Biinienlamlsche Be rich teil.
zitting van den "Volksraad van den Oranje-
Vrijstaat geopend vordert, ter behandeling
van maatregelen tegen de veepest, en van
andere kwestiën: de spoorwegzaak, het tol
verbond, het wapenen van de burgers, enz.
CHINA.
De Sast Asiatic Corr. verneemt, dat het
voorstel van Li Hung Chang, tot vermeerde
ring der invoerrechten in China, door alle
mogendheden goed is opgenomen, op voor
waarde, dat de handel met het binnenland
zou worden vergemakkelijkt. Lord Salisbury
verlangde, dat China verkeerswegen zou aan
leggen, opdat nieuwe streken voor den handel
zouden worden geopend. In het bijzonder
beval de Britsche premier den aanleg van
een aantal- spoorlijnen aan, waarvoor belang
rijk lager tarieven zouden worden ingesteld.
Over de Liktn-kwestie (de belasting van
opium) is niet gesproken, daar deze belasting
vanzelf ophoudt zoodra de spoorwegen zijn
gebouwd en dan asieen aan de eerste en de
laatste stations rechten zullen worden geheven.
r.-Tal' sa? i
EERSTE KAMER i)LR STATEN-GENERAAL.
Zitting van 17 September,
Aan de orde is het ontwerp-adres van ant
woord op de troonrede, luidende
v Mevrouwt
nDe Eerste Kamer der Staten-Generaal
waardeert dankbaar het voorrecht, dat Uwe
Majesteit dezittingder Staten Generaal weder
om heeft mogen openen.
sWas het oris aangenaam te vernemen,
dal de toestand van land en volk in menig
opzicht aanleiding geeft tot voldoening en dat
in onderscheidene takken van nijverheid
vooruitgang merkbaar is, met leedwezen
namen wij kennis van de mededeeling, dat
in dc uitkomsten van het landbouwbedrijf
nog geen verandering ten goede is gekomen.
»Met belangstelling vernamen wij, dat de
economische toestand onzer bezittingen in
Oost- en West-Indië over het geheel gunstig
kan worden genoemd.
»Met. U w e Majesteit brengt de Eerste Kamer
hulde aan de voortvarendheid en den moed
van het Nederlandsch-Indische leger, door de
zeemacht krachtig bijgestaan. Ook zij her
denkt met weemoed de offers, die in Atjeh
moesten worden gebracht om de afvallige
hoofden de macht onzer wapenen te doen ge-
voelen.
Wij hopen de taak, die ons wacht, met
ijver en toewijding te volbrengen, in het ver
trouwen, dat onze werkzaamheden onder God;
zegen mogen strekken tot welzijn van Neder
land en Oranje."
Over de algemeene strekking wordt geen
discussie gevoerd.
Bij de paragraaf, betreffende Atjeh, herhaalt
de heer Geerisema, zich aansluitende bij de
hulde in de Troonrede aan onze strijdmachten
in Jndië gebracht, zijn vraag den lOn Juli
tot den minister van koloniën gericht, n.l.
wat het doel is van het tegenwoordig streven
in Atjeh Het antwoord van den minister,
dat bit betwijfelt of de te volgen gedragslijn
reeds in Buitenzorg was vastgesteld, gal vol
gens spr. aanleiding tot misverstand, en liet
hem in 't onzekere. Spr. wees den minister
op diens groote verantwoordelijkheid.
De minister deelde mede dat hij eenige
dagen geleden bericht had ontvangen van den
gouv.-generaal, dat hij den '19n September
naar Nederland zal verzenden voorstellen ten
aanzien van hetgeen verder volgens de in
zichten van de lnd. regeering op Atjeh zal
moeten worden gedaan.
De minister is zich ten volle van zijne ver
antwoordelijkheid bewust. Vrees voor gemis
aan overleg tusschen hem en den gouv.-gen.
behoeft evenmin te bestaan. Bij wijziging dei-
gedragslijn in Atjeh, kan tp werk worden
gegaan als in '7-4 en '84 bij de invoering der
concentratie.
De heer Fransen van de Putte verklaarde
in dezen enkel met den minister van koloniën
te maken te hebben. Bij bet aandeel dat hij
in de Atjeh-zaken had, onderwerpt hij een
advies aan de geheele regeering en aan de
Kamer, met vooropstelling van de verklaring,
dat hij nog altijd de verantwoordelijkheid
voor de oorlogsverklaring van Atjeh wenscht
te dragen, zonder een oogenblik daarvoor
terug te deinzen. Uitvoerig gaat hij de Atjeh-
geschredenis na. Spr. vernam gaarne de ver
zekering dat geen vestiging buiten de gecon
centreerde linie zal plaats hebben.
Nog niet recht duidelijk is voor spr. het
afbreken der zending van generaal Vetter,
en evenmin dat de regeeringscommissaris niet
heeft afgewacht de komst van den nieuvv-
aangewezen gouverneur, Spr. wees er voorts
op dat de stemming der bevolking volgens
generaal Vetter gunstig was, en dat er tus
schen dezen opperofficier en den gouverneur-
generaal overeenstemming was omtrent het
buitensluiten van elk agressief optreden.
Hij vraagt waarom dan agressief optreden
in ons belang zijn zou
Ten duidelijkste was volgens spr. tusschen
28 Maart en 7 April gebleken dat de Atjeher
geen offensieve kracht heeft.
Sprekers slotsom is dat alles er op wijst
dat geen agressieve politiek moet worden
gevolgd.
De minister van koloniën beantwoordde-
nader den heer Fransen van de Putte. Hij
constateerde dat de geschiedenis van Atjeh
bovenal leert dat verbonden met Aijehhoofden
niet mogelijk zijn. Geen tijdperk in den
Atjelr-oorlog is aan te wijzen, waarin de
vijand ons meer vreeede dan thans. Hij hoopt
dat dit lang zal duren, en dat kan, als wij
houden wat wij hebben en niet te gauw-in-
siapen op het behaald succes. Concentratie
blijft gewenscht, maar we zullen soms wel
verplicht zijn ons niet enkel te bepalen tot
defensie om zoodoende de rustige bevolking
te versterken.
De heer Pijnacker Hordijk verklaarde dat
bij, als gouverneur-generaal toestaande een
verbond te sluiten met Toekoe-Oernar, dit
deed op advies van den Raad van lndië,
waarin de heer Bergsma zitting had. Hij is
overtuigd dat agressie op den duur niet leiden
kan tot het doel en is juist daarom niet tegen
de voortzetting der tegenwoordige politiek.
Na repliek van den heer Fransen van de
Putte is het debat gesloten en het adres
aangenomen. Het zal de Regentes door den
voorzitter worden aangeboden.
De Kamer is hierna uiteengegaan.
TWEEDE KAMERDËR STATEN-GENERAAL.
Zitting van 17 September.
De tijdelijke voorzitter, de heer Donner,
heeft het voorzitterschap aan den heer Gleich-
man overgedragen met eene korte rede, waarin
hij den nieuwbenoemde hulde bracht en de
hoop uitsprak, dat deze getuige moge zijn
van al zulke beraadslagingen en besluiten,
als kunnen strekken ter eer van God en tot
nauwere samenstrenging van den band tus
schen het Volk en het dierbaar Oranjestam
huis, «r.
De heer Gleichman aanvaardde het voorzit
terschap en wees op den bijzonderen aard
der nieuwgeopemle zitting, met het oog op
de vervanging der Kamer door eene nieuwe.
Maar intusschen behoett de Kamer niet stil
te zitten en kan menige gewichtige en drin
gend noodige maatregel worden behandeld.
Met opgewektheid moeten wij blijven arbei
den. Tot het laatste toe behooren allen, van
welke richting ook, zich doordrongen te too-
nen van de verplichtingen jegens het Neder-
landsche volk en onze beminde Koningin.
Na mededeeling van ingekomen ontwerpen
is de Kamer tot halfvier gescheiden.
Tegen Dinsdag 11 uur is het adres van
antwoord op de troonrede aan de orde ge
steld. Na liet adresdebat zal het sectie-onder
zoek plaats hebben van de Indische begroo
ting, den suiker-accijns en de invoering van
liet nieuwe personeel.
Daarna heeft de minister van financiën de
staatsbegrooting aangeboden.
SCHIEDAM, 18 September 1S9G.
Nadat dezer dagen door eene commissie
uit de Vereeniging van Gisthandelaren alhier
eene nadere onderhandeling met den heer
D. C.' Mackenzie te Londen had plaats gehad,
betreffende diens systeem van gistbereiding,
waardoor meerdere opbrengst van uitstekende
en duurzame gist zou worden verkregen
waarvan wij in ons nummer van 16 Juli j.I.
uitvoerig mededeeling hebben gedaan en
zij er in geslaagd was haar voorstel om zijn;
conditiën tot de helft te verminderen, door
den heer Mackenzie te doen aannemen, werd
het contract geteekend en dientengevolge
Woensdagavond in sMusis Sacrum" eene
vergadering gehouden van de contractanten.
Deze vergadering, belegd om ter voldoening aan
art. 9 van de overeenkomst eene commissie
van arbitrage te benoemen, koos daarvoor
de heeren W. A. J. Wittkampf, C. J.Wou-
terlood en J. van der Velden, die zich de
benoeming lieten welgevallen. De heer Mac
kenzie, die de vergadering bijwoonde, ver
klaarde met de samenstelling der commissie
genoegen te nemen.
De heer Mackenzie zal nu volgens art. 1
op eigen kosten en risico binnen vier maan
den na de ovreenkomst zijn procédé proef
ondervindelijk aantoonen in een der Schie-
damsche branderijen.
Woensdagavond is de 7-jarige Maarten
Moerman spelende op den Overschiescben
weg, nabij de spoorbrug, in de Schie ge
vallen. De knaap werd gered door J. Hiben-
der, wonende in het Broersveld alhier, die zich
gekleed te water begaf.
De 5-jarige Jan van Leeuwen die gister
avond le 6 uur spelende in de Schie nabij de
spoorbrug was geraakt, is gered door den
politieagent D. N. G. Babermeel, die het
knaapje bij een hand gre°p en zoo op het
droge bracht.
Hedenmorgen heeft P. van Poppering, gist-
zifter in de branderij van de heeren Gebrs.
Nieuvvhof, zijn linkervoet hevig gebrand,
doordien hij bij ongeluk een emmer kokend
water die op de stelling stond omstiet. Hij
werd per rijtuig naar zijn woning vervoerd.
Hedenmorgen heeft een jongen, werkzaam
in het gistpakhuis van de (Irma Van der
Brugge Van der Vlies, aan de Korte Haven
alhier, door eigen onvoorzichtigheid zich den
voorsten vinger van de linkerhand afgeklemd
aan de gistpakmachine.
Nu ook in onze gasfabriek het vraagstuk
van een arbeidsduur en vooral van Zondags
rust aan de orde is, achten wij onderstaand
artikel van 't Sociaal Weekblad de overname
dubbel waard.
Arbeidsregeling; In een gasfabriek.
E°rst dezer dagen kreeg ik toevallig in handen
de aflevering van het vakblad Hel Gas van
April 1895, houdend mededeelingen van den
directeur der gemeentelijke gasfabriek te Zutphen,
den heer H. R. de Breuk, over de kort te voren
aldaar ingevoerde regeling van den arbeid van
stokers en machinisten. Een regeling, waarvan
kennis verdient te worden genomen in ruimeren
kring.
Reeds vroeger had de totdusver gevolgde
regeling van dien arbeid eenige wijziging onder
gaan inzóover, als met behoud van het stelsel
van 12 uren verblijvens in de fabriek voor
elke dag- of nachtploeg de Zondagsarbeid,
die in verband met het wisselen der ploegen
noodzakelijk de gewone maat moest overschrijden,
van 24 tot ten hoogste 18 uren werd terugge
bracht, en de mogelijkheid werd geboren om
althans des zomers iederen Zondag aan enkele
stokers vrijaf te geven.
Doch dit stelsel voldeed den heer Da Breuk
niet. Aan den eenen kant hleef hij Zondagsrust
vastmaken aan het gasverbruik, dat de grenzen
aanwees, waaruisschen hij den (bovenaange-
duiden) maatregel kon nemen". Aan den anderen
kant jachtte hij 12 uren achtereenvolgens in de
stokerij voor dergelijk werk te lang".
Nu werd in het najaar van 1894 door eenige
stokers een kleine vermeerdering van loon aan
gevraagd. Dit scheen de heer De Breuk een
passende gelegenheid om vermindering van werk
tijd te verkrijgen. Hij ging aan het ramen der
kosten van een meer-ingrijpende verandering.
Als grondslag voor die raming nam hij aan, dat
de stokers en machinisten, die als zoodanig winter
en zomer werkzaam waren, hun weekloon be
houden moesten, terwijl het loon per uur van
de. losse stokers (dat zijn dezulken, die, naar
gelang van de behoefte, in het najaar opgezet
en in het voorjaar weder afgedankt worden) ten
minste even hoog moest zijn als dat, voor am
bachtslieden in de gemeente-bestekken te Zotphen
bepaald 2). En na overlegging zijner berekening
Werd hern machtiging verleend om, met ingang
van 1 Apil 1895, het nieuwe stelsel in te voeren.
Het stelsel namelijk van een arbeidsduur van
aciit uren op de gewone werkdagen, afgezien
1) «Verblijvens in de fabriek", zeg ik; niet »ar-
beidens". Want de stokers hebben telkens, nadat
de ovens geladen zijn, eenigen tijd rust, die buiten
de stokerij wordt doorgebracht. Daartegenover staat
echter, dat het werk zelf zeer zwaar is en verricht
wordt onder ongunstige omstandigheden.
2) Gedoeld wordt hierop het minimum-loon, voor
geschreven in bestekken voor werken, die vanwege
de gemeente Zutphen worden aanbesteed.
van het bepaalde voor den Zondag; natuurlijk
dus met drie plo6gen, welke des winters bestaan
uit zes stokers en oen machinist.
De wisseling dier ploegen werd geregeld in
dezer voege, dat zij plaats had 's ochtends 6 uur,
's namiddags 2 uur en 's avonds 10 uur zoodat
al de ploegen hun middagmaal thuis gebruiken
konden. Hei werd een arbeidsweek van gemid
deld 50 uren 1), waarvan, voorzoover het werken
op Zondag moest gehandhaafd worden, in dat
etmaal ten hoogste 12, en overigens eiken dag
of nacht 8 uren.
Laat mij ten opzichte van den Zondagsarbeid'
nog het navolgende hierbij voegen. Vergis ik
niet, dan valt het euvel van dien erbeid in gas
fabrieken slechts op twee wijzen weg te nemen
of in belangrijke mate te verminderen 2). Weg
genomen kan het worden, door de capaciteit
der gasketels, enz. zeer aanmerkelijk te ver-
grootenin belangrijke mate te verminderen
valt het overigens alléén door het te-werk-ste!len
van drie ploegen, met het daaruit voortvloeiende
acht-uren-steisel. Tegen het eerste schijnt wel
iswaar geen overwegend technisch bezwair te
bestaan maar het eischt een kapitaal-uitgave,-
die er in hakt. Blijft het in de tweede plaats
bedoelde. En dat daarmede in zake Zondagsrust,
zoo niet alle», dan toch veel te' bei eiken valt,
blijkt uit hetgeen thans te Zutphen verkregen is.
Om dit duidelijk te maken, geef ik hier een-
overzicht van drie weken voor éen der ploegen,
hetwelk volgens vasten rooster ook voor de an
dere geldt.
Eerste week. De ploeg komt Zaterdagnamiddag
2 uur op, om te werken tot 's avonds 10 uur.
Zij is dan vrij tot Zondagavond 6 uur. Dus 20
uren zonder werk.
Tweede week. Opkomst Zaterdagavond 10 uur,
met aibeid tot Zondagochtend 6 uur. Hervatting
van het werk Maandagmorgen 6 uur. Dus 24
uren vrij.
Uerde week. Vrij van Zaterdagnamiddag 2 uur
tot Zondagochtend 6 uur, waarop volgt 12 uren
arheidens tot 's avonds 6 uur.
Derhalve van elke drie weken tweemaal het
grootste gedeelte van den Zondag vrij, met een
onmiddellijk daaraan vnorafgaanden arbeidsduur
van slecbts acht uren de derde week weliswaar
op Zondag twaalf uren van 6 tot 6, maar dan
ook 's Zaterdags te voren vrij te 2 uren 3).
Toen de heer De Breuk destijds zijn vorenbe
doelde mededeelingen deed, schreef hij jDe
stokers zijn natuurlijk met deze regeling zeer
ingenomen, en daar allen een stukje grond hebben
dat zij bebouwen (het geldt Zutphen, niet een
groote stad), is er reden om te verwachten, dat
zij den tijd, die nu voor hen overblijft, daaraan,
en dus nuttig, zullen besteden."
Dat was intusschen slechts een verwachting,
gelijk ten opzichte van de gansche werking der
regeling de ervaring uitspraak moest doen. An
deren zullen wel even belangstellend zijn als ik
het was, om te vernemen, hoe die in de verstre
ken anderhalf jaar tijds is geweest. Daarom laat
ik nog volgen, wat de heer De Breuk dienaan
gaande mij heeft gemeld.
Eenerzijds verwondert het mij waarlijk niet,
jilat de werklieden met de regeling ingenomen
blijven, en dat bezwaren hunnerzijds niet ge
opperd zijn". De schaduwzijde van het acht-uren-
steisel, dat daarmede meestal het sterk-inkrira-
pen van rusttijden gepaard gaat, behoeft zich
hier niet te vertonnen, aangezien de aard van
het werk afwisseling van inspanning en rust
medebrengt.
Anderzijds zal het een ieder verheugen, dat de
heer De Breuk met betrekking tot don gang van
het bedrijf berichten kon sMijn oordeel is be
slist gunstig. Nadeelen kunnen wij niet consta-
teeren. Integendeel, de tijdstippen van laden der
ovens kunnen meer gelijkmatig over het etmaal
verdeeld worden, omdat de middag- en midder
nacht-schafttijden korter kunnen zijn. De eenige
moeilijkheid ("nadeel is het niet te noemer) is,
dat in de perioden van do grootste productie
eenige werkzaamheden, waaronder vooral het
opruimen van verstopte klimpijpen, vroeger wel
eens konden geschieden in de tijden, die niet voor
het bedienen der ovens werden in beslag geno
men terwijl nu, aangezien deze tijden korter
zijn, wel eens de hulp van ander personeel noodig
is, of een kleine uitbreiding van den diensttijd
van enkele stokers voorkomt. Verder was het een
1) Gemiddeld; de eene week namelijk is het uren-
taï 00, de tweede 50, de derde 52.
2) Deze uitspraak geldt intusschen slechts in liet
algemeen, In gasfabrieken welker debiet op Zondag
buitengewoon veel verschilt van dat op andere dagen,
zooals in kleine fabriekssteden het geval is, kan
meestal, gedurende het geheele jaar of een groot ge
deelte ervan, de Zondag vrij gegeven worden.
3) De geheele regeling is voor het vaste perso
neel winter en zomer dezelfde, en geldt mede voor
de losse stokers.
Bfj ontstentenis van een stoker wordt de diensttijd
dergenen met hetzelfde mngnommer in de beide
andere ploegen met vier uren verlengd. Voor een
Zondag en bij langdurige ontstentenis wordt oen
stoker toegevoegd. Voor alle overuren wordt extra
betaald.