N°. 9272. 50 jaargang. Donderdag 18 Maart 1897. FEUILLETON". EEN MEISJÉSLÖT. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. IiOELANTS. BUITENLAND, Aboshbhsktspeijs, per kwartaalf o.9ö Franco per post1.30 Afzonderlijke nommerso.02 BUREAU: BOTERSTRAAT SO, Tclephoon Ko. 133. Adteetentikpeijb van 15 gewone regels met inbe grip van esno Courant0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt kortiDg verleend. Algemeen overzicht. Schiedam, 17 Maart '97. De parlementaire enquête-commissie in En geland hield gisteren wederom eene zitting, die bijgewoond werd door Jameson, terwijl Labouchère afwezig en Chamberlain slechts gedurende eea deel der zitting tegenwoordig was. Nadat Vrijdag 1.1. de treurige figuur van den rijksgriffier Sir Graham Bower ieders verontwaardiging, zoo van vriend als van vijand der Boeren-republiekhad opgewekt, moet het een verkwikking geweest zijn voor de commissie weer eens verklaringen te hooren, die blijk geven van eerlijke en onpartijdige op vattingen. Voor hen, die Rhodes willen schoon wasschen en Jameson's tocht zooveel doenlijk vergoelijken, voor hen evenwel heeft het verhoor van Sclirei ner door sir William Harcourt menige onplei- zierige waarheid opgeleverd. De getuige las belangrijke stukken voor uit hetgeen hij voor de Kaapsche parlementaire commissie had verklaard en bevestigde die ver klaringen of zette ze duidelijk uiteen. Over zijn gesprek met Rhodes op 30 December 1895 wilde hij liever niet veel zeggenvoor hem zou dat pijnlijk zijn, terwijl de commissie er toch niet veel aan zou hebben- Hij verzekerde met klem, dat hij tot het laatste oogenblik niets geweten had van Rhodes' aandeel in hetgeen gebeurd washij had gemeend, dat Jamesons inval Rhodes bekend was en dat deze dien goedkeurde, omdat aan Jameson een gelegen heid moest gegeven worden. Getuige had niet begrepen waarom Rhodes den tijd had laten verloopen om Jameson tegen te houden. De proclamatie van lord Eosmead na den inval was eigenlijk door Hofmeijr opgesteld. Getuige stelde dit in tegenstelling met Rhodes voor als zeer gebruikelijk in de Kaapkolonie. Bovendien zou zonder die procla matie een burgeroorlog onvermijdelijk zijn ge weest. Door Jamesons inval is het vertrouwen in de Kaapkolonie geschokt en heeft de Kaap kolonie de spoorwegverbinding in noordelijke richting verloren. Aanvankelijk hadden de Ka penaars wel eenige sympathie voor de grieven der Uitlanders; die sympathie was echter ver dwenen toen de grondwettige beweging te Johannesburg plaats maakte voor onwettige middelenoproer te Johannesburg en de inval van Jameson. De grieven der Kaapkolonie tegen Transvaal op fiscaal gebied waren onbeteeke- nend; Rhodes evenwel had die sterk over dreven. Hij hoopte, dat bet wantrouwen en de ras senhaat, (lie Jamesons inval ten gevolge had gehad, door deze enquête en de tusschenkomst van het Engelsche parlement zou verdwijnen, maar dan moest men het gevoel van veront- (Naar het Duitsch van Paul Heïse.) 4) Op hetzelfde oogenblik staakte zij haar spel, stond op en wendde haar gelaat naar onzen kant. Ja, dat was zijde twintig jaren hadden de on vergetelijke trekken wel is waar van haar jeugdig waas beroofd, maar wanneer het geoorloofd is, zooals men van selfmade man spreekt, ook van «zelfgemaakte gezichten" te spreken, dan was dat schoone, tot volkomen rijpheid gekomen gelaat een van deze, aangezien de lichte trekken van den eersten bloeitijd van binnen uit, zich door den vormenden arbeid des gecstes en des gemoeds karaktervol ontwikkeld hadden, terwijl bij het gros der menschen de jareti niet veel anders uitwerken dan een verwelken en verschrompelen, of een in yt breede en stompe ontaarden, zonder dat voor de verdwijnende gratie der vormen een meer in- tellectueele uitdrukking in de plaats komt. De gestalte der dame was intusschen ook viqu- welijker geworden en zooals gezegd is, het «goud blonde haar" reeds aardig op weg om in zilvergrijs te veranderen. Maar de geheele verschijning was nog die eener prachtige vrouw in de volheid harer kracht, en de gloed, die uit de kalme oogen straalde, kon nog voor menigen «schipper in 't kleine scheepje" noodlottig worden. Zij sprak een woord tot hare gezellin, die nu zwijgend opstond, en wendde daarop hare schreden naar de deur. Oogenblikkelijk stoof het hoopje waardiging bij de Hollanders in de Kaapkolonie niet te gering achten. Getuige wees met nadruk op de tegen Rhodes aangenomen motie op het congres van den Afrikaander Bond. Die motie bewijst, dat men daar tegen Rhodes ondanks de betoogingen-te zijnen gunste, die overdreven of verkeerd worden voorgesteld en meer Rhodes' vroegere diensten dan zijne houding in de Jamesonsche aangelegenheden gelden. Toch hadden velen noggroote sympathie voor Rhodes, en hoopten zij dat hij zich zou kunnen rechtvaardigen. De Kaapsche Hollanders hadden hun hoofd, hun afgod verloren. Vroeger hadden zij hem onbeperkt vertrouwd, en thans wisten zij niet meer wien zij konden vertrou wen. Elke poging, om de Boerenregeering in de Zuid-Afrikaansche Republiek door eene andere te vervangen, was met het oog op de sym pathie voor de Boeren in de Kaapkolonie ui terst gevaarlijk en kon dezelfde gevolgen hebben als in 1881. Enkele grieven der uitlanders, b.v. de monopolie's, waren gegrond, maar die zou den zich vanzelf herstellen. Engeland moest een krachtige, maar gedul dige politiek in Zuid-Afrika voeren, de Boeren rechtvaardig behandelen, doch geen inbreuk op de conventie toelaten. Rhodesië kon onder het beheer der Chartered Company blijven, maar aan het hoofd daarvan diende een rijks ambtenaar te staan. Behalve door sir William Harcourt werd deze getuige ondervraagd door sir H. Campbell- Bannerman en door Ellis. Toen hij de verhou ding der Kaapsche Hollanders tot Rhodes be sprak, was Schreiner blijkbaar ontroerd. Er is veel geschreven over Krugers uitdruk king bij zijn toost aan het dejeuner te Bloem fontein, waar bij van koningin Victoria als van een «kwaje vrouw" sprak. Dat met die uit drukking geen beleediging van Engelands Koningin was bedoeld, volgde rechtstreeks uit de groote waardeering waarmede hij over de Koningin sprak, een waardeering, waarvan Ktugers geheele loopbaan steeds heeft getuigd. Dat desondanks enkele jingo-bladen over die uitdrukking zouden vallen, was te verwachten. Maar het mserendee! der Engelsche pers is verstandig genoeg geweest, om in die woorden te lezen, wat de bedoeling van den spreker was. Uil het geheele zinsverband volgt, dat de bedoeling was een «besliste, op haar recht staande" vrouw, en de Engelsche bladen heb ben dit o.a. weergegeven door «difficult," «dangerous" en andere uitdrukkingen. Zeker is het, dat een hatelijke en beieedi- gende qualificatie van Engelands vorstin door president Kruger als ondenkbaar mag beschouwd worden. Twee protesten, beide van Engelsche, dus verdachte origine. luisteraars naar alle kanten van de gang uiteen, als vreesden zij op hun heimelijk genot betrapt te worden, en ik zelf trad ter zijde, om de trotsche gestalte te laten passeeren. Een vluchtige blik uit de groote oogen gleed over mij heen; het was alsof zij er een seconde over nadacht, of zij mij zou aanspreken, doch daarna maakte zij slechts een lichte buiging, .om mijn beleefden groet te beantwoorden, en ging zij met hare gezelschapsdame de trap op. Aan tafel wachtte men haar tevergeefs. De dame uit Bonn wenschto zich op hare kamer te laten bedienen, zeide de obeikellner. Ik was er half en half verzoend mede, dat zij zich niet te midden van al deze vreemde gezichten kwam ver- toonen. Want ik wist niet, of zij het wel aange naam zou vinden, haren vertrouwde hier in eigen persoon te ontmoeten. Maar toch, in de fijngevoelige veronderstel ling dat zij mij ontweek, had ik mij bedrogen! In het koele namiddaguur was ik naar den af gelegen omtrek van het duin gegaan, waar ik meestal mijne siesta hield. Naar dezen kant ver dwaalde slechts zeer zeiden een der badgasten, en ik kon ongestoord lang uitgestrekt op den dorren grasbodera in de wolken liggen staren, naar het gekrijsch der meeuwen luisteren, en mij door het eentonige bruisen van den aanstroomenden zeevloed in halfbewusten droom laten wiegen. Ik deed dit dan ook weer dien namiddag, en nadat ik gedurende een lange poos de zonderlinge grijze oogen der schoone welbekende voor mijnen geest had zien zweven, en in de eindelooze me lodie der branding accoorden eener elementen nocturne had meenen te hooren, vielen eindelijk mijne eigene oogen dicht, en verzonk ik in een Aan den Rand wonende inwoners tan den Oranje-Vrijstaat hebben in een aan president Steyn gericht adres levendig verzet aangetee- kend tegen een nauwere aansluiting bij Trans vaal. Vier en dertig leden der balie te Johannes burg zullen een protest indienen tegen he! optreden van den Volksraad en den Uitvoeren den Raad tegen het Hooge Gerechtshof. Griekenland en Kreta. De politiek van handelend optreden tegen Griekenland heeft gezegevierd. De mooie over winning der Fransche regeering in de Kamer, nog versterkt door de gisteren in den Senaat met 240 tegen 32 aangenomen motie van vertrouwen, die de heer Franck Chauveau voorstelde, heeft den doorslag gegeven. Ook Engeland aarzelt niet langer. Terwijl lord Balfour in het Lagerhuis alleen verklaarde, dat over Kreta tot de mogendheden een nota was gericht, waarvan de tekst niet kon medegedeeld worden, vóór het stuk te be stemder plaatse was aangekomen, betuigde lord Salisbury in het Iloogerhuis zijn onver deelde instemming met de door Hanotaux en Méline uitgesproken verklaringen, die hij een voortreffelijke uiteenzetting der Europeesche politiek noemde. Hij deelde verder mede, dat den admiralen was bevolen, Kreta te biokkeeren. Ook over de bezetting van het eiland schijnen thans de mogendheden het eens Het S. .lorth- regirnent Hooglanders op Malta heeft reeds bevel gekregen C00 man naar Kreta te zenden. Uit Toulon zou heden een bataillon marine- infanteiie, 450 man sterk, vertrekken, terwijl nog 150 man zullen volgen. Oostenrijk, Italië, Duitschland en Rusland zouden eveneens ieder 000 man zenden. Daarentegen wordt uit Berlijn bericht, dat het Russische voorstel van gezamenlijke bezet ting van Kreta door Oostenrijk en Duitschland is afgeslagen. Volgens de Figaro zou, wat de blokkade van Griekenland betreft, alleen de golf van Volo, vanwaar uit steeds versterkingen naar Thes- salië gezonden worden, geblokkeerd worden van een blokkade van den Piraeüs zou men hebben afgezien. Binnen een zeer kort tijdsverloop raogen wij in ieder geval thans hopen uit die voortdurende onzekerheid verlost te worden. Griekenland kan thans slechts twee dingen doen toegeven of een oorlog met Turkije aan vangen, om daardoor de mogendheden tot on zijdigheid te dwingen. En hoewel het laatste niet zeer waarschijnlijk is, de mogelijkheid van een conflict blijft bestaan. Wel hebben de be richten over de besluiten der mogendheden de stemming te Athene eenigermate gedrukt en slaan de bladen een kalmer toon aan, maar het vertrek der troepen naar de grenzen wekt nog groote geestdrift bij het geheele volk. lichte sluimering waaruit ik pas met een schrik ontwaakte, toen ik dicht bij mijn oor voetstappen vernam, die regelrecht op mij af schenen te komen. Toen ik mij omkeerde, zag ik haar voor mij staan, haar zelve, in al hare lichamelijke heerlijkheid. Ik poogde in mijne verlegenheid een paar schert sende woorden te stamelen, maar zij voorkwam mij. sik moet u wel mijn excuus maken, dat ik u in uwe siesta gestoord hebsprak zij met een zachte altstem, die ik overigens, afgaande op de uitdiukking van haar gelaat, wei van haar ver wacht had. sik heb in het vreemdelingenboek van het hotel uwen naam gelezen, en het deed mij veel genoegen, u hier te kunnen ontmoeten maar toch wilde ik u liever niet in het hotel zelf aanspreken, waar men altijd door zooveel nieuwsgierige ooren omringd is, en liet dus een voudig vragen, waar gij na den middag gewoon lijk heen gingt. Nu zijt gij misschien gewoon om bier een poosje te rusten, want het bad maakt dikwijls zoo moede, en daarom zal ik liever weer beengaan en bij eene betere gelegenheid eens terugkomen." Ik was natuurlijk terstond opgesprongen, en haastte mij haar de verzekering te geven, dat niets mij aangenamer zou zijn, dan wanneer zij mij wilde veroorlooven, onze vluchtige schriftelijke kennismaking nu iets uitvoeriger langs mondelingen weg voort te zetten. Zij knikte vriendelijk, maar alleen met de oogen een weinig glimlachend, terwijl haar mond zijn ernstige, gesloten uitdrukking behield. «Het is mij een behoefte, zeide zij, su mijnen dank te beluigen voor de moeite, die gij u om mijnentwille getroost hebt. Neen! zeg niet dat ik Maandag zijn, volgens de Daily News, 6000 man naar de Thessalische grenzen vertrokken. Spoedig zal ook, naar verzekerd wordt, liet regiment van den Kroonprins uit Athene ver trekken. In 't geheel zal, als alle reserven zijn aangekomen, het Grieksche leger aan de gren zen 80,000 man teilen. Maar het is de vraag of de financiën toelaten dit aantal lang mobiel te houden. Eenige incidenten zijn reeds voorgekomen. Uit Larissa en Volo zijn twee troepen, 1000 en 300 man sterk, Macedonië binnengedrongen, en uit Larissa bericht men, dat een Turksch majoor, die over de grenzen was gekomen om te spionneeien, door Grieksche soldaten ge vangen is genomen. Ook Turkije zet zijn toerustingen voort. De vlootuitrusting wordt voltooidsnelvurende kanonnen zijn in Europa besteld. Toch hoopt men nog op een vreedzame op lossing van den gespannen toestand. Ook voor Turkije is dit zeker wenschelijk, want Mace donië is een dreigend gevaar, en Servië en Bulgarije zijn zeker niet te vertrouwen. Op Kreta duurt de anarchie voort, en voor het ongelukkige eiland is in de eerste plaats een oplossing van het reeds zoo lang hangende vraagstuk een zaak van urgent belang. Te Kandia, te Rethymo, te Kanea, overal is de toestand uiterst kritiek, en overal is de verbittering tusschen Muzelmannen en Christe nen tot het uiterste gestegen. Niet minder wordt die stemming bij de Moslems, wan neer de berichten van moorden door de Chris tenen aanhouden, zooals thans weder een slachting van 960 Muzelmannen uit Sitia wordt gemeld. De quaestie-Reineke is nog niet volkomen duidelijk. De brieven, door den Griekschen gezant te Parijs aan de Agence Havas mede gedeeld, heeten thans weder te dagteekenen van 10 en 11 Februari, vóór liet tijdstip dus van het voorstel der autonomie voor Kreta. Is dit waar, dan is de houding èn van Reineke èn van de Grieksche regeering zeker hoogst dubbelzinnig te noemen. Voortdurend hebben geruchten geloopen, dat prins Waldemar, de jongste zoon van den koning van Denemarken, tot gouverneur van Kreta zou worden aangesteld. Thans beweert de Kopenhaagsche correspondent der Indepen dence Beige uit de beste bron te weten, dat een zoodanig voorstel door prins Waldemar zou worden afgeslagen, en dat elk voorstel van dien aard door het Deensche hof van de hand zou gewezen worden. Gemengde Bfedcdcclingcn. De Duitsche bladen verwonderen zich over de ontslagaanvrage van den staatssecretaris van marine, wijl de rijkskanselier toch de verant- dit reeds gedaan heb. Toen ik u schreef, was iiet immers nog onder den eersten indruk der teleurstel ling, Ik had toch heimelijk gehoopt, iets van meer en grooler waarde tot stand gebracht te hebben, dat als een artistiek voortbrengsel beschouwd zou kunnen worden. Och hemel! wanneer men zoo vol strekt niet weet, waartoe men eigenhjk op de wereld is, tot. niemands genoegen, en maar al te dikwijls zichzelf tot last zoo voortleeft, wat zou men er dan wel niet voor willen geven, iets te kunnen schep pen, dat den voortlevende eenig recht op het leven geeft, ook in de bogen van anderen. Maar zoo mijn muziek, mijn beetje poëzie gij hadt vol komen gelijk, het met de klanken eener Aeolusharp te vergelijken; het is de stem der natuur, die daarin weerklinkt, niets dat «bevestigt met duurzame ge dachten," dat ons kan overleven en ergotuigenis van kan afleggen, dat wij toch iets meer waren dan een van die golven daarginds, die schuimend op het strand wegsterven. Die werpen ten minste nog schelpen op het zand. Maar zoo'n onvrucht bare roenschengolf Zij wendde haar gelaat af, en zeide na eene korte stilte«Vindt ge het goed, dat wij hier boven over de duinen een eindje oploopen Ik zai u echter niet lang lastig vallen; misschien waart gij juist met het een of andere onderwerp be zig «Ais ik eerlijk mag zijn," zeide ik, «alleen met li en uw leven, en met het wonderlijke toeval, dat mij hier met u ia aanraking gebracht heeft. Weet gij wel, dat het niet voor den eersten keer is, dat ik u van aangezicht tot aangezicht zie (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1