IM°. 9269. 50"e jaargang Zondag 14 en Maandag 15 Maart 1897. Eerste Blad FEUILLETON. EEN MEISJËSLOÏ Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. KAMERS VAN ARBEID. mimici sm& i i«Ei t Abonnementsprijs, per kwartaalf 0.90 Franco per post1.30 Afzonderlijke nommeraq go BUREAU: BOTERSTRAAT ÏO, Tclephoon No. 123. Advertentieprijs van 1—5 gewone regels met inbe grip van cene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Van het wetsontwerp tot «Oprichting van Kamers van Arbeid", zooals het uit de be raadslagingen der Tweede Kamer is te voor schijn gekomen en waarover de eindstemming Donderdag plaats had, luiden de voor naamste artikelen, waarin wijziging is gebracht, aldus I. Samenstelling en Werkkring. Art. 2. De Kamer van arbeid heeft ten doel de belangen van patroons en werklieden in onderlinge samenwerking te bevorderen, door a. het verzamelen van inlichtingen over ar- beidsaangelegenheden b. het dienen van advies aan de hoofden der Departementen van algemeen bestuur en de besturen van provinciën en gemeenten, hetzij op aanvrage van die autoriteiten, hetzij uit eigen beweging, ten aanzien van alle on derwerpen, welke de belangen van den arbeid raken c. het dienen van advies en het ontwerpen van overeenkomsten en regelingen op verzoek van belanghebbenden; d. het voorkomen en vereffenen van geschil len over arbeidsaangelegenheden, ook, voor zoover noodig, door te bewerken, dat eene scheidsrechterlijke uitspraak tusschen de par tijen, die zij niet heeft kunnen verzoenen, tot stand kome. Art 3. Onder patroons verstaat deze Vet de hoofden of bestuurders van een bedrijf, waarin ten minste één persoon boven de twintig jaren tegen genot van loon werkzaam is, en allen, die op het beheer der hoofden of bestuurders toezicht houden, benevens hen, die, werkzaam in een bedrijf wegens den aard van hunne werkzaamheden bij een Koninklijk besluit als bedoeld in art. 3 met patroons worden gelijk gesteld. Onder werklieden verstaat deze wet alle anderen, die tegen genot van loon in een be drijf werkzaam zijn, behalve degenen ten aan zien van wie een Koninklijk besluit als be doeld in art. 4. wegens het hun opgedragen gezag over anderen of wegens den aard van hunne werkzaamheden, verklaart, dat zij niet onder werklieden worden begrepen. O (Kaar het Duitsch van Paul Hevse.) 1) Zoovele jaren als er sedert dien tijd verloopen zijn, zoo duidelijk staat de pracht van dien zomer morgen mij nog voor oogen, toen ik voor 't laatst met een der groote Rijnbooten stroomopwaai ts voer. Ik had een viiend en studiemakker in Bonn be zocht, die daar nu een professoraat bekleedde. Tot aan Godesherg wilde-lnj mij toch nog uitgeleide doende twi-e dagen, die wij samen doorgebracht hadden, waren niet loeieikend geweest om den over vloed onzer studentenherinnenngen uit te putten. Maar nauwelijks hadden wij plaats genomen op het dek, dat grootendeels gevuld was met een troepje vroolijke studenten, die buiten een genoegehjken dag gingen doorbrengen, toen mijn vriend mij aan stootte en met een veelbeteekend gebaar in het oor fluisteide: »Gij zijf waarachtig een geluksvogel, manNu krijgt gij nog per slot van rekeuing het mooiste meisje uit onze stad te zien, waarnaar me nigeen reads weken lang tevergeefs rondgluurt, dewijl deze jonge dame liefst voor een groote zeldzaam heid wil doorgaan. Kijk dien kant maar eens uit: daar ginds op dat veldstoeltje naast den gernakke- lijken stoel van die oude dame. Dat is hare moeder, eene eerwaaidige matrone, die in liaien goeden tijd óók een levensgevaarlijke schoonheid geweest moet zijn. Doch mater pulchra filia putchrior. Nietwaar, wij kunnen met deze onze Lorelei gerust voor den dag komen?" Lorelei?" vroeg ik. »Zoo wordt zij door de studenten genoemd, en jeeds sedert verscheiden semesters. Want zij beeft de Art. 5. De Kamer bestaat voor de eene helft uit patroons, werkzaam in het bedrijf of de bedrijven in de Kamer vertegenwoordigd, voor de andere helft uit werklieden, gekozen door de werklieden in dat bedrijf of in die bedrijven. II. Leden der Kamer. Art 8. Leden der Kamer kunnen alleen zijn mannelijke of vrouwelijke ingezetenen des Rijks, tevens Nederlanders, die den leeftijd van dertig jaren hebben bereikt, en in een bedrijf in de Kamer vertegenwoordigd, als patroons of als werklieden binnen haar gebied werk zaam zijn geweest, hetzij gedurende het laatst verloopen kalenderjaar, hetzij op meerderjarigen leeftijd, gedurende drie van de laatste tien kalenderjaren, die aan hunne verkiezing voor afgingen. Ten aanzien van bedrijven, waarin niet ge durende het geheele jaar pleegt gearbeid te worden, geldt voor kalenderjaar zoodanig ge deelte van dat jaar, als bij algemeenen maat regel van bestuur is bepaald. Uitgesloten zjjn: 1° zij, die bij onberoepelijk geworden rech terlijke uitspraak van het kiesrecht en de verkiesbaarheid of van het recht tot uitoefe ning van eenig beroep zijn ontzet, zoolang de tijd der ontzetting duurt 2° zij, die krachtens onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak de beschikking of het beheer over goederen hebben verloren, zoolang de tijd van het verlies duurt; 3» zij, die krachtens onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak tot gevangenisstraf of hechtenis van minstens 6 maanden zijn ver oordeeld, zoolang de gevangenschap of hech tenis duurt. Een lid der Kamer, op wïen een of meer der bovenbedoelde uitsluitingen an toepassing worden, houdt op lid te zijn. III. Kiezers voor de Kamers. Art. 14. Kiesgerechtigd voor eene Kamer van Arbeid zijn de mannelijke en de vrouwelijke ingezetenen des Rijks, tevens Nederlanders, die den leeftijd van vijf-en-twintig jaren heb ben bereikt en binnen het gebied der Kanier in een bedrijf, in de Kamer vertegenwoordigd als patroons of als werklieden werkzaam zijn geweest gedurende het laatst verloopen kalen derjaar of gedurende zoodanig gedeelte van dat bakvischjaren reeds lang achler den tug; zoo in het voorst van de twintig. En dat men haar den naam van Lorelei gaf, heeft zij niet zoozeer te danken aan haar gezang voor zoover ik weet, speelt zij alleen piano dan wel aan heur blonde haar en aan een noodlottige macht om de harten te verstiikken, zon der dat zij er bijzonder veel gewetanswioeging van heeft, wanneer de golven weer eens tschippet en boot verslinden", of, minder lyrisch uilgedrukt, een brave jongen zóó smoorlijk verliefd op haar wordt, dat hij later bij zijn examen zakt, omdat hij veel vlijtiger is geweest met smachtende blikken naar haio ten- slers te werpen, dan met college-loopen. Zij leeft onder en ondanks alles stil en rustig voort met hare oude mama, die er heel waimpjes tnzit, en zoo langzamoi'hand heeft zij een verbazende vaar digheid in bet geven van blauwtjes verkregen, aan gezien, zooals gij wel begrijpen kunt, ook mannen van rijperen leeftijd door de heks Lorelei worden aangetrokken. Ik ken zelfs een paar collega's, die voor hate toovermacht bezweken zijn. En nuheeftzicli het merkwaardige geval voorgedaan, dat deze onge naakbare verleidster der jeugd zelf haar hart aan een vertegenwoordiger der groenste jeugd verloren heefteen student in de philosophie, die, den hemel weet hoe, een aanbeveling aan de moeder had en toegang in het veelbegeerde huis vei kreeg. Deze juvenilis moet een half jaar jonger dan zij wezen, zoo arm als een rat, volstrekt niet knap van ge zicht of taille, heeft tot dusver niemand door zijne intellectueele gaven of talenten getmponeetd, en toch hij is nu eenmaal zoo gelukkig geweest, het scltoone meisje in ta palmen. Want zij zijn, al is het dan ook voorloopig nog slechts in 't ge heim, zeer officieel verloofd, waarover alle Saxo- Borussen, Westfalers en Alemannen woedend zijn. De gelukkige aanstaande behoort echter tot geen enkel studentencorps en gaat zoo maar stilletjes zijn eigen weg, zoodat hij niet gemakkelijk te jaar als ten aanzien van bedrijven, waarin niet gedurende het geheele jaar pleegt gear beid te worden, bij algemeenen maatregel van bestuur is bepaald. De redenen van aansluiting genoemd in art. 8, gelden ook voor de kiesgerechtigden. Voor elke Kamer worden in elke gemeente, waarvoor zij is opgericht, twee kiezerslijsten vastgesteld, ééne voor de patroons en ééne voor de werklieden. Kiesgerechtigden in gevangenschap of hech tenis zijn van het kiesrecht uitgesloten. IV. Bestuur der Kamers. Art. 19. Het bestuur der Kamer bestaat uit een voorzitter en twee leden. Tot voorzitter wijzen de door de patr ms en de door de werklieden gekozen leden der Kamer ieder afzonderlijk een lid uil hun mid den aan. Beide leden treden om beurten, telkens voor een half jaar, uit hun midden aan, de eerste beurt wordt door het lot bepaald. Van de twee anderen leden van het bestuur wordt het eene gekozen door en uit de leden der Kamer, die door de patroons, het andere door en uit de leden der Kamer, die door de werklieden benoemd zijn. De tct voorzitter aangewezen leden zijn ge durende den tijd welken zij het voorzitterschap niet waarnemen, bevoegd de bestuursverga deringen bij te wonen en hebben daarin een raadgevende stem. Bij ontsteltenis, afwezigheid of verhindering van den voorzitter wordt hij vervangen door het andere tot voorzitter aangewezen lid en bij gebreke van dezen door het oudste aan wezig bestuurslid in jaren. Die ophoudt iid der Kamer te zyn, houdt tevens op lid van het bestuur te zijn. In de eerste vergadering nadat de Kamer eert gevolge van de gewone verkiezing opnieuw is samengesteld, treedt het bestuur af en wordt een nieuw bestuur gekozen. In de vervulling van tusschentijds openge vallen plaatsen wordt zoodra mogelijk voor zien. Art. 21. Het bestuur vergadert zoo dikwerf ais door den voorzitter noodig geoordeeld of door een der leden, met opgaaf van redenen, schriftelijk verlangd wordt. Ingeval de voorzitter tot het beleggen eener bereiken i«, en de een of andere heethoofd Ii9m dus met licht een poets zal bakken. Ik had, terwijl mijn vriend mij dit alles mede deelde hij noemde mij ook den naam van het schoune fabeiwezen, die hier niets ter zaken doet ruimschoots tijd gehad om de beroemde dame eens goed op te nemen. Op het eerste gezicht, terwijl zij zoo met neergeslagen oogen, voorovergebogen en de handen stil in den schoot samengevouwen, op het lage stoeltje zat, kon ik onmogelijk iets demonisch aan haar ontdekken. Eene volkomen ont wikkelde, maar buigzame taille, in een eenvou lig grijs kleedje, dat om bet niet bijzonder slanke midden 111 een breeds zwarte ceintuur was gevat. Haar hued, die zij afgezet had, hield zij aan de keelban den vast, en schommelde zij zoo zuchtjes heen en weer. Het vgouden haar" was lichtblond, in zachte, kunstlooze massa's eenvoudig opgestoken, en in den hals door een kam bjeengehouden. Ook de vormen van liet naar voren geoogen gelaat schenen mij niet bijzonder bekoorlijk toe, en ik stond juist op't punt een niet vleiende opmerking over den afgod der dweepzieke jeugd te maken, toen zij zich eensklaps oprichtte en den jonkman met de studentenmuts, die tegenover baar stond en met een soort van kalm en rustig zelfbehagen het woord tot haar .voerde, met een langen, doordringenden blik plotseling het zwijgen oplegde. Nu zag ik eerst, welke wonderbare oogen zij had niet groot, maar met een eigenaardigan, half om sluierden glans van gioote grijze sterren, en nu zag ik ook de donkere wimpers en wenkbrauwen, die aan het fijne blondinengelaat iets uitheemscli gaven. Thans, nu zij opgestaan was, vertoonde zich ook de heerlijke evenredigheid harer hooge gestalte; en het plompe jonge heerschap tegenover haar ik hield hem, naar zijn optreden te oordeelen, voor den senior van zijn corps maakte in vergelijking van deze vorstelijke verschijning een tamelijk ba- vergadering van het bestuur op de wijze in de vorige alinea van dit artikel omschreven, wordt uitgenoodigd, belegt hij die vergadering uiterlijk binnen 8 dagen nadat die uitnoodi- ging te zijner kennis is gekomen. F. Geschillen. Art. 22. Wanneer in een bedrijf, uitgeoe fend in eene gemeente waar dat bedrijf in eene Kamer is vertegenwoordigd, een geschil dreigt te ontstaan of ontstaan is, kan door partijen of eene der partijenbij schrif telijk verzoek aan die Kamer, houdende mede- deeling van de aanleiding tot het geschil, de tusschenkomst worden ingeroepen van een v erzoeningsraad. De tusschenkomst wordt ingeroepen overeen komstig een bij algemeenen maatregel van bestuur vast te stellen en door den voorzitter van het bestuur der Kamer af te geven for mulier. Art. 23. Wanneer in een bedrijf, uitgeoe fend in eene gemeente, waar dat bedrijf niet in eene Kamer is vertegenwoordigd, een ge schil dreigt te ontstaan of ontstaan is, kan door partijen of eene der partijen, op de wijze als in liet voorgaande artikel is bepaald, de tusschenkomst van een verzoeningsraad worden ingeroepen bij eene Kamer; wier gebied zich over dezelfde geméente uitstrekt, of bij gebreke van deze tot eene Kamer, wier gebied zich over een naburige gemeente uitstrekt. Wanneer de Kamer, Waarhij een verzoek overeenkomstig het eerste lid is ingekomen, zich bereid verklaart daaraan te voldoen, geeft zij daarvan onmiddellijk bericht aan den bur gemeester der gemeente waarin het bedrijf wordt uitgeoefend, die van de ontvangst van dit bericht zoo spoedig mogelijk kennis geeft aan de Kamer, die bet heeft toegezonden en aan de partij of aan de partijen door wie het ver zoek is gedaan. Ontvangt de burgemeester na de ontvangst van dit bericht van eene andere Kamer een gelijk bericht omtrent hetzelfde geschil, dan deelt hij aan haar en aan de partij of partij en door wie het verzoek is gedaan onverwijld mede, welke Kamer zich reeds bereid heeft verklaard aan het verzoek te voldoen. De Ka mer die zoodanige mededeeling ontvangt, ont houdt zich van alle bemoeiing met dit geschil» De burgemeester eener gemeente of de Com- klagenswaardig figuur, toen hij zijn gekleurde mutsje even oplichtte en met een linksche, verlegen bui ging afscheid nam. Blijkbaar had hij iets gezegd» dat de jonge dame onaangenaam gevonden had. Haar gelaat ook nu vond ik, dat men het met regelmatig schoon kon noemen had een koel-ironische uitdrukking aangenomende eenigszins te volle, maar fraai behjnde mond bleef vast gesloten, en zij liep lang zaam van den heengezondene weg naar de ver schansing der stoomboot, waar zij staan bleef en zich in de beschouwing van den wijkenden oever verdiepte. Nu viel de zonneschijn op haar hoofd, dat tot dusver door het tentzei! beschaduwd was gebleven, en werkelijk I over het weelderige haar gleed een glans, die er .1 zuiver gouden tint aan ver leende. Ik kon mijl. oogen niet van de sprookjes achtige verschijning afwenden, en knikte slechts als een half wezenlooze, toen mijn vriend mij schertsend begon te plagen, dat ik zelf nu óók ai in de kluis ters dier toovermacht gevangen was, en dat dit opmerkelijk snel in zijn werk was gegaan. Maar tot mijn leedwezen was het er ook even spoedig weer mee gedaan Ook de schoons verliet met hare moeder te Godesberg de stoombootik had slechts nog even gelegenheid om te zien, hoe mijn vriend, van wien ik nu voorgoed afscheid ge nomen bad, met beleefden gioet op de beide dames toetrad, en over zijn schouder naar de boot wijzend waarschijnlijk in vertrouwen aan de moeder mededeelde, dat hare dochter hier weer stormenderhand een nieuvve verovering gemaakt had. Moeders hooren zoo iets altijd gaarne, ook al hebben zij, gelijk deze, eene dochter, wier hart in vaste handen is en door zulke vluchtige avonturen niet meer getroffen kan worden. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1