50s<e jaargang.
Burgemeester en wetiiouuers van Schiedam
brengen ter kennis van de Geestelijken en Bedienaren
van den Godsdienst bij de erkende kerkgenootschappen en
de studenten in de Godgeleerdheiddie daartoe aan
erkende inrichtingen van onderwijs worden opgeleid,
in deze gemeente voor de lichting van 1897 voor de
militie hebben geloot en voor den dienst, door den
militieraad zijn aangewezen of bereids in voorgaande
jaren bij de militie zijn ingelijfd, en krachtens art.
127 der wet van 19 Augustus 1801 staatsblad no. 72),
voor éen jaar van den werkelijken dienst zijn ontheven:
dat zij, volgens art. 71 van het Koninklijk besluit
van 8 Mei 1802 (staatsblad no. 46), gewijzigd bij besluit
Zaterdag 9 Januari 1897.
9214
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon-en Feestdagen.
UITGEVERH. J. C. HOELANTS.
OFFICIEEL.
NATIONALE MILITIE.
Kennisgeving.
NATIONALE MILITIE.
Kennisgeving.
U
Bericht.
FEUILLETON.
DE WERELD ONTVLUCHT.
BUITENLAND.
Abonnementsprijs per kwartaal
Franco per post
Afzonderlijke nommers.
0.90
1.30
- 0.02
BU1EEAI'BOTKRÜTKAAT 70, Tclcphoon B>o, 123.
maaiLagTf ,ri mwiiw LfarnrgTUirc«aHin mtm ^'irwi ixaur f rtJirxgi;11 jmrnxncaBss s m
Advertentieprijs van 110 gewone regels met inbe
grip van ccne Courantf 1 02
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
8*55^3»-»-
Burgemeester en wethouders van Schiedam
gelet hebbende op ait. 150 der wet betrekkelijk de
nationale militie, inn 19 Augustus 186! {staatsblad
no 72), gewijzigd bij de wetten van 4 April 1892
staatsblad- no 50) en 20 Apiil 1895 (staatsblad no. 72)
roepen bij deze op alle lotehngen voor de lichting
van 1897, die bij de ZEEMILITIE vvemclien te dienen,
om daarvan vóór 1 Februari aanstaande ter gr weente-
Secretarie aangifte te doen.
Zij herinneren hieibij tevens aan den inhoud van
art. 129 der genoemde wet, luidende:
De bij de militie te land itigelijfden woiden niet tot
het aangaan van eene verbintenis voor de buitcnland-
sche zeevaart toegelaten, zonder schriftelijke toestem
ming van wege Onzen Minister van Oorlog.
Die toestemming vvoidt in gewone tijden niet ge
weigerd aan de lotehngen, die leeds vóór hunne inlij
ving b-i de militie hun beroep van de buitenlaudsche
zeevaart maakten en die zich overeenkomstig art. 150
voor de zeemiliue hebben aangeboden, doch daarbij
niet hebben kunnen worden aange omen.
Tevens wordt, naar aanleiding van de cnculaire van
den lieer Commissaiis des Konmgs in deze provincie,
van 17 Februari 1881, (l'rocinciaal-llad no 15) ter
kennis van belanghebbenden gebracht, dat de keuze
uit de lotelingen, die zich voor de ZEEMILITIE opge
ven, door den Minister Vrin Maiine wordt overgelaten
aan de officieren van de Maiine, met de overneming
der zeemdiciens beO-t, en mitsdien alle verzoeken
om iiii^ ing bij de ZEEMILITIE, tot het Departement
van Marine gericht, voortaan buiten beschikking zullen
worden gehouden
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 8sten Januaii 1897.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNÈDE.
«Zoo, meent u dat Och, wees u zoo beleefd
mij mijn hoed even aan te geven. Dank u zeer.
Rookt u niet Dan wiltu het mij wel veroorloven."
Zij stak een nieuwe sigaret aan. Günther staarde
de jonge dame sprakeloos aan, die hem met een
onbevangenheid en ongegeneerdheid behandelde,
die hem verbaasde.
»Nu mijnheer," zeide zij met een fijn lachje,
«wilt gij u zeker va 1 aan mij voorstellen V'
Günther voelde zich, zonder het te willen, even
rood worden en maakte een eenigszins linksche
buiging, die zij, met een lichte uitdrukking van
spot in de oogen, opmerkte.
«O, geef u maar geen moeite," zeide zij,
voor hij antwoorden kon, «want, ik weet wie u
bent: Graaf Günther Brandes, niet waar?"
Weer maakte hij stilzwijgend een buiging. Hij
voelde zich werkelijk niet op zijn gemak.
«Zoo", zeide zij lachend, ven nu zou u zeker
gaarne willen weten wie ik ben."
«Het zou mij werkelijk
«Zeer aangenaam zijn", vulde zij aan met een
min of meer ironische buiging. «Welnu, u kunt
uit dezelfde bron putten, als ik gedaan heb. Maar
het is al Iaat, ik moet terug."
«Mag ik u niet begeleiden?"
«Wel zeker, maar uw Frans scaijnt nog niet
terug te zijn."
van 22 Juli 1892 (staatsblad no. 179), tusscheii 20
Januari en 1 Februari aanstaande, bij den Bur
gemeester dezer gemeente moeten indienen de aan
vragen om ontheffing van den werkelijken dienst, in
j het aangehaalde wetsartikel vermeld, onder overlegging
van de bewijsstukken, omschreven in art. 09 en vast-
1 gesteld bij art. 70 van genoemd Koninklijk besluit.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be-
hoort, den 8sten Januari 1897.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG
De secretaris,
YKPNEDE.
Roman van Anny Wotiie.
Aan hem. die aan de Kedactie van
dit blad vóór des middags vier ure,
het eerst bericht bomt brengen, van
eenig meldenswaardig feit b.v. een
ongeval, hier ter stede, zal eene be-
Joonlng verstrekt worden van vijf en
twintig cents.
Algemeen overzicht.
Schiedam, 8 Januari '97.
Het godsdienstig conflict, hetwelk eenige
weken geleden in Servië vrij heftige agi
tatie verwekte en luidruchtige demonstraties
te Belgrado uitlokte, heeft opnieuw tot onge
regeldheden aanleiding gegeven. De quaestie
loopt hierover dat de Serviërs van Macedonië
beweerd hadden, dat het aartsbisdom vanUskub,
hoofdstad van Oud-Servië, hetwelk vacant was
geworden, door den patriarch moest worden
toegekend aan iemand van hun nationaliteit.
Zij grondden hun eisch op het feit, dat de
meerderheid der christenen van Uskub Ser
viërs waren, en dat zij onmogelijk de mis,
die in het Grieksch zou worden uitgesproken,
konden verstaan. In werkelijkheid echter was
hier meer een nationale en politieke, dan een
godsdienstige quaestie in het speleen Ser
vische bisschop toch in de hoofdstad van Oud-
Servië zou een machtig wapen zqn voor Ser
vische propaganda in die provincie. Vandaar dat
de patriarch van Konstantinopel aan den eisch
der Serviërs niet wilde voldoen, en in Servië
een Griekschen bisschop benoemde.
Evenwel werd halverwege aan de Servische
aanspraken te gemoet gekomen door te bepalen
dat op feestdagen de dienst in de kerken van
Uskub zou worden gehouden voor de eene helft
in de Servische, en voor de andere in de Griek-
sche taal. Dit was een kleine concessie en de
eerste stap in de richting van erkenning der
Servische kerk en hiërarchie in Macedonië.
Men meent dat wat dezen laatsten maatregel
aangaat, de invloed van Rusland te Coustanti-
nopel zich heeft laten gelden.
Intussehen schijnen de Serviërs verre van
voldaan te zijn. Althans uit Belgrado wordt
bericht: Ter gelegenheid van het Kerstfeest
liet de vali van Uskub den Heiligen Dienst
celebreeren door den Griekschen bisschop Am-
brosius. De Serviërs wilden de plechtigheid belet
ten; daardoor ontstond een botsing met de
gendarmen en de troepen; talrijke manifestan
ten werden gewond. De overheid deed den
bisschop de kerk verlaten; de bisschop werd
beleedigd.
De ongeregeldheden te Canea op Kreta du
ren voort; er hebben nieuwe botsingen plaats
gehad tusschen de Muzelmannen en de Chris
tenen, waarbij verscheiden dezer laatsten ge
dood zijn. Te Canea heerscht groote opgewon
denheid.
In Spanje schijnt het status quo nog voor-
loopig gehandhaafd te zullen blijven. l)e heer
Canovas heeft doen verklaren, dat de geruchten
omtrent ministerieele wijzigingen zonder grond
waren.
Evenmin schijnt er voorloopig nog.aan ge
dacht te worden generaal Weyler terug te
roepen. Men weet dat deze generaal zich zeer
hoopvol over den veldtocht op Cuba heeft uit
gelaten en het o. m. voor mogelijk verklaard
heeft binnen 44 dagen de rust in de provincie
Havanna te herstellen.
In de provincies Matanzas en Santa Clara
zou dit resultaat nog voor het intreden van het
regenseizoen te bereiken zijn. De generaal
stelde een volledige demping van den opstand
binnen een niet zeer lange tijdruimte in het
vooruitzicht.
De algemeene indruk te Madrid is dan ook,
dat de regeering Weyler niet zal terugroepen
en aan Cuba geen hervormingen, gelijk aan
die van Porto-Rieo zal schenken, vóórdat de
helft van het eiland tot volkomen rust ge
bracht is.
In allen gevalle zou de regeering een defi
nitief hervormingsplan geven, voordat Mc.
Kinley in functie getreden is.
Voor 't overige schijnt men in Spanje sterk
naar den vrede te verlangen. Sagnsta beweerde
onlangs in een onderhoud, dat de oorlog aan het
handelsverkeer van Catalonië en Andaiusië
groote schade toebrengt.
Zertucha de verrader van Maceo, is, volgens
een telegram uit Havanna, door de Spanjaar
den in dien«t genomen .'en zal zich met gene
raal Weyler naar de troepen begeven, i
In de Unie schijnt de geestdrift voor een
vrij Cuba bekoeld te zijn. De heer Cameron
schijnt het nuttelooze van zijn voorstel aan den
Senaat tot erkenning der onafhankelijkheid van
Cuba zelf in te zien, en over de motie zal het I
waarschijnlijk niet tot stemming komen. Men
wenseht de quaestie te laten blijven in het
stadium, waarin zij zich bevindt.
Een congreslid is van Cuba met het bericht
teruggekomen dat twaalf Amerikanen in het
slot van Horo gevangen gehouden worden.
De Amerikaan Sanguilly, die blijkbaar aan
den opstand geen deel heeft genomen, is door
het Spaansche gerechtshof tot een langdurige ge
vangenisstraf veroordeeld. Naar aanleiding van
een voorstel in het congres, heeft de president
den staatssecretaris opgedragen de onmiddellijke
invrijheidstelling van Sanguilly te eischen.
(Alen zie verder de telegrammen).
De reactie op de Rhodes-vergoding blijft
niet uit. In Londen is de indruk, die het op
treden van Rhodes gemaakt heeft, volstrekt
niet gunstig.
In kringen, die overigens Rhodes welgezind
zijn, wordt erkend, dat bij het huldebetoon
juist al zulke personen gemist werden, die
daaraan aanzien en gewicht konden geven.
Geen ministers, geen ex-ministers, geen in
vloedrijke politieke personen waren aanwezig.
De stilzwijgendheid, waarmede bij liet afscheids
maal de toast op den gouverneur ontvangen
weid, zoowel als vele scherpe zetten van Rho
des aan het adres der Kaapsche regeering, gaven
aan de gansehe betooging het karakter van
een partijuiting, die ongetwijfeld protest zal uit
lokken. Te Londen zijn dan ook Rhodes' trouwste
vrienden ontstemd over zijn onverholen streven
om reeds vooraf op het oordeel der pailemen-
taire enquête-commissie invloed uit te oefenen.
De indiening van den Transvaalschen eisch tot
schadeloosstelling wegens den Jameson-mval
wordt te Londen verwacht. Iirüger had beproefd
de som zoo laag mogelijk te stellen, terwijl
zijn omgeving voor een zoo hoog mogeiijke
vordering was.
Van welonderrichte zijde wordt gemeld dat
de vordering ongeveer één millioen pond zal
bedragen. De indiening van den eisch zal langs
den ge-enen diplomatieken weg geschieden.
De ex minister Constans heeft bij den Senaat
gereclameerd wegens den uitslag der herstem
ming, die verleden Zondag voor de senaats
verkiezingen plaats had. Ilij beweert bij de
tweede herstemming feitelijk gekozen te zijn
geworden.
Wpgens de vijandige demonstraties, die Dins
dag voor de Spaansche ambassade te Parijs
hebben plaats gehad, zijn acht Spaansche of
Italiaamche anarchisten gearresteerd.
De prefect van politie heeft besloten de uitban
ning voor te stellen der vreemde anarchisten
in Frankrijk, die van hun toelating aldaar
misbruik maken, door het houden van vijandige
manifestaliën tegen bevriende mogendheden.
Zij zeide dit met een halfgesmoord lachje, ter
wij! zij te zamen het pad afliepen.
Toen zij onder een opgewekt gesprek aan den
oever kwamen, klonk zacht het klokkengelui van
het Vrouweneiland over het meer heen.
«Wat beteekent dit?" vroeg Günther, terwijl
hij te vergeefs naar Frans omkeek."
«De bisschop is vandaag voor de bevestiging in
het klooster gekomen, en daar wordi hij mat klok
gelui begroet."
«Iloe jammer, dat ik dat niet kan bijwonen,"
zeide Günther nadenkend, en een lief kindergezicht,
door blonde lokken omlijst, een krans op het
gouden haar, verscheen voor zijn geestesoog.
«Wilt u zich f -n mijn leiding toevertrouwen
«Maar mejuffrc t, het zou voor u een veel te
g roote inspanning zijn, mij het meer over te varen,
en ik zelf, hebniet het flauwste begrip van roeien."
«Dat is zeer te betreuren," hernam zij, «die com
plimenten kunt u overigens laten varen," voegde
zij er bij, lachend irt het schommelende bootje sprin
gende.
«Stap u asjeblieft «r in, en dan moeten wij
voortmaken anders komen wij te laat voor de
bevestiging."
Günther deed zwijgend, wat zij hem beval.
«Ziezoo", zeide zij, terwijl zij met een paar
krachtige slagen de boot een eind ver het meer
in stuurde, «nu bent u in mijn macht. U kunt
niet gelooven," voegde zij er aan toe, toen zij zijn
verbaasd gezicht zag, «welk een heerlijk gevoel
mij dit bewustzijn geeft, want macht is alles in
het leven."
Hij zag haar lachend in de oogen. «Ik buig mij
voor deze macht mejuffrouw, u mag ze gerust op
mij uitoefenen."
De jonge dame bloosde, even en een zekere mis
noegdheid over zichzelf vertoonde zich op het ziel
volle gelaat. Toen zeide zij langzaam:
«U hebt toch niets te verliezen, niet waar?"
«Wat bent u een goed menschenkenner. Wie
heeft u dat geloerd?"
Haar blikken gleden nadenkend over het grauwe
water. «Hot leven" sprak zij bitter, «en ook dit
hier."
Een glinsterende verlovingsring fonkelde hem
van de slanke hand, die zij hem toestak, tegen.
Hot scheen Günther toe, alsof een gevoel van
beklemming en angst zich van hem meester
maakte. Op hetzelfde oogenblik stiet de boot tegen
den oever. Frans kwam dienstvaardig aanloopen
en vertelde vertrouwelijk, dat hij zoo even had
willen komen om mijnheer af te halen, maar dat
Resi gekomon was om de juffrouw te zeggen, dat
haar mama al meermalen ongeduldig naar haar
gevraagd had.
De jonge dame lachle Günther bij hetafscheid-
nemen vriendelijk toe, terwijl hij, een diepe buiging
makende, baar nogmaals er voor bedankte, dat zij
hem medegenomen had.
«Die prijzende woorden kunt u gerust laten,
mijnheer," zeide zij met zachte stem. «Vergeet
niet, dat wij hier ver van de wereld leven."
«Ver van de wereld", weerklonk het van zijn
lippen, maar zijn blikken zochten niet de grijze
oogen, die zich onderzoekend op hem vestigden,
maar dwaalden af naar het klooster met de oude
kerk, als door een onbestemd verlangen gedreven.
Het meisje wendde zich af en met een trotsche
buiging ging zij heen.
De rand van haar matrozenhoedje trilde in den
wind. Günther zag het roode gewaad nog een
maal tusschen het groen doorschemeren. Toen
volgde hij haar langzaam.
Nu waren ook de laatste tonen der klok ver
stomd.
Ileinz ven Rittbeig, de jonge schilder, was niet
weinig verwonderd geweest, toen hij, uit zijn die
pen slaap ontwakende, bemerkt had dat zijn vriend
er al op uitgegaan was. Zijn aandacht werd echter
weldra van graaf Branies afgeleid door een schrij
ven, dat hij zou juist gekregen had. Het luidde
Beste jongen 1
Wat een groot genoegen was het voor mij, uit
je laatsten brief, dien je me uit Rome schreeft, te
zien, dat ik in gedachten je nu op het Vrouwen
eiland moet zoeken. Verbeeld je, daar ga ik ook
heen niet, zooals jij, voor mijn genoegen en
ook met om met verf te kladden welke kunstje
overigens volgens de laatste berichten goed schijnt
te verstaan maar, nu ja, raad eensom mijn
kleine Gundala af te halen, die zich nu al vijfjaar in
het klooster Frauwenwórth bevindt. Gundaia's op
voeding, waarmee ik mij in mijn zwervend leven
weinig heb kunnen bemoeien, is nu voltooid maar
dat is liet niet alieen 1 Er is bij mij ook een sterk
sprekend gevoel van verlangen opgekomen voor
het blonde kopje van mijn dochtertje, dat al zoo
vroeg moederloos geworden is, en ook eigenlijk
nog weinig vaderliefde gekend heeft. Ik geloof,
dat het mijn plicht is ter Wille van het kind mijn
nomadenleven eindelijk eens op te geven en nu
wil ik mijn kleinen schat uit het klooster halen
om voortaan een rustig en stil leven te leiden.
Dat ik zoodoende jou tegelijkertijd zal aantreffen, doet
mij innig veel genoegen, beste jongen. Dus, inde
hoop je spoedig weer te zien.
Je oude oom
Helm von Rittbero.
Wordt vervolgd.)