A0. 1896
Zondag 8 en Maandag 9 November
N'. 9171.
Eerste Blacl.
KENNISGEVING.
Verkiezing Gemeenteraad.
gr-
ijftigst© J" aargan
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
UITGEVER: T ODÉ.
Met leedwezen hebben wij kennis
genomen van,bet besluit vanDr.B.
DE BRUIJN, ditmaal geen candida-
tuur voor het lidmaatschap van den
gemeenteraad aan te nemenmet
evenveel leedwezen, als waarmede
wij indertijd den uitslag van de stem
ming betreurden, waarbij bet man
daat van Dr. DE BEUIJN niet werd
hernieuwd.
We weten niet beter te doen, dan
de kiezers op te wekken, als blijk
van groote waardeering voor de
wijze, waarop Dr. DE BRUIJN vroe
ger bet lidmaatschap beeft bekleed,
toch bun stemmen op hem uit te
brengen en het aldus uit te spreken,
dat men de behoefte gevoelt aan een
beoefenaar van de medische weten
schap in onzen gemeenteraad.
Biunejalan.dsche Berichten.
GOUflAIT.
Abonnementsprijs, per kwartaalf i.8g,
Franco per post, door het geheele Ryk- 2.50.
Afzondeilijke nommers- 0.10.
BBBkAl i HO T.K K b T K A X T 70.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Couranti.io
Iedere gewone ïegel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal beiekend.
Eioting van paarden ten behoeve van
den krijgsdienst.
De burgemeester van Sc iiiedam,
Gezien art. 27his van bet koninklijk besluit
van 10 November 1892 staatsblad no. 253),
gewijzigd bij koninklijk besluit van 5 Augustus
895 staatsblad no. 147), brengt ter algemeene
konnis,
dat de loting voor de volgorde, waarin de in
deze gemeente bij de keuring op 9 en 10 Juli j.l.
.geschikt bevonden paarden ter levering zullen
moeten worden aangeboden, in het openbaar
zal geschieden ten raadhuize op Vrijdag den
13den November a.s. des morgens ten 10 ure;
en herinnert aan art. 29 van gezegd koninklijk
besluit luidende
Indien de eigenaar van een bij de loting voor
-eene eventueele levering in de eerste plaats aan-
.gewezen paard, verklaart dat hij dit paaid in geval
van voideiiag tot lever,ing ten behoeve van den
krijgsdienst, wenscht te behouden, kan door den
burgemeester, na afloop van den loting, worden
toegestaan, dat een ander, mede bij de keuring
geschikt bevonden paard van dezelfde soort (rij-,
treh-, batterij paard) onderling in volgnummer
met eerstbedoeld paaid, omwisselt. Van een en
ander wordt aanteekening gedaan op de verza-
mellijst.
Behooren de paarden, die onderling van volg
nummer verwisselen, niet aan denzelfden eige
naar, dan moet tot het verkrijgen van de toestem
ming voor de ruiling, de schriftelijke toestem
ming des eigenaars van het paard dat in de plaats
van het eerstbedoelde voor eene eventueele leve
ring zal worden aangewezen aan den burgemees
ter worden vertoond.
Schiedam, 7 November 1896.
De burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
dierbaren afgestor-
Sciiiedam, 7 November 1896.
»V ie trouwt moet betalen'', heette het ge
bod in onze machtige republiek op het einde
der 17e eeuw; maar wie kwam te sterven,
moest eveneens cijns betalen aan 's lands
schatkist. Een zelfde recht als op het trouwen
werd geheven, zou ook op 't sterven en be
graven binnen de provincie Holland staan,
en was het sarcasme van onze vroede
vaderen, of was het de Engelsche consul of
agent Kerby, die hun de fraaie bepaling had
ingeblazen die nooit getrouwd waren ge
weest, moesten dubbele rechten betalen.
Omtrent de Joden, die veelal buiten de
steden begraven werden, zooals die van Am
sterdam te Ouderkerk of Muiderberg, werd
het volgende bepaald: ndie van Joodsche
nacie", welke, gestorven zijnde, buiten de
steden, daar zij woonden, werden vervoerd
naar de naastgelegen kerkhoven, tot hun be
graving gewoonlijk bestemd, zouden enkel
recht betalen, doch werden zij naar verdere
verwijderd, omtrent andere steden liggende,
dan waren zij dubbel recht verschuldigd.
De Engeischman Kerby had, onder anderen
bij de vroedschap te Amsterdam, welen aan
te dringen op vereenvoudiging bij de begrafe
nissen. De kronieken dier dagen leeren, dat
begrafenissen gewoonlijk aanleiding gaven tot
slemppartijen onder de familieleden en de
vrienden, die een hun
vene grafwaarts hadden geleid.
Vier en veertig bepalingen omtrent het
bidden of aanspreken", het aanzeggen
van eenig sterfgeval, werden in het leven
geroepen. Zooveel bidders mochten er zjjn,
zooveel dragers, zooveel lantarens bij een
begrafenis worden gebezigd. Deze personen
zouden door burgemeesteren worden aange
steld, en geen andere dan deze zouden bij
begrafenissen dienst mogen doen.
-Na een begrafenis zou er geen wjjn meer
mogen geschonken worden ook zouden de
dragers niet meer het sterfhuis mogen bin
nentreden na afloop van de begrafenis. Meer
malen immers was het voorgekomen, dat zij
in, wat wij thans noemen, kennelëZen staat
huiswaarts togen. Er werden commissaris
sen aangesteld, die eiken dag zitting zouden
houden, en de benoodigde aansprekers en
dragers, .,die aangevraagd werden,naar de
sterfhuizen zouden zendenzij zouden het
loon voor zie Jui door den hoofdipan doen
invorderendaarvan2Vs ten honderd inhou
den voor de gezamenlijke hoofdlui en 4 ten
honderd voor de aalmoezeniersarmen. Om de
zes maanden zouden .nieuwe lamfers en
handschoenen aan.de aansprekers of bidders
en dragers uitgedeeld worden't geld zou op
hun .weekloon worden ingehouden. Commis
sarissen zelf zouden met hun vjeren een gul
den van elk lijk krijgen, die van het loon
der lijk- en lantarendragers zou worden
afgetrokken.
agistraatspersonen, commissarissen, pen
sionarissen en secretarissen mochten zich
voor hun lijken van de stadsboden als dragers
bedienengildebroeders van de knechts
hunner gilden als aansprekers en van hun
medebroeders als dragers. De armen moesten
het maar zonder aansprekers stellen, en hun
buran konden als dragers gebezigd worden.
De verschillende loonen waren grooter of
kleiner, naarmate de begrafenis in een kerk
of op een kerkhof plaats had, en naarmate
zij bij dag of bij avond geschiedde.
De Amsteidamsche vroedschap meende
met het vaststellen dezer verordening een
wijze daad te hebben gedaan doch zij had
gerekend buiten de aansprekers, bidders of
zooals ze ook werden genoemd ki aaiers
binnen hun gemeente. Er gingen kreten
van verontwaardiging op onder de broeders
van dit achtenswaardige gilde, toen de ver
ordening bekend werd, en zij wisten liet met
hun vertoogen zoo ver te brengen, dat hun
aantal in plaats van op 36 zooals de
verordening luidde op 72 werd gesteid, en
dat het aantal dragers vermeerderd werd.
Toch waren zij niet tevreden bidders en
biddersvrouwen beduidden aan de smalle
gemeente, dat de nieuwe veroidening een
schande was en vooral de armen onteerde.
Dezen moesten immers als bedelaars komen
smeeken om naar hun zin begraven te wor
den. Daarbij strooiden de ontevredenen nog
het verzinsel rond, dat de begrafenis der
armen zou geschieden in een ruwe witte kist,
met stadswapen er op geschilderd.
Er kwam gisting in het machtig Amster
dam nog vóór de nieuwe keur in werking
trad, werden burgemeesteren beleedigd, en
den dag voordat zij in werking kwam wer
den hoofdlui en dragers, die naar het aal-
moezenieishuis waren gegaan, om tehooren
welke lijken zij den volgenden dag te be
dienen hadden, door het gemeen uitgeschol
den en met vuilnis geworpen.
De morgen van 1 Februari brak aande
stedelijke regeering had de stadssoldaten te
wapen geroepen; maar ook het volk begon
samen te scholen, er over morrende, dat men
de keur met geweld van wapenen trachtte
op te dringen. Aldus wordt de toestand op
dien morgen geschilderd: Allerlei gespuis,
met name ook ettelijke vreemde varensge
zellen, die met den winter aan land waren,
schoolde bijeenvrouwen en jongens, met
puthaken, luiwagens, bezems en soortgelijk
tuig gewapend, en vaandels van schortel-
doeken voorschoten in de lucht
zwaaiende, trokken rond, met biervaten en
botertonnen tot trommels, waarop ze met tal
houten duchtig alarm sloegen." En de wijze
vroedschap van Amsterdam, wat deed ze,
ziende en hoorende dit alles? Ze liet alkondi-
gen, dat de verordening op het begraven nog
voor zes weken buiten werking zou blij ven I
t Mocht niet batenhet huis van burge
meester Boreel werd geplunderddal van
kapitein Sparong onderging hetzelfde lot, en
wat wonder! dat ook de Engelsche consul
Kerby, de vader van de biddersverordemng,
het moest ontgelden. Ook bij hem werd alles
verwoesttot de marmeren vloersteenen
werden opgebroken en in 't water gesmeten
van voren tot achter, in liuis-noch tuin, niets
werd heel gelaten; van het achterhuis werd
het gansche dak afgelicht, en het lood uit
de goten gerukt; al het binnenwerk werd
uitgebroken; de paneelen tegen den zolder
aan stukken gesmeten de wijn- en biervaten
werden in den kelder opengeslagen, en het
over den grond stroomende vocht door de
vrouwlui in haar muilen opgeschept en inge-
slorptl En zie, zoo is het volk, als het
uit den band springt: daar was een urijke
Jood' da Pinto, hij had met de bidderskwestie
niets te maken, diens huis moest het ontgel
den, omdat hij rijk was; maar hier werd
de bende tot stilstand gebracht. De gilden
en de burgerij begrepen, dat het te erg werd,
en niet minder dan twaalf der oproerigsten
werden opgehangen, niet medegerekend dege
nen, die in de schermutselingen het leven
hadden verloren
En de overheid? Toen de rust was terug
gekeerd, vereerde zij aan de ordelievende
burgerij een gedenkpenning, aan de eene zij
God Neptunus voorstellende, die de woeste
baren temt, aan de keerzij de bedaarde wa
teren, waarin de ijsvogel zijn nest bouwt.
Een dichter dier dagen doch niet van
hoogen rang rijmde bjj deze gelegenheid
het volgende:
Dit is 't loon der dapperheid voor Amstels burgerij
)c ware burgerplicht moet nicn door daden tooncn.
Wie laf is, ruimt does stad: hier moeten helden
[wonen.
Naneven, .dia <dit.leest, verzaakt nooit uw geboort,
Woest trouw en dapper; want gij komt van helden
[voort.
SCHIEDAM, 7 November 1886.
Aan den heer J. Hoek en zijne dochter,
mejuffrouw E. M. Hoek, is heden door burge
meester en wethouders bericht dat de hun
toebehoorende straten »de Oostsingel" de ïle
Tuinsingel" en de n2e Tuinsingel" van ge
meentewege zulien worden verlicht.
Zijn onze inlichtingen juist, dan zullen alle
particuliere straten, welke in de laatste dagen
zijn opgenomen, zoodra ze geheel voldoen aan
de bepalingen van art. 9 der bouwverorde
ning, ook van gemeentewege worden vei licht
en daarmede zoo spoedig mogelijk worden
aangevangen.
Een wooid van lof aan het dagelijksch
bestuur, wien het gelukt is deze belangrijke
kwestie op zoo afdoende wijze op te lossen,
is zeker hier niet misplaatst.