat de regeering het
gansche artikel terugnam, zich voorbehoudend
daarop later terug te komen. Kennelijk heeft
de oppositie van de slechte opkomst gebruik
gemaakt om de regeering te overrompelen.
Bij het Lagerhuis is door een aantal wieliij-
ders het verzoek ingediend om invoering eener
rijwielbelasting. Oppervlakkig beschouwd
klinkt dit verzoek al zeer zonderling, maar
adressanten zjjn uitgegaan van het idee dat
in Frankrijk de wielrijders voor hunne belas
ting van 10 francs 's jaars bijzondere wegen
hebben en beschermd worden tegen diefstal,
terwjjl in Engeland elk gestolen rijwiel
onherroepelijk verloren is, daar het geen offi
cieel ingeschreven volgnummer draagt, waar
door de politie terstond in staat zou z\jn
gestolen wielen te herkennen.
In het Hoogerhuis antwoordde lord Salis
bury op een interpellatie, dat hij op het
oogenblik niet wist of het ministerie van
buitenlandsche zaken een officieel rapport
heeft ontvangen over de vermoording van een
vierhonderdtal christenen bij Kharput en
over de jongste onlusten te Van (in Armenië).
Spreker protesteerde tegen het streven om
dergelijke gruwelen zooveel mogelijk bekend
te maken en daarop de aandacht le vestigen.
De bespreking wekt, verklaarde hij, op de
plaats der gruwelen de hartstochten der
teugellooze bevolking op en zet kwaad bloed
tusschen christenen en Mohammedanen.
De behandeling der zaak Jameson c. s.
is Woensdag voor het speciale gerechtshof
te Londen voortgezet.
Kolonel La we legde getuigenis af betref
fende den rang der beklaagden. De heer Drum
mond Hay, vroeger sergeant bij de politie
macht van Bechuanaland, verhaalde de
pogingen van Coventry en Grey, om alle ont
slagen manschappen der politie van Bechua
naland over te halen in dienst der Chartered
Company te treden. De manschappen ge
loofden, dat zij bestemd waren om tegen een
inlandschen stam op te rukken, tot den 29n
December, toen Grey hun mededeelde, dat
zij naar Johannesburg zouden gaan, niet op
last der Koningin, maar om te vechten voor
de overmacht der Engelsche vlag in Zuid-
Afrika.
De heer Smith, eveneens vroeger in dienst
der politietroepen van Bechuanaland, ver
haalde de voorlezing van den uitnoodigings-
brief uit Johannesburg door Jameson, in het
kamp van Pitsani. Jameson deelde aan de
manschappen mede, dat zij oprukten om de
Engelsche vrouwen en kinderen te bescher
men en dat geen leed zou berokkend worden
aan de bevolking van Johannesburg.
Twee andere getuigen verklaarden, dat dr.
17.
Eer hij nog een antwoord op die vraag had
kunnen vinden, trad Simon Jefferson binnen,
als altijd met een welwillender), vroolijken glim
lach op het gelaat, die echter aan zijne waar
digheid niets te kort deed.
«Maar mijn beste Finding, waarom neemt gij
nw gemak niet 7 Waarmede kan ik u nu van
dienst zijn? Ik ben thans geheel tot uwe be
schikking."
»Ik wil van uw tijd niet meer dan volstrekt
noodig is in beslag nemen, waarde Sir," zei
de advocaat droogjes. ïlk zal het kort maken,
aoo kort mogelijk, 'tls zeker uwe bedoeling,
Mr. Jefferson, om ter gelegenheid van deze uwe
soirée de verloving bekend te maken van uw
zoon met uwe nicht Jessie, niet waar
Die vraag was kort en duidelijk en werd op
een toon gedaan, alsof de vrager slechts de be
vestiging verlangde van eene bij hem vaststaan
de overtuiging.
sWaaruit maakt gij dat op, Mr. Finding?"
vroeg Simon terug, als om een bepaald ant
woord te ontwijken.
»Ik heb er mijne goede gronden voor, mijn
waarde Sir. Doch voor ik die noem zou ik wel
een antwoord willen op mijne vraag."
Simon wist, dat met Mr. Finding niet viel te
spotten. Achter die gladde, regelmatige en stijve
trekken, dit wist hij, verborg zich een helder,
scherp oordeel. Hij zag geen kans meer aan de
gestelde vraag te ontkomen en antwoordde
ronduit
sGij kent Hugh, mijn waarde. Hij is in
zekeren, hier in het bijzonder geldenden zin
een stijf, onbeholpen mensch, die misschien eerst
na ;aar en dag het rechte woord zou vinden,
dat in deze zaak den doorslag moet geven. Gij
weet ook, mijn beste Finding, dat ik, of laat ik
liever zeggen, dat wij zoo lang niet kunnen
wachten. Het kan u niet verwonderen, dat ik
besloten heb het mijne te doen om de zaak wat
te bespoedigen."
bWel neen, ik voorzag dit reeds en acht
het noodig. Het doel van mijn vraag was dan
eigenlijk ook om te weten te komen of gij zeker
weet, dat uwe nicht ja zal zeggen."
sWat noemt gij zeker weten Zeker is niets,
de toekomst allerminst. Wij willen het onze
doen om die zekerheid te verkrijgen in mijn en
ook in uw belang."
»Dit laatste is nog de vraag. Dat uw belang
er bij gemoeid is, wil ik gaarne aannemen, Mr.
Jefferson."
»Hoe bedoelt gij dat 7"
tik bedoel, dat gij op deze wijze beheerder
wordt over een aanzienlijk vermogen dat mijn
heer uw zoon als directeur van de compagnie
van reeders een prachtig inkomen verkrijgt
dat gij door dit alles een man van zaken zult
worden, van wien ik niet weet of hij nog ge
negen tal zijn op ons contract in te gaan."
»Aha, is het dat, Mr. Finding 1"
*Dat is het, Mr. Simon Jefferson. De actiën,
mij bij contract verzekerd, zijn tot heden nog
niet geleverd. Waarom niet 1"
tOmdat ik ze nog niet heb, Mr. Finding."
»Dan hadt gij u ook niet moeten verbinden
om ze te leveren."
»Doch gij zult toch beseffen, dat wij over
deze zaak veel beter kunnen spreken, als het
huwelijk van Hugh eerst een voldongen feit ge
worden is. Dan verkoopt Hugh u, als rechtma
tig eigenaar, datgene waarop gij volgens contract
recht hebt, terwijl wij nu op allerlei wettelijke
formaliteiten zouden stuiten."
Simon Jefferson meende iets gezegd te hebben,
waartegen weinig viel in te brengen, en zweeg,
voldaan over zijne eigen wijsheid. Finding ech
ter bleef hem ernstig en stijf in de oogen zien,
zoodat hij zich wel weer op eene tegenwerping
moest voorbereiden.
aDaar kunt gij het zeer goed buiten stellen,
Mr. Jefferson," klonk het hard en bitter teiug.