Vrijdag 19 Maart 1897. N°. 9273. 50"c jaargang. EEN MEISJESLOT. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. FEUILLETON. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. BUITENLAND. 4*. cony f 0.90 1.30 0.02 Br It KA II s BOfERiTMüT ÏO, Tclcpl.oon lo. 123. AnvEBTBNTrKPBijgTan J.5 gewone regels met inbe grip van eene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. troepen, oorlogsmateriaal en levensmiddelen door de Grieken te beletten. Dat het eilandje Pantellario, zooals hot ge rucht liep, aan Engeland zou worden afgestaan, wordt ontkend. Daarentegen bericht thans Havas uit Kaïro het aldaar loopende gerucht, dat Engeland, in ge\al van een oorlog tusachen Griekenland en Turkije, aan het laatste land de hulp der Egyptisch-Éngelsciie troepen zou hebben aangeboden. Dit gerucht lijkt wel wat heel ongeloofelijk. Zeker is het evenwel, dat de Sultan zich vergenoegd de handen wri.ft over de actie der mogendheden tegen Griekenland. DePortezou dan ook voornemens zijn een dankbetuiging tot de mogendheden te richten. Een sterk bewijs voor het voornemen der Gr.eksche regeering om in haar verzet te vol harden, kan zeker gelegen zijn in de plannen, die aan kolonel Vassos worden toegeschreven. Hij zou zijn kamp hebben overgebracht naar Sphakia, naar het bergachtigste en meest ontoe gankelijke gedeelte van Kreta, en zijn nieuw kamp duchtig hebben versterkt. Een depêche uit Athene aan de Times deelt bovendien mede dat de regeering kolonel Vassos bevolen heeft zich aan het hoofd der insurgenten te plaatsen en zich met geweld tegen geweld van de zijde der vreemde troeppn te verzetten. Daarentegen deelt de correspondent der Daily News te Rome mede, dat het Grieksche gou vernement aan de mogendheden heeft voorge steld, zijn Iroepen onder Vassos op een of andere plaats aan de kust hijeen te trekken, mits de Turksche regeering hetzelfde met hare troepen zou doen. Dan zouden de mogendheden kalm orde en rust kunnen herstellen en zich verge wissen van de meening der Kretenzers over de voorgestelde autonomie. De voorwaarden dier autonomie onder suze- reiniteit van den Sultan zijn inmiddels door de consuls bekend gemaakt. Rustig is het op Kreta, dat thans, met uit zondei ing der drie kustplaatsen, geheel door Grieken of insurgenten is bezet, noglungniet. Te Kandia en te Rethymo hebben vooi tdurend botsingen tusschen Christenen en Muzelman en plaats, en te Sitia schijnt onder de laatsten wi-geus gebrek aan levensmiddelen gioote gis ting te heerschen. De Engehsche, Fransche en Itaüaansche ooilogsschepen zullen waarschijnlijk heden een dorp hij Sitia bombardeeren, omdat de Christe nen aldaar vreemde officieren hebben aange vallen. Nog steeds worden verschillende personen genoemd als toekomstig gouverneur van Kréta. Prins Danilo van Montenegro schijnt ook daar voor in aanmerking te zijn gekomen, maar de mogendheden willen geen prins als gouverneur. Thans moet er sprake zijn, den Montenegrijnschen minister van buitenlandsche zaken, Petrovitch Niegoch, tot gouverneur te benoemen. Zuld-Afrlka. Voortdurend wordt in verschillende Engelsche bladen gesproken van een te verwachten strijd tusschen Engeland en de Zuid-Afrikaansehe Republiek. Maar de reputatie dier bladen, de Daily Mail en de Cape Times in de eerste plaats, geeft aan die berichten een zeer twij felachtig karakter. De Kaapsche correspondent van eerstgenoemd blad verzekert thans weder, dat de Engelsche Iroepen aan de Kaap bevel hebben ontvangen zich voor alle gebeurlijkhe den gereed te houden. De Cape Times beweert, dat Kiuger voor zijn vertrek naar Bloemfontein gezegd zou hebben, dat hij zich met het oog op den drei genden stand van zaken moest wapenen, terwijl de Volksstem, naar aan de Engelsche bladen uit Pretoria wordt bericht, een zeer oorlogs zuchtig artikel zou bevatten, dat in zeer uit- dagenden toon tot Engeland heet gericht te zijn. Zeker is het, dat in de Londensche arse nalen grpote bedrijvigheid heerschl, en dat ver scheiden schepen zijn aangenomen voor het transporteeren van ammunitie en oorlogsma teriaal. Gelden deze toebereidselen het Oosten of Zuid-Afrika? liet is niet recht duidelijk; maar voortdurend nemen de pakketbooten naar dc Kaap oorlogsmateriaal mede. De Transvaalsche regeering ziet haar houding tegenover het Hooge Gerechtshof goedgekeurd door sir Henri de Villiers, hoofdrechter dei- Kaapkolonie en lid van den Engelschen Privy Counsil. Naar zijn meening had de Transvaalsche regeering niet anders kunnen handelen, dan zij heeft. In zijn voortgezette zitting heeft het congres van den Afrikaander Bond met 29 tegen '12 stemmen verworpen het voorstel om in een internationale conferentie tusschen Transvaal, den Vrijstaat en den Afrikaander Bond te beraadslagen over de handels- en andere be trekkingen. President Steijn van den Oranje-Vrijstaat heeft de besluiten voor den aanleg der locaai- spoorwegen in den Vrijstaat geteekend, zoodat een aanvang met liet werk kan gemaakt wor den, Velen zijn er weinig tevreden over, dat hij niet een nadere bespreking van deze quaestie heeft afgewacht, daar het vioegere besluit dien aangaande niet als beslissend werd aangemerkt. Gemengde Mcdedcelingcn. gedaan Van de gisteren reeds vermelde getuigenis sen in de zaak-Arton was vooral gewichtig dat van den ex-directeur der Cocarde, Ducret. Deze verklaarde dat al wat hij vroeger in zijn blad over de Panama-zaak had geschrevenhem medegedeeld was door Charles de Lesseps en baron Reinach. Arton zou twee cheques, te zamen groot 2.089.000 l'r., gekregen hebben tan baron Reinach, die de tusschenpersoon voor Charles de Lesseps was geweest. Toen Arton in Juli 1888 een restant van 530.000 fr, aan Charles de Lesseps wilde teruggeven, had deze hem gezegd, dat baron Reinach de tusschen persoon was geweest, waarop Arton het bedrag aan dezen had ter hand gesteld. De rechter van instructie moet tegenover Ducret onomwonden hebben verklaarddat waarschijnlijk in 't eind dezer week nieuwe arrestaties zullen geschieden. De Zwitsersche Bondsraad heeft met nlge- meene stemmen aangenomen het wetsontwerp betreffende de exploitatie van slaatsweee der Zwitsersche spoorwegen. De voormalige Italiaansche minister Grimaldi is te Rome overleden. In Duitsche parlementaire kringen loopt, naar de Nordd. Alg. Zeit. mededeelt, het ge rucht, dat de aanvrage om ontslag van den staats secretaris Hollmann door den Keizer niet is aangenomen. Wederom is een afdeeling vrijgelaten Itali aansche gevangenen, bestaande uit een officier, den ingenieur Capucie en 95 soldaten, te Mas- sowa aangekomen. Volgens een depêche uit Havana aan de World zou, ongeveer een week geleden, een trein met Spaansche troepen, bij den overgang van een diep ravijn, ten zuiden van Pantelana, in de provincie Pinar de! Rio, door dynamiet voor een groot deel vernield zijn. 250 soldaten zouden daarbij gedood of gewond zgn. De gezant van Servië te Londen heeft in een korte en beleefde nota verklaard, dat de Servische regeering er naar streeft, door een correcte en loyale houding mede te werken tot de handhaving van den vrede op het Balkan schiereiland, de invoering van hervormingen en het verzekeren van orde en welvaart vooralle nationaliteiten te vergemakkelijken, waarbij gesteund wordt op het onloochenbare recht der Servische natie, de wijsheid der mogend heden en den goeden wil des Sultans. Uit Kaïro bericht men, dat sir Kitchener van den Mahdi de vreedzame teruggave van Berber en Karthoum zou gekocht hebben; Darfur en Kordofan daarentegen zouden in het bezit van den Mahdi blijven. In de laatste vier weken zijn te Bombay aan de pest overleden 843, 720, 035 en 521 per sonen. Met het serum-Hafkin zy n in het geheel 2790 personen ingeënt, waarvan slechts dun door de ziekte is aangetast. Abonnementsprijs, per kwartaal Franco per post Afzonderlijke noinmcrs. Algemeen overzicht. Schiedam, 18 Maart '97. Griekenland en de mogendheden. De besluiten der Fransche volksvertegen woordiging, die de regeering eindelijk in staat stelden zich aan te sluiten bij de actie der mo gendheden tegen Griekenland, hebben in diplo matische kringen de meening doen ontstaan, dat thans Griekenland zou moeten toegeven en dat dit ook zou gebeuren. Meer en meer even wel dringt zich aan Europa de overtuiging op, dat een oorlog tusschen Griekenland en Turkjje dreigende is, en verscheiden correspondenten van dagbladen noemen een conflict onvermijde lijk. De groote geestdrift, die het geheele Griek sche volk beheerscht, maakt het der regeering en den Koning uiterst moeilijk voor den wil der mogendheden te bukken. Hetzij uit overtuiging en met koel overleg, hetzij uit vrees voor eene revolutie, de Griek sche regeering toont zich nog geenszins toe gevend, maar gaat door zich krachtig ten strijde te rusten. Het Grieksche leger aan de grenzen, thans 40.000 man steik, staande onder het opper bevel van den kroonprins, schijnt op dit oogen- blik steiker dan de Turksche strijdmacht, en de Turken haasten zich dan ook hun troepen in aller ijl te versterken. Te Athene heerscht groole militaire bediij- vigheïd; de ministerraad houdt langdurige ver gaderingen; en het schijnt niet onmogelijk dat een blokkade der Grieksche havens door de schepen der mogendheden beantwoord zou worden door een inval der Grieksche troepen in Thessalië. In de grensstad Janina heerscht een algemeene paniek en staan alle zaken stil, en in geheel Thessalië acht men een oorlog onveimijdefijk. De Turksche regeering heeft een voorschot van 30.000 ponden aangevraagd bij de directie der Anatolische spooi wegen. Na oveileg met de Duilschen gezant is dit voorschot verstrekt. Intusschen is de blokkade van Kreta thans officieel begonnen en kan de bezetting van het eiland door de vreemde troepen spoedig ver wacht worden. Frankrijk heeft zijn contingent van G00 man reeds gezonden, Engeland heeft de hevelen daartoe uitgevaardigd en het Rus sische gezantschap te Koustantinopei heeft aan de Porte vergunning geviangd voor de doorvaait van 600 man bezettingstroepen door de Darda nelles Omtrent het doel der bezetting van Kreta verneemt Beuters bureau nog uit Londen, dat in hoofdzaak de beslemming der detache menten is, de orde in de omgeving der steden te handhaven. Voor een ander doel zou een zoo kleine macht niet geschikt zijn. Met de blok kade wordt beoogd, het ontschepen vau meer {Naar het Didlsch van Paul Heïse.) 5) Ilare groote oogon staarden mij vol verbazing aan, als wilden zij vi agen of ik wel in ernst sprak. Nu vertelde ik haar van dien Uijnlocht, toen ik haar met lmre moeder op de stoomboot had aan getroffen. «Ja," zeide zij, met een peinzend knikje somber in do verte turend, «sedert dien tijd is er bijna een zoogenaamde menschenleeftijd verloopen. Maar een menschenleven, dat dien naam verdient, heeft dat tijdperk niet omvat. Wat is een leven, zonder dat een rechtgeaard mensch zijn innerlijk bestaan naar buiten openbaart En zooals ik geleefd heb «Nu, wat dat laatste aangaat," bracht ik hier tegen in, «mij ten minste zult gij het niet kunnen tegenspreken, dat gij behoorlijk van uwen tijd ge bruik hebt gemaakt om uw innerlijk loven naar buiten te openbaren. Mij althans hebt gij een die pen blik in uw binnenste doen werpen, on don novellist van beroep zult gij het niet ten kwade duiden, als hij tusschen de regels van dat dag boek meer dan één roman heeft gelezen, al was het dan ook slechts in vage omtrekken. En Iaat mij u ook mogen bekennenaangezien ik het beeld der schrijfster voor oogon had, kon ik niet nalaten mij er over te verwonderen, waarom het bij zulke gegronde aanspraken op een bevredigend Slot, daar toch niet toe komen kon." «Gij bedoelt, tot het banale -en toch zoo ge- wenschte slotdat zij elkaar op 't laatst «krijgen" Mij goed," zeide ik; «laten wij het dan met deze triviale technische uitdrukking noemen. Dal vele edele en beminnenswaardige vrouwelijke wezens eenzaam door het leven gaan, is nu eenmaal, helaas! 's werelds loop. Maar eene vrouw zooals gij, die in ieder opzicht Vergeef mij, het stuit mij tegen de borst, u iets te zeggen, dat den schijn van oen laf compliment zou kunnen hebben." Zij bleef staan, en staarde langs mij heen over den onafzienbaren waterspiegel der zee. De wind speeldo met de krulletjes op haar voorhoofd, en de lange donkere oogwimpers beefden onmerkbaar. Zij zag or onbeschrijflijk bevallig uit, nu er een blos kwam op hare van kracht en gezondheid blozende wangen. «Waarom zoudt gij niet mogen zeggen," ging zij voort, «wat een algomeen bekend feit is? Een vrouw zooals ik, niet dom, niet slecht, niet arm, niet geheel zonder talent, en zooals ik tot vervelens toe heb moeten hooren vroeger ook niet leeiijk, en toch heeft zij geen man ge vonden I Maar misschien is zij te eigenzinnig en te kieskeurig geweest, en nu, als femme de qua rante ans, moet zij de gevolgen dragen! Begrijp mij niet verkeerdik ben niet bovenmatig veel eischend, heb nooit van een ideaal-man gedroomd en met hooghartige voornaamheid afgewacht of »de rechte Jozef" kwamzoo'n opeenstapeling van alle denkbare mannelijke deugden en begaafd heden, die alleen in de romans bestaat. De be hoefte om te beminnen en bemind te worden, was ook in mij krachtig genoeg om mij door de onvermijdelijke menschelijkheden, die zelfs den besten geliefde aankleven, niet te laten afschrik ken. Intusschen, het met den eersten den beste voor lief te nemen, heeft de eerste, die indruk op mij maakte, mij verleerd. Hij was óók maar een ster felijk mensch, geen halve god maar wolk een zeld zaam hart, en welk een hooge, fijne geest, en ik pas twintig jaar, en met lichaam en zie! op hem verliefd Zij zweeg een poos. Ik meende haar de beken tenis schuldig te zijn, dat ik van dit haar eerste hartzeer evenveel afwist als de geheele wereld. «Dan weet gij niet veel," antwoordde zij haastig. «Ziet ge, men pleegt ons van kindsbeen af te leeren, dat de mannen de liefde slechts als een episode beschouwen, een of meerdere, omdat zij eene andere roeping hebben, die alleen in de wit tebroodsweken voor deze b ij zaak op den achter- gron I treedt. «Dat is bedenkelijk voor onze sekse, aangezien wij geheel en altijd met onze toewijding vervuld zijn, en ons over den afkeer van den man alleen door het volle bezit der kinderen kunnen troosten, totdat ook die ons ontrouw woiden. Andore mannen, die alleen voor hunne vrouw leven, zijn er misschien ook wel. «Maar hoe vleiend hunne voortdurende hofmakerij ook schijnen moge eene echte vrouw, die geen zelfzuchtige, coquette zottin is, behelpt zich toch liever met de plichtmatige hoeveelheid liefde van een man, die een beroep, een wotkkring heeft. «Zij behoeft daarom nog niet louter de schaduw van een ander persoon te worien. En zie nu eons, boe eigenaardig ik het bij mijne eerste liefde in dit opzicht trof: mijn verloofde had het hoofd vol wetenschappelijke problemen, maar toch maakten die geen scheiding tusschen hem en mij, hij trachtte mij veeleer in zijne gedachtenwereld binnen et leiden, en die poging gelukte. «Ik mocht zijn leven doelen, zooals het weinigen vergund is, en welk een heerlijk, ideaal leven ging er in deze vurige joage ziel omDoch het was al te vurigwant de gloed verteerde zijn fijne zenuwweefsel, en daardoor verloor ik hem lang vóór den tijd en eer zich in het echtverbond met hem het groote geheim des geluks voor mij ontsluierd had. «Misschien was het beter zoo. Wie weet of hij wel alles vervuld zou hebben, wat mijn hart zich van hem beloofde. Maar zooals bij nu was bleef hij mij lang de maatstaf voor alle menschenwaarden, waaraan trouwens slechts zoer weinigen konden voldoen. Maar men wordt er wel toe genoodzaakt zijne eischen eenige trappen lager te stellen. Toen ik na de eerste jaren van hartzeer weder aan het leven begon te gelooven en er iets van te ver wachten ik was toen vijfentwintig jaar; en wat zegt Emilia Galottiï «Ook mijne hartstoch ten zijn evengoed hartstochten als alle andere," nu, ik gevoelde den loodzwaren last mijner een zaamheid en zonderde mij niet zoo hardnekkig meer van allen omgang met menschen af. Ik werd zeer verlangend iemand gelukkig te maken, en kende mijzelve ook de daarvoor vereischte eigenschappen toealleen wenschte ik, niet enkel te geven, maar ook iets daarvoor te ontvangen, en in dit opzicht was ik nu eenmaal niet gelukkig. Aan de vele man nen, die aanzoek om mijne hand deden, kon ik maar al te spoedig bemerken, dat het bij hen slechts de hoofdzaak was, zich in het bezit te stellen van de velerlei begeerlijke hoedanigheden, die zij aan mij bespeurden, om 2e, zoolang zij daarin genoegen vonden, behaaglijk te genieten, maar dat geen hun ner er zich over bekommerde, of ook ik daarbij mijn aandeel zou bekomen, ik bedoel: of ik datgene zou ontvangen, wat mijne arme ziel nu eenmaal noodig had, om zich niet te zeer benadeeld te gevoelen. (Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1