50"° jaargang. Woensdag 20 Januari 1897. N°. 9223. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER; II. J. C. ROELANTS. Een Schiedamsch belang. FPJTJILLETOM. DE WERELD ONTVLECHT. BUITENLAND. Abosotsmentspeijb, per kwartaal0.90 Franco per post1.30 Afzonderlijke nommera- 0.02 BUREAUBOTERiTKAAÏ ÏO, Telcplioon Xo. 123. Advertentieprijs: van 15 gewone regels met inbe grip van eene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement uoidt koiting verleend. De vraag, kan door het verschaffen van goed koop geld aan den brander, wien het aan het noodige bedrijfskapitaal ontbreekt om de grond stoffen in het groot in te slaan, ook iets ge daan worden om het brandersbedrijf in onze gemeente, de hoofdbron van ons bestaan, uit zijn gedrukten toestand op te hellen en den strijd tegen de groot-industrie vol te houden, heeft sedert eenigen tijd bij mij een punt van ernstige overweging uitgemaakt. Vele middelen zijn reeds aangegeven en toegepast, doch om dat de verschillende belangen met elkander in voortdurenden strijd zijn, zonder gunstig gevolg. Het doel van dit schrijven is dan ook om daartoe een poging te wagen, en een idee aan te geven, waarbij men elkanders hulp meer noodig heeft en wel door coöperatief crediet te nemen en te verleenen. Ik zal daarbij uitgaan van het gronddenk beeld, dat personen, die, zij het dan ook niet in het onbepaalde, voor elkander instaan, meer vertrouwen verdienen, dan diezelfde personen, wanneer zn elk voor zich crediet vragen. Het gezamenlijk crediet van '100 kooplieden is groQter dan 100 maal het crediet, dat gewoon lijk aan één dezer lieden te beurt valt. Meer in het bijzonder: Wanneer een brander, die goed is voor f 3QOO.voor zijn bedrijf f 1500.behoeft, dan zal hij die meestal slechts na veel moeite en gewoonlijk alleen tegen hoogc rente kunnen krijgen. Als echter 100 branders, die allen credietwaardig zijn voor f 3000.zich ver eenigen en zich hoofdelijk aansprakelijk stel len voor de gezamenlijke schuld, allen voor één en één voor allen, dan zullen zij zeer ge makkelijk f 150.000.— (100 X f 1500.—) en tegen matige rente kunnen leenen. Ik bedoel n.m. een branderskas met soli daire aansprakelijkheid van alle branders die daaraan deelnemen en onder de volgende be palingen De vereeniging draagt den naam van: sde coöperatieve brandersbank," en stelt zich ten doel het verschaffen van goedkoop geld aan de branders, wien het aan het noodige be drijfskapitaal ontbreekt om de grondstoffen, alleen voor hun bedrijf benoodigd, in het groot in te slaan. De leden zijn ieder hoofdelijk voor het ge heel aansprakelijk. Roman van Anny Wotiie. 16) Graaf Günther zag als in een roes naar het aardige meisjebkopjo, dat lachend naar hem neer eoog, Het was hem, als moest hij het bloeiende schepseltje tot zich trekken om den rozigen mond met kussen te bedekken hij bedwong zich echter, Slechts neigde hij zijn hoofd dichter naar het blonde hoofdje en zeide, terwijl hij het meisje met «en eigenaardigen biilc aanzag: >Doe mij nit den doodsslaap opstaan, Gundala, wilt gij 2ij boog even het scboone hoofdje, want haar vader .kwam naderbij; Linda von Sanden hing ongegeneerd ann Günther» arm. u Weder werd het Gundala angstig te moede. Eensklaps echter klonk het gebeier der klok van Frauentvörth als een vredegroet over het meer. Gundala trad too op Ellin von Brandenstein, en tusschen deze en haren vader, schreed zij later voort, alles wat haar lief was achter zich latende. Do maan was reeds opgeeaan, toen het kleine gezelschap naar huis voer. «Tot den iaatsten nacht rustens in het klooster, fluisterde Ellin tot Gundala. «Tot de laatste rust verre van de wereld" ant woordde deze peinzend. Daar trof haar blik dien van graaf ^randes, die voor m de boot in druk gesprek was met Linda. Het was een blik, die haar deed bevon. Hooien reeds liier, verre van den weg des levens Het bestuur wordt gekozen uit do branders, die ieder één stem hebben. Het bestuur moet zijn betrekking beschouwen als een eereambt, wordt dus niet bezoldigd, alleen de boekhouder en controleur ontvangen salaris. De boekhouder wordt door het bestuur aan gesteld en, zoo noodig, ontslagen. De controleur te benoemen door de algc- meene vergadering, is onafhankelijk tegenover het bestuur. In geschillen tusschen den contro leur en het bestuur beslist de algemeene ver gadering. Het bestuur mag geen geld verstrekken dan met de wetenschap waarvoor het geld noodig is, en onder controle dat het werkelijk voor dat doel wordt besteed, en tegen eenigszins hoogere rente dan waarvoor het door de ver eeniging is geleend, terwijl voor de zekerheid geëischt wordt, dat de gebruiker een soliden borg zakelijk of persoonlijk stelt. Het bestuur mag gelden opnemen a deposito. Het bestuur is verantwoording schuldig aan de algemeene vergadering. Leden van de vereeniging mogen worden alleen zij, die het brandersbedrijf' voor eigen rekening uitoefenen en daarvoor crediet noodig hebbt n, en als voldoende solide bekend staan de scliditeit moet blijken uit een onderzoek daarnaar in te stellen. Verder worden strenge eischen gesteld aan de zedelijkheid der deel nemers. Ieder lid betaalt als inleg voor het eerste jaar in eens de som van f500, totdat de ver eeniging voldoende credietmiddelen bezit.waarna die inleg, bij besluit van de algemeene verga dering tot f 10 kan worden teruggebracht, Van hetgeen boven f 10 is gestort, wordt 3'/s pCt. rente genoten, zoo de stand der vereeni ging dit toelaat. Het bestuur doet op eene algemeene verga dering binnen de eerste zes maanden na afloop van liet boekjaar rekening en verantwoording, onder overlegging van de noodige bescheiden. De balans moet door den controleur voor ac- coord geteekend zijn, wil zij kunnen dienen als bewijs. De winst der vereeniging bestaat alleen uit het verschil tusschen de déposito- en leenrente, waaruit in de eerste plaats de administratie kosten moeten worden gedekt; wat dan over blijft moet worden gekapitaliseerd, mag nimmer worden verdeelder zal dan een reservekapi taal ontstaan, dat, opnieuw in leen verstrekt zonder dat de vereeniging daarvoor rente be hoeft te betalen, met den vollen interest dei- gebruikers gedurig aangroeit. Niemand ont vangt geld in gebruik uit de kas, die niet is toegetreden als lid der vereeniging en dus mede aansprakelijk is voor hare schulden. Het bestuur mag geen hooger crediet aan een lid geven dan f5000, op straffe van ver goeding voor de nadeelen, die daaruit voor de kas mochten ontstaan. "Wanneer het reservekapitaal zoo groot wordt, dat het de credietbehoefte overtreft, dan kan het »te veel" worden aangewend óf om een brandersschool op te richten, waar iedere bran der en voornamelijk de toekomstige brander zich geheel op de hoogte van het branders- bedrijf kan stellen, óf om een proefbranderij met laboratorium op te richten, waar de nieuw ste uitvindingen op dat gebied kunnen worden beproefd en onderzocht en les kan gegeven worden in bactereologie etc, alles in een alge meene vergadering te beslissen. Omdat bij zoodanigen bloei van de vereeniging te wachten is, dat alle branders lid zijn geworden, is dat gebruik van het reservekapitaal in het belang van alle leden. Slot volgt.) Algemeen overzicht. Schiedam, 19 Januari '97. Heden is de openingszitting van.het Engelsche parlement. Aan den vooravond van den parle mentairen strijd hebben de leiders der ver schillende partijen nogmaals hun partijgenooten tot een krachtig en zooveel mogelijk voltallig optreden aangespoord. De reden van deze bijzondere activiteit is natuurlijk de gesvichlige quaestie der overbelasting van Ierland die ter sprake zal komen. De Engelsche regeering zal naar aanleiding van dit vraagstuk, van welks gewicht de geheele lersche natie doordrongen is, een geduchten aanval te verduren hebben, vooral daar zij thans een volkomen aaneengesloten Ierland tegenover zich ziet. Zoo heeft de bekende John Dillon, de leider der lersche nationalisten in zijn jongste rede zijn partijgenooten opge roepen om alle hun krachten ter wille van de lersche zaak in te spannen, van wier rechtvaauligheid vele der invloedrijkste poli tici in Engeland, vooral natuurlijk van de oppositie-paitij, overtuigd zijn. De quaestie is van beide standpunten met groote hardnekkig heid verdedigd en het punt in geschil is vooral de vraag of men bij de vergelijking tusschen I den belastingdruk op Ierland en dien op Enge- j land, heide landen als belastingeenheden of den belasten Ier en Engelschman ieder afzon- I de doornen, waarvan zuster Beata zoo dikwijls vertelde 7 Gund.ila's hart kromp ineen. Zij wilde niet meer in de donkere ongeil van den graaf /.ion, noch Linda's helder lachen ver nemen, Naar de stilte van het klooster verlangde zij vurig. Lang was het klokgeklep reeds verstomd, toen zuster Beata hartroerend van Gundala afscheid nam. Daarbuiten in den kloostertuin geurden de rozen, en de linden voor de keik zouden haar geurigen groet ver over het stuk eiland. In het noordelijk gedeelte van Bei lijn, daar waar hemelhooge iiuizen verrijzen en do menschen dicht op elkaar in de kazernewoningen gehuisvest zijn, staat een huls, dat zich door zijn vriendelijk uiter lijk van de daarneven liggende onderscheidt. Een zekere voornaamheid en elegantie straalt van het geheel uit, zoodat men den bewoner graaf Branden stein er niet van kon verdenken, dat hij na zijne pensionneering als majoor hierheen wegens de goed koopte was getrokken. liet was een voortdurend verdriet voor zijne echigenoote Editlia, dat men hier buiten onder de arbeiders moest wonpn, maar graaf Bran denstein was, als hij iets wilde doorzetten, on verbiddelijk, hoezeer hij ouk overigens tegenover zijn vrouw en kinderen vol inschikkelijkheid was. De woning bevond zich op do derde vei dieping, niet groot, niet klein, voldoende voor de behoeften, eenvoudig en aardig. «Juist voor ons geschikt," placht de majoor te zeggen.. «Wij missen echter een danszaal, voegde de gravin er dan bij, sen dat zal ons wel nood zaken om nog eens te verhuizen, als de meisjes weer thuis komen." Zij, die dit telkens terugkeerende gezegde hoorden, wisten, wat zij er van te denken hadden. Zij ken den de verhoudingen van den majoor boter dan de gravin hel scheen te doende meesten wisten wei dat men de kleine woning in een der voor- j steden slechts had genomen, omdat men wel moest. I I Het was laat op den middag. In de woonkamer j van de familie Brandenstein, die er vriendelijk uit- l zag, zat de majoor bij het venster in een gemak kelijke leuningstoel roet zijn jichtbeen op een bankje voor zich. Het moe<t een kranige verschijning zijn geweest, 1 onze majoor. Ook nu nog had zijn blik, ondanks de witte haren die zijn schedel omgaven, iets ge biedends behouden. Een volle grijze snor gaf zijn gelaat iets echt militairs j «Kinderen", zeide hij, eon vetgenoegden blik Oj) de stille straat werpend, >nvat hebben wij het j toch goed. Gelooft ge ook niet? Ellin is ouder dak en voor Liska zullen wij ook we! wat kunnen vinden; dat zal wel gaan? «Stellig hoor papa, dat zal wel gaan," klonk eene slaperige stem van de canapé, «nis ik maar eens eerst luitenant ben, dan is het gedaan met dat hongerlijden hier. Dan trouw ik een rijk meisje, en wij zullen eens zien hoe prachtig alles marcheert." «Alsof de rijke vrouwen voor arme luitenants, opgeschept liggen", riep een lachende stem uit het midden der kamer. «Wat weten kinderen van trouwen af'bromde de cadet terug. derlijk moet beschouwen, Men komt in beide gevallen tot verschillende uitkomsten. Dit blijkt o.a. uit de brochure over deze zaak, I onlangs door Lord Fan-er uitgegeven. De ko ninklijke commissie van onderzoek heeft erkend, I dat Ierland 2)4 miliioen p, st. te veel bijdraagt j aan de rijksbelastingen. Daarentegen wordt voor Ierland 3l/n p. st. meer dan voor Engeland uit- gegeven, waarvan echter veel aan de hooge traktementen der lersche ambtenaren moet I worden afgegeven. De tegenstanders der bewe- j ging, waaronder vooral Leonard Courtney, Lord Jersey en de geheele unionistische pers, noemen de grieven van Ierland ongerechtvaardigd en leiden het hooge belastingcijfer van Ierland vooral af van het overmatig gebruik van whis- j key daar te lande (de alcoliolbelasting brengt in Ierland 214 miliioen p. st. op), zoodat iedere I Ier het in zijn macht zou hebben minder aan deze indirecte belastingen bij te dragen. Intusschen klagen evenzeer de grondeige naars, van wie steeds grooter offers gevergd wor den. De minister Balfour, die onlangs ook tegen over de lersche quaestie stelling genomen heeft, beweerde dat de koninklijke commissie een geheel verkeerde methode van onderzoek ge volgd had en verklaarde haar uitkomst voor een logische absurditeit. Hij zal evenwel in de aanstaande parlementaire debatten zich niet zoo gemakkelijk met een machtspreuk van deze quaestie kunnen afmaken, te meer daar de liberale partij natuurlijk uit taktische over wegingen den eisch der Ieren steunt. Voor 't overige zullen voor het conservatieve- unionistische kabinet wel geen ernstige gevol gen van dezen aanval der liberalen te duchten zijn. Men weet dat de oppositie als partij we gens innerlijke verdeeldheid uiterst zwak is. Haar vorige leider Rcsebery heelt zich terug getrokken en de tegenwoordige aanvoerder, sir William Harcourt, wordt slechts noode door een groot gedeelte der partij als leider geduld, terwijl bij de liberale pairs de leiding weder in andere handen is, n.L die van lord Kim- berley. In Italië heeft natuurlijk de schrikmare van het voortrukken der Derwisjen naar Agordat algemeene sensatie verwekt. In militaire kringen meent men evenwel dat aan dit vijandelijk optreden der Mahdisten geen overdreven be- teekenis moet gehecht worden. Mogelijk is het een terugslag van de Dongola- expeditie en heeft de Khalifa na het succes der Engelschen zijn strijdkrachten op andere punten willen bijeentrekken. Het Italiaansche fort Kassaia evenwel wordt goed verdedigd en schijnt voorloopig niets van de Derwisjen te vreezen te hebben. En evenzeer is het fort Agordat van een sterke bezetting voorzien ,^;oodat ook hier voor geen gevaar gevreesd wwBt. In gevaar verkeeren alleen de beide posten Sabdera (21 k.m, ten oosten van Kassaia) en Ela Dal. Gelijk bekend is hebben Italiaansche eclai- «Fredy hoeft mooi praten, papa," riep het jonge meisje, dat over een themaboek gebogen zal, terug, «die denkt altijd aan de iljke vrouw, die hij nog niet heeft, maar die ons er weer bovenop zal helpen." «Wees als je blieft stil, Grete," riep een ander weder, «kleine kinderen moeten over zulke dingen zwijgen." «Maak liever je schoolwerk klaar," bromde de cadet, «anders ben je straks nog niet gereed, als bai on Rittberg met de meisjes komt." Giete deed net of zij dit niet hoorde; zij wierp een vijandigen blik op haren broeder, en werkte door. Grete leek sprekend op hare moederhet zelfde helblonde haar, dezelfde groote blauwe oogen, het blanke voorhoofd, de roode wangen, al waren die bij de gravin ook niet volkomen echt. «Fredy heeft gelijk", zeide mevrouw Branden stein, «onze jongens moeten rijk trouwen, dan kunnen zij naderhand hur.->e zusters helpen". De majoor zuchtte. Hij kende het lievelings- tbema zijner vrouw. «Als het nu eens anders uitkomt, Editha; Fredy is nog bijna een kind." De cadet sprong op. Watblief een kind 7" zeide hij, zich trotsch verheffende, en een kaarsrechte houding aannemend. «Blijf maar rustig iiggen, jongen", sprak de majoor goedig, terwijl Grete lachend uitriep «Zie je wel, Fredy, we staan zoo wat gelijk, al ben je ook een vol jaar ouder." Zij lachte en bekommerde zich in het minst niet om den woedenden blik, die haar broer haar toewierp. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1