s 50s<e jaargang. Zondag 21 en Maandag 22 Februari 1897. !N°. 9251, Eerste Blad. FEUILLETON. DE WERELD ONTVLUCHT. Versch int dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. EEN PLAN. BUITENLAND. AEONXEMENTSriujs, per kwartaal0.90 Franco pci post- 1.30 Afzonderlijke nommers- o,02 BUREAU: BOTERSTUAAT 5fO, Tclephoon So. 123. Advertentieprijs: van 15 gewone regels met inbe grip van eene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer0,10 Bij abonnement wordt korting verleend. Schiedam gaat in het laatste tiental jaren niet vooruit. Hard achteruit, zou men eer kunnen zeggen, als men gelooven mag, hoe door menschen, die het weten kunnen, geoordeeld wordt. Heel verre is de onmiddellijke oorzaak niet te zoeken. Die industrie, waarin Schiedam tientallen jaren lang een ruim middel van bestaan vond is beginnen te kwijnen, en er is meer reden om aan te nemen, dat nog de crisis niet be reikt is, dan om te verwachten, dat het van af dit oogenblik weder beter zal gaan met wat de beurzen der burgerij moet vullen. Aan die onmiddellijke oorzaak valt voorals nog weinig te veranderen. Het kan zijn, dat door maatregelen van wege de hooge overheid te nemen, verbetering is aan te brengen, momenteel is die er niet, en deze in een afzienbaar tijdperk te verwachten, schijnt ons te optimistisch voor onze stad gedacht. Er zijn echter middellijke oorzaken, die wel zijn weg te nemen, althans wier invloed zeer is te verminderen. Doch ook slechts indie i de energie, die b. v. een slad als Rotterdam ton deele tot groeten bloei bracht, ook in Schiedam niet ontbreke. Nu valt daar misschien in het groot in den eersten tijd nog niet veel op te bouwen. Het is een onloochenbaar feit, dat de vette jaren van voorheen, nu niet juist hebben in de hand gewerkt, het onmisbare streven om al wassende, de krachten in te spannen tot nog meerderen wasdom. Men i«, gelijk men dat noemt, bij de pakken gaan neerzitten. Had men dit niet gedaan, dezelfde industrie hier ter stede uitgeoefend had van rechtswege thans hier niet minder goede uitkomst be hoeven te hebben dan elders. "Wat echter toch het geval is. Hierbij wenschen wij heden niet stil te staan. Wij wenschen niet in het groot te doen op dit oogenblik, maar in het klein, hopende dat uit dit kleine mettertijd liet grootere moge groeien. Wat wij te zeggen hebben is dit. Dezer dagen den almanak van de Hollandsche 44) Roman van Anny Wothe. «Wees u bedaard mevrouw," zeide Ellin, die meende, dat mevrouw von Sanden ziek was, «ga u zitten. Wanneer ik of da mijnen u helpen kun nen, dan zullen wij dat gaarne doen. Mevrouw von Sanden zag zonder den sluier af te nemen den majoor en diens vrouw aan en zeide dan: «de vergeldingdie is gekomen! Sedert drie dagen is mijne Linda, mijn eenig kind, spoorloos verdwenen ElHn stiet een gil uit, en de majoorsvrouw zag onrustig naar deze eigenaardige gast, terwijl de majoor haar strak aankeek. «Verdwenen vroeg Ellin deelnemend, «maar mijn God, mevrouw hoe is dat mogelijk Ilebt gij reeds onderzocht of haar ook een ongeluk over komen is, of «Niets, niets," zeide mevrouw von Sanden met zachte stem. «Ik vond slechts oen briefje van Linda, waarin zij mij schreef, dat zij mijn huis vei liet om vrij te zijn. De banden, die haar aan haren Verloofde bonden en die ik niet wilde los maken, verscheurde zij zelve. Nooit, tenzij gelukkig zoude ik haar weerzien." Weder wierp zij een eigenaardigen blik op den majoor, dan ging zij voort»ja kind dat is de vergelding Zooals Linda het huis iiarer moeder verliet, zoo verliet ook ik voor lange, lange jaren liet huis mijns vaders, die mij liefhad, maar dien ik toch verliet omdat mijn hart naar vrijheid snakte. Die oude man mevrouw von Sanden Maatschappij van Landbouw eere zij haar naam doorbladerende, vonden wij onder de lijst der aKermissen, jaarmarkten, paarden-, beestenmarkten, enz." genoemdSchiedam, paardenmarkt 12 Maart, ellicht wist niet eens ieder inw oner dezer stad, dat wij hier den 12 Maart \an elk jaar een paardenmarkt hebben, die afzonderlijk ver meld wordt. Geen wonder, tan erg \eel gewicht is die blijkbaar nietten minste in het zelfde jaar boekje staat hij niet in den gewonen kalender vermeld, die anders alle markten \an eenig gewicht uitwijst. "Wij hebben ons, naar aanleiding tan den 12 Maartschen markt eens in connectie gesteld met den een en ander, tan tvie tvij wisten, dat zij onze stad en den landbouw een warm hart toedragen het bicek ons opnieuw, dat vooral in de laatste jaren de Schiedamsche paardenmarkt niets te beteekenen had. Vvrj achten dit een jammerlijk iets. Want het kan niemand onbekend zijn, van hoe uiterst veel gewicht markten zijn voor den bloei van gemeenten. Als wij de geschiedenis onzer stad eens van heel oud ophalen, dan zien wij dat zij juist haar opkomst en welvaart te danken had, lang voor hier industrie bestond, aan het markt wezen. Wij gelooven 'jat dit laatste, indien men alle krachten inspant, wel weder wat op te fleuren is. Mannen, die wij hierover spraken beaamden ditzij zouden het van het uiterste belang achten, meenden ook wel, dat er wat aan te doen was, maar al te groote illusies wilden zij zich niet vormen. Nu, dat willen wij voorloopig ook niet maar wat zien wij er toch wel in. Schiedam vormt een deel van de afdeeling Rotterdam enz. der Hollandsche Maatschappij van Landbouw. De afdeeling deed hier vroeger nog al eens ietslangzamerhand is dat minder ge worden Schiedam's ingezetenen merken nu van haar bestaan in hun eigen stad bitter weinig. Al kan nu deze afdeeling het initiatief in deze niet nemen, wij gelooven, dat wanneer er van eene eventueel te stichten commissie tot verlevendiging van de paardenmarkt van 12 Maart, er een verzoek om subsidie bij haar sloeg langzaam haren sluier op zit daar ginds en geen stem in zijn binnenste spreekt meer voor het verloren kind, dat heden berouwvol terugkeert en aan zijne voeten smeekt: «vader vergeving, ik ben niet waard, dat ik mv kind heet, maar neetn mij weder op, en laat mij al is het ook slechts eenmaal aan uw hart uitrusten." «Gerbardine mijn kind, mijn zoo lang verloren geliefd kind," snikte do oude majoor, terwijl hij met bevende handen het hoofd zijner voor hem op de knieen gezonken dochter ophief, «eindelijk, eindelijk heb ik je weder." Lang en zonder een woord te spreken drukte bij zijne zoo lang verloren gewaande dochter aan het hart. «Gij vergeeft mij a! het leed, dat ik u heb aan gedaan, vader", vroeg Gina bijna schuchter en zag angstig naar het gelukkige gelaat haars vaders. lhj trok zijne dochter dichter tot zich en zeide zacht tot zijne andere kinderen «komt nader en zegt uwe lang verlorene maur eindelijk gelukkig wedergekeerde zuster goeden dag," en zich tot Gerhardine wendende zeide hij met liefde op zijne vrouw wijzend: «daar is je moeder zij heeft van daag haren zoon, haar geluk haar trots en hare vreugde begraven; vraag haar of zij je niet aileen in haar huismaar ook in haar hart opneemt als haar kind." Ernstig naderde Gerhardine de vrouw, die schuld droeg, dat zij eens het ouderlijke huis was ont vlucht, en zij gaf een kus op de hand harer stiefmoeder. Als eene rilling voer do majoorsvrouw door hare leden en Gina's hoofd teeder aan hare borst drukkend, zeide zij innig: «Ik nam u, zij liet ook niet geheel be wust, jeugd en ouderhuis ik dacht slechts aan mij en mijn Felix. Ik offferde u op, en in het zelfde oogenblik, waarin ik hem verloren heb, voert inkwam tot het uitloven van prijzen, dat zij op dat verzoek niet gaarne ontkennend zoude antwoorden. Met het doel van de Hollandsche Maatschappij staat zooal niet direct dan toch zeer van nabij liet belangrijk maken eener markt, in verband, terwijl zeer stellig de afdeeling, voor wat zij nu al eenige jaren aan Schiedam ontnam, eenige vergoeding zal wenschen te geven. Het zal echter, wij stipten het reeds even aan, noodig zijn, eene commissie zich con stitueert, die het initiatief neemt. Dat zich hiertoe geschikte personen zullen laten vinden betwijfelen wij nietons geloof in de liefde der inwoners voor den bloei onzer stad, doet ons niet aarzelen, deze vraag toestemmend te beantwoorden. Er zijn voor een derge lijke commissie, dunkt ons. enkele mannen als het ware aangewezen, bij wie zich anderen gaarne zullen aansluiten. Aan de gemeente dient een subsidie gevraagd. Markten zijp. nu eenmaal bij uitstek ge meentezaken. De gemeente heeft er het oppertoezicht over, aan de inwoners komen zij meer onmiddellijk ten goede. Indien er door den Raad, mocht een verzoek om het verleenen van eene subsidie voor het uitloven van prijzen inkomen, een goede som beschikbaar gesteld wordt, voor verschilende combinaties; indien de Hollandsche Maatschappij of de afdeeling of beide daar hare tegemoet koming naast legden indien particulieren pre mie's uitloofden, dan gelooven wij beslist, dat kooplieden zouden getrokken worden, in veel grooter getale dan nu het geval is. Aan Gouda kan men zien, hoe men daar zij het ook nu nog kunstmatig, een markt kan stichten en in bestaan houden, laat men aan onze stad weldra kunnen zien, hoe men een bestaande markt tot nieuwen bloei kan brengen. Zooals wij zeiden, de stap is betrekkelijk bescheiden, dien wij voorloopig wenschen te doen; er zijn hier teekenen met vreugde mag het geconstateerd worden, die wijzen op een streven naar verbetering van den ge deprimeerden toestand, mogen wij dan wel aannemen, dat men de schouders niet durft zetten onder een poging, die rnet betrekkelijk geringe kosten, te nemen is. Terrein is hier schitterend. De Lange Kerk- het lot u mij weder toe, opdat ik de spreuk ge dachtig worde; «Want alle schuld zal op aarde gewroken worden." Laat mij beproeven,, Gehardi- ne, goed te maken, wat ik misdeed, laat mij u liefhebben als een kind mij geschonken in plants van mijn armen Felix." Zachtkens weenend omarmden de beide vrouwen elkander. Grete ging schuchter naar beiden toe en de kadet keek vriendelijk naar de nieuwe zuster, dia zoo oud was, dat zij naar hij meende zijn moeder wel kon zijn. Slechts Eliin stond op een afstand, en zag met strakken blik naar de groep. Deze vrouw, van wie zij wist of vermoedde, dat zij Holm van Rittberg eens bedrogen had, was hare zuster, en zij zoude haar in hare armen sluiten, en zich door haar laten kussen? Neen, dat wilde zij niet. Zij zag haar vader den strijd, dien zij streed? «Wees goed voor haar," (luisterde de oude majoor haar toe. «Zij heeft veel geleden n haar levenwij moeten haar veel vergeven, te meer nog, omdat zij haar eenig kind heeft verloren Ellin had deze vermaning nauwelijks noodig. Zij had hare kracht teruggevonden, en terwijl de schemering builen duistere schaduwen weefde en in de kamer wierp reikte zij vol vet zoenende er vergevende liefde hare zuster de hand. Toen stortten er heete tranen uit Gerhardina's oogen, en zij vermocht slechts te stamelen: «Ik dank je, Ellin!" Het was Ellin als verhelderde een oogenblik een schitterende lichtstraal haar duister gemoed. Zij had voor de eerste maal zich zelve overwonnen. De heide droeg dezen winter lang haar sneeuw kleed. Sedert weken lag slot Helmenhorst, als eene schoone slaapster in het dikke sneeuwbed, maar straat leent zich in zijn tegenwoordige gedaante uitnemend voor liet doelde gemeente zal niet willen achterblijven, waar de burgerij de handen ineenslaat. Slechts make men. indien men tenminste het door ons voorgestane doel. niet verwerpelijk acht, eenigen haast. Weldra staat 12 Maart voor de deur. en nog heel wat dient er te gebeuren voor en al eer men met grond eenig resultaat mag verwachten. Mogen er invloedrijke mannen in deze stad en in hare omstreken gevonden worden, die met ons aan de levensvatbaarheid van het in deze regels kortelings neergelegde, gelooven. Mogen zij daar blijk van geven. Indien er een paar mannen het initiatief nemen, begint de zaak van zelve terouleeren. Wij meenen, men mag deze kans niet onge bruikt laten. Algemeen overzicht. Schiedam, 20 Februari '97. Nog geen stap is men genaderd tot de op lossing van den verwarden Kretenzischen toe stand. Zal 't gelukken een oplossing te vinden langs vreedzamen weg Zal Kreta alleen zekere autonomie verkrijgen of zal 'tbij Griekenland gevoegd worden? Nog altijd staan wij voor deze vragen en de uitslag is niet te voorzien. Op het eiland zijn middelerwijl weer nieuwe onlusten voorgekomen. De dorpen Taratszo en Galata staan in brand. Te Rethymo zijn nieuwe ongeregeldheden voor gekomen. In een gevecht bij Akrotiri werden 5 christenen gedood, 10 gewond. De vreemde vlootvoogden hebben den Griek- schen bevelhebber verzocht kolonel Vassos te verwittigen, dat een aanval op Xanea of Haleppa ten gevolge zou hebben, dat de vreemde vloot de Grieksche aangrijpt. Verschillende beys van Kanea hebben de tusschenkomst van den Griekschen consul in geroepen. Zij zouden geneigd zijn zich aan de Grieksche troepen te onderwerpen, maar niet aan de opstandelingen. De Montenegrijnsche gendarmerie, die zich reeds ingescheept had, is weder aan land ge gaan en bewaakt het paleis van den gouverneur. Een 150-tal Muzelmannen onder aanvoering van Bakaiaos hebben Vonkoleos ontzet en zijn als overwinnaars Kanea binnengetrokken. In het district Seiino zijn 104 Mohammeda nen, waaronder 21 vrouwen en 01 kindeten, vermoord. Groote opgewondenheid heerscht reeds ging er als een lentestorm door de lucht, en reeds was het als «rook men de vioiengeur. «Het zal toch nog voorjaar worden," tanie Lotje, zeide Holm van Rittberg, terwijl hij pein zend naar het sneeuwlandschap keek, «zoudt ge ook niet denken?" «Natuurlijk wordt het voorjaar, mijn beste jongen," antwoordde de oude dame, «waarom zou liet ook niet?" Maar wat heerlijkheid heeft daar buiten de voorjaarspracht, als het in huis en hart donker, heel donker is?" Neem het mij niet kwalijk," vervolgde zij opge wonden, toen de baron haar met eone ongeduldige handbeweging in de rede wilde vallen, «maar het heeft mij reeds lang als een centenaarslast op de schouders gelegen. Zoo kan het langer niet gaan I Wat was het een verschrikkelijke winter. Geer. vroolijken klank heb ik vernomen, sedert den on geluksdag, waarop gij na de begrafenis van den jongen Brandenstein, zonder Ellin zijt teruggekeerd en wij Gundala bewusteloos in hare kamer vonden. Wat vreesehjke dagen, weken en maanden waren het, waarin wij voor het leven van het arme kind bang waren, welks geluk een lichtzinnig man zoo gruwelijk verstoorde. O, lice ik hem haat, dien graaf Brandes, ging tante Lotje nog opge wondener voort, «hem, die eerst Gundala's kinder hart met schoone woorden heeft betooverd, en haar dan dood kalm in een sierlijk billet mede deelt, dat hij met een ander is weggeloopen, niet dat coquette schepsel, dat haren galant en hare arme moeder in den steek liet, om een man te volgen, wiens hart niet haar, maar aan een ander behoorde." Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1