GeavanceBrö- en CsBrvaiief-literata. 50 jaargang. Zondag 14 en Maandag 15 Februari 1897. N°. 9245. Eerste Blad. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. RÖELANTS. OFFICIEEL. Kennisgeving. FEUILLETON. BE WERELB ONTVLUCHT. rasa sisa m GOURAN Aboksbkbktspbijs, per kwartaalf 0.90 Franco per post. 1.30 Afzonderlijke Bonuner»- 0.02 BUBEAif: BOTEBSTK.4AT 70, Tclephoon No. 133. Advertentieprijs: van 15 gewone regels niet inbe grip van cene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer - 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Aangiften om plaatsing op de kiezerslijst. De burgemeester van Schiedam brengt, voor zooveel noodig, onder de aandacht van belanghebbenden, dat aangezien de termijn voor het doen van aangifte, om op de kiezerslijst geplaatst te worden, dit jaar op een Zondag (14 dezer) afloopt, op grond van het bepaalde in art. 159 der kieswet, voor dien Zondag.de eerstvolgende dag in de plaats treedt, zoodat de genoemde aangiften ditjaar ook nog op Maandag, den loden dezer, kunnen geschieden. Schiedam, den 13den Februari 1897. De lurgemeester ran Schiedam VERSTEEG. De heer Plate, afgevaardigde ter Tweede Kamer voor Rotterdam, heeft, zooals reeds in dit blad werd gemeld, te kennen gegeven, dat hij bij de a.s. algemeene verkiezing, voor het lidmaatschap der Kamer niet meer in aan merking wenscht te komen. Hij deelt dit mede in eene brochure getiteld«Een woord aan de liberale kiezers van Rotterdam"feitelijk echter is zijn woord gericht tot de liberalen, dus tot de geavanceerd-liberale partij en tot de con servatief-liberalen. De N. R, Ct. heeft die brochure in haar geheel overgenomen en in een inleidend woord zegt de redactie, dat zijn ■woord blijk geeft van verzoenende gezindheid. Dit nu vermogen wij niet toe te stemmen. Wij althans hebben een gansch anderen indruk gekregen; het heeft bij ons den indruk gewekt, dat de heer Plate met, «zeer zoete woordekens" zeer onaangename dingen weet te zeggen. Wat dunkt u b.v. van dit: «En toch zijn er be langrijke onderdeden (van het program der Liberale Unie), waarmede ik uit een oogpunt van sociale rechtvaardigheid mijne instemming betuigd heb niet alleen met het woord, doch ook met de daad. Of dit laatste gezegd kan worden van allen, die geestdriftig hunne onverdeelde instemming uitspraken, wensch ik niet te beslis se n." Roman van Anny Wothe, 38) «Holmben je gek," riep tante Lotje boos. «Hoe kun je Ellin toch zoo schandelijk verdenken; zij denkt volstrekt niet aan den vicaris." «Toch stellig wel," riep Rittberg bitter uit; «zij houdt van hem, ik weet het zeker." «Och, jij weet heelemaai niets," riep tante Lotje grimmig, «anders zou je toch merken, dat er iets verschrikkelijks, iets vreeselijks in de lucht hangt, iets veel ergers dan een minnarij tusschen den vicaris en Ellin." «Maar wat zou dat dan toch wel kunnen zijn «Mijn beste jongen, ga slapen, ik z hier we! wachten, totdat Ellin terug komt." «Dan wacht ik met je, tante." En zoo zaten zij daar met hun beiden, terwijl Gundala met open oogen op haar legerstede lag en luisterde naar het uilengekrasen zij zaten daar den ganschen langen nacht, tot eindelijk de ochtend grauw begon door te breken. De eerste stralen van de zon vertoonden zich in het Oosten, toen Ellin terugkeerde. De vicaris vergezelde haar. Holm zag door 't venster, dat Ellin den vicaris achteloos de hand tot afscheid reikte, waarna zij in huis trad en hij door den tuin terugging, Ellin naderde hem zoo wit als een lijk. Haastig opende hij de deur, welke naar den gang voerde. In eenvoudig, voor ieder verstaanbaar Hol- landsch luidt het dus tot een deel eer geavan ceerd liberalen, tot een deel van hen, die ban stem gaven aan 't Unie-programjelui L it niet veel meer dan praatjesmakers. Verder is het de opinie van den heer Plate, dat het Program een compromis is van ver schillende meeningen, en hij vervolgt dan«Is het nu in vollen ernst aan te nemen dat wat aldus tot stand kwam, zonder reserve aange nomen kan worden door eenig ernstig man, die aan de redactie geen deel nam De vergadering der Liberale Unie op 14 No vember van 't vorige jaar bestond alzoo naar het oordeel van den heer Plate uit ernstige mannen, die, óf waar zij »ja" zeiden, stilzwij gend tal van reserves maakten, óf niet toere kenbaar waren. Hoe jin 't eerste geval nog van «ernstige mannen" sprake kan zijn, ver klaren wij niet te begrijpen. Zoo is er meer. Wij laten dit evenwel met rust, om onze aandacht "te bepalen bij de strek king van het betoog. Dit komt hierop neer: hereenigt Uziet op wat gij gemeen hebt, niet op wat u verdeelt. Doet dit, om bij de a.s. algemeene verkiezing de zege te behalen. Aaneensluiting is voor de overwinning onmis bare voorwaarde. Zijt gij t.e kortzichtig, om dit in acht te nemen, dan bestaat er heel wat kans dit zal wel met het oog op Rot terdam gezegd zijn dat de tegenpartij, dus in de gedachtengang van den heer Plate, de niet-liberaler., hun candidaten verkozen krijgen. En waarom zoudt ge u niet vereenigen? Bestaat er verschil tusschen u ten aanzien van een concreet vraagstuk? De heer Plate beantwoordt die vraag voor zich zelf ontken nend. Niemand zal de kiesrechtquaestie weer oprakelenen wat de overige vraagstukken be treft, in de verschillende programma's gefor muleerd, zij zijn voor een oplossing nog niet "JP- Daarvoor moeten heel wat gegevens meer politiek domein worden. (Al weer een verwijt van lichtvaardigheid aan 't adres der Liberale Unie En dan luidt het tot de geavanceerd-liberalen (wat wij nog al zonderling vinden) jelui weet immers niet eens, of je aan 't roer zult ko men. Waarom dus zooveel drukte gemaakt. Bewaar die hervormingsgezindheid tot betere tijden. Bestaat er dan in 't geheel geen verschil tusschen geavanceerd-liberalen en conservatief- Het jonge meisje ontstelde hevig, toen zij hem ontwaarde. «Ik bid u hierbinnen te komen,"zeide hij hoffelijk. De toon stoot Ellin de lippen zij staarde slechts stom en angstig naar tante Lotje. «Spreek toch, kind," zeide deze, «wat is er toch ge ziet er zoo vreeselijk ziek en ontsteld uit, laat je toch door ons, die je zoo liefhebben, heipen." Een bittere trek legde zich om den half geopenden mond van het jonge meisje. «Ik moet weg," zeide zij vast, «vandaag nog, zoo 't mogelijk is." «Onmogelijk," barstte de baron los, «zoo in de vroegte, nog voor je wat rust genomen hebt." «Ik moet, ik moet. Ach mijnheer de baron," vleide zij plotseling, de oogen vol tot hem opheffend, «ik moet dadelijk naar Berlijn, naar mijn vader." De blik barer oogen deden hem ontwaken. «Ga dan maar," zeide hij langzaam, «maar neem mij als beschermer mede, misschien kan ik bij het onverwachte ongeluk, dat over u gekomen is, nog iets helpen." Een oogenblik was 't, als werd 't haar lichter, het was, als schemerde voor haar blik de mogelijk heid eener redding, dan evenwel, sloeg zij beide handen voor het gezicht en zeide beslist «Neen, ons helpt niets meer Verschrikt zag Holm in het bleeke gelaat van bet meisje. sEllin," zeide hij zacht, «laat dan nu toch een enkelen maal je trots en geef mij je vertrouwen geloof mij ik kan en zal je helpen." Eer zij antwoorden kon, werden buiten stemmen vernomen. «Wat is dat daar vroeg Rittberg, de deur 0penende. liberalen, vraagt de heer Plate. Ja wel, doch dit komt hierop neer, dat de eersten in staats vermogen en staatshulp de wondermedieijn voor alle maatschappelijke kwalen zien, terwijl laatstgenoemden het particulier initiatief op den' voorgrond schuiven. In gemeenschapszin, in liefde tot den naaste doen de laatsten voor de eersten niets onder. Dit is in een kort bestek saaingevat, de gedachtengang in 't betoog van den Rotter- damschen afgevaardigdeDat de heer Plate zelf zijn pleidooi zeer krachtig, zeer overtuigend zal vinden wij geiooven het niet. De omstan digheid, dat hij niet meer voor het Kamer lidmaatschap in aanmerking wenscht te komen, was voor hem eene gezochte gelegenheid om een goed woordje voor zijn politieke broeders te doen, die met hun vrijheid en onafhanke lijkheid zich zeer eenzaam zullen beginnen te gevoelen en in hun eenzaamheid nu ook nog door hem verlaten zullen worden. Meer zien wij er niet in. Want is het verschil tusschen geavanceerd- en conservatief-liberalen inder daad van zóó geringe beteekenis als door den heer Plate wordt beweerd, zóó gering dat er eene scheiding niet door wordt gerechtvaar digd, zóó gering, dat zoo de geavanceerd-libe ralen van geen toenadering willen weten, zij blijk geven van groote kortzichtigheid? Be staat er geen verschil ten aanzien van concrete vraagstukken De heer Plate kent het urgentie program der Liberale Unie hij verklaart zelf er zich niet in allen deele mee te kunnen ver eenigen. Nu is 't onbetwistbaar juist, dat de beginselen daar geformuleerd, nog geen toe passing hebben gevonden, dat zij nog niet in wetsontwerpen zijn belichaamd. Doch de heer Plate gelieve inderdaad een weinig te hechten aan den ernst .an hen, die deze beginselen hebben terneergeschreven, van hen, die daar mede hunne instemming hebben betuigdte geiooven, dat zoo de geavanceerd-liberalen tot de regeering mochten geroepen worden iets wat ook wij niet boven twijfel achten dat zij dan ook zullen weten te beheerschen de stof die naar hunne uitdrukkelijke verklaring gereglementeerd moet worden. Het verschil, dat zich thans nog maar open baart in programma's zou dan inderdaad aan 't licht komen. Dan toch zou men zien, wat tal van jaren te aanschouwen hebben gegeven, dat zij, die men met meer recht conservatieven dan conservatief-liberalen kan noemen, allerlei bedenkingen maakten, dat zij een berg van «Een telegram aan mijnheer den baron," gaf de stem van den slaapdronken knecht ten antwoord. Haastig verbrak Rittberg het telegram. Verbleekend las hij de weinige zinnen en zeide, na tante Lotje het telegram overgereikt te hebben, de oogen vast op Ellin richtende: «Haar vader vraagt mij, of haar broeder Felix op Helmenhorst is." Ellin gaf een doordringenden gil. Met den uit roep «mijn arme broeder" stortte zij snikkend in de armen van tar.te Lotje. «Dat was het dus," sprak Rittberg, en het was ais viel er een steen van zijn hart. Een blik op Ellin gaf hem den weg aan, dien hij te bewandelen had. Een half uur later reed baron Rittberg met Ellin naar het station. Het jonge meisje zat zonder een woord te spreken tegenover hem in het rijtuig en keek naar buiten. Rittberg deed tevergeefs moeite om een enkelen blik van haar op te vangen. «Waarom zijt gij eigenlijk boos, Ellin vroeg hij eindelijk, nadat zij zwijgend een eind weegs door het herfstachtige woud hadden gereden, »is het u dan werkelijk zoo onaangenaam, dat ik u ondanks uwe afwijzing toch begeleid «Ja," zeide Ellin zachtjes en ze zag hem recht en zonder vrees aan. «Noch ik noch de mijnen hebben behoefte aan de hulp van eenen vreemde, Ellin,'zeide Hoim zacht terwijl hij verwijtend het meisje aanzag, «ben ik dan werkelijk u zoo vreemd, dat gij zelfs niet het minste ver'rouwen in mij stelt? Had niet het telegram van uwen vader mij uit de onzekerheid geholpen, ik wist nog even veel als straks,1 want gij hebt slechts vertrouwen bezwaren vooruitschoven, alle krachten inspan den, om de totstandkoming te beletten van datgeen, wat noodig is, om stuitende wanver houdingen weg te nemen, om de harmonische ontwikkeling der maatschappelijke elementen te waarborgen. En aangenomen het geval, dat dc geavanceerd liberalen niet in de gelegenheid zullen gesteld worden, om hun programma in toepassing te brengen, zou het van achterna bezien, zooveel beter zijn geweest, dat geavanceerden en con servatieven, hun onderlinge verschillen ver getende, eendrachtig ter stembus waren opge gaan Het kan mogelijk zijn, en wij denken daarbij aan een door sommigen gevreesde protectionistisch gezinde meerderheid. Het ge vaar daarvoor, zoo dit al bestaat, is niet zeer groot, maar geheel onmogelijk is 't niet. Doch mag dit gevaar, dat wij thans niet nader wenschen te apprecieeren, ons de oogen doen sluiten voor het veel grootere gevaar nl. dat de tijd verstrijkt voor de vredige oplossing der brandende maatschappelijke vraagstukken, dat de wateren niet meer in hun bedding zijn te houdenmag ons dit weerhouden van 't be trachten van sociale rechtvaardigheid En is, om dit te bereiken, niet de nauwe aaneenslui ting noodig van allen, die hervormingsgezind zijn d.w.z. die daar waar het particulier initiatief tekort schiet en dit is nogal in een enkel geval en ds staat kan helpen, niet op grond van allerlei, veelal o. i. denk beeldige bezwaren, bij de pakken gaan neer zitten. Is daarvoor niet noodig een krachtig georganiseerd streven 't Is geheel onjuist van den lieer Plate te beweren dat de geavanceerd-liberalen zweren bij staatsal macht, dat zij van den staat alles en nog wat verlangen. De quaestie is dat zij van meening zijn, dat liet niet gerug steund particulier initiatief nu genoegzaam heeft bewezen, zijn onmacht om 't maatschap pelijk evenwicht te bewaren, welke heerlijke vruchten volgens den heer Plate, dan ook van dien boom mogen geplukt worden. Men moet wel een vreemdeling in Jeruzalem zijn, om te beweren dat men 't met het particulier initiatief voorloopig nog wel stellen kaner behoort een weinig benijdenswaar dige moed toe, om dit panacóe van weleer voor alle maatschappelijke kwalen thans nog hoog te houden. De maatschappij heeft het aecomodatie-vermo- gen in zich zelve, zegt men. Jawel, zeer goed in den predikant en zijne familie en gij beschouwt mij slechts als iemand die u wel een huis ter bewoning geeft, doch niet in staat is u met raad en daad, waar gij dat will, bij te staan." Zijne oogen schitterden. Een heete blos overdekte Ellins gelaat, doch haar stem was koel en duidelijk toen ze op vasten toon zeide «Ik had liever elke andere hulp aangenomen dan de uwe, mijnheer de baron." «Haat gij mij dan zoozeer, Ellin?" vroeg hij met een zacht verwijt. «Haten?" De lippen van het jonge meisje beefden, doch zij bedwong zich en zeide: «Ik haat u niet, maar er zijn dingen, die zelfs een zoo vervallen familie als de Brandensteins tegen de borst stuiten. U is boos dat ik het kind zoo bij den naam noem u gelooft, dat een paar goed gemeende woorden het gansche verleden weder kunnen goed maken, maar gij vermoedt daarbij niet hoezeer gij mij daarbij voor mij zelve verne dert." «Gij windt u onnoodig op, juffrouw Ellin," ant woordde de baron rustig, «gij vat de zaak te tragisch op. Jongelui zijn nu eenmaal een beetje lichtzinnig, waarom zou uw broeder Felix het ook niet zijn? Wat zou hij gedaan hebben, schulden gemaakt, misschien een beetje gespeeld nu dat doen de meeste jonge officieren. Dat hij daarbij verder is gegaan, dan hij moclit doen, is erg genoeg en voor u en uwe familie zeer smartelijk, maar ik hoop, dat alles we! te recht zal komen, zoodat gij weder vol hoop in de toekomst kunt zien. Toe, Ellin, lach niet zoo bitter, ik kan dat niet zien." Wordt vervolgd,)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1