A0. 1896. Zondag 22 en Maandag 23 November. N°. 9181 Derde Blad. KENNISGEVING. Vijftigste J aargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, Bimienl.mdsche Berichten. Letteren, Kunst en Wetenschap. UITGEVER: ODÉ. BDRBiC: BOTBR8IRAAI 70. solium. Abonnementsprijs, per kwartaalf 1.85. Franco per post, door het geheele Rijk- 2.50. Afzonderlijke nommers- 0.10. AnvERTENTiEPRiJS van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courantj 1.10 Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. In- en doorvoer van rundvee, schapen en gelten uit België. De burgemeester van Schiedam vestigt, op verzoek van den heer Commissaris der Koningin in deze provincie,de aandacht van belang hebbenden op dein deNederlandscheStaatscourant van 11 dezer geplaatste, door de Ministers van Financiën en van Binnenlandsche Zaken op 10 November genomen gemeenschappelijke beschik king, waarbij de voorwaarden zijn vastgesteld waarop ten aanzien van den in- en doorvoer uit België van rundvee, schapen en geiten, zoowel voor de fokkerij als voor de slachtbank, afwij king wordt toegestaan van de verbodsbepalingen vervat in het Koninklijk Besluit van 8 December 1870 Staatsblad no. 194). Ministeriën van Binnenlandscha Zaken en van Financiën. De Miwsters van Binnenlandsche Zaken en van Financiën, Gelet op het Koninklijk Besluit van 8 Decem ber 1870 Staatsblad no. 194) Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat, met intrekking van hunne gemeenschappelijke beschikkingen van 20 Mei 1895 en 6 Februari 1896, respectievelijk opgenomen in de Neder lands.he Staatscourant van 22 Mei 1895, no. 119, en 7 Februari 1896, no. 32, voor zoover deze betrekking hebben op den invoer uit België van rundvee en schapen, bestemd voor de slacht bank, daaronder begrepen de exportslachterijen, afwijking van de verbodsbepalingen, vervat in het aangehaald Koninklijk Besluit, wordt toege staan ten aanzien van den in- en doorvoer uit België van rundvee, schapen en geiten op de volgende voorwaarden A. bij invoer van rundvee, schapen en geiten, bestemd voor de fokkerij 1°. dat aan het eerste kantoor worde over gelegd eene ambtelijke verklaring van de over heid van de plaats van herkomst binnen de laatste 8 dagen afgegeven, ten bewijze a. dat de dieren, waarvan de leeftijd en het signalement te vermelden zijn, gedurende de laatste 20 dagen te dier plaatse verblijf hebben gehoudenen b. dat te dier plaatse wanneer het rundvee betreft, in de laatste 120 dagen geen besmettelijke longziekte en in de laatste 6 weken geene veepest en geen mond en klauwzeer, wanneer het schapen betreft, in de laatste 6 weken geene veepest, geen mond- en klauwzeer, geene schaapspokken en geen rotkreupel, wanneer het geilen betreft, in de laatste 6 weken geen mond- en klauwzeer en geene schaapspokken zijn voorgekomen 2°. dat de dieren aan het eerste kantoor door den districtsveearts of een zijner plaats vervangers worden gekeurd en gezond bevonden. Deze veearts is bevoegd, wanneer eenige over weging van veterinairen aard hem daartoe aanleiding geeft, den invoer slechts toe te laten onder voorwaarde, dat de dieren zoo spoedig mogelijk, afgescheiden van ander vee, naar de plaats van bestemming worden doorgevoerd, aldaar gedurende de 15 volgende dagen afge zonderd worden gehouden en na dien termijn niet met ander vee in aanraking gebracht wor den, dan na door den districtsveearts of een zijner plaatsvervangers opnieuw te zijn gekeurd en gezond bevonden B. bij invoer van rundvee, schapen en geiten, bestemd voor de slachtbank, daaronder hegiepen de exportslachterijen 1°. sub A, 1°.; 2°. dat de dieren, zoo spoedig mogelijk afge scheiden van ander vee, naar de plaats van bestemming worden doorgevoerd, per spoor, zonder overlading, in afzonderlijke, gesloten en verzegelde wagens 3*. dat de ontzegeling der wagens op de plaats van bestemming niet geschiede, dan in tegenwoordigheid van den districtsveearts of een zijner plaatsvervangers 4°. dat de dieren, op de plaats van bestem ming, onder politietoezicht, zoowel ontladen ais vervoerd worden naar de slachtplaats, alwaar zij van ander vee afgezonderd zijn te houden en binnen 24 uren, mede onder politietoezicht, moeten worden geslacht C. bij doorvoer van rundvee, schapen en geiten: dat de dieren, nc aan het eerste kantoor door den districtsveearts of een zijner plaatsvervangeis te zijn gekeurd en gezond bevonden, zoo spoedig mogelijk, afgescheiden van ander vee, worden doorgevoerd per spoor, zonder verdere over lading, in afzonderlijke, gesloten en verzegelde wagens. De Minister van Binnenlandsche Zaken, (gel) VAN HOUTEN. De Minister van Financiën, (get.) SPRENGER VAN EYK. Schiedam, 20 November 1896. De burgemeester voornoemd VERSTEEG. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Zitting van 20 November. Indische begrooting. Het debat over de reorganisatie van het boschwezen werd voortgezet. De voorstellen daartoe werden verdedigd door den heer Tydeman, die een uitvoerig betoog leverde over de noodzakelijkheid om de bossclien uit hun toestand van verwaai loozing en onbe kendheid op te heffen, teneinde daaruit directe en indirecte voordeelen in de toekomst te plukken. Maar dan moet de staat de bosch cultuur niet prijsgeven. Pleitte spr. dus voor verplicht behoud van het boschbezit door den staat, voor die instandhouding moet z. i. ge waakt worden onafhankelijk van de geldelijke opbrengst. Hij verkoos dus eigen beheer boven de thans gevolgde wijze van exploitatie. De bezwaren tegen dezen nuttigen maatregel achtte hij niet overwegend en voor de belan gen der particuliere nijverheid waakt het voorstel voldoende. De heer Van Gennep wil het bestaande stelsel van bosch-exploitatie in beginsel be houden omdat hjj van de voorgestelde ver beteringen geen goedkooper en voor den staat voordeeliger exploitatie verwacht. Tegen verdere verbetering en uitbreiding van perso neel heeft hij geen bezwaar. Daar ook hij, bij gemis van het reglement, het stelsel niet kon overzien, adviseerde hij tot terugneming der voorstellen teneinde ze later afzonderlijk te behandelen. De minister van koloniën verzekerde, dat de voorstellen alleen bedoelen, voort te gaan op een weg die goede financieele resultaten opleverde, en dus niet beoogen invoering van staatsexploitatie, maar alleen de nadee- len aan het boschbedrijf klevende willen wegnemen. De minister kon geen meerdere toelichting geven van de plannen, die hij ter voorkoming van het verder verwoesten der bosschen bleef aanbevelen. De regeering zal, evenals tot dusver, de ontwikkeling der particuliere industrie niet belemmeren en de minister verzette zich bepaald tegen uitstel, dat de invoering der reorganisatie van 1877 onmogelijk maakt. De heer De Beaufort (Amsterdam) bleef aandringen op eene beslissing bij afzonder lijke wet, met het oog op de waarde van 300 mülioen gulden, die de bossclien hebben. Om dat doel te bereiken stelde hij voor, den post te verminderen met 1 ton, ten blijke dat de Kamer een aanvullingsbegrooting verlangt. (Het ontwerp houdende nadere bepalin gen op den suiker-accijns wordt de volgende week aan de orde gesteld.) Bij het voortgezet debat over het bosch wezen in Indië werd het amendement-De Beaufort sterk bestreden door den heer Van Karnebeek als ongemotiveerd en een te ver gaande inmenging in de Indische toestanden, en door den heer Tydeman, terwijl de heeren Cremer en Van Gennep en voor waren. Door den heer Van Gijn werd het amen dement verdedigd, daar hij van het regee- ringsvoorstel eene groote financieele misreke ning voorzag. De minister verzekerde dat de belangen der boschcontractanten volkomen zullen worden geëerbiedigd. Het amendement-De Beaufort werd ten slotte verworpen met 59 tegen 15 stemmen. Bij de vijfde afdeeling verdedigde de heer Kuyper uitvoerig de uitbreiding der zending, daar de kerstening der Javanen een groot politiek belang is. Zich stellende op het standpunt zijner rede van 1874, verdedigde spreker de stelling dat de staat geen propa ganda moet maken, maar zijn Europeesch christelijk karakter niet mag verloochenen en moet aanmoedigen het initiatief der christelijk Europeesche maatschappij. Van dat beginsel uitgaande, verdedigde hij krachtig de vrijlating van de zending, welke ookvoorts uitbreiding van het inlandsch onderwijs met aanmoedi ging van het particulier initiatief en verplicht subsidie. SCHIEDAM, 21 November 1896. Het bestuur van het genootschap »Archi- tectura et Amicitia" te Amsterdam heeft het patronaat op zich genomen van een eigenaardige serie prijsvragen. De groote behoefte welke er in de bouw kundige wereld aan ontwerpen van kleine gebouwen, woonhuizen en dergeljjken, die practische uitvoerbaarheid vereenigen met eenvoudige schoonheid, heeft de uitgevers firma J. van der Endt Zoon te Maassluis tot het bestuur het verzoek doen richten om eenige prijsvragen uit te schrijven en een ury te benoemen. Het bestuur van »A. et A.", inziende dat de verwezenlijking van dit idee aan de bouwkunst ten goede kan komen, aanvaardde het patronaat, schreef eenige prijsvragen uit en benoemde een jury bestaande uit de heeren "W. Kromhout Cz., H. G. Jansen en K. de Bazel. De eerste serie der piijsvragen, waarvoor een bedrag van f550 beschikbaar is gesteld, is opgenomen in het orgaan der vereeniging en alle leden van het genootschap, zoomede de inteekenaren op het orgaan kunnen mede dingen Edison moet overtuigd zijn, dat men met de Röntgenstralen den blinden het gezicht kan teruggeven, en zelfs aan hen, die de oogen ver loren hebben, mits de gezichtszenuw ongedeerd is gebleven. De proeven, die hij met twee blinden heeft genomen, schijnen met goeden uitslag bekroond te zijn. Edison zal zich geheel aan deze proeven wijden. Aldus de New-York Herald. De academie van wetenschappen te Weenen heeft een prijs van f 12,000 uitgeloofd voor het beste werk over ultra-violette stralen. Die prijs Wordt in 1899 toegewezen. De ingenieur Carl Wegener, te Berlijn, heeft een zoogenaamde kolenstof-stookmethode uitge vonden, welke uitvinding woidt geëxploiteerd door de sAktiengesellschaft fur Kohlenstaubfeue- rung," te Berlijn. Deze uitvinding bestaat hierin, dat heel fijn gemalen, droge kolenstof door een blaastoestel aanhoudend in een soort van oven woidt gebla zen, welke gevuld is met warme verbrandings lucht. De kolenstof ontbrandt dadelijk en laat geen rook of roet, slechts een minimum van asch achter, terwijl zij zeer veel warmte geeft. Op hetzelfde gebied zijn uitvindingen gedaan door do ingenieurs Friedberg en Schwaitskopf. Die van den heer Wegener schijnt echter de beste te zijn. liet stoken met kolen levert eene besparing op van 40 pCt. aan brandstof, behalve de be sparing van arbeid, doordien het stoken automa tisch geschiedt. Men verwacht binnenkort nog veel verbetering van de uitgevonden systemen. De Figaro brengt in herinnering dat de Her mitage, het beroemde Museum in St-Petersburg, onder meer onschatbare kunstwerken niet minder dan 40 Rembrandts telt. Deze omstandigheid zal gelegenheid geven om spoedig in de Russische hoofdstad een vergelijking te kunnen maken tus- schen de vroegeie en de hedendaagsche Holland- sche Schilderschool. Aan deze opmerking ver-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 9